"ZO DOORGAAN IS RAMPZALIG"
WenffidUs)®^ tfdtfD •beitf® v@(n) QJMCH1F
PUBLIEK
Piet van Heyningen maakt zijn
zestiende journaal over Alphen
Milieudefensie bestaat vijfjaar:
VRIJDAG 9 DECEMBER 1977
Mi-
Ondanks het getrompetter van de actie „Geef om
de Natuur" is het milieu nu niet een van die
zaken waar men zich in ons land de laatste tijd
erg druk om schijnt te maken. Dat de opbrengst
van de actie tegenviel, is dan ook nauwelijks
verwonderlijk.
De stemming was vijfjaar geleden wel anders. De
schrik zat er toen nog behoorlijk in, na de som
bere voorspellingen van de Club van Rome in
het rapport „Grenzen aan de Groei". Met de we
reld zou het mooi fout gaan, als de groei van de
bevolking en de produktie zo door zouden gaan.
De Club van Rome publiceerde
vervolgens nog menig rapport.
Maar geen daarvan werd zo'n be
stseller als „Grenzen aan de
Groei". Nadat bijna iedere Ne
derlander dit boekje in de
boekenkast had, taande de be
langstelling van de massa voor
het milieu weer.
Het werd stil rond de Club van
Rome.
Die eertijds nog bruisende club in
spireerde in 1972 in ons land een
groepje verontruste mensen tot
de oprichting van de Vereniging
Milieudefensie.
Dezer dagen vierde Milieudefensie
het vijfjarig bestaan,
Reden om de voorzitter van de ver
eniging, dr. Paul Knipschild
(arts, gepromoveerd op de medi
sche gevolgen van het
vliegtuiglawaai) eens te polsen
over de huidige milieuproblema
tiek.
van Rome-aanhangers
lieudefensie inmiddels uitge
groeid tot een goed georgani
seerde vereniging met bijna
14.000 leden. Wat was de filoso
fie toen, wat is ze nu?
Paul Knipschild: „Het rapport
„Grenzen aan de Groei" heeft een
geweldig schrikeffect gehad. VolWRSSen
Maar het weten is iets heel anders
dan er iets aan doen. De meeste
risis moet komen, voordat het
ministerie van economische za
ken met een echt structurele op
lossing komt voor energiebespa
ringen".
„Ik geloof dat de tijd van alleen
maar actievoeren voorbij is. Ac
ties zijn echter nog wel nodig om
de problemen te signaleren. Poli
tici zijn tenslotte veel meer be
wust op acties, dan op weten-
schappelik rapporten. Die wor
den gelezen, soms gepubliceerd,
maar verder hoor je er veelal niets
Maar die rapporten heb je wel no
dig om richtlijnen te geven, als je
eenmaal via acties de aandacht
op je gevestigd hebt. Aan de
overheid is het dan de taak om
normen te stellen. Zover en niet
verder, moet de overheid zeggen.
Wat schoon is moet schoon
blijven. Wat vuil is pakken we
aan. Ik vind dat het daar nog
al eens aan ontbreekt".
Door
Jan Kees Kokke
Somber
Ziet hij de toestand somber in?
Knipschild: „De milieuproblema
tiek en met name de verspilling is
nog veel groter dan vijfjaar gele
den. Ik zie het wel somber in, ja.
Met name omdat allerlei mensen
de werkgelegenheid meer belang
toekennen dan het milieu. Maar
het gaat niet om een keuze tussen
of werkgelegenheid of milieu,
maar tussen werkgelegenheid en
milieu.
Met de zorg om een beter milieu
kan je werkgelegenheid schep
pen. Net zo goed als met energie
besparingen. Milieu is geen luxe
meer. Zo door te gaan, met het
milieu als beperkende factor, is
rampzalig. Als je bijvoorbeeld
geen energie meer hebt, draait de
hele economie straks in de soep".
Van het groepje verontruste Club
zijn er zo langzamerhand
wel van overtuigd dat het goed
fout zit met het milieu. Ik denk
dat iedereen er wel van overtuigd
is dat we zuinig moeten zijn cp
zaken als natuur en milieu. De
mensen zijn nu lang genoeg be
stookt met het idee, dat het toch
al te laat is. Dat onze kleinkinde
ren het einde van de wereld
meemaken. We vinden dat idee
van de ondergang van de we
reld nu te fatalistisch".
