'Andere aanpak kan lager
beroepsonderwij s redden'
Oud fort wordt bowling
School op eigen kwartet-spel
Drs. G. H. J. Blom draagt ideeën aan:
Eritrea
langzaam
los van
Ethiopië
Betonnen burcht straks een vermaakcentrum
DINSDAG 22 NOVEMBER 197
TILBURG (SP) - "Als er niets gebeurt vrees ik
dat er aan het eind van de tachtiger jaren geen
lager beroepsonderwijs meer zal zijn. En dat zou
een ramp betekenen".
Dat zegt drs. G. H. J. (George) Blom
(41), econoom en secretaris
penningmeester van het school
bestuur van de NCB, de Noord
brabantse chr. boerenbond in
Tilburg, die 55 scholen van lager
en middelbaar beroepsonderwijs
beheert.
George wie het lbo zeer na aan het
hart ligt, doelt op de ontwikke
ling dat steeds meer jongens en
Door
Co Caljouw
Terugloop van
leerlingental
bij het lbo
onrustbarend
Hoe dreigend de situatie voor
het lager beroepsonderwijs
is blijkt uit enkele cijfers
over de terugloop van het
leerlingental bij lagere
technische school en huis
houdschool.
Op de lts daalde het aantal
leerlingen in 12 jaar van 50
tot 34 procent van het totaal.
Bij de meisjes was er zelfs
sprake van een halvering: 12
jaar geleden ging 50 procent
van de meisjes na de lagere
school naar de huishoud
school; nu is het percentage
25.
Ir Nico Keilman, werkzaam bij
het centraal bureau voor de
statistiek in Voorburg,
kwam in zijn afstudeerwerk
tot de volgende prognoses: in
1990 gaan 75 procent van de
jongens en maar liefst 90
procent van de meisjes die
het basisonderwijs verlaten
naar het algemeen voortge
zet onderwijs. In een derge
lijke situatie lijkt het lager
beroepsonderwijs ten dode
opgeschreven.
meisjes inplaats van bij voor
beeld de lagere technische school
cn huishoudschool het algemeen
voortgezet onderwijs (mavo,
havo, atheneum/gymnasium)
verkiezen. Daarbij speelt het
sterk dalende geboortecijfer het
lbo parten.
„Wat zouden we niet verliezen? Er
zitten zulke waarden in het lbo
opgesloten, het is zo kindgericht,
er zijn zulke belangwekkende,
onderwijskundige, ver
nieuwende activiteiten aan de
gang; dat mag nooit verloren
gaan", aldus de NCB-bestuurder.
Ideeën
George Blom is er de man niet naar
om bij de pakken te gaan neerzit
ten en hij heeft dan ook ideeen
ontwikkeld die het lbo voor de
komende generaties schooljeugd
moeten behouden.
De belangrijkste elementen uit een
hernieuwde aanpak zijn een
tweejarige ongedeelde onder
bouw en uitbreiding van het
examenpakket met een mavo-ni
veau in de bovenbouw (er zijn nu
drie niveaus - a, b en c - daar zou
een vierde, „d", aan kunnen wor
den toegevoegd).
George Blom over dat verhoogde
niveau: „Er zijn nu al vele leerlin
gen die - eventueel gedeeltelijk -
een mavo-niveau aankunnen. Ik
schat dat op een percentage van
50 tot 60 procent; jammer dat dit
potentieel niet wordt benut".
Een tweejarige ongedeelde onder
bouw houdt in: op alle lbo-scho-
len worden dezelfde lestabellen
aangehouden, de onderwijsp
rogramma's zijn volkomen gelijk.
Na die twee jaar kan, op „latere"
leeftijd, alsnog de keuze worden
gemaakt en kan naar een andere
George Blom: „Lbo is maatschappij-orienterend".
lbo-school widen doorge
stroomd. Het betekent dat elke
jongen of meisje van twaalf jaar,
vooral op het platteland, een lbo-
school in de bqurt vindt. Er hoe
ven geen reizen van soms 30 tot 40
km naar de school van zijn of haar
keuze te worden gemaakt.
Gemengd
George Blom schat dut zeker 35
procent van alle lbo-leerlingen
met reisproblemen zit. Er is nog
een belangrijk aspect aan deze
aanpak: meisjes en jongens ko
men bij elkaar in de klas te zitten,
de lbo-scholen worden gemengd.
