"Golf van amnestie
niet zo waardevol"
Als de kasteelheer
belt, moet de trein
voor hem stoppen
Vrijgelaten Joegoslavische dissident Mihajlo Mihajlov:
VOORSCHOTEN NOG NIET
VERDER DAN "PLANNEN'
MET OUD AMBACHTSHUIS
ZATERDAG 10 DECEMBER 1977
BELGRADO(SP) - De grote golf van amnestie, die op 29
november door de Joegoslavische gevangenissen
spoelde, heeft bij nadere beschouwing toch niet de reini
gende totaalkracht die velen er aanvankelijk in zagen.
Althans, dat is de mening van Mihajlo Nihajlov (43), zelf
de bekendste voordeeltrekker van Tito's ceremoniële
toegeeflijkheid.
Nihajlov, lector in de Slavische let
teren aan de Kroatische universi
teit van Zadar, werd in 1975 tot
zeven jaar veroordeeld wegens
het bedrijven van staatsvijandige
propaganda in buitenlandse bla
den.
Daarvoor had de strijdbare ge
leerde al meerdere jaren voor de
zelfde feiten gevangen gezeten.
In de gedrongen Nihajlov, on-
verbeterijk in de ogen van de
overheid en als querulante last
post bestempeld door Tito per
soonlijk, groeide door de jaren
heen een fretachtige, verbeten
bezieling om zo openbaar en
krachtig mogelijk iedere vertre
ding van de rechten van de mens
zijn land en daarbuiten te sig
naleren. Dat hij als zoon van Rus
sische ouders een speciale band
met de Russische dissidenten
koestert kwam ondermeer tot ui
ting in een van zijn boeken, dat in
de Nederlandse vertaling „ge
sprekken met Russische schrij
vers" heet. Ruim tien jaar gele
den al werd Nihqjlov voor die pu-
blikatie gearresteerd. Geruchten,
dat de Joegoslaven zelf nauw
elijks bezwaar hadden tegen Ni-
hajlovs geschriften, maar dat het
een dwingende eis van het
Kremlin was geweest dat Nihaj
lov moest boeten. En in het kader
van de in die jaren verbeterende
betrekkingen tussen Belgrado en
Moskou zou Tito zelf toen beslo
ten hebben dat Nihajlov als plen
goffer aan de Sovjets zou worden
aangeboden. Nihajlov maakt, ze
ker gezien de twee langdurige
hongerstakingen die hij in de
Srenska Mitrovica-gevangenis
heeft gehouden, een redelijk ge
zonde indruk. De nieuwe vrijge
latene is een nerveus kettingro
ker en een driftig prater met een
sonore Russische stem. Maar to
taal niet angstig of schichtig bij
het zien van geüniformeerden.
Het tegendeel is bijna waar. „Als
de Belgrado-conferentie eerder
was beëindigd, dan zouden wij
nooit amnestie hebben gekre
gen", begint Nihajlov met grote
stelligheid het gesprek. „Maar
doordat die conferentie zich maar
eindeloos voortsleept, moest Tito
op 29 november, de Dag van de
Republiek, wel een gebaar ma
ken.
Gastheer
Er zijn honderden buitenlandse
politici in Belgrado die bezig zijn
met het discussiëren over de
mensenrechten. Daardoor móest
Tito als gastheer wel politieke
gavangenen in eigen land amnes
tie verlenen. Maar van harte ging
dat niet, en bovendien: het getal
dat onze autoriteiten noemen is
sterk misleidend. Officieel heet
het dat er 723 personen amnestie
is verleend. Dat klinkt geweldig.
Bijna de helft van hen, 358 geval
len, betreft evenwel personen te
gen wie het vooronderzoek nog in
volle gang was. Die waren dus
nog niet eens veroordeeld, maar
mogen nu dan toch naar huis. Wat
de rest, 365 gevallen, betreft
daarvan zijn er 218 politiek en 147
niet-politiek. De autoriteiten nu
zeggen-, dat er 170 personen in to
taal werden vrijgelaten en 195
kregen strafvermindering. In het
voor de „politieken" minst gun
stige en naar mijn mening meest
waarschijnlijk geval houdt dat in
dat alle niet-politieken, 147 men
sen dus, in vrijheid zijn gesteld.
