niet m llm, „Ars Aemula" verkeert in erbarmelijke staat Nieuwe schets binnenstad* openbaar v.d. Water ZATERDAG 12 NOVEMBER 1977 LEIDEN LEIDEN - De psychiatri sche instellingen en soortgelijke instituten heb ben samen vele miljoenen guldens aan patiëntengel- den in beheer. Het zijn gel den van de patiënt, die zich o.m. ontlenen aan opbreng sten uit eigen vermogen, doorbetalingen van eerder genoten salaris en uitkerin gen ingevolge allerlei so ciale verzekeringen. De instellingen voeren daarvoor een aparte administratie, die in sommige gevallen grote vormen heeft aangenomen. Het is een taak geworden die inmiddels van veel kanten met een kritisch oog wordt gevolgd. Want het beheer van pa- tiëntengelden is in wezen een on eigenlijke taak voor een instelling die grotendeels met bijdragen uit de pot van de AWBZ, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, draaiende wordt gehouden. Ad ministratie voeren over patiënten- gelden wordt niet door de AWBZ gehonoreerd. Dus moeten de kos ten daarvan uit andere bronnen worden bestreden. Het ligt voor de hand dat de patiënt daar voor op draait. Maar er zit nog een andere kant aan dat beheer. Je zou het principieel onjuist kunnen noemen dat een in stelling die geacht wordt voor me- dische/psycho-sociale opvang te zorgen, daarnaast nog eens het geld van de patiënt/cliënt in beheer heeft. Het is de vraag of de belangen van de patiënt in een dergelijke si tuatie wel op een zuivere wijze worden behartigd. Een veelge-' hoorde wens is dan ook dat er aan die situatie snel een eind wordt ge maakt. Die mening is ook een Leidse werkgroep van "veldwerkers" toe gedaan. Op initiatief van psychiater F. Hiddema (sociaal-psychiatrische dienst) besloot dit werkgroepje - met verder Pieter Hoeker (wets- winkel), Henk Sannes (welzijns- raad) en Frits Quadekker (burger raadsman) - het afgelopen voorjaar een discussie op gang te brengen over het beheer van de patiënten- gelden. Uit dit initiatief rolde - als eerste aanzet - een notitie. De es sentie van dat stuk is dat er voor het beheer van patiëntengelden een andere vorm moet worden gevon den, bijvoorbeeld een apart be heersinstituut voor alle patiënten- gelden in de Leidse regio. Patiën ten of cliënten die niet tot eiegen beheer in staat zijn - want om hen gaat het - zouden hun (spaar)geld dan bij zo'n instituut in bewaring kunnen geven. Rechtspositie Het is duidelijk dat bij dit probleem ook de rechtspositie van de pa tiënt/cliënt in het geding is. En dat is een onderwerp waarover op lan delijk niveau alweer heel wat jaar tjes gepraat wordt. Zo verschenen er in 1974 en in 1976 twee rapporten van de commissie "Rechtspositie Zwakzinnige" (later: Commissie Rechtspositie Geestelijk Gehan dicapten en Gestoorden). En vorig jaar zomer werd er over het beheer van patiëntengelden een wetsont werp gepubliceerd, dat tot doel had de zwakzinnige zoveel mogelijk zelf over z'n geld te laten beschik ken, bijvoorbeeld met behulp van een tussenpersoon. Een betere beheersvorm voor pa- tienteneigendommen werd al in 1972 bepleit door G. Knoester, eco nomisch adjunct-directeur van de Algemene Stichting voor Verzor ging van Zwakzinnigen. Hij dacht Leidse werkgroep wil andere vorm van beheer voor (psychiatrische) patiënt met name aan een landelijk beheer sinstituut, waarin de Financiële be langen van alle zwakzinnigen uit het hele land moesten worden sa mengebracht. En dus uit de instel- ■lingen moesten verdwijnen. Knoester becijferde dat er in het begin van de jaren zeventig zo'n 17 miljoen gulden aan patiëntengel den onrendabel was uitgezet. In middels is dat bedrag waar schijnlijk ettelijke miljoenen ho ger. Hij stelde verder vast dat die gelden een hogere rente zouden opleveren als ze centraal - via een nationaal beheersinstituut - zou den worden uitgezet. Het zou dan bovendien op een economisch meer verantwoorde manier gebeu- Extra kracht We hoeven niet verder van huis te gaan om te zien hoe het beheer van patiëntengelden er in de praktijk uit ziet. Illustratief is de situatie in het psychiatrisch ziekenhuis En degeest in Oegstgeest (bestuurd door de gemeente Leiden), waar voor dat beheer eveneens een aparte administratie wordt ge voerd. Jaarlijks wordt er een groot aantal mutaties uitgevoerd - zo'n 25.000 - en laatst moest er zelfs een extra administratieve kracht wor den aangetrokken, omdat dat aan tal flink was toegenomen. Het totale bedrag aan patiënten gelden dat Endegeest in beheer heeft, wekt de indruk dat we hier te maken hebben met een ban kinstelling: 4,4 miljoen gulden (1 januari '76). Over dat bedrag, dat via de gemeente is uitgezet, kreeg En degeest vorig jaar gemiddeld (de rentevoet wisselt nogal eens) 5ll* procent uitgekeerd. Daar werden vervolgens de administratiekosten (kosten van beheer 51.000 gul den) van afgetrokken, zodat de pa tiënt gemiddeld 4 procent over hield. Een rentepercentage dat. gezien het totale bedrag aan patiëntengel den, niet bepaald hoog kan worden genoemd. Administrateur Koole van Endegeest betwijfelt evenwël of er een bankinstelling te vinden is die meer zal geven. "Een hoger p' r- centage". aldus de administrate ir. "geldt bij langlopende rekeninge' en het probleem is nou juist dat dc gelden die wij in beheer hebben, di rect opeisbaar zijn". Door Wim Wirtz De meer principiële kant van de zaak, namelijk de vraag of en hoe het beheer van patiëntengelden buiten de instelling op poten moet worden gezet, is bij de genees heer-directeur van Endegeest, G. Mojet, evenals bij de rijksoverheid, het Centraal Orgaan Ziekenhuis tarieven en de Nationale Zieken huisraad op één punt geen pro bleem: het moet uit de instellingen verdwijnen. De notitie van de Leidse werkgroep ademt dezelfde geest. In het stuk wordt verder aandacht besteed aan verschillende vormen van belan genbehartiging ten behoeve van de geestelijk minder valide. Genoemd worden de onder-curatele-stelling, het in discussie zijnde mentor schap (een lichtere maatregel), verlengde minderjarigheid voor geestelijk zwaar gehandicapten (in feite een verlenging van de ouder lijke macht na 21 jaar) en de zaak waarneming, bijvoorbeeld door de instelling. Daarbij is de instelling dan wel verplicht rekening en ver antwoording af te leggen aan de pa tiënt/cliënt. Wat het beheer van de gelden be treft, bewijst de praktijk dat dit wel buiten de instelling om kan worden geregeld. Het Deltaziekenhuis in Portugaal bijvoorbeeld heeft een regeling getroffen met een aantal spaarbanken om het beheer van deze gelden over te nemen. Bij "Coudewater" (psychiatrische in stelling in Rosmalen) gaan de grote bedragen naar de Rijkspostspaar bank en worden de kleine mutaties op een eigen spaarbank uitgevoerd. En bij het psychiatrisch centrum St. Willibrord in Heiloo is een rege ling in de maak om met vijf andere psychiatrische instituten (via de computer) een centