'Voetbal is er
voor het volk'
en dat zijn de
armoedzaaiers
in Argentinië
Argentina 78
ZATERDAG 10 DECEMBER 1977
BUENOS AIRES De hitte
tuimelt uit een geel-grauwe
lucht verklammend neer
wanneer de Air France-
Boeing op het verarmde
vliegveld van Buenos Aires
zijn lading uitbraakt witte
gezichten, wat geen wonder is
na een met een maaltijd van
bedenkelijke kwaliteit gelar
deerde marathonzit op 30.000
voet. Maar waar ter wereld
werd de inhoud van de trog
ooit fraaier verpakt: grenadin
de veau zingar, gateau bac
cara, wat de emballage betreft
kan Air France, een van de
toekomstige sponsors van
Oranje, er wat van.
Het vliegveld wordt verbouwd,
koortsachtig, de tijd dringt,
nog krap vijf maanden en de
zilveren vogels uit vele lan
den zullen er hun kostbare la
dingen deponeren wanneer
Argentinië zich opmaakt voor
het begin van het wereld
kampioenschap voetbal 1978,
de grootste happening uit de
geschiedenis van het-
toch al voetbaldwaze land.
En er wordt gewerkt, de arbeid
adelt hier verplicht; in het
zweet des aanschijns moet
men het karige dagelijkse
brood verdienen. De plafonds
van de aankomsthal zijn ge
sloopt, de bedrading bungelt
in de vrije ruimte als het
opengelegde bloedvaten
stelsel bij de anatomische les.
Bagageweg
Zweetdruppels trekken sporen
langs vermoeide gezichten,
de bagage blijft lang weg en
als tenslotte de band krakend
gaat draaien ontbreken de
koffers van de ongelukkigen
die in Parijs zijn overgestapt.
Jammer, niets aan te doen, de
veldheer in charge haalt de
schouders op, maybe mon-
day, you come back, maar nu
is het pas zaterdagmorgen en
het gedragen pak dient ver
verst na vierentwintig lange
uren, de tanden toch ge
reinigd.
Het kan hem weinig schelen,
maar dan onverwacht blijkt
de lunch van enkele weken
terug met die kleine vriende
lijke Argentijnse ambassa
deur in Den Haag toch vruch
ten te hebben afgeworpen. Ze
is lief, slank, met blauwe
ogen, ze is ook van buiten
landse zaken en ze neemt het
niet, stapt vastberaden naar
het bureau van Air France:
Wat men wel denkt, de heren
komen helemaal uit Holland
om mooie stukken over Ar
gentinië te schrijven. En
plotsklaps borrelen de ex
cuses op, kan de garderobe op
kosten van de maatschappij
zolang worden aangevuld.
Triomftocht
Waarna een triomftocht begint
langs de rij wachtenden, die
zelfs de inhoud van hun zak
ken moeten ledigen en zich de
kleffe handen van de fouille
rende douaniers moeten laten
welgevallen, terwijl ze met
afgunstige blikken naar deze
VIP's staren. Die ongehin
derd passeren, want heeft niet
de minister van buitenlandse
zaken Oscar Montes opdracht
gegeven van nu af aan de
buitenlandse pers in te pak
ken, omdat het eens uit moet
zijn met dat negatieve ge
schrijf over Argentinië?
Weinig dollars brengen heel
veel pesos op, waarvan in de
stad een overhemd van twij
felachtige kwaliteit, wat sok
ken en wat ondergoed wor
den aangeschaft. Please come
again Sir, we like you, een
liefde die een uur later begrij
pelijk wordt bij het natellen
van het geld, want de arm
zalige textiel heeft ruim hon
derd gulden gekost.
Zodat, terwijl de airconditio
ning op de hotelkamer de
energieverspilling in dit land
fluisterend vertaalt in de il
lusie van een gematigd kli
maat, het besef doordringt
dat de aankoop van de kle
ding ongeveer het halve
maandsalaris van de gemid
delde Argentijnse werkne
mer heeft opgeslokt.
Idioot
Er is niemand arm hier in Ar
gentinië, zegt de volgende
dag tijdens de lunch in een
van de luxe restaurants langs
de vervuilde Rio Plata-mon-
ding een wauwelende idioot
van het ministerie, maar zijn
statement is slecht getimed,
want op dat moment schuifelt
een bedelaarster naderbij, de
hand smekend opgehouden.
Ze wordt in krachtig Spaans
weggestuurd. Die, die is te lui
om te werken, die verdient
meer met bedelen dan met
werken en nogmaals, ar
moede bestaat niet. Maar wie
een bustocht maakt door de
eindeloos lange krot
tenwijken van Buenos Aires
vraagt zich toch af of Argenti
nië niet meer gebaat is bij de
bouw van huizen, scholen en
ziekenhuizen, dan met de
verbouw van het immense
River Plate-stadion, waar
straks de finale van het
WK zal worden gespeeld.
De gids meent van niet, we
moeten het positief benade
ren, niet zeuren op deze fraaie
dag ook over het rapport van
Amnesty International, hij
heeft het niet gelezen
trouwens, het is zijn afdeling
niet, hij werkt op economi
sche zaken, net alsof er een
apart departement is voor de
folteringen en de liquidaties
die Amnesty International
weet te melden, en misschien
is dat ook wel zo, maar een
Argentijnse radioreporter
haalt de schouders op: die
dingen gebeuren, het is nu
eenmaal oorlog, de guerril-
leros worden vernietigd en
dat kost nu eenmaal bloed.
Goed, er dient gesproken te
worden met de hoge heren
van de organisatie, het minis
terie van buitenlandse zaken
verstrekt een lijst met tele
foonnummers en een drie uur
durend verblijf in een
klamme telefooncel begint,
want de meeste nummers zijn
out of order, sorry Sir, en daar
waar wel wordt opgenomen
heerst slechts opperste ver
warring. Een gesprek met het
hoofd van de WK-organisatie,
generaal Merlo, nee, daar gaat
ze niet over. Daar is kapitein
zus en zo voor, die weet er al
les van, ze spelt desgevraagd
monter zijn naam: heeft u dat,
ja, mogen we de kapitein dan
even aan de lijn, oh no Sir, die
is momenteel in Paraguay.
Desorganisatie
Eric Weil van de Engelstalige
Buenos Aires Herald haalt
begrijpend de schouders op;
voorspelt de totale chaos
straks als 7000 journalisten de
wereld kond willen doen over
de WK, omdat telefoneren
momenteel nog bijna onmo
gelijk is, de wachttijden ab
normaal lang, de storingen
overvloedig.
Maar de perschef van het grote
gebeuren, Pedro Valdes ont
kent alles wordt geregeld, we
zullen het zien, hij wijst mon
ter om zich heen daar in die
aandoenlijke desorganisatie
van zijn kantoor, een pa
pierwinkel zonder weerga, hij
pakt van een willekeurige
stapel een envelop: kijk, in
formatie over de WK, gericht
aan hotel Het Rode Hert in
Ootmarsum, zeg nou eens dat
het niet loopt hier, hij stuurt
nieuws naar alle belangrijke
plaatsen van de wereld.
En hij heeft een vrolijke mede
deling. Generaal Merlo is be
schikbaar om vier uur van
middag, hij heeft het per
soonlijk voor de heren gere
geld, alleen even vergeten het
tijdig aan ze door te geven, en
dat het nu al half zes is, ach
dat maakt niets uit, in Ar
gentinië nemen we het niet zo
nauw met de tijd, de gene
raal zal er best nog zijn.
Wat waar blijkt, de rechterhand
van president Videla, die
carte-blanche heeft op or
ganisatorisch en financieel
gebied, zit elders in de stad
Door Pim Stoel
nog keurig te wachten. Al
leen, hij beheerst helaas
slechts de Spaanse taal, dus
een tolk moet uitkomst bren
gen. Er is er een, doodner
veus, voorzichtig strijkt hij de
haren recht voor de spiegel,
schikt hij zijn das, en hij kijkt
verbijsterd naar de kleding
van zijn gasten. Maar ja, dat is
force majeure, want de mana
ger van Air-France heeft en
kele uren terug nog wat kor
zelig gezegd, dat die koffers
spoorloos zijn en we niet moe
ten zeuren, omdat in het
vliegcontract duidelijk staat
dat pas na 21 dagen gere
clameerd kan worden.
iVaarna hij vervolgens arg
wanend de kledingkwitanties
bestudeert, sluw opblikt naar
zijn bezoekers: kom nou,
hebben de heren die bonnet
jes niet zelf geschreven, en
dat is zo onverteerbaar na drie
dagen door de schuld van Air
France te hebben rond-
gesjokt in dezelfde kleding
dat slechts een zwijgende af
tocht past.
President Jorge Videla, de Argentijnse machthebber
Leugens
De generaal, een keurig be
jaarde heer in burger, neemt
de verfomfaaide uitmonste
ring van zijn gasten sportief
op; meldt veel wetenswaar
digheden, zoals dat hij zelf
nog bij de veteranen voetbalt,
dat met de schaarse guerril
lastrijders tijdig zal worden
afgerekend, dat de firma
Siemens het buikje momen
teel dik en rond eet uit de
buitenlandse valuta-ruif van
de Argentijnse regering en
het dus best in orde zal komen
met die telefoonverbindingen
straks.
Heus. zegt generaal Merlo, de
wereld kan rustig slapen,
straks in juni '78 zal iedereen
zien hoe het leven in Argenti
nië werkelijk is. dan zal er een
einde komen aan al die leu
gens over martelingen en
bomaanslagen, de rust is al
lang weergekeerd in Buenos
Aires, zijn kleinkinderen
spelen alweer normaal op
straat.
De tolk vertaalt het moeizaam,
de wereldkampioenschappen
voetbal lijken hem nu al ver
de keel uit te hangen, telkens
weer onderdrukt hij met een
zakdoek een oprisping, maar
dat blijkt het gevolg, hij zegt
het verontschuldigend, van
het consumeren van een
inktvisjc bij de lunch, hij
voelt zich zo ziek als een
hond, maar hij zal er niet aan
toegeven zolang het vader
land hem via de generaal-
roept.
Die avond blijken de moeizame
telefoongesprekken in de
vroege morgenuren toch nog
effect te hebben gehad, want
er verschijnt een exotische
schoonheid van het minis
terie, met in haar kielzog een
kleurloze chauffeur.
Zij heet Gysela, en ze is de
boodschapster van vreugde
vol nieuws, er kan een ge
sprek met generaal Merlo ge
regeld worden, ze verneemt
verbijsterd dat dat gesprek
zojuist bevredigend is afge
rond, ach ja, zo gaat dat in Ar
gentinië. Ze krijgt de slappe
lach als ze de ervaringen van
een dag verneemt, maar
wordt later woedend als de
politiek en de 7000 vermisten
ter sprake komen, die de
Amerikaanse minister van
buitenlandse zaken Cyrus
Vance bij president Videla
genoemd heeft.
Ze wisselt in rap Spaans van
gedachten met haar
chauffeur, die plotseling geen
chauffeur blykt maar een ad
vocaat van het ministerie:
helaas, ook hij beheerst alleen
het Spaans; Aristoteles sprak
ook alleen Grieks, leerde hij al
van zijn vader, ook een emi-
Het River Plate Stadion.
nent rechtsgeleerde, maar
lastig is het wel vandaag de
dag met al die buitenlandse
bezoekers.
Via Gysela legt hij dan uit dat er
natuurlijk misstanden ge
weest zijn, maar niet zoveel
als men wel fluistert en zeg nu
zelf, moeten ze die Montene-
ros in het openbaar berech
ten, dan is toch het hek van de
dam, dan krijgt de presideht
van de rechtbank keurig een
schriftelijk verzoekje tot vrij
spraak, want anders, ja an
ders kan er wel eens iets ge
beuren met zijn kindertjes.
De volgende dag speelt Boca
Juniors een competitiewed
strijd, de ontvangst is perfect,
een rondleiding wordt spon
taan gegeven; hier is de ka
mer met de trofeeen, het ge-
fonkel doet pijn aan de ogen,
de bekers staan er fris en
monter bij in dit airconditio
ned vertrek, terwijl buiten de
zon verdrinkt in haar eigen
bloed en het stadion rozig op
licht in het schijnsel van de
stervende dag.
Boca Juniors wint, de aanlrang
jubelt de socio's hebben via
tegen het oor geklemde
transistors bijna allemaal een
directe lijn met God, die h.er
niet Theo Koomen heet, maar
Munoz en in een wervelenae
woordenstroom zijn zegenin
gen verlucht met com
merciele informatie.
Cruyff moet komen, zegt de
overvloedig transpirerende
president van de club, straks
naar de WK, hij hoeft niet
bang te zijn, de Montenero-
beweging is failliet, niemand
zal een haar gekrenkt worden
in Argentinië straks.
Wat waar is, zegt liet hoofd van
de Wereldomroep, Pancho
Ibanez nuchter „De oproep
van generaal Iberico Saint
Jean indertijd tot eliminatie
van alle subversieven, hun
medewerkers, hun sympathi
santen, alsmede de onver
schilligen en de angstvalligen
is gedaan in de hitte van de
strijd, de soep wordt nooit zo
heet gegeten, en ook met die
boekverbrandingen valt het
best mee: alleen de denk
beelden van Marx, van Che
Guevara en van Fidel Castro
luisteren het kampvuur op.
Hij bezweert het, het volk is de
Monteneros beu, niet langer
worden ze gezien als hautaine
Robin Hoods, die de rijken
bestelen en de armen steu
nen, hun imago verkleurt
eigenlijk al op de dag dat een
vriendin van de dochter van
generaal Gardozo een bom
onder diens bed legt en hij in
slaap naar de eeuwigheid
wordt geblazen, want zoiets
doe je niet in Argentinië, waar
vriendschap het hoogste goed
is, en nooit mag worden be
schaamd. En nu, nu zijn de
gelederen van de Monteneros
door het harde ingrijpen van
de militairen zo gedund, dat
ze zich beperken tot het plaat
sen van bommen in gepar
keerde auto's, die ongeluk
kige voorbijgangers vieren
delen, waarmee hun claim dat
hun idealen wortelen in het
gewone volk zijn komen te
vervallen: van vrijheids
strijders zijn ze tot terroris-
ten geworden".
De wereld zal over een halfjaar
zien hoe geciviliseerd we zijn,
kraait generaal Merlo uit volle
borst, we zullen goodwill
kweken die tot in de verste
uithoeken van de aarde rei
ken. En hij zal wel gelijk
krijgen, want het gekrijs in de
stadions overstemt straks
met gemak het schaarse ge
jammer van de gemartelden.
die hun ervaringen durven te
melden. En wie zal er straks
als de bal rolt, nog oog hebben
voor de bij het presidentiele
paleis postende vrouwen die
tevergeefs in de Nacht und
Nebel blikken waarin hun
zonen zijn opge-
Okay, okay, zegt Pancho Iba
nez, „er verdwijnen mensen.
Maar geen 7000, zoals Vance
denkt. Sommigen sterven bij
het vervaardigen' van hun
bommen, sommigen vluch
ten naar het buitenland en le
ven comfortabel elders". Hef
tig: „Maar nu kunnen we weer
op straat lopen, anderhalf jaar
geleden was dat anders, on
der Isabel Peron bloeide het
gangsterdom in het openbaar.
Daarbij, het gaat goed hier, de
op hol geslagen bankbiljet-
tendrukpers is stopgezet, de
prijzen vrij, de lonen bevro
ren, de inflatie is nog maar 150
procent jaarlijks, tegen 450
procent twee jaar terug".
Onsportief
Please stop talking over al die
dingen, smeekt Gysela, de
benadering is onsportief, ze
weet het, zegt ze, goed nieuws
is geen nieuws, maar kijk in
de binnenstad hoe gelukkig
de mensen zijn, hoe vol de
restaurants, en inderdaad, de
toeristen en de welgestelden
lopen glimlachend rond in
het centrum van de me
tropool, waar de prijzen naar
astronomische waarden
stijgen, 12.000 pesos voor een
paar schoenen, terwijl veel
van de miljoenen in de
buitenwijken wonende Ar
gentijnen het met 30.000 pe
sos in de maand moeten doen.
De armoedzaaiers hebben een
afleiding, de sport, een dollar
voor een voetbalkaartje, nog
veel, als je er maar zestig
maandelijks verdient. Maar
ze gaan. Het voetbal is voor
het volk, roept het militaire
bewind. Om vervolgens ook
de sedert 35 jaar beschermde
prijzen van de kaartjes vrij te
geven, de schatbewaarder
van Boca Juniors wrijft zich
tevreden over de ronde buik,
nu gaan we ze verdubbelen de
prijzen, eindelijk, het is
hoognodig, we zitten diep in
de schulden, en ach, de mid
denklasse kan en wil die extra
last graag betalen, en dan is
het niet erg dat de goedkope
staanplaatsen onbezet
blijven.
De verdeling is anders dan
vroeger, tien procent rijken
zijn er nu, twintig procent
welgestelden en zeker zeven
tig procent armen, die met de
dag armer worden, omdat de
pesos elke dag een half pro
cent minder waard wordt, je
kan het zien aan de inflatoire
taximeters, het bedrag moet
nu al verdriedubbeld worden,
in het hotel kost eep uitgeper
ste sinaasappel 's morgens 5,5
gulden en 's avonds zes.
Zo verliest het Argentijnse volk
niet alleen zijn spelen, maar
ook zijn dagelijkse brood, het
wereldkampioenschap
voetbal is een prestigeobject
voor het militaire regime ge
worden. de kleuren-tv komt
er, terwijl velen geen geld
hebben voor een eenvoudige
zwart-wit. En toch is berus
ting troef, nog nooit is er een
goede regering geweest in dit
land, ze zy n er aan gewend, de
exodus van het intellect gaat
onverminderd voort, de toe
risten vermaken zich nog
immer in dat rijke getto van
krap een vierkante kilometer;
vreten zich vol in de restau-
Het vagevuur, waarin halve
koeien en varkens sissend
hun vet verhezen is als lokker
strategisch bij de ingangen
opgesteld, de leus „beefeaters
are good lovers" doet de rest
in deze 24 uur per dag draai
ende mallemolen.
jWe hebben veel fouten", zegt
een ministeriele woordvoer
der, „maar toch kan je om vier
uur 's nachts in Buenos Aires
een bloem kopen als je dat
wil". Maar waar dat is mag de
goede God weten.
Of hy moet gedoeld hebben op
die schaarse verwelkte
straatmadelieven, die schuw
opblikken by het geluid van
naderende en wegstervende
voetstappen daar in het op hol
geslagen hart van een wereld
stad waarvan de weerschijn
op de monitor vermoedelyk
slechts het moedeloze schou
derophalen van de behan
delende geneesheer zal kun
nen opwekken.