Joop
en
Dries?
MR MAX ROOD: TOCH WEER GESTRIKT
Die passen
niet
bij eikaar
Den Uyl
Van Agt:
mm
ZATERDAG 10 DECEMBER 1977
EXTRA
PAGINA 27
Zo van elkaar verschillend, dat zij
niet in dezelfde wereld lijken te
leven.
De politiek heeft hen in 1973 in een
kabinet samengebracht.
Maar keer op keer is sindsdien aan
het licht gekomen, dat deze twee
karakters elkaar niet verdragen.
Zij begrijpen eikaars bedoelin
gen niet. Dit verschil in karakter
heeft er mee toe geleid, dat mr.
Dries van Agt nu minister-presi
dent wordt van een CDA-WD-
kabinet en drs. Joop den Uyl
aanvoerder van een oppositie die
dit kabinet "genadeloos" zal be
strijden.
Van Agt zal poseren als de man die
het hoogste politieke ambt van
het land niet heeft gezocht.
Den Uyl als de man aan wie dit
ambt is ontstolen.
Den Uyl denkt in termen van macht
en politieke verhoudingen.
Van Agt is voornamelijk gevoelig
voor menselijke verhoudingen.
Voelt zich in het politieke bedrijf
als 'n vis in het water.
Van Agt houdt helemaal niet van
politiek.
Van Agt loopt met zyn persoonlijke
gevoelens te koop.
Weet er geen raad mee
Zei mr. Wim Aantjes, die de ko
mende en de gaande premier
goed kent, laatst in een vraagge
sprek:
"Ik zal nooit vergeten hoe Van Agt
na al die ellende van de
Bloemenhove-kliniek samen met
in de Kamer stond en oprecht be
doeld zei, nadat Joop had ge
sproken: De wijsheid van de mi
nister-president, waaraan we ons
allemaal hebben kunnen laven
Dat meent hij.... Nou, dat vond ik
groots van Dries. En dan Joop die
het alleen maar politiek gebruikt
en verlegen staat te lachen, om
dat hij het niet gelooft.... omdat
dit een kader is waarbinnen hij
helemaal niet kan denken..
Volbloed
De 58-jarige PvdA-leider is een vol
bloed politicus. Eigenlijk al zijn
leven lang. Is hij nu aan het einde
van zijn carrière? Is de komende
oppositieperiode slechts de uit
loop van een teleurgestelde atleet
die na een taaie afstandsloop de
overwinning op een haar na heeft
gemist? gelooft zelf, dat hij te
rugkomt als premier. "Dat
tweede kabinet-Den Uyl komt
toch", zei hij op een moment dat
hij kon beseffen dat het er niet
inzat Het was er al geweest als hij
lIÉaËlMte *-
Van Agt in z'n waarde had gela
ten
Of is het misschien Van Agt ge
weest, die als mens verkeerd
heeft ingeschat? Smalend heeft
Van Agt de scheidende minis
ter-president aangeduid als "su
per-minister".... Wie kent, zal
zeggen dat hier de schijn Van-
Agt bedrogen heeft.
Den Uyl is van calvinistische af
komst. Van huis uit is hem deem
oed aangeleerd. Hij is bang ho
vaardig te lijken. Pronkt niet met
zijn intelligentie. Hij wil vooral
ieders gelijke zyn, ook al is
duidelijk dat hij met kop en
schouders boven de rest uit
steekt. "Een reus die zich klein
houdt", heeft iemand eens
van hem gezegd.
Zo is Van Agt meer iemand die zich
groot houdt. Als hij dagenlang
heeft lopen aarzelen of hij zich nu
wel of niet kandidaat zal stellen
voor de post van minister-presi
dent, omdat hij zichzelf eigenlijk
niet geschikt vindt, zegt hij als
niemand anders deze keus wil
overnemen: ÜÜIk zal dit varken
tje zelf gaan wassen". Dat klinkt
manhaftiger dan bij de situatie
past.
Intelligent
Van Agt is een roomse jongen uit
Geldrop. Opgegroeid in een be
schermd milieu. Geen zorgen,
behalve deze ene: hoe maak ik
een goede indruk op de anderen.
Van Agt is gezegend met een
scherpe intelligentie. Dat is hij
zich zijn hele leven bewust. Hij
doet het uitstekend op het gym
nasium. Slaagt zes jaar na zijn
eindexamen cum laude aan de
r.k. universiteit in Nijmegen voor
zijn doctoraal examen rechten.
Na een kortstondig advocaten-
baantje belandt hij in Den Haag.
Eerst werkt hij vijf jaar bij het
ministerie van landbouw en vis
serij. Daarna op het ministerie
van justitie. De secretaris-gene
raal op dit ministerie, dr. A. Mul
der, heeft weinig waardering
voor de jonge Van Agt. Mulder
vindt hem te lui. De briljante pra
ter verhuist weer naar Nijmegen
in maart 1968. Zijn relaties zijn
goed. Al een half jaar later wordt
hij benoemd tot hoogleraar in het
strafrecht. Hij is dan 37 jaar. Met
politiek heeft Van Agt zich dan
nog nooit bemoeid. Dat komt pas
als hem wordt gevraagd mee te
doen aan het opstellen van een
nieuw programma voor de KVP -
de partij in verval, die wel een
opkikkertje kan gebruiken. Van
Agt vindt dat een mooie uitda
ging. Samen met prof. Piet
Steenkamp schrijft hij in 1970
een programma, dat allerwegen
als progressief wordt aange
merkt. Maar nog steeds is Van
Agt dan een onbekende in de po
litiek. Dat verandert als zijn naam
opdoemt bij de formatie van het
kabinet-Biesheuvel in 1971.
Van Agt kan minister van justitie
worden. Hij aarzelt wel even
(„liever een kabinet met de
PvdA"), maar doet het toch - een
gedragspatroon, dat hij zijn ver
dere politieke leven tot-
nu toe trouw is gebleven.
De slimste
Bij Den Uyl is het wat anders ge
gaan. Komt uit een arm calvinis
tisch gezin. Vader, mandemaker,
sterft jong. Moeder moet met vijf
kinderen om zich heen knokken
om het hoofd boven water-
te houden.
Joop, de op een na jongste, is de
slimste. Hij mag naar het lyceum.
Later studeert hij economie aan
de gemeente universiteit in Am
sterdam. Tegelijkertijd is hij met
de wereld bezig. Een geweldige
leeshonger. Begint te twijfelen
aan het geloof. Een jarenlange
persoonlijke strijd volgt, totdat
hij uiteindelijk constateert „Ik
heb mijn geloof verloren". Z'n
innerlijke gewetensstrijd is van
Van Agt niet bekend. Wel staat
vast, dat hij zijn geloof niet heeft
verlóren. Hij gaat tenminste elke
zondag naar de kerk.
Den Uyl is tijdens de oorlog enkele
jaren controleur van de economi
sche controledienst. Maar onder
gronds werkt hij voor Vrij Ne
derland. Na de oorlog wordt hij
adjunct-hoofdredacteur van dit
weekblad. Hij schrijft voorna
melijk over de binnenlandse poli
tiek: lange gedocumenteerde ar
tikelen. Op de dag waarop de
PvdA wordt opgericht in
1946 meldt hij zich aan als lid.
In 1949 (Van Agt haalt dan net zijn
einddiploma gymnasium) wordt
directeur van de Wiardi Be-
ckmanstichting, het weten
schappelijk bureau van de PvdA.
Twee publicaties bevatten
Door Peter Riemersma
alomvattende visie over het we
reldgebeuren en de plaats van-
Nederland daarin.
In 1951 „De weg naar vrijheid". De
kerngedachte ervan is: „De wet is
de moeder van de vrijheid" En
dan zo te verstaan: de onvrije
mensen, de bezitslozen, kunnen
slechts door ingrijpen van de
overheid vrijgemaakt worden.
Dat moet dan geschieden door
wettelijke regels. Voor de klei
ne man komt op.
In 1962 verschijnt "Om de kwaliteit
van het bestaan" een antwoord
op het maatschappelijk gebeuren
van na de oorlog: steeds meer
economische groei, steeds meer
auto's, televisies en andere con
sumptiegoederen, maar gebrek
aan collectieve voorzieningen.
Samen te vatten als: „Publieke
armoede temidden van private
rijkdom".
zet in dit rapport zijn gedachten
uiteen over een gestage groei van
de overheidsuitgaven - iets wat
hij als minister-president in de
praktijk heeft gebracht. In de vier
jaar van zijn bewind zijn deze uit
gaven bijna verdubbeld.
Wethouder
Den Uyl doet ook parlementaire
<§Hfiïï)(btf
<s>tn)1l,§'(l>(o)D(iitni17
ervaring op. Vah Agt heeft een
broertje dood aan het gewone
werk van volksvertegenwoordi
ger. Den Uyl is Tweede-Kamerlid
voor de PvdA van 1956 tot 1963.
In dat jaar wordt hij wethouder in
Amsterdam. Twee jaar later
wordt minister van economische
zaken in het kabinet-Cals. Weer
twee jaar later is hij voor het eerst
lijsttrekker van de PvdA.
Dat is nu tien jaar geleden. Van Agt
maakt dan net z'n aanloop naar
de hoogleraarsbaan in Nijmegen,
maakt ruzie met "de journalisten
en wetenschappelijke medewer
kers van Nieuw Links". Zo goed
en zo kwaad als dat gaat begeleidt
hij als oppositieleider het gis
tingsproces in de maat
schappij en in zijn partij.
Het kabinet-De Jong (CDA-WD.
kan men zeggen) regeert. In 1968
beleven we de Maagdenhuis
bezetting. keert zich tegen de be
zetters, omdat zij zich tegen de
wet keren. En dat strijdt met Den
Uyls opvatting: „De wet is de
moeder van de vrijheid". De
strafrechtjurist Van Agt te Nij
megen zal enige tijd later uiterst
breedvoerig de na de Maagden
huisbezetting gevolgde berech
ting bespreken van de studenten
(tien bladzijden in het blad Ars
Aequi van maart 1970) zonder een
duidelijk standpunt in te nemen.
De Uyl weet de PvdA nagenoeg
heel te houden, ondanks de be
roering, die de vernieuwing van
de jaren zestig wekt. Slechts een
groepje onder leiding van F.J.
Goedhart splitst zich af. Het zal
de aanzet vormen tot de par
tij DSÜ70.
tot de partij DS'70.
voor het prestige dat Den Uyl zich
inmiddels in progressieve kring
heeft verworven is, dat het de
PvdA vrijwel onberoerd laat als
de vader Drees - de vroegere mi-
nister-president - zijn partijlid-
maatschap opzegt en de PvdA
zich laat meezeulen in een ver
bond met D'66 en de PPR: de zo-
genoemde progressieve con
centratie.
Alternatief
figureert tweemaal als alternatieve
premier in een schduwkabinet:
bij de verkiezingen van 1971 en
van 1972. In 1973 brengt hij de
progressieve beweging aan de
macht Zijn kabinet krijgt met
ergere dingen te maken in een pe
riode dan welk kabinet dan ook
eerder heeft moeten verwerken:
een diep insnijdende economi
sche crisis, vervolg op de oliecri
sis, gijzelingen en andere vormen
van internationaal terrorisme, de
Lockheed-affaire.
leidt zijn partij in mei naar de groot
ste verkiezingsoverwinning, die
zijn partij ooit heeft geboekt tien
zetels winst. Een sprong van 43
naar 53 zetels in de Tweede Ka-
Daarna moest hij deze winst omzet
ten in een tweede kabinet-Den
Uyl. Dat is hem met gelukt.
Aantjes daarover. "Joop heeft het
niet goed gedaan. Hij kon dit niet.
Het heeft hem erg ontluisterd. Al
die achterdocht die niet nodig
was. Als er een akkoord moeite
loos tot stand kwam werd hij ze
nuwachtig, dan dacht hij: Dit kan
niet zo gemakkelijk, daar zit wat
achter. Dan ging hy zoeken naar
tegenstellingen. En als je zoekt
vind je altijd wel iets. Dat is ook
de reden waarom we er de buik
van vol gekregen hebben.
Zij dachten: Het CDA valt wel uit
elkaar en zal zeker niet met de
WD gaan praten. En ze geven
nooit fouten toe, de PvdA maakt
geen fouten. Ik denk dat Joop
zijn houding het gevolg is van zijn
angst niet voor een echte, onver
sneden socialist te worden aan
gezien...."
Twee naturen
De gijzelingen. Van Agt en Den Uyl
hebben dagen en nachten bij el
kaar doorgebracht. Nog weken
na de verkiezingen duurde de
treinkaping bij De Punt voort.
