Kerkkopie bijna klaar
Somalië bang voor Ethiopië
TWINTIG MEISJES IN EEN MASSAGRAF
Rhodesië loog over luchtaanval in Mozambique
Van de Agatha-kerk in Lisse
GRAFSTEEN-REPARATIE
INWIJDING KERKORGEL
Zeker geen 1200guerrila-strijders gedood David Martin
DINSDAG 6 DECEMBER 1977
door
Herman van
Amsterdam
Tips voor deze rubriek kunt U elke
morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel.
071-144941, toestel 38. U mag ook
schrijven.
Met de bedoeling haar aan het einde van de festivitei
ten weer af te breken, besloot het kerkbestuur van de
Agathakerk in Lisse i.v.m. het 75-jarig bestaan van de
kerk een kopie van het gebouw te laten vervaardigen.
Die duplicaat op schaal staat er nu bijna.
Het resultaat gaat de verwach
tingen zover te boven dat het
kerkbestuur van afbreken
heeft afgezien en nu naar mo
gelijkheden uitziet om het
omvangrijke werkstuk,
waaraan tot nu toe erg veel
Lissenaren hun vrije uurtjes
hebben besteed, voor het na
geslacht te bewaren.
De mini-kerk, schaal 1 op 20, is
een ontwerp van de Lissese
aannemer en Agatha-paro-
chiaan Jan Bemelman. Vóór
hij wat in elkaar kon gaan zet
ten moest hij (improviso-
risch) alle binnenmaten van
de kerk nemen omdat de
bouwtekeningen niet meer te
achterhalen waren.
Dat opmeten ging vaak gepaard
met halsbrekende toeren. Om
aan bepaalde maten te komen
zat er in veel gevallen niets
anders op dan in een gewelf te
klimmen en dan hoog boven
de kerkvloer een loodlijntje te
laten zakken.
De kerk is compleet met pila
ren, zijbeuken, booggewel
ven en een zoldering. Alleen
de toren heeft Jan Bemelman
niet zelf gemaakt. Die klus
heeft hij uit handen gegeven
op vriendelijk aandringen
van een jongere naamgenoot,
wiens opa rond 1900 de echte
toren heeft helpen timmeren.
De kopie is drie meter lang en
anderhalve meter breed. De
toren meet vanaf de grond
ook drie meter.
Eigenlijk is de ruwbouw van de
kerk al helemaal gereed en
zou in een paar uur tijd in haar
geheel in elkaar gepast kun
nen worden. Maar het is de
bedoeling dat de opbouw veel
langzamer verloopt. Elke
maand wordt er een stukje
aan toegevoegd, zoals dat bij
de bouw van de grote Agatha
ook is gebeurd. Vanwege dit
bewust laag gehouden
bouwtempo zullen er nog wel
een paar maanden overheen
gaan voordat de kerk is vol
tooid.
Een rol speelt daar ook bij dat
aannemer Bemelman (hij
heeft de kerk al een keer in
haar totaliteit op stevigheid
getest) het gebouw kaal ople
vert. Zonder een likje verf,
zonder aankleding. Dat mo
gen de parochianen doen.
Het "mini-
exemplaar" van
de Agathakerk in
Lisse: elke
maand komt er
een fragment bij
En die hebben niet stilgezeten.
Jan Elfering, hoofd van de
Klarinet-basisschool nam wat
fijn schilderwerk voor zijn
rekening. Zo legde hij op
stukjes voorbewerkte triplex
alle kruiswegstaties vast,
improvisaties op degenen die
in de kerk hangen.
Hij heeft ook een zijmuur en een
grote achterwand be
schilderd. Onder meer met
voorstellingen van "Het
Laatste Oordeel", De "Verrij
zenis" en "Het Laatste
Avondmaal". Zodra hij daar
de tijd voor vrij kan maken
wil hij rondom alle kerkra
men de bol bloemen schilde
ren die in Lisse op de bol
lenvelden groeien.
De kerk is een soort bouwpak
ket met tientallen losse on
derdelen die in elkaar ge
schoven één geheel vormen.
Wie wil mag een stuk mee
naar huis nemen om te be
schilderen of te beplakken.