Dan blijven er voor de politieken
maar 23 vrijlatingen over. Op een
totaal van 218 personen dus iets
in de trant van 10 procent. En dat
klopt ook wel met mijn eigen er
varing, want van de 70 politieken
in Sremska Mitrovica, waar ik
heb gezeten, werden er maar ze
ven vrijgelaten. En als ie nu be
denkt, dat eerder dit jaar door de
autoriteiten zelf werd toegege
ven, dat er in Joegoslavië 502
menfen om hun politieke over
tuigingen gevangen zitten, dan
blijft er maar een droevig resul
taat van deze pompeuze am
nestieverlening over. Van die 502
zijn er dan 23 vrijgelaten. Erg
weinig. Alle mensen die op een of
andere manier tot een „tegen de
staat samenzwerende groep"
hadden behoord, waren bij voor
baat uitgesloten van amnestie. Ik
denk bijvoorbeeld aan de Komin-
formisten, de Moskou-aanhan
gers. Of aan de Albanese natio
nalisten die vooral in de provin-
cie Kosovo zijn opgepakt. Die
zijn allemaal tot zeer langdurige
straffen veroordeeld, vaak twaalf
of vijftien jaar, en die komen niet
vrij. Dat soort mensen gaat door
een hel. De gevangenis waar ik in
zat, de Sremska Nitrovica, die is
geen maatstaf. Dat is een soort
justitiële showroom, waar
buitenlandse groepen zo af en toe
eens een kijkje mogen nemen.
Dus reken maar dat het daar naar
omstandigheden best in orde is.
Maar een gevangenis als Lepog-
lava bijvoorbeeld, dat is al heel
anders. En dan spreek ik nog niet
eens van oorden als Spu^j in
Montenegro of Idrizovo in Macer
donië. Daar worden gevangenen
geregeld geslagen, daar hebben
ze slecht te eten en maar een half
uur bezoek per maand. Er zijn
drie of vier gevallen bekend, dat
gevangenen aan de mishandelin
gen zijn overleden. Geen enkele
buitenlander komt er ooit, er zijn
in heel Joegoslavië twaalf van dat
soort gevangenissen. Van een
Albanese medegevangene
hoorde ik, hoe zes Albanese
Joegoslaven uit Kosovo in juni
van dit jaar een hongerstaking in
Spuzj waren begonnen als pro
test tegen de mens-onterende
omstandigheden.
Lachen
Maar daar lachten de gevangenis
bewaarders alleen maar om: dat
komt de wereld toch nooit te we
ten, zeiden ze. En ze hadden ge
lijk. Toen hebben de Albanezen
zich in hun cel gebarricadeerd.
Een wanhopige gevangenisop
stand dreigde. Het antwoord van
de autoriteiten was, dat de cel
deur werd opengeramd en er
zonder de tegenstand van de Al
banezen af te wachten door sol
daten een salvo werd gelost. Als
door een wonder werd niemand
gedood, al vraag je je soms af of
dat niet beter was geweest. Vier
van de zes werden gewond. Het
verzet was gebroken. Zelf heb ik
twee keer een hongerstaking ge
houden. Beide malen werd ik met
glucose-injecties in leven gehou
den. Nee, ik verzette me daar niet
tegen. Want het is nooit de be
doeling van de hongerstaker om
te sterven, wel om iets in zijn
voordeel te bereiken. Een paar
dingen zijn me gelukt ik kreeg
een schrijfmachine en een trans-
istorradio en vaker schone kle
ren. Maar de belangrijkste eis was
dat wij, politieken, in de gevang
enis met elkaar contact zouden
mogen hebben. En dat is niet ge
lukt. Over mijn eigen toekomst
nu ben ik nogal pessimistisch.
Het zal een hele toer worden om
ergens in Belgrado een kamer te
vinden. Immers, zodra de men
sen weten dat je een politieke
bent, willen ze je niet Want dan
doemt het spookbeeld van talloze
onverwachte politie-invallen
voor ze op, en dat wil niemand
natuurlijk. En werk zal ik wel
helemaal niet krijgen. Geen uni
versiteit zal mij willen r
Wachten
Ik denk dan ook, dat onze autoritei
ten van de Russen geleerd heb
ben. Dat ze gewoon wachten, tot
ik door pure armoede niet meer
in Joegoslavië kan blijven. Ik
ontvang hier het pensioen van
mijn moeder, die in Amerika
woont, plus het inkomen van
mijn vrouw, die een baantje heeft
als correctrice. Maar het totaal is
nog veel te weinig, vooral ook
omdat de huren in Belgrado zo
krankzinnig hoog zijn. Materieel
kan ik hier geen stand houden.