Wat zich in het beleidscentrum in
Den Haag tussen Van Agt en
heeft afgespeeld is niet geheel
verborgen gebleven. De heren
hebben elkaar voortdurend mis
verstaan.
Van Agt, de koele kikker, die de
zaak behandelde als een aftel
som. Den Uyl, de warrige druk
temaker. De man die voortdu
rend meer bezig was met de effec
ten van gewelddadig ingrijpen,
met alles eromheen, dan met de
zaak zelf. Hier botsten twee natu-
den van geestverwanten. Hij
moet op de mensen inpraten. En
aan de hand van hun reacties zijn
inzichten toetsen. Van Agt daar
entegen voelt zich het gelukkigst
als hij zich kan terugtrekken uit
het strijdgewoel. Mooi alleen in
een ruime kamer, waar hij in se
rene rust zijn gedachten kan or
denen in het besef dat de meeste
andere mensen minder intelli
gent zijn dan hij.
Van Agt heeft nimmer geworteld in
een beweging. Heeft nooit echt te
maken gehad met een politieke
partij. Is altijd een man op zich
zelf geweest. Heeft zich wel tot
lijsttrekker van het CDA laten
kiezen, maar is nooit in discussie
gegaan over koers en grondslag
van het Christen-Democratisch
Appel. Heeft in de verkiezings
campagne de ontdekking van
zijn leven gedaan: met gewone
mensen op straat kun je ook con
tact hebben!
Geen super-minister
Den Uyl ziet in Van Agt de verte
genwoordiger van "de restaura
tie". En de CDA-leider roept dat
beeld ook op als hy zegt: ÜÜIk
wil een premier zijn zoals Pietje
de Jong was. Gewoon een minis
ter-president die de vergaderin
gen leidt. Geen super-minister,
die overal over meepraat". Terug
naar de jaren '67-'71. Een kabinet
van CDA-WD. Vier jaar rus-
t in de politieke arena.
Twee jaar geleden al voorvoelde
Den Uyl wat nu gebeurt.
"Er is een echt, wezenlijk conserva
tisme in opmars", zei hy in een
vraaggesprek. "Kyk naar
Australië, kijk naar Nieuw-Zee-
land, kijk naar de opkomst van 'n
man als Reagan. Daar schaamt
men er zich ook niet meer voor
zich conservatief te noemen. Er
komt ook een nieuw type leiders.
Het is het verschil tussen That
cher en Heath, tussen Wiegel en
Geertsema. Het is de roep om
orde. Van loon-naar-prestatie.
Van wie niet werkt, zal niet eten.
Van de grendel op de gevangenis.
Van weg met de gastarbeiders en
Surinamers...."
Toen Den Uyl toegaf, dat de komst
van Van Agt naar het Catshuis
niet meer tegen te houden was,
noemde hij hem "een regent" -
een scheldwoord in socialistische
kring.
Zou Den Uyl zich weer in Van Agt
vergissen?
Een heel eentonig mens, noemde hij
zich eens. ,f>inds 1950 ben ik als
maar advocaat in Amsterdam".
Een afwisselend beroep, geeft hij
later toe. Mr. Max Rood bekleedde
daarnaast tal van bestuurlijke
functies. Hoopt volgend jaar te
promoveren op een proefschrift
over het stakingsrecht. Heeft al
aangekondigd „eens iets heel an
ders te willen doen", maar liet
zich loch op 25 november .strik
ken" om de komende twee jaar de
deken van de orde van advoca
ten te zijn.
,JDe indruk bestaat dat de deken
iemand moet zijn die al in het be
stuur heeft gezeten. En dat heb ik,
vanaf '74. Dan word je gevraagd
Ik denk wel dat ik ambitie heb.
Ook een stuk plichtsgevoel. Je
hoort 't te doen. Ik heb meer kan
sen gehad dan de doorsnee-Ne
derlander, ik heb kunnen stude
ren. Dat legt je verantwoor
delijkheden jegens de maat
schappij op".
Mr. Rood omschrijft zichzelf als een
vrijzinnig-democraat. Hij was
jaren voorzitter van het Huma
nistisch Verbond, is lid van D'66,
zat in het eerste schaduwkabinet
Den Uyl op crm, werd gevraagd
voor het zogenaamde deelkabinet
Den Uyl in '72 maar weigerde
omdat hij zijn vrouw, die lid is
van de PvdA, niet in de weg-
wilde zitten.