Om een beetje eenheid in kleur
en verwerkte materialen te
krijgen is een coördinator be
noemd, in dit geval de Lissese
hoofdonderwijzer Hoogen-
bosch. Hij zegt: "Iedereen
doet zijn best, maar dat neemt
niet weg dat er naast prach
tige werkstukjes ook wat te
genvallers zitten. Zo hadden
de leerlingen van de RK
MAVO IN Lisse op zich ge
nomen de kerkvloer te versie
ren. Ze hadden in gedachten
er een soort mozaïek op aan te
brengen. Maar ze hebben het
af laten weten. Op de valreep
heeft een leraar toen nog wat
in elkaar geflanst met lino
leum".
Mevrouw Vogel van Graas,
eigenaresse van een sigaren
winkeltje in Lisse, heeft aan
geboden de twee kerkorgels
in miniatuur na te bouwen.
Eén van de twee, die kleine
die op het hoofdaltaar staat,
heeft ze inmiddels afgeleverd.
Een kerkorgel, o.m. ge
maakt van in zilververf ge
doopte cocktail-prikkers.
Het front vervaardigde ze (ui
teraard) van sigarendoos
hout. De orgelpijpen van in
zilververf gedoopte cock
tailprikkers, die ze ook ge
bruikte voor de voetpedaal-
bak. Haar werkstuk, ook
schaal 1 op 20, ziet er zeer na
tuurgetrouw uit. Speelt alleen
niet.
Ze wil nu ook het grote ker
korgel nabouwen. "Mijn pro
bleem is", zegt ze, "hoe ik aan
alle maten moet komen. Het
kost me zeker een dag om het
orgel tot in de details op pa
pier te krijgen. Misschien is
het verstandiger om er een se
rie foto's van te laten maken.
Daar valt ook best van na te
bouwen".
De namaak-Agatha krijgt ook
"glas-in-lood". Daar zorgen
de leerlingen van de Jozef-ba
sisschool voor. Het wordt een
namaak-produkt waarbij de
instructies komen van de be
kende Haarlemse glazenier
Frans Balendong. Ze gebrui
ken normaal blank glas, dat ze
een kleurtje geven en waarop
ze loodstrippen plakken.
Waarschijnlijk volgende week
gaat het dak op de kerk.
Pim Sierks
gaat zich
vestigen in
Engeland
De in Sassenheim wonende
Transavia
piloot Pim Sierks, een paar jaar
terug van de ene op de andere
een nationale held vanwege
zijn gedurfde aandeel in de
afhandeling van een gijze
lingsaffaire bij de Franse
ambassade in Den Haag, ver
trekt uit Nederland. Hij gaat
zich in een klein Engels stadje
vestigen, waar hij een land
huis heeft gekocht.
Maar voor hij afreist treedt hij
as. vrijdag in het huwelijk
met Tineke v.d. Graaff, een
Noordwijkse. Het huwelijk,
zijn twee, wordt voltrokken in
het Noordwijkse gemeente
huis.
Vanavond verzorgt Sierks zijn
laatste openbare optreden
in Nederland. In zijn
woonplaats verricht hij de
trekking van een prijzenaktie
van de Houtschuur.
Pim Sierks
.landhuis in Engeland
Het kerkorgel van het Witte Kerkje in Noordwijkerhout wordt 16
december weer in gebruik genomen. In de afgelopen maanden
heeft de Leusdense orgelrestaurateur De Graaf alle onderdelen
weer op hun plaats gebracht. Twee jaar geleden toen de kerk werd
gerestaureerd is het orgel verwijderd en hebben de meeste onder
delen, voordat ze voor een opknapbeurt naar Leusden werden
getransporteerd, opgeslagen gelegen op de zolder van het gemeen
tehuis.
Klaas Bolt, de vaste organist van de St. BAVO in Haarlem, zal op
vrijdag de 16e het orgel inwijden.
De gemeente Nieuwkoop zal op korte termijn de Boskoopse steen
houwer Henstra verzoeken de opknap op zich te nemen van de
omvangrijke steen die ligt op het graf van de legendarische
Nieuwkoopse ambachtsheer Johan de Bruyn van Buitenwech
(1617-1658). De op de begraafplaats van de Ned. Herv. Kerk gele
gen steen is hard aan herstel toe.
De Boskoper heeft aangeboden de steen voor 10.000 Gulden te willen
restaureren. Het gemeentebestuur, belast met het toezicht op oude
graven, rekent er op dat de Boskoper nog voor de jaarwisseling op
het kerkhof aan de slag gaat.
LONDEN (SP) - De bittere strijd om de oude
mohammedaanse vesting Harar, hoofdstad van
de Ethiopische provincie Ogaden, is nog maar
een voorspel tot een veel grotere oorlog, die snel
tot ontwikkeling komt in de Hoorn van Afrika,
de oostelijke punt van Afrika tussen de Rode
Zee en de Indische Oceaan.
See en
De strijd dreigt zie. var.
Ethiopië uit te breiden naar So
malië zelf en misschien nog naar
de nieuwe republiek D.'jiboeti
ook.
De Somalische president Barre, die
vorige maand zijn vriend
schapsverdrag met Moskou in
stukken gescheurd heeft, is ervan
overtuigd dat het Sowjet-blok en
de Cubanen samen met het mili
taire regime van Ethiopië plan
nen smeden om Somalië binnen
te vallen en het land in tweeën te
snijden. De Russische militaire
strategen in Ethiopië hebben in
derdaad twee goede redenen om
een invasie op touw te zetten.
Ten eerste is er met een veldtocht in
Somalië misschien een „volks
revolutie" op gang te brengen te
gen het bewind van president
Barre, ter herovering van de posi
tie die het Kremlin een aantal ja
ren in öomane gewena geweest
is. En wat van Ethiopisch stand
punt belangrijker is: het zou de
vlugste manier zijn tot herope
ning van de Ethiopische aan-
voerwegen naar de Rode Zee.
Door
Colin Legum
De bevoorradingsproblemen van
Ethiopië zijn zo acuut dat het on
derhandelingen begonnen is met
Kenia in het zuiden over gebruik
van de haven van Mombassa.
Twee van de drie Ethiopische
uitwegen naar de zee zijn afgeslo
ten. De directe spoorlijn tussen
Addis Abeba en Dzjiboeti is bijna
vijf maanden geleden in Ogaden
onderbroken. Erger nog is dat de
smalle doorgang door Eritrea in
het noorden, van Asmara naar
Massawa, sinds half oktobe-
r ook geblokkeerd is.
De enige uitweg naar zee die
Ethiopië nog heeft, is via Assab.
Het is een route door het
vijandige gebied van de Afars,
wier bevrijdingsbeweging steeds
actiever wordt, ondanks een
meedogenloze onderdruk
kingscampagne van ruim een
jaar geleden.
Bijna overal in Ethiopië duren de
gevechten voort, van Tigre en de
grensprovincies met Soedan tot
in Galla-land aan de zuidelijke
grens met Kenia. Maar de twee
beslissende militaire fronten lig
gen tussen Harar en Dire Dawa
en tussen Asmara en Massawa.
Een Somalische zege in Harar.
zou op zichzelf militair nog niet
de doorslag geven. Belangrijker
is Dire Dawa, vijftig kilometer
naar het noordwesten. Het is de
voornaamste vliegbasis van
Ethiopië Zijn val zou een
Ethiopische tegenaanval erform
bemoeilijken. Daarom zou de
huidige strategie als hoofddoel
kunnen hebben: redding van
Dire Dawa door een offensief te
ontketenen, buiten Jijiga om, te
gen Hargeisa, de hoofdstad van
het noordwesten van Somalië en
vervolgens tegen de haven Be-
rbera, waar de Russische vloot tot
voor kort belangrijke havenin
stallaties had. Zo n doorsteek
Hargeisa-Berbera zou de Soma
lische bevoorrading van het
„Westsomalische Bevrijdings
front" in het noorden van de
Ogaden zeer verzwakken.
De kern van de strijd ligt op het
ogenblik in de buurt van het
hoofdkwartier van de derde
Ethiopische divisie, dertig kilo
meter van Harar naar de kant van
Dire Dawa. Als Harar valt, krijgt
het moreel van het Ethiopische
leger een zeer gevoelige knauw.
