Joop en Dries? MR MAX ROOD: TOCH WEER GESTRIKT Die passen niet bij eikaar Den Uyl Van Agt: mm ZATERDAG 10 DECEMBER 1977 EXTRA PAGINA 27 Zo van elkaar verschillend, dat zij niet in dezelfde wereld lijken te leven. De politiek heeft hen in 1973 in een kabinet samengebracht. Maar keer op keer is sindsdien aan het licht gekomen, dat deze twee karakters elkaar niet verdragen. Zij begrijpen eikaars bedoelin gen niet. Dit verschil in karakter heeft er mee toe geleid, dat mr. Dries van Agt nu minister-presi dent wordt van een CDA-WD- kabinet en drs. Joop den Uyl aanvoerder van een oppositie die dit kabinet "genadeloos" zal be strijden. Van Agt zal poseren als de man die het hoogste politieke ambt van het land niet heeft gezocht. Den Uyl als de man aan wie dit ambt is ontstolen. Den Uyl denkt in termen van macht en politieke verhoudingen. Van Agt is voornamelijk gevoelig voor menselijke verhoudingen. Voelt zich in het politieke bedrijf als 'n vis in het water. Van Agt houdt helemaal niet van politiek. Van Agt loopt met zyn persoonlijke gevoelens te koop. Weet er geen raad mee Zei mr. Wim Aantjes, die de ko mende en de gaande premier goed kent, laatst in een vraagge sprek: "Ik zal nooit vergeten hoe Van Agt na al die ellende van de Bloemenhove-kliniek samen met in de Kamer stond en oprecht be doeld zei, nadat Joop had ge sproken: De wijsheid van de mi nister-president, waaraan we ons allemaal hebben kunnen laven Dat meent hij.... Nou, dat vond ik groots van Dries. En dan Joop die het alleen maar politiek gebruikt en verlegen staat te lachen, om dat hij het niet gelooft.... omdat dit een kader is waarbinnen hij helemaal niet kan denken.. Volbloed De 58-jarige PvdA-leider is een vol bloed politicus. Eigenlijk al zijn leven lang. Is hij nu aan het einde van zijn carrière? Is de komende oppositieperiode slechts de uit loop van een teleurgestelde atleet die na een taaie afstandsloop de overwinning op een haar na heeft gemist? gelooft zelf, dat hij te rugkomt als premier. "Dat tweede kabinet-Den Uyl komt toch", zei hij op een moment dat hij kon beseffen dat het er niet inzat Het was er al geweest als hij lIÉaËlMte *- Van Agt in z'n waarde had gela ten Of is het misschien Van Agt ge weest, die als mens verkeerd heeft ingeschat? Smalend heeft Van Agt de scheidende minis ter-president aangeduid als "su per-minister".... Wie kent, zal zeggen dat hier de schijn Van- Agt bedrogen heeft. Den Uyl is van calvinistische af komst. Van huis uit is hem deem oed aangeleerd. Hij is bang ho vaardig te lijken. Pronkt niet met zijn intelligentie. Hij wil vooral ieders gelijke zyn, ook al is duidelijk dat hij met kop en schouders boven de rest uit steekt. "Een reus die zich klein houdt", heeft iemand eens van hem gezegd. Zo is Van Agt meer iemand die zich groot houdt. Als hij dagenlang heeft lopen aarzelen of hij zich nu wel of niet kandidaat zal stellen voor de post van minister-presi dent, omdat hij zichzelf eigenlijk niet geschikt vindt, zegt hij als niemand anders deze keus wil overnemen: ÜÜIk zal dit varken tje zelf gaan wassen". Dat klinkt manhaftiger dan bij de situatie past. Intelligent Van Agt is een roomse jongen uit Geldrop. Opgegroeid in een be schermd milieu. Geen zorgen, behalve deze ene: hoe maak ik een goede indruk op de anderen. Van Agt is gezegend met een scherpe intelligentie. Dat is hij zich zijn hele leven bewust. Hij doet het uitstekend op het gym nasium. Slaagt zes jaar na zijn eindexamen cum laude aan de r.k. universiteit in Nijmegen voor zijn doctoraal examen rechten. Na een kortstondig advocaten- baantje belandt hij in Den Haag. Eerst werkt hij vijf jaar bij het ministerie van landbouw en vis serij. Daarna op het ministerie van justitie. De secretaris-gene raal op dit ministerie, dr. A. Mul der, heeft weinig waardering voor de jonge Van Agt. Mulder vindt hem te lui. De briljante pra ter verhuist weer naar Nijmegen in maart 1968. Zijn relaties zijn goed. Al een half jaar later wordt hij benoemd tot hoogleraar in het strafrecht. Hij is dan 37 jaar. Met politiek heeft Van Agt zich dan nog nooit bemoeid. Dat komt pas als hem wordt gevraagd mee te doen aan het opstellen van een nieuw programma voor de KVP - de partij in verval, die wel een opkikkertje kan gebruiken. Van Agt vindt dat een mooie uitda ging. Samen met prof. Piet Steenkamp schrijft hij in 1970 een programma, dat allerwegen als progressief wordt aange merkt. Maar nog steeds is Van Agt dan een onbekende in de po litiek. Dat verandert als zijn naam opdoemt bij de formatie van het kabinet-Biesheuvel in 1971. Van Agt kan minister van justitie worden. Hij aarzelt wel even („liever een kabinet met de PvdA"), maar doet het toch - een gedragspatroon, dat hij zijn ver dere politieke leven tot- nu toe trouw is gebleven. De slimste Bij Den Uyl is het wat anders ge gaan. Komt uit een arm calvinis tisch gezin. Vader, mandemaker, sterft jong. Moeder moet met vijf kinderen om zich heen knokken om het hoofd boven water- te houden. Joop, de op een na jongste, is de slimste. Hij mag naar het lyceum. Later studeert hij economie aan de gemeente universiteit in Am sterdam. Tegelijkertijd is hij met de wereld bezig. Een geweldige leeshonger. Begint te twijfelen aan het geloof. Een jarenlange persoonlijke strijd volgt, totdat hij uiteindelijk constateert „Ik heb mijn geloof verloren". Z'n innerlijke gewetensstrijd is van Van Agt niet bekend. Wel staat vast, dat hij zijn geloof niet heeft verlóren. Hij gaat tenminste elke zondag naar de kerk. Den Uyl is tijdens de oorlog enkele jaren controleur van de economi sche controledienst. Maar onder gronds werkt hij voor Vrij Ne derland. Na de oorlog wordt hij adjunct-hoofdredacteur van dit weekblad. Hij schrijft voorna melijk over de binnenlandse poli tiek: lange gedocumenteerde ar tikelen. Op de dag waarop de PvdA wordt opgericht in 1946 meldt hij zich aan als lid. In 1949 (Van Agt haalt dan net zijn einddiploma gymnasium) wordt directeur van de Wiardi Be- ckmanstichting, het weten schappelijk bureau van de PvdA. Twee publicaties bevatten Door Peter Riemersma alomvattende visie over het we reldgebeuren en de plaats van- Nederland daarin. In 1951 „De weg naar vrijheid". De kerngedachte ervan is: „De wet is de moeder van de vrijheid" En dan zo te verstaan: de onvrije mensen, de bezitslozen, kunnen slechts door ingrijpen van de overheid vrijgemaakt worden. Dat moet dan geschieden door wettelijke regels. Voor de klei ne man komt op. In 1962 verschijnt "Om de kwaliteit van het bestaan" een antwoord op het maatschappelijk gebeuren van na de oorlog: steeds meer economische groei, steeds meer auto's, televisies en andere con sumptiegoederen, maar gebrek aan collectieve voorzieningen. Samen te vatten als: „Publieke armoede temidden van private rijkdom". zet in dit rapport zijn gedachten uiteen over een gestage groei van de overheidsuitgaven - iets wat hij als minister-president in de praktijk heeft gebracht. In de vier jaar van zijn bewind zijn deze uit gaven bijna verdubbeld. Wethouder Den Uyl doet ook parlementaire <§Hfiïï)(btf <s>tn)1l,§'(l>(o)D(iitni17 ervaring op. Vah Agt heeft een broertje dood aan het gewone werk van volksvertegenwoordi ger. Den Uyl is Tweede-Kamerlid voor de PvdA van 1956 tot 1963. In dat jaar wordt hij wethouder in Amsterdam. Twee jaar later wordt minister van economische zaken in het kabinet-Cals. Weer twee jaar later is hij voor het eerst lijsttrekker van de PvdA. Dat is nu tien jaar geleden. Van Agt maakt dan net z'n aanloop naar de hoogleraarsbaan in Nijmegen, maakt ruzie met "de journalisten en wetenschappelijke medewer kers van Nieuw Links". Zo goed en zo kwaad als dat gaat begeleidt hij als oppositieleider het gis tingsproces in de maat schappij en in zijn partij. Het kabinet-De Jong (CDA-WD. kan men zeggen) regeert. In 1968 beleven we de Maagdenhuis bezetting. keert zich tegen de be zetters, omdat zij zich tegen de wet keren. En dat strijdt met Den Uyls opvatting: „De wet is de moeder van de vrijheid". De strafrechtjurist Van Agt te Nij megen zal enige tijd later uiterst breedvoerig de na de Maagden huisbezetting gevolgde berech ting bespreken van de studenten (tien bladzijden in het blad Ars Aequi van maart 1970) zonder een duidelijk standpunt in te nemen. De Uyl weet de PvdA nagenoeg heel te houden, ondanks de be roering, die de vernieuwing van de jaren zestig wekt. Slechts een groepje onder leiding van F.J. Goedhart splitst zich af. Het zal de aanzet vormen tot de par tij DSÜ70. tot de partij DS'70. voor het prestige dat Den Uyl zich inmiddels in progressieve kring heeft verworven is, dat het de PvdA vrijwel onberoerd laat als de vader Drees - de vroegere mi- nister-president - zijn partijlid- maatschap opzegt en de PvdA zich laat meezeulen in een ver bond met D'66 en de PPR: de zo- genoemde progressieve con centratie. Alternatief figureert tweemaal als alternatieve premier in een schduwkabinet: bij de verkiezingen van 1971 en van 1972. In 1973 brengt hij de progressieve beweging aan de macht Zijn kabinet krijgt met ergere dingen te maken in een pe riode dan welk kabinet dan ook eerder heeft moeten verwerken: een diep insnijdende economi sche crisis, vervolg op de oliecri sis, gijzelingen en andere vormen van internationaal terrorisme, de Lockheed-affaire. leidt zijn partij in mei naar de groot ste verkiezingsoverwinning, die zijn partij ooit heeft geboekt tien zetels winst. Een sprong van 43 naar 53 zetels in de Tweede Ka- Daarna moest hij deze winst omzet ten in een tweede kabinet-Den Uyl. Dat is hem met gelukt. Aantjes daarover. "Joop heeft het niet goed gedaan. Hij kon dit niet. Het heeft hem erg ontluisterd. Al die achterdocht die niet nodig was. Als er een akkoord moeite loos tot stand kwam werd hij ze nuwachtig, dan dacht hij: Dit kan niet zo gemakkelijk, daar zit wat achter. Dan ging hy zoeken naar tegenstellingen. En als je zoekt vind je altijd wel iets. Dat is ook de reden waarom we er de buik van vol gekregen hebben. Zij dachten: Het CDA valt wel uit elkaar en zal zeker niet met de WD gaan praten. En ze geven nooit fouten toe, de PvdA maakt geen fouten. Ik denk dat Joop zijn houding het gevolg is van zijn angst niet voor een echte, onver sneden socialist te worden aan gezien...." Twee naturen De gijzelingen. Van Agt en Den Uyl hebben dagen en nachten bij el kaar doorgebracht. Nog weken na de verkiezingen duurde de treinkaping bij De Punt voort. Wat zich in het beleidscentrum in Den Haag tussen Van Agt en heeft afgespeeld is niet geheel verborgen