In de jaren '60 verdedigde hij de
betogers die Amsterdam een poli
tic stad vonden en nam hel begin
dit jaar op voor de vakbonden
tijdens de korte gedingen om de
volledige, automatische prijs-
Door
Godfried Heiwig
compensatie.
,Jk voel me erg aangetrokken tot de
zwakkeren in de samenleving.
Dat wil zeggen: hoewel ik dit een
fijn land vind, vind ik wel dat er
aan de gelijkheid aan kansen
voor iedereen nog wel het een en
ander moet verbeteren. Sommi
gen worden geboren om voor het
loket te staan en anderen om
erachter te zitten. Als advocaat
kun je aan die .gelijkheids
gedachte" vorm geven door de
manier waarop je bijvoorbeeld je
clienten kiest en als deken door
bijvoorbeeld de grote kantoren
niet boven de kleintjes voor te-
trekken".
Behoudend.
- Een progressief aan het hoofd van
een grotendeels behoudende orde
van advocatenMr. Rood:Jiet is
zeer de vraag of de advocatuur
behoudend is. Ik geloof eerder dat
we wat dat betreft een goede af
spiegeling zijn van de Neder
landse bevolking. Kijk, we heb
ben te maken met recht. Men
denkt wel eens dat het recht een
instrument voor behoud is. Dat
vind ik een misvatting.
Het is ook een middel voor verande
ring. Kijk naar het jeugdrecht,
dat begin deze eeuw is ver
nieuwd. Ouders die niet kunnen
opvoeden, kunnen van hun kin
deren worden gehaald. Dat was
revolutionair. Kijk naar de
nieuwe echtscheiding swet, de
verhouding arbeid-kapitaal, het
stakingsrecht. Er is gekapt met
eerdere opvattingen. Het recht
heeft niet in zijn eentje voorop
gelopen, maar heeft een bijdrage
geleverd. Zo is 't ook met de ad
vocatuur".
We spreken met hem voornamelijk
over het beeld dat men van de ad-
vocatuur heeft, de rechtshulp en
de kritiek. Mr. Rood formuleert
zijn antwoorden rustig en wel
overwogen. Eenmaal schiet hij uit
zijn slof. Als we minister De Gaay
Fortman citeren die tijdens de
viering van het 25-jarig bestaan
van de orde zei: ,JDe advocatuur
is niet meer de monopolist".
Geen Monopolie
Mr. Rood: Dat vind ik een zeer
vreemde uitspraak van de minis
ter. We hebben nooit een monopo
lie gehad. Hij vergeet dat bij
voorbeeld notarissen deurwaar
ders en rechtswinkeliers ook
rechtshulpverleners zijn. Goed,
we hebben het alleenrecht om pro
cessen te voeren voor de recht
bank, het hof en de Hoge Raad.
Maar voor het kantongerecht, de
raden van beroep, de Raad van
State en de talloze geschillen
commissies heb je niet per se een
advocaat nodigDeze categorieën
bevatten onnoemelijk meer zaken
dan rechtbanken, hoven en de
Hoge Raad. Ik mag wel zeggen
■k Max Rood
dat we uitstekende banden heb
ben met andere rechtshulpverle
ners".
Mr. Rood bestrijdt de opvatting van
menige wetswinkel dat de ad
vocatuur bepaalde terreinen
zoals huurrecht, arbeidsrecht en
sociaal verzekeringsrecht braak
heeft laten liggen. ,$r zijn veel
advocaten die uitstekend thuis
zijn in huurrecht en arbeidsrecht.
Het sociale verzekeringsrecht,
daar lag de advocatuur inder
daad achter. Maar dat is voorbij
Als iemand met een huurkwestie
naar dne advocaten gaat die
daar nou net in zijn gespeciali
seerd, dan krijg je natuurlijk
gauw verhalen van: De advoca
tuur weet niets van huren".
Specialisatie in de advocatuur is
onvermijdelijk. „Vroeger kon je
het recht nog overzien. De
hoeveelheid rechtsregels is de
laatste jaren explosief gegroeid,
waardoor je steeds minder all
round advocaten krijgt. Wat we
moeten doen - en daar zijn we in
derdaad in tekort geschoten - is
het publiek duidelijker informe
ren waar het voor bepaalde zaken
terecht kan. Nu gebeurt dat al een
beetje bij de bureau's voor rechts
hulp, waar men gratis advies
krijgt en eventueel direct naar
rechtshulpverleners wordt door
verwezen. Misschien moeten we
wel de' specialiteit!en) op de
naambordjes zetten".