„Want", aldus Blom, „drie jgngens
op een huishoudschool maakt die
school nog niet gemengd, het
zelfde geldt voor dat enkele
meisje dat de draaibank van een
lts verkiest boven keuken en
naaigerei van de huishoudschool.
Het lbo bevindt zich hiermee nog
altijd in een uitzonderingsposi
tie; er bestaan nog sterke taboes
en daarmee bevindt dit onderwijs
zich wel erg ver van de maat
schappelijke werkelijkheid van
alledag", zo betoogt school
bestuurder Blom.
Hij stelt met nadruk dat het mavo
niveau heus niet is bedoeld als
een soort vlag die de lading moet
dekken. Aan de andere kant is er
een toenemende druk van het
bedrijfsleven dat grote moeite
heeft met het algemene karakter
van de leerstof. Daar stelt men
meer prijs op kwaliteiten als be
roepsgerichtheid, - bekwaam
heid of handvaardigheid.
Daartegenover belijdt Blom zijn
credo: „Het lbo is maatschappij
en beroepsoriënterend, meer dan
voorbereidend of opleidend. En
dat kan ook niet anders. Er zijn
twaalfduizend beroepen; een
keuze hieruit is nooit in een da
gopleiding te verwezenlijken. We
willen de kinderen zo tegemoet
komen dat ze een beroep kunnen
gaan leren".
Niet idealiseren
Blom over vroeger toen het lbo
(ambachtsschool) duidelijk meer
op de beroepspraktijk gericht
was: „We moeten dat niet ideali
seren. Ook toen waren er klach
ten. Neem vakken als koken en
naaien. Nu heet dat huis
houdkunde. Dat houdt onder
meer in consumentengedrag,
budgettering, milieuhygiëne,
textiele werkvormen, esthetische
mogelijkheden, kleurenleer, wa
renkennis. Aan de andere kant
willen we van lbo geen theoreti
sche onderwijsinstituut maken.
Bekijk het vak Nederlands:
vroeger grammatica en spelling.
Tegenwoordig (ook) discussie,
luistervaardigheid (ook erg be
langrijk) en spreekvaardigheid".
De ideeen van Blom vinden steun
op het departement van onder
wijs en wetenschappen. Men stelt
daar dat de voorschriften daartoe
ook alle ruimte laten. Overigens
vreest men dat een tweejarige
ongedeelde onderbouw nog wel
problemen zal geven. Bij de
doorsnee vierjarige lagere tech
nische school is er niet zoiets als
een kloof, een keuze maken bij
het derde jaar. Al eerder zijn de
leerlingen beroepsoriënterend
bezig.
Een inspectorale projectgroep
eindexamenprogramma's (IPEP)
onderzoekt de door Blom gesug
gereerde niveauverbreding.
Blom meent zich op een lijn te be
vinden met de demissionaire mi
nister van onderwijs en weten
schappen Van Kemenade als hij
tot besluit stelt: zitten bij het lbo
niet juist die meisjes en jongens
voor wie maatschappij-orientatie
zo belangrijk is?
LONDEN (SP) - Een maand
geleden heeft het Volksfront
voor de Bevrijding van Eri
trea, gewoonlijk aangeduid
met de afkorting EPLF kans
gezien om de belangrijke
Ethiopische verbindingsroute
van Asmara naar de Rode
Zee-haven Massawa af te
snijden. Nog steeds is het ver
keer niet hersteld. De operatie
was een bijzonder succes voor
de EPLF. want er is een mili
tair konvooi van 300 voertui
gen tot stilstand gebracht en
er zijn drie splinternieuwe
Russische amfibietanks bij
buitgemaakt.
Na de afsnijding van deze route
heeft Ethiopië nog maar een
weg naar de zee werkelijk in
handen, via Assab. De spoor
weg naar Dzjiboeti is al-
sinds augustus verbroken.