gebleven. De heren hebben elkaar voortdurend mis verstaan. Van Agt, de koele kikker, die de zaak behandelde als een aftel som. Den Uyl, de warrige druk temaker. De man die voortdu rend meer bezig was met de effec ten van gewelddadig ingrijpen, met alles eromheen, dan met de zaak zelf. Hier botsten twee natu- den van geestverwanten. Hij moet op de mensen inpraten. En aan de hand van hun reacties zijn inzichten toetsen. Van Agt daar entegen voelt zich het gelukkigst als hij zich kan terugtrekken uit het strijdgewoel. Mooi alleen in een ruime kamer, waar hij in se rene rust zijn gedachten kan or denen in het besef dat de meeste andere mensen minder intelli gent zijn dan hij. Van Agt heeft nimmer geworteld in een beweging. Heeft nooit echt te maken gehad met een politieke partij. Is altijd een man op zich zelf geweest. Heeft zich wel tot lijsttrekker van het CDA laten kiezen, maar is nooit in discussie gegaan over koers en grondslag van het Christen-Democratisch Appel. Heeft in de verkiezings campagne de ontdekking van zijn leven gedaan: met gewone mensen op straat kun je ook con tact hebben! Geen super-minister Den Uyl ziet in Van Agt de verte genwoordiger van "de restaura tie". En de CDA-leider roept dat beeld ook op als hy zegt: ÜÜIk wil een premier zijn zoals Pietje de Jong was. Gewoon een minis ter-president die de vergaderin gen leidt. Geen super-minister, die overal over meepraat". Terug naar de jaren '67-'71. Een kabinet van CDA-WD. Vier jaar rus- t in de politieke arena. Twee jaar geleden al voorvoelde Den Uyl wat nu gebeurt. "Er is een echt, wezenlijk conserva tisme in opmars", zei hy in een vraaggesprek. "Kyk naar Australië, kijk naar Nieuw-Zee- land, kijk naar de opkomst van 'n man als Reagan. Daar schaamt men er zich ook niet meer voor zich conservatief te noemen. Er komt ook een nieuw type leiders. Het is het verschil tussen That cher en Heath, tussen Wiegel en Geertsema. Het is de roep om orde. Van loon-naar-prestatie. Van wie niet werkt, zal niet eten. Van de grendel op de gevangenis. Van weg met de gastarbeiders en Surinamers...." Toen Den Uyl toegaf, dat de komst van Van Agt naar het Catshuis niet meer tegen te houden was, noemde hij hem "een regent" - een scheldwoord in socialistische kring. Zou Den Uyl zich weer in Van Agt vergissen? Een heel eentonig mens, noemde hij zich eens. ,f>inds 1950 ben ik als maar advocaat in Amsterdam". Een afwisselend beroep, geeft hij later toe. Mr. Max Rood bekleedde daarnaast tal van bestuurlijke functies. Hoopt volgend jaar te promoveren op een proefschrift over het stakingsrecht. Heeft al aangekondigd „eens iets heel an ders te willen doen", maar liet zich loch op 25 november .strik ken" om de komende twee jaar de deken van de orde van advoca ten te zijn. ,JDe indruk bestaat dat de deken iemand moet zijn die al in het be stuur heeft gezeten. En dat heb ik, vanaf '74. Dan word je gevraagd Ik denk wel dat ik ambitie heb. Ook een stuk plichtsgevoel. Je hoort 't te doen. Ik heb meer kan sen gehad dan de doorsnee-Ne derlander, ik heb kunnen stude ren. Dat legt je verantwoor delijkheden jegens de maat schappij op". Mr. Rood omschrijft zichzelf als een vrijzinnig-democraat. Hij was jaren voorzitter van het Huma nistisch Verbond, is lid van D'66, zat in het eerste schaduwkabinet Den Uyl op crm, werd gevraagd voor het zogenaamde deelkabinet Den Uyl in '72 maar weigerde omdat hij zijn vrouw, die lid is van de PvdA, niet in de weg- wilde zitten. In de jaren '60 verdedigde hij de