Oplossen
„Ik geloof ook dat bepaalde mi
lieuproblemen best op te lossen
zijn. Mits er iets aan het beleid
verandert. De oplossingen verei
sen echter maatregelen op lan
gere termijn. En in de politiek
liggen de dingen van vandaag nu
eenmaal veel makkelijker dan
problemen, waarvoor op langere
termijn een oplossing gevon
den moet worden.
Het schijnt bovendien een gegeven
te zijn dat het beleid altijd achter
de feiten aanhobbelt. Ér wordt
bijvoorbeeld wel eens beweerd
dut er eerst een echte energiec-
Knipschild meent dat Milieudefen
sie in die vijfjaar toch wel is uit
gegroeid tot een volwassen ver
eniging. „We hebben veel meer in
de melk te brokkelen. We krijgen
meer waardering. We zijn beter
georganiseerd.
Dit soort organisaties heb je nodig
om als wetenschapper uit je ivo
ren toren te komen. Want er ligt
nogal wat werk en kennis op uni
versiteiten en bij de industrie
zonder dat het vertaald wordt
naar grotere groepen uit de sa
menleving. In de praktijk blijkt
dat de medewerking uit-
die hoek zeer verheugend is".
Intussen maakt een andere groep
van wetenschappers zich minder
zorgen over de toekomst van
onze wereld. Tijdens een congres
onlangs in Japan van 1500 Wes
terse en Oosteuropese economen
vond men de sombere voorspel
lingen van de Club van Rome
unaniem ongegrond. De econo
men toonden geen verschil van
mening over de beschikbaarheid
op lange termijn van voldoende
natuurlijke hulpbronnen ter
waarborging van een verdere
economische groei. De techni
sche vooruitgang en vooral het
marktmechanisme zouden het
probleem van het uitputten van
energie- en grondstofbronnen en
de voedselproduktie wel oplos
sen. Ook een vorig jaar in het ka
der van de Verenigde Naties ge
maakte studie komt tot een
soortgelijke conclusie.
Verspilling
Knipschild: „Geen enkele eco
noom kan de stelling aanvechten
dót je het redt, als de gigantische
verspilling zo doorgaat. Boven
dien vind ik niet dat je alles aan
het marktmechanisme mag
overlaten. Als het dan op een
keiharde concurrentiestrijd zou
moeten uitdraaien, dan worden
grote groepen van de wereld
bevolking daarvan het slach
toffer. Wij weten nu al niet hoe we
met nog meer luxe moeten leven.
Ik beweer zelfs dat de bestaande
economische theorieen de oor
zaak zijn van de milieuproble
men. Men denkt nog steeds dat
als we maar doorgaan met meer
te produceren en meer te con
sumeren, dan lossen de proble
men zich vanzelf wel op".
Dat wil niet zeggen dat alle proble
men toe te schrijven zijn aan het
kapitalistische stelsel. „Dat is on
zin en te simpel geredeneerd. De
Wolga is tenslotte net zo vuil als
de Rijn".
De Vereniging Milieudefensie voelt
zich toch al niet verbonden met
een bepaalde politieke partij.
„Omdat wij menen dat het milieu
alle politieke partijen aangaat.
Tot ons genoegen hebben we dan
ook zeer actieve leden, die ook
VVD en CDA stemmen".
Auto
Een van de acties, waarvoor de
Vereniging Milieudefensie zich
in het verleden sterk heeft ge
maakt is de actie „Zondag", voor
een periodieke autoloze zondag.
In schrille tegenstelling daarmee
staat nu die actie „Blij dat ik rij",
van het bedrijfsleven, dat belan
gen heeft bij de wegenbouw en de
auto-industrie. Paul Knipschild
vindt „Blij dat ik rij" een erg
harde actie. „Ik ben er behoorlijk
van geschrokken. Kijk, ik vind
het prima dat bepaalde groepen
voor de auto opkomen. Maar dan
moet het wel genuanceerd ge
beuren. Dat hebben wij bij onze
actie „Zonderdag" indertijd ook
gedaan. In de actie die nu ge
voerd wordt zitten allerlei kwa
lijke teneuren. Het idee, bijvoor
beeld, dat wie werkt, recht heeft
op een auto, op vrijheid ten koste
van anderen. Ze spelen in op de
meest goedkope sentimenten.