Voorlichting
Mr. Rood is het eens met de bewer
king uit veel wetswinkels dat er
sprake is van een leemte in de
rechtshulp .maar die leemte is wel
een andere dan de wetswinkels
verondersteld hebben. Hij zegt:
,f)e mensen krijgen hun recht
wel, dat is wel gebleken uit onder
zoek van de Nijmeegse rechts-
socioloog Schuyt. Waar het ook
hem om gaat is dat de mensen
meer voorlichting moeten
krijgen. Om recht te krijgen moet
je eerst weten dat je niet alles
hoeft te nemen wat een overheid
zegt. Die voorlichting wordt nu al
zeer summier in het onderwijs ge
geven. De burger moet nog kriti
scher worden en beter de moge
lijkheden leren kennen om zijn
recht te zoeken. Volgend jaar zul
len we daarover een aantal bro
chures uitgeven".
- Desondanks zijn veel
huiverig om bij een advocaat
naar binnen te stappen. Mr.
Rood: ,£en financiële drempel
kan het niet zijn. Mensen hoeven
niets te betalen als ze niet kunnen
en dat zijn de meesten. Degenen
die boven die grens zitten, moeten
helaas het volle pond betalen.
Da'sonjuist. Vandaar ook dat we
hebben voorgesteld om de kosten
naar draagkracht te laten beta
len".
Hij wil de klachten dan ook
keihardtegenspreken dat pro
deo-adxx>caten die men krijgt als
men geen advocaat kan betalen
zich niet inspannen omdat ze nu
eenmaal een te kleine vergoeding
krijgen.Het is niet vol te houden
om te zeggen dat jonge advocaten
dat niet met enthousiasme en in
zet doen, ook al verdienen ze
daarvoor veel te-
weinig", zegt mr. Rood.
Scheiding
Voelt hij voor een scheiding tussen
de zogenaamde sociale en com
merciële advocatuurzoals wel
eens door wetswinkeliers wordt
bepleit? Mr. Rood, resoluut: ,X)at
idee heeft me nooit aangesproken
Wat is sociaal, wie is de zwak
kere? De huurder en de werkne
mer zijn vaak wel de zwakkere,
maar lang niet altijd. Ik zou het
rampzalig vinden als een ad
vocaat zou zeggen ik treed alleen
op voor huurders, werknemers en
bij echtscheidingen voor vrou-
Dat vernauwt je kennis en je vaar
digheden. Daar is je cliënt ook
niet mee gediend. Als advocaat
moet je dat per geval beoorde-
Ongelijkwaardig
Officier van justitie mr. Abspoel
heeft eens gezegd dat de adixxaat
meestal niet gelijkwaardig is aan
een officier. Mr. Rood: ,Jiet is ze
ker geen onzin. Je moet zijn gepe
perde uitspraken altijd wel met
een korreltje zout nemen. Een of
ficier heeft zes jaar opleiding ge
had. Dit kost de belastingbetaler
11.000 gulden per man per jaar.
In de advocaat zijn er 1000 sta
giaires, die maar drie jaar stage
lopen. Als we hen dezelfde facili
teiten zouden geven als de officie
ren zou dat 11 miljoen gulden per
jaar kosten. Dat kunnen wij niet
betalen en de overheid geeft ons
geen stuiver.
Abspoel vergelijkt ongelijke din
gen. Het is niet alleen een kwestie
van geld, ook van opleiding"al
dus mr. Rood. Hij toil echter niet
vooruitlopen op voorstellen die de
orde op dit punt zeer binnenkort
zal doen. Maar uit zijn woorden
valt heel duidelijk op te maken
dat hij wil dat ook advocaten
worden geselecteerd, zoals de
ambtenaren van de rechterlijke
macht.
„Vroeger kenden we een examen
maar dat werd af geschaft, omdat
het strijdig was met het principe
van de vrije vestiging. Aan de
andere kant. als we zo doorgaan,
zou het wel eens kunnen zijn dat
een aduocaat per defmiticett