Het dagelijks leven gaat gro
tendeels gewoon door in de
uitgestrekte gebieden die be
vrijd zijn van het Ethiopische
bewind, naar schatting 95
procent van Eritrea. De EPLF
onderhoudt busdiensten van
vlak buiten de Eritrese hoofd
stad Asmara naar steden en
dorpen overal in het bevrijde
gebied. Markten zijn weer op
gang gekomen. Steden zoals
Keren - de tweede stad van
Eritrea - en Decamare wor
den nu door de EPLF be
stuurd en ze hebben zelfs weer
elektriciteit.
Problemen
Het succes van de EPLF in de
strijd om deze en andere
plaatsen heeft ook problemen
opgeleverd. Er zijn nu om
streeks 4500 krijgsgevan
genen in kampen in ver
schillende delen van Eritrea.
Ik heb er een aantal gespro
ken. Sommigen zaten al een
jaar gevangen, anderen
maar net een maand. De
EPLF voorziet hen van
voedsel en medicamenten en
dat is uiteraard een zware
last voor een bevrijdingsleger
dat voor zijn bevoorrading
goeddeels ajliankelijk is van
wat het op de vijand
buitmaakt.
Tragische figuren onder de ge
vangenen zijn de boeren van
de landwacht de zoge
naamde vrijwilligers van het
platteland. Vooral de latere
gevangenen hebben maar een
maand militaire opleiding
gehad voor zij naar het front
gestuurd werden. Vrijwel
niemand die ik ervan gespro
ken heb, kan lezen of
schrijvenOmdat zij vaak af
komstig waren uit de zuide
lijke provincies van Ethiopië,
hadden zelfs hun meerderen
tolken nodig om bevelen te
kunnen geven. Zij hadden et-
weinig idee van waarvoor zij
nu eigenlijk ten strijde ge
stuurd waren. Er is niet veel
David Pool, schrijver van
dit artikel, is medewer
ker van de afdeling oos
terse en Afrikaanse stu
die van de universiteit
\im Londen. Hij heeft
net drie weken in Eri
trea rondgereisd.
meer uit te krijgen dan dat zij
dachten Arabische inval-
lers te gaan afslaan.
Gesprekken met officieren en
soldaten van zowel het ge
wone Ethiopische leger als de
boerenlandwacht tekenen een
beeld van een leger dat in ver
val is door slecht moreel, ach
terdocht, angst en gebrek aan
discipline. De maatschappe
lijke en politieke kwalen van
Ethiopië komen in het leger
steeds sterker tot uiting
naarmate de militaire ne
derlagen veelvuldiger en ern
stiger worden. De boerenmili-
tie lijdt de zwaarste verliezen
- zij wordt eenvoudig voor het
gewone leger uit gestuurd. Na
een recente veldslag bij Addi-
hawasha, een kilometer of
tien ten zuiden van Asmara,
lagen er tussen de 1300 en de
1600 lijken van boeren op het
slagveld. Toen ik er was, wa
ren ze nog niet allemaal be
graven, je zag nog hier en
daar de rottende lijken in hun
nieuwe uniformen liggen.
Volledige ineenstorting van het
Ethiopische leger in Asmara,
behoort niet tot de onmoge
lijkheden. Dat zou evenwel
een groot probleem opleveren
voor dc Eritrese bevrijdings
bewegingen. De EPLF heeft
Asmara volledig omringd,
maar voelt er weinig voor om
de stad in te nemen eer er een
heid bereikt is met de ELF het
Eritrese Bevrijdingsfront)de
op een na grootste beweging.
Er heerst echter nog veel wan
trouwen en vijandschap tus
sen de twee bewegingen. Het
voornaamste verschil is dat
de EPLF mèer interne democ
ratie kent dan de ELF, waar
de betrekkingen tussen
leiders, strijders en burgers
van veroverde gebieden veel
meer autoritair zijn. De ELF
is de laatste' tijd flink ver
zwakt door interne tegenstel
lingen, die in juli zelfs tot on
derlinge gevechten hebben
geleid.
door
Herman van
Amsterdam
Tips voor deze rubriek kunt U elke
morgen tot 10.00 uur aan mij kwijt, tel.
071-144941, toestel 38. U mag ook
schrijven.
De gemeente Haarlemmermeer heeft eindelijk
een vaste huurder gevonden voor het in 1894
gebouwde fort Hoofddorp dat in 1973 voor
300.000 gulden is overgenomen van de Dienst
der Domeinen.