Ik vraag me overigens af of de actie
niet meer kwaad dan goed doet.
De actie wordt ook steeds bonter.
Zo wordt er geroepen, mogen wij
ook een beetie frisse lucht, als we
met ons autootje naar de na
tuurgebieden rijden! Financieel
staat de autolobby, die achter dit
soort acties zit, natuurlijk veel
sterker dan Milieudefensie".
Toch mag de Vereniging Milieude
fensie na de geringe ledengroei in
het afgelopen jaar, zich de laatste
tijd verheugen op een aanwas van
enige honderden nieuwe leden.
„Nog meer dan de kwantiteit groeit
echter de kwaliteit van het le
denbestand van Milieudefensie",
merkt Knipschild op.
„Er was het afgelopen jaar een soort
van loomheid ontstaan. Veel
mensen zeggen, ik weet zo lang
zamerhand nu wel dat er grote
milieuproblemen zijn. Maar ze
voelen zich onmachtig er iets te
gen te doen. Ze geloven dat het
iets te maken heeft met bovenna
tuurlijke krachten".
Ten bate van UNICEF, het kin
derfonds van de Verenigde Na
ties, is een fraai porseleinen
wandbord op de Nederlandse
markt gebracht. Het bord is de
eerste uitgave in een reeks van 6
of misschien zelfs 12. De serie heeft
als titel meegekregen "Kinderen
van de wereld".
Het laatste wandbord in deze serie
zal vóór 1982 worden uitgebracht
De verkoopprijs is f37fi0 per
stuk, waarvan f 7£0 ten goede zal
komen aan UNICEF-Nederland.
Het bord is vervaardigd door de
porselein-fabrikant Heinrich en
is verkrijgbaar in vrijwel alle
goede porselein- en kristalzaken.
Voor de uitvoering heeft men ge
kozen voor pasteltinten, waarvan
geel en oranje de hoofdkleuren
zijn.
Nederland is het tweede land waar
met deze actie wordt begonnen. In
Duitsland werden reeds meer dan
60.000 van deze borden verkocht.
Verwacht wordt, dat nog een
groot aantal landen zullen vol
gen. Oostenrijk en België doen dit
reeds op korte termijn.
In de koelcellen van het nieuwe bloembollencomplex van de firma
De Vroomen aan de Heereweg in Sassenheim wordt momenteel
geëxperimenteerd met de kweek van champignons. Het onderzoek
wordt uitgevoerd door de Sassenheimse firma Schulte en Lestra-
den, die bij gunstige resultaten de champignonteelt in de bol
lenstreek wil gaan pousseren.
Op de komende mechanisatie-
tentoonstelling in Lisse zal
het bedrijf daar al een beetje
op inspelen met de presenta
tie van plastic kratten, die een
alternatief zijn voor de tradi
tionele bollenkisten. Ze zijn
zo geconstrueerd dat ze ook
gebruikt kunnen worden om
er champignons in te kweken.
In Nederland worden cham
pignons hoofdzakelijk ge
kweekt in Limburg, Brabant
en Gelderland. Zuid-Holland
telt nog maar een paar kweke
rijen.
Champignonkorrels komen tot
groei op een ondergrond van
paardenmest De meeste
champignonkwekers betrek
ken die mest van een centraal
depot in Horsum. Tot nu toe
was het zo dat de paardemest
Symfonieorkest
Het vorig jaar opgerichte sym
fonieorkest Bollenstreek zit
dringend verlegen om violis
ten. Voor zeker tien is er nog
een plaatsje open in het or
kest. Gegadigden kunnen
zich aanmelden bij mevr.
Hoes, Kapelstraat 8 in Lisse.
Het symfonieorkest had
kortgeleden zijn eerste
openbare optreden.
een vrij langdurige tempera-
tuurbehandeling moest on
dergaan voordat de cham-
pignonkorrels er op uitgezet
konden worden. Alles bij el
kaar gingen er drie maanden
overheen eer er geoogst kon
worden.