betogers die Amsterdam een poli tic stad vonden en nam hel begin dit jaar op voor de vakbonden tijdens de korte gedingen om de volledige, automatische prijs- Door Godfried Heiwig compensatie. ,Jk voel me erg aangetrokken tot de zwakkeren in de samenleving. Dat wil zeggen: hoewel ik dit een fijn land vind, vind ik wel dat er aan de gelijkheid aan kansen voor iedereen nog wel het een en ander moet verbeteren. Sommi gen worden geboren om voor het loket te staan en anderen om erachter te zitten. Als advocaat kun je aan die .gelijkheids gedachte" vorm geven door de manier waarop je bijvoorbeeld je clienten kiest en als deken door bijvoorbeeld de grote kantoren niet boven de kleintjes voor te- trekken". Behoudend. - Een progressief aan het hoofd van een grotendeels behoudende orde van advocatenMr. Rood:Jiet is zeer de vraag of de advocatuur behoudend is. Ik geloof eerder dat we wat dat betreft een goede af spiegeling zijn van de Neder landse bevolking. Kijk, we heb ben te maken met recht. Men denkt wel eens dat het recht een instrument voor behoud is. Dat vind ik een misvatting. Het is ook een middel voor verande ring. Kijk naar het jeugdrecht, dat begin deze eeuw is ver nieuwd. Ouders die niet kunnen opvoeden, kunnen van hun kin deren worden gehaald. Dat was revolutionair. Kijk naar de nieuwe echtscheiding swet, de verhouding arbeid-kapitaal, het stakingsrecht. Er is gekapt met eerdere opvattingen. Het recht heeft niet in zijn eentje voorop gelopen, maar heeft een bijdrage geleverd. Zo is 't ook met de ad vocatuur". We spreken met hem voornamelijk over het beeld dat men van de ad- vocatuur heeft, de rechtshulp en de kritiek. Mr. Rood formuleert zijn antwoorden rustig en wel overwogen. Eenmaal schiet hij uit zijn slof. Als we minister De Gaay Fortman citeren die tijdens de viering van het 25-jarig bestaan van de orde zei: ,JDe advocatuur is niet meer de monopolist". Geen Monopolie Mr. Rood: Dat vind ik een zeer vreemde uitspraak van de minis ter. We hebben nooit een monopo lie gehad. Hij vergeet dat bij voorbeeld notarissen deurwaar ders en rechtswinkeliers ook rechtshulpverleners zijn. Goed, we hebben het alleenrecht om pro cessen te voeren voor de recht bank, het hof en de Hoge Raad. Maar voor het kantongerecht, de raden van beroep, de Raad van State en de talloze geschillen commissies heb je niet per se een advocaat nodigDeze categorieën bevatten onnoemelijk meer zaken dan rechtbanken, hoven en de Hoge Raad. Ik mag wel zeggen ■k Max Rood dat we uitstekende banden heb ben met andere rechtshulpverle ners". Mr. Rood bestrijdt de opvatting van menige wetswinkel dat de ad vocatuur bepaalde terreinen zoals huurrecht, arbeidsrecht en sociaal verzekeringsrecht braak heeft laten liggen. ,$r zijn veel advocaten die uitstekend thuis zijn in huurrecht en arbeidsrecht. Het sociale verzekeringsrecht, daar lag de advocatuur inder daad achter. Maar dat is voorbij Als iemand met een huurkwestie naar dne advocaten gaat die daar nou net in zijn gespeciali seerd, dan krijg je natuurlijk gauw verhalen van: De advoca tuur weet niets van huren". Specialisatie in de advocatuur is onvermijdelijk. „Vroeger kon je het recht nog overzien. De hoeveelheid rechtsregels is de laatste jaren explosief gegroeid, waardoor je steeds minder all round advocaten krijgt. Wat we moeten doen - en daar zijn we in derdaad in tekort geschoten - is het publiek duidelijker informe ren waar het voor bepaalde zaken terecht kan. Nu gebeurt dat al een beetje bij de bureau's