Het uit knoertdik beton opgetrok
ken bouwsel, onderdeel uitma
kend van de Stelling van Am
sterdam, is voorlopig voor de
eerst komende dertig jaar in erf
pacht gegeven aan Hans de Jong,
de eigenaar van het restaurant De
Rustende Jager in Nieuw-Ven-
nep. Die wil er een vermaakcen
trum in maken, met onder meer
bowlingbanen, een cafetaria en
kantoor- en opslagruimten. Op
korte termijn, zo heeft De Jong
het gemeentebestuur onlangs la
ten weten, komt hij met een gede
tailleerd plan op de proppen.
Er waren heel wat meer liefhebbers
voor het fort. Het Nederlands
Filmmuseum bijvoorbeeld, maar
dat vond uiteindelijk de
huurprijs (25.000 gulden per jaar)
te hoog. Ook de padvinders uit
Hoofddorp stelden zich kan
didaat, de stichting Samen
levingsopbouw Haarlem
mermeer wilde er in en er was
ook sprake van dat in het fort een
wijkcentrum onderdak zou
krijgen.
De hockeyclub Hoofddorp zag er
eveneens wel wat in, maar hield
de boot af toen bleek hoeveel geld
er op tafel moest komen om in het
fort verwarming aan te leggen en
de sanitaire voorzieningen te
verbeteren.
De Jong heeft het fort niet voor zich
alleen. Er is een deel van het oude
gemeentearchief in onderge
bracht en dat blijft daar voorlo-
De gemeente heeft verder eisen ge
steld aan de indeling van de res
terende ruimte in het fort. Zo lag
het aanvankelijk in de bedoeling
van de restaurant-eigenaar om de
bowlingbanen onder te brengen
in de ruimte onder de ge
schutskoepel. Maar dan zou het
nodig zijn om wat betonmuren
weg te slopen. Die ingreep is uit
veiligheidsoverwegingen van de
hand gewezen omdat het dra
gende muren zijn die de boven
liggende verdieping torsen. De
bowlingbanen komen nu in een
zijvleugel, waar geen bebouwing
boven zit.
Wat het buitenaanzicht betreft zijn
er nog geen concrete plahnen. De
gemeente heeft inmiddels wel la
ten weten dat het fort moet
blijven harmoniëren met de om
geving. Van de betonkolos is nu
alleen het vooraanzicht te zien,
dus de toegangsdeur, de vensters
en de schietgaten. De rest gaat
schuil onder een heuvel zand.
De Haarlemmermeer telt drie for
ten. Die in Uithoorn (fort De
Kwakel)is ook al een paar jaar als
vermaakcentrum in gebruik en
iets dergelijks staat ook te gebeu
ren met het fort in Spaarne-
woude.
De Jong uit
Nieuw- Vennep
pacht fort
voor 30 jaar
Het feit dat deze drie forten een rec
reatieve bestemming is toebe
dacht is vooral als gunstig
beoordeeld door de stichting
Menno van Coehoorn, die zich
ten doel stelt de instandhouding
te bevorderen van oude, buiten
militair gebruik gestelde verde
digingswerken.
De stichting gaat daarbij van het
standpunt uit dat de vroegere
poelen van ellende, of dat nu de
middeleeuwse vestingmuren zijn
waar potten kokend pek de
vijand op een afstand moesten
houden of de kazematten van
Kornwederzand, vanwege hun
historische, architectuur-histori
sche en recreatieve belangen
vastgebundeld kunnen worden
tot een gelukkige combinatie.
Om de Nederlandse verdedigings
werken wat dichter bij het grote
publiek te brengen heeft de stich
ting een makkelijk leesbaar boek
laten samenstellen dat de naam
kreeg "Verschanste schoon
heid". Daarin schetst Noortje de
Rooy van Zuydewijn (bekend
geworden om het in het Monu
mentenjaar 1975 van haar ver
schenen boek "Met het oog op
morgen") het verleden en toe
komst van de in ons land nog res
terende verdedigingswerken.
Alle 800 leerlingen van het
Rijnlands Lyceum in Sas-
senheim hebben ter gelegen
heid van de eerste lu
strumviering van hun school
een kwartetspel gekregen
waarbij op de veertig spel
kaarten de beeltenissen
voorkomen van het gros van
de docenten, het technisch-en
administratief personeel en
de concierges.