Er is langzamerhand een wezen
lijke kans dat de Eritrese bevrij
dingsstrijders, met voorop het
Volksbevrijdingsfront voor Eri
trea EPLF, besluit tot een directe
aanval op Asmara of Massawa of
misschien beide. De stemming
bij de Ethiopische vierde divisie
in Asmara is op een dieptepunt,
te oordelen naar de uitlatingen
van de zevenhonderd a duizend
Ethiopische krijgsgevangenen
die in Eritrese handen zijn. Vol
gens gevangen officieren is er
weinig vertrouwen in het mili
taire bewind en zij klagen erover
dat het bewind hen maar laat
aanmodderen met onvoldoende
geoefende soldaten.
De dienstplichtigen, die dikwijls
maar een maand oefening achter
de rug hebben, lijden zware ver
liezen, zowel in Ogaden als in Eri
trea. Bij een veldslag in de buurt
van Addi Hawasha, een kilome
ter of tien ten zuiden van an As
mara, zijn onlangs in een keer
omstreeks 1500 van die „boeren
landwachters" gesneuveld.
Een verscherping van de strijd
aan die twee fronten, Harar-Dire
Dawa en Asmara-Massawa, zou
het Ethiopische regime en zijn
Russische en Cubaanse ad
viseurs voor zeer grote proble
men stellen. Het ziet er naar uit
dat alleen een groot opgezette
nieuwe militaire strategie het
Ethiopische leger nog kan be
hoeden voor enige zeer ont
moedigende nederlagen.
Van Somalische kant,ziet het er
anders uit/Angst voor een moge
lijke inval in Somalië brengt pre
sident Barre tot dringender ver
zoeken aan de westerse landen
om zijn legers te voorzien van
nieuwe wapens. Hij moeter, naar
hij zegt, „een Russische poging
om de Hoorn van Afrika te kolo
niseren" mee afslaan. De vriend
schap is wel vergeten.
Mapoeto - De bladzijden van
een met bloed besmeurd
schoolboek bewogen door de
wind langzaam heen en weer
aan de rand van een massagraf.
In de net gegraven kuil lagen de
lijken van twintig meisjes, tus
sen de tien en veertien jaar oud.
Ze zaten in hun klas toen de
Rhodesiërs aanvielen. Hoe zij
precies waren gestorven was
niet te zien. Op het gezicht van
een meisje zag ik nog een spoor
van tranen. Van het gezicht van
een ander meisje was de zwarte
huid weggebrand, alleen het
lichte vlees eronder was te zien.
In het ziekenhuis van Chimoio,
op twintig kilometer van de
plaats van de aanval, werden
meer dan zeshonderd gewon
den opgenomen. Tweehonderd
van hen waren er ernstig aan
toe. Ze hadden brandwonden,
kogelwonden en wonden van
granaatscherven. Het defini
tieve dodencijfer is niet bekend.
Ik telde zelf zeventig lijken,
meest vrouwen en kinderen.
Een dokter in.het ziekenhuis
van Chimoio vertelde me dat
daar tien mensen waren gestor
ven. Overlevenden zeiden me
dat er nog wel enkele tientallen
slachtoffers bijgeteld moeten
worden, want sommige mensen
slaagden erin zich naar de c
ringende bossen te slepen w
ze vervolgens aan hun
dingen zijn overleden.
Het kamp ligt zestig kilometer
van de Rhodesische grens in
Mozambique. Slechts enkele
van de lijken die ik er zag waren
van guerillastrijders.
Toen ik met een groep Mozam-
bicaanse journalisten het kamp
bezocht, steeg de rook nog op
uit de smeulende ruïne van wat
eens de opslagplaats van medi
cijnen was.
Op het terrein van het zieken
huis lagen de lijken van acht
mannen onder een boom. Zij
waren uit een mobiele kliniek
gesleept en in het achterhoofd
geschoten. De achterdeur van
de kliniek, met een groot rood
kruis erop geschilderd, piepte
akelig toen we er langs liepen.
Een paar meter verderop zat
een vrouw op de grond, haar
arm beschermend om een klein
kind geslagen. Ze waren bei
den dood.
In de buurt van het admini
stratieve centrum staken de be-
uit een door kogels doorzeefd
olievat. Ze waren dood. Kenne-
lijk hadden ze zich willen ver
stoppen.
Door
Iain Christie
Nog een gruwelijke getuige van
de slachtpartij: het lichaam van
een man met zijn handen op de
rug gebonden. Zijn been was
net onder zijn knie afgeschoten.