voor rechts hulp, waar men gratis advies krijgt en eventueel direct naar rechtshulpverleners wordt door verwezen. Misschien moeten we wel de' specialiteit!en) op de naambordjes zetten". Voorlichting Mr. Rood is het eens met de bewer king uit veel wetswinkels dat er sprake is van een leemte in de rechtshulp .maar die leemte is wel een andere dan de wetswinkels verondersteld hebben. Hij zegt: ,f)e mensen krijgen hun recht wel, dat is wel gebleken uit onder zoek van de Nijmeegse rechts- socioloog Schuyt. Waar het ook hem om gaat is dat de mensen meer voorlichting moeten krijgen. Om recht te krijgen moet je eerst weten dat je niet alles hoeft te nemen wat een overheid zegt. Die voorlichting wordt nu al zeer summier in het onderwijs ge geven. De burger moet nog kriti scher worden en beter de moge lijkheden leren kennen om zijn recht te zoeken. Volgend jaar zul len we daarover een aantal bro chures uitgeven". - Desondanks zijn veel huiverig om bij een advocaat naar binnen te stappen. Mr. Rood: ,£en financiële drempel kan het niet zijn. Mensen hoeven niets te betalen als ze niet kunnen en dat zijn de meesten. Degenen die boven die grens zitten, moeten helaas het volle pond betalen. Da'sonjuist. Vandaar ook dat we hebben voorgesteld om de kosten naar draagkracht te laten beta len". Hij wil de klachten dan ook keihardtegenspreken dat pro deo-adxx>caten die men krijgt als men geen advocaat kan betalen zich niet inspannen omdat ze nu eenmaal een te kleine vergoeding krijgen.Het is niet vol te houden om te zeggen dat jonge advocaten dat niet met enthousiasme en in zet doen, ook al verdienen ze daarvoor veel te- weinig", zegt mr. Rood. Scheiding Voelt hij voor een scheiding tussen de zogenaamde sociale en com merciële advocatuurzoals wel eens door wetswinkeliers wordt bepleit? Mr. Rood, resoluut: ,X)at idee heeft me nooit aangesproken Wat is sociaal, wie is de zwak kere? De huurder en de werkne mer zijn vaak wel de zwakkere, maar lang niet altijd. Ik zou het rampzalig vinden als een ad vocaat zou zeggen ik treed alleen op voor huurders, werknemers en bij echtscheidingen voor vrou- Dat vernauwt je kennis en je vaar digheden. Daar is je cliënt ook niet mee gediend. Als advocaat moet je dat per geval beoorde- Ongelijkwaardig Officier van justitie mr. Abspoel heeft eens gezegd dat de adixxaat meestal niet gelijkwaardig is aan een officier. Mr. Rood: ,Jiet is ze ker geen onzin. Je moet zijn gepe perde uitspraken altijd wel met een korreltje zout nemen. Een of ficier heeft zes jaar opleiding ge had. Dit kost de belastingbetaler 11.000 gulden per man per jaar. In de advocaat zijn er 1000 sta giaires, die maar drie jaar stage lopen. Als we hen dezelfde facili teiten zouden geven als de officie ren zou dat 11 miljoen gulden per jaar kosten. Dat kunnen wij niet betalen en de overheid geeft ons geen stuiver. Abspoel vergelijkt ongelijke din gen. Het is niet alleen een kwestie van geld, ook van opleiding"al dus mr. Rood. Hij toil echter niet vooruitlopen op voorstellen die de orde op dit punt zeer binnenkort zal doen. Maar uit zijn woorden valt heel duidelijk op te maken dat hij wil dat ook advocaten worden geselecteerd, zoals de ambtenaren van de rechterlijke macht. „Vroeger kenden we een examen maar dat werd af geschaft, omdat het strijdig was met het principe van de vrije vestiging. Aan de andere kant. als we zo doorgaan, zou het wel eens kunnen zijn dat een aduocaat per defmiticett

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 27