Dan zullen de autoriteiten me
aanbieden om me naar Amerika
te vervoeren, want daar zijn een
paar universiteiten bereid mij op
te nemen. Heel menslievend voor
het oog van de buitenwereld, net
zo menslievend als het treinkaar
tje enkele reis Belgrado dat ik bij
mijn vrijlating krëeg. Maar ik kan
mijn land nu niet verlaten. Ik ga
pas weg als alles in orde is in dit
Joegoslavië.
Nu is het nog zo dat wij na de Sov
jet-Unie het grootste contingent
politieke gevangenen van Oost-
Europa hebben en dat vrijheid
van meningsuiting in de praktijk
Mikaljov
niet bestaat. En dat kan een
voudig niet. Ik bedoel maan
recht op huisvesting, werk en
medische verzorging bestaat ook
in de gevangenis. Maar al deze
rechten zijn waardeloos zonder
vrijheid van meningsuiting.
Daarom zal ik ook niet zwijgen in
de toekomst, al zal ik er weer voor
in de gevangenis komen. Er zijn
Belgrado oie daar
weddenschappen op afsluiten,
die mij hooguit tot de zomer van
volgend jaar geven, voordat ik
weer word opgepakt. Dat z-rl dan
wel. Heus, ik houd niet van de
gevangenis. Ik ben een kamer
geleerde, die tevreden is als hij in
een heleboel boeken kan neuzen.
Maar wel wil ik af en toe, als daar
reden voor is, in het openbaar iets
kunnen beweren, ook al gaat dat
tegen de officiële visie van de
staat in. Als dat niet kan, als ik
voor mijn vrijheid moet betalen
met een levenslang zwijgen, dan
moet ik maar weer de gevangenis
in. Maar in naam van een na-
maak-vrijheid zwijgen, nee, dat
kan ik nooit accepteren".
VOORSCHOTEN - Het 17e-eeuwse Ambachts- en Bal- Invloed
juwhuis is zonder twijfel het meest besproken huis van De overdracht
Voorschoten. Het is dit geschenk van de kasteelheer Van
Duivenvoorde aan de burgers van Voorschoten dat de
gemeenteraad de meeste zorgen heeft gebaard.
Na het overlijden van jhr. mr. H. A.
Steengracht van Duivenvoorde
in 1912 bleek het Ambachtshuis
met een kapitaal van 5.000 gulden
aan de gemeente te zijn nagelaten
onder voorwaarde "dat de ge
meente het steeds ten nutte der
ingezetenen, zoveel maar enigs
zins mogelijk is, beschikbaar
stelle, zonder onderscheid van
richting". Op 7 augustus 1914
werd het geschenk geaccepteerd
door het toenmalige gemeente
bestuur en sinds die tijd werd het
gebouw voor allerlei doeleinden
gebruikt.
1947 bleek, dat er roofbouw
werd gepleegd op het onderhoud.
In dat jaar beloot de gemeente
raad om 1.000 gulden be
schikbaar te stellen voor een res
tauratieplan. Nu, 30 jaar later, is
het gemeentebestuur van Voor
schoten nog steeds niet verder
gekomen dan plannen maken.
Plannen, die de goedkeuring van
de Monumentenraad niet ver
kregen, omdat deze rijksdienst
meent dat het gebouw „herken
baar" moet blijven en de veran
deringen die in de loop der eeu
wen aan het uiterlijk werden ver
richt niet weggehaald behoeven
te worden.
Drankzucht
Het Ambachtshuis is uit nood of
„drankzucht" geboren. Van
oudsher werden rechtszittingen
en andere openbare bijeenkom
sten gehouden in de herberg van
de schout, nu "Het Wapen van
Voorschoten" geheten. Het
drankgebruik bij die gelegenhe
den gaf niet zelden aanleiding tot
vechtpartijen en daarom werd in
1635 begonnen met de bouw van
het rechthuis, dat thans Am
bachtshuis heet. In 1636 werd het
gebouw voltooid en officieel
geopend door Johan van Was
senaar-Duivenvoorde.