Het idee van zo'n lustrumkwar
tet is afkomstig van conrector
Koster, leraar Frans en tevens
amateur-cartoonist. In april
van dit jaar is hij al aan zijn
"huiswerk" begonnen. De ka
rikaturen maakte hij aan de
hand van pasfoto's. Leraren
en niet-leraren zijn onderge
bracht in tien kwartetten.
Zo vormen die vier die het vak
Frans geven De Galliërs, val
len de gymnastiekleraren/es
sen onder De Uitslovers, het
leidinggevend personeel is in
het kwartet De Chefs en in het
laatste kwartet (no. 10) zijn De
Noppers (Niet Onderwijzend
Personeel) in tekening ge
bracht.
De veertig zijn vereeuwigd in
buitenschoolse poses. Wat
voorbeelden: de leraar Frans
P. de Groot jongleert in
boerenkiel met wat Franse
kaassoorten en zijn vrouwe
lijke collega A. Naaktgeboren
spoedt zich in negligé over de
kwartetkaart. De Gymlerares
F. Appelman probeert stun
telig een zitstand in de ringen.
Mits het huiswerk daar niet on
der lijdt is de leerlingen van
harte aanbevolen het kwartet
vaak ter hand te nemen.
Conrector Kosten "Het spel is
natuurlijk op de eerste plaats
bedoeld als jubileumherinne
ring. Aan de andere kant is
het prettig dat de leerlingen
nu spelenderwijs het school-
personeel leren kennen."
Vestingbouwers konden nog zo hun best doen, de tegenpartij
verzon altijd weer een slinkse tegenzet, zoals blijkt uit deze teke
ning die voorkomt in "Den Arbeid van Mars" een soort boek van
Jan Soldaat. De tekening geeft aan hoe het beste een mijngang kan
worden gegraven naar een vijandelijk verdedigingswerk.
Er bestaat een enorme variëteit in
militaire bouwsels omdat de toe
nemende kracht van steeds weer
nieuwe aanvalswapens de steden
telkens weer dwong zich te voor
zien van nieuwe verdedigings
werken.
In de vroege middeleeuwen kon
men nog volstaan met een een
voudige aarden wal met houten
staketsels. Dat werden al snel
stenen ommuringen en toen aan
het einde van de 15e eeuw de
vuurwapens hun intrede deden
ontstonden een nieuwe weten
schap, de vestingbouwkunde.
Het zijn niet alleen militairen ge
weest die zich op dat vlak ver
dienstelijk hebben gemaakt. In
het boek duiken ook de namen op
van kunstenaars als Michelan
gelo en Da Vinei.
Vestingbouwers hebben vaak hun
vinding vóórdat die kon worden
benut achterhaald gezien door de
snellere ontwikkeling van wa
pentuig. Een voorbeeld daarvan
is de Nieuwe Hollandse Water
linie, die liep van Naarden en
Muiden, langs de Vecht, de oost
kant van Utrecht, en de Lek, naar
de Merwede.
De ontworpen torenforten, door
wallen en grachten omringde, to
rens van zwaar metselwerk
waarin zowel het geschut als de
manschappen konden worden
ondergebracht waren vlak na
hun bouw alweer verouderd om
dat inmiddels een nieuwe vin-
ding was toegevoegd aan het
Europese wapenarsenaal:
vuurwapens en geschut met ge
trokken loop wat inhield dat de
baan van de kogel veel stabieler
was dan voorheen en dus ook met
meer kracht op het vijandelijke
bolwerk kon worden afgevuurd.
De zgn. bomvrije torens vai
Nieuwe Hollandse Waterlinie
bleken toen opeen erg kwetsbaar.
Met de stichting is de schrijfster
van "Verschanste schoonheid"
van mening dat ook recente ver
dedigingsstelsels in ons land be
waard dienen te blijven voor het
nageslacht "als monumenten v
strijd voor het behouden v
onze vrijheden". Net zo goed als
in Nederland met zorg worden
gekoesterd de oude stadspoor
ten, grachtengordels en wallen,
die per slot van rekening ook ooit
onderdeel hebben uitgemaakt
van een verdedigingssysteem.