De rest lag een paar meter ver
der. Vermoedelijk was hij ge
marteld om uit hem te krijgen
waar de guerrillaleiders waren.
Observer-dienst
Na hun aanval van 23 en 24 november op het „guerril
lakamp" ten noorden van de Mozambicaanse stad Chi
moio zeiden de Rhodesiers dat zij meer dan 1200
guerrilla-strijders hadden gedood.
Niet alleen ooggetuigen noemen dit
een leugen, ook in gezag
hebbende Zuidafnkaanse krin
gen worden de Rhodesische cij
fers een „aanzienlijke overdrij
ving" genoemd evenals de bewe
ring dat de slachtoffers allemaal
guerrillastrijders waren.
In werkelijkheid, zo verzekeren
ooggetuigen rriij, waren de
meeste slachtoffers ongewa
pende vrouwen en kinderen. De
schattingen over hun aantal lo
pen uiteen van 180 tot 300.
Geschokt
Journalisten die de getroffen kam
pen hebben bezocht - en ver
scheidene van hen ken ik per
soonlijk als zeer betrouwbare
collega's - waren oprecht ge
schokt door de bestialiteiten die
ze er zagen. Uit alle verhalen val
len de gebeurtenissen als volgt te
reconstrueren:
Om kwart voor acht 's ochtends op
woensdag 23 november vielen
Rhodesische bommenwerpers
het kamp bij Chimoio aan. Te
zelfdertijd, of mogelijk iets eer
der, zetten ongeveer dertien heli
kopters zo n 150 militairen af in
de bossen op anderhalve kilome
ter ten zuiden van het kamp.
In het zuiden van het kamp lag het
ziekenhuis. Iets meer naar het
oosten een school. Aan de noord
kant lag de commandopost van
het Volksleger van Zimbabwe,
dat dit kamp bestuurt, en naar het
zuidwesten de wapenopslag.
De kinderen van het kamp zaten al
op school toen de bommenwer
pers toesloegen. De school werd
door een voltreffer geraakt.
De mensen in het ziekenhuis, en
ook enkele patiënten in een am
bulance die klaar stonden om
naar het hospitaal van Chimoio te
worden gebracht, vluchtten naar
net zuiden om aan de bomaan
vallen te ontkomen. Ze renden
regelrecht af op de Rhodesische
miiitairen, die hen neerschoten.
Dp een na werden alle gebouwen in
het kamp geraakt. Veel gebou
wen waren uitgebrand, en omdat
ook de lijken vaak brandwonden
vertoonden, wordt aangenomen
dat er brandbommen zijn ge
bruikt.
Wat voor soort kamp het precies
was, is niet zeker. Voigens Mo
zambique was het een door
gangskamp voor vluchtelingen
uit RhodesDoggetuigen geloven
echter dat het ook wel door
guerrilleros werd gebruikt. Maar
met nadruk zeggen zij dat het ze
ker niet een zuiver militair com
plex was, zoals de Rhodesiërs
beweren.
Dnverklaarbaar is het waarom het
kamp zo slecht was beveiligd. Er
waren maar twee stukken anti-
luchtdoelgeschut, een aan de
noorden een aan de zuidkant van
net kamp. Er waren geen schuil
plaatsen tegen luchtaanvallen en
geen loopgraven. Toen de Rho
desiërs aanvielen, lagen bijna alle
geweren in de wapenplaats, die
snel werd vernietigd.
Verzet
4et geringe aantal lege patroondo
zen rond het kamp wees erop, dat
er niet veel verzet is geboden.
Dp 23 november had het opper
bevel van het Volksleger van
Zimbabwe (het ZIPA) een be
spreking willen houden in de
commandopost van het kamp.
Die ontmoeting werd echter uit
gesteld omdat de ZIPA-leiders
naar Mapoeto waren uitgenodigd
voor een gesprek met de Mozam
bicaanse president Machel, aldus
de commandant van de guerril
leros Josiah Tongogara.
Waarschijnlijk hadden de Rhode
siers lucht gekregen van dat ge
plande overleg in het kamp en
was het opperbevel van het ZIPA
hun werkelijke doelwit.
Observer-dienst