Door het champignonproef
station in Horst is nu echter
een systeem ontwikkeld
waarbij een aantal fasen in het
totale behandelingsproces
kunnen worden overgesla
gen. Nu is het mogelijk om in
ongeveer de helft van de tijd
de champignons te kweken.
In de koelcellen van De
Vroomen wordt nu nagegaan
wat daarbij de meest ge
schikte temperatuurbehan-
deling is. Die zogenaamde
klimaatbeheersing is van es
sentieel belang bij de kweek.
Als de experimenten een succes
worden biedt dat, volgens di
recteur Lestraden, interes
sante perspectieven voor het
bollenvak. Hij zegt "Bijna
alle bollenkwekers zitten een
paar maanden per jaar met
koelcellen die niet worden
gebruikt. Nu kunnen ze dat
"gat" opvullen door er cham
pignons in te kweken. Het is
bij uitstek een mogelijkheid
om het bedrijf beter te laten
renderen."
De plastic kratten die door
Schulte en Lestraden zijn
ontwikkeld gaan een belang
rijke rol spelen in de (bol
lenstreek) champignonteelt.
Een bedrijf dat alleen cham
pignons kweekt zal in een cel
permanente voorzieningen
laten aanbrengen, wordt ech
ter met kratten gewerkt dan
kunnen die de ene op de an
dere dag worden verwijderd.
De cel is dan direct weer te
gebruiken voor de bol
lenteelt.
Het aantal bollenkwekers dat
champignons als „bijpro-
dukt" heeft is nog nul komma
nul. Wel zijn er die van de
bollen helemaal op de cham
pignons zijn overgestapt.
Als het bollenvak iets blijkt te
voelen voor de champignon
teelt zal een onderzoek nood
zakelijk zijn naar onder meer
de afzet- en samenwerkings
mogelijkheden.
Maar dat is volgens Lestraden
van latere zorg. "Het gaat
erom of de bollenkwekers er
brood in zien, de rest volgt
dan vanzelf wel. Ik zie uitste
kende perpectieven. Mocht
de champignonteelt zoals ik
die voorsta in de bollenstreek
toch niet aanslaan, dan is er
nog geen man overboord.
Dan is het in elk geval gepro
beerd".
In zijn eigen studio in de Sal-
vatonkerk werkt de Alphense
amateur-cineast Piet van
Heyningen momenteel aan de
montage van een filmjour
naal over zijn woonplaats.
Hij is er ook dit jaar weer op
uitgetrokken om belangrijke
gebeurtenissen in zijn dorp op
16 mm geluidsfilm vast te leg
gen.
Meestal eind december presen
teert hij zijn dorpsgenoten de
resultaten van diefilmerij. In
het afgelopen jaar heeft hij
opnamen gemaakt in de
nieuwe sociale werkplaats de
Spoorhaven, nam hij een
kijkje in de gerestaureerde
korenmolen, rukte hij uit bij
wat brandjes en maakte na
tuurlijk uitgebreid opnamen
van het waterpoloteam van
AZC dat kampioen van Ne
derland is geworden.
Alles bij elkaar moet het een
45-minuten film gaan wor
den, waarbij hij zelf de ge
sproken tekst verzorgt. In ok
tober is hij al met de montage
begonnen.
De films, hij maakte er in totaal
vijftien, worden opgeborgen
in de kluis van het gemeente
huis. Ze zijn ook eigendom
van de gemeente. Van Hey
ningen krijgt een vergoeding
voor het filmen en voor de
uren die hij aan de montage
kwijt is.
"Ik heb wel eens een periode dat
ik mij afvraag of ik er nog wel
mee door zal gaan", zegt Van
Heyningen. "Want je maakte
een film, draait 'm een paar
keer voor verenigingen uit het
dorp en dan verdwijnt 'ie in
een kluis. Daar gaat je werk,
misschien dat er in jaren niet
meer naar wordt omgekeken.
Daar staat tegenover dat als ik r
nu de film zie die ik vijftien
jaar terug maakte, ik blij ben
dat er een stukje Alphense his
torie bewaard is gebleven. Het
begint nu eigenlijk pas leuk
voor mij te worden. Waar ik
mee bezig ben geweest krijgt
nu eindelijk een beetje histori
sche waarde.
"Het begint
nu pas leuk
te worden".