In 1647 bleek dat er nog steeds een
hot Am
bachtshuis door de kasteelheer
van Duivenvoorde aan de ge
meente Voorschoten had nog een
betekenis. Met het overlijden van
Jhr. Steengracht in 1912 overleed
tevens de laatste Ambachtsheer
van Voorschoten die nog werke
lijk invloed kon uitoefenen op het
bestuur van de gemeente. Zijn
opvolger Baron Schirnel-
penninck van der Oye behield
alleen nog als kasteelheer van
Duivenvoorde zijn be
stuursmacht binnen de Neder
lands Hervormde Gemeente van
mingen in het gemeentebestuur
de kasteelheer met zijn gevolg en
de industriëel J.M. van Kempen,
die als directeur van de Zil-
verfabriek grote invloed kreeg
omdat hij de welvaart bracht in
het dorp en bovendien zeer so
ciaal voelend overkwam. Discus
sie met de heer Van Kempen was
altijd mogelijk, dit in tegenstel
ling tot Jhr. Steengracht.
Zo stelde in die jaren de heer Van
Kempen als raadslid voor om
enige lantaarnpalen te plaatsen
op de Wijngaardenlaan en Pape
laan. Jhr. Steengracht was tegen,
omdat volgens hem een burger
bed zou moeten gaan als het
donker is. Van Kempen wilde
echter dat zijn fabrieksarbeiders
"verlicht" huiswaarts zouden
kunnen gaan. Hij kreeg zijn zin
niet. Ook de fabriek diende zich
aan te passen en open te gaan
zodra het licht werd en te sluiten
op een zodanig tijdstip dat ieder
voor donker thuis zou zijn.
Vertraging
bouwschuld afgelost moest wor
den van 4.780 gulden en Arend
van Wassenaar-Duivenvoorde
kreeg als heer van Voorschoten
van de Staten van Holland het
recht om dit bedrag te mogen
omslaan over de burgerij van-
Voorschoten. Eenvoudig gezegd
kreeg de Voorschotenaar van
1912 het pand terug dat zijn voor
ouders in de vorm van een belas
ting in 1647 en de volgende jaren
had afbetaald.
De bekende historicus Dr. J.L. van
der Gouw wijdt in het boek
"Voorschoten, historische stu
diën" een apart hoofdstuk aan
het Ambachtshuis, dat lange tijd
de zetel was van de gerechtsdie
naars en als symbool van de wre
kende gerechtigheid voor de in
gang een zware geselpaal had
staan.
Voorschoten en Veur. Hij bleef
tot 1955, het jaar waarin hij onder
nooit opgehelderde omstan
digheden overleed in Wassenaar,
president-kerkvoogd en had
grote invloed op de benoeming
van de dominee.
"Verlicht"
Kregen vrijwel alle Nederlandse
gemeenten in 1813 een autonoom
gemeentebestuur, in Voorscho
ten duurde het tot 1849 voordat
de kasteelheer niet meer alle
raadsleden zelf kon benoemen.
Na die periode bleef de invloed
van de kasteelheer nog steeds erg
groot. Jhr. Steengracht werd zelf
raadslid en als landsadvocaat en
staatsraad had hij grote invloed
bij de benoeming van de bur
gemeester.
Rond 1880 kwamen er twee stro-
Jhr. Steengracht heeft ook nog
voor vertraging gezorgd bij de
aanleg van de spoorlijn Leiden-
Den Haag. Het eindpunt van de
trein Amsterdam-Haarlem-Lei
den was van 1 mei 1843 tot 6 de
cember 1843 het huidige station
Voorschoten. De trein mocht
eerst door het landgoed lopen
nadat bepaald was dat de Jonk
heer een eigen station zou
krijgen. Dit recht is verlopen tij
dens de Tweede Wereldoorlog.
Tot die datum belde de kasteel
heer van Duivenvoorde naar het
station Voorschoten of Den Haag
wanneer hij in wilde stappen.
Zelfs de internationale trein
moest dan halt houden.
Jhr. Steengracht was rijk en onge
huwd. Na zijn dood werden zijn
bezittingen verdeeld en de vol
gende heer van Duivenvoorde en
daarna zijn zuster de freule leef
den in zeer armelijke omstan
digheden. Thans is Duiven
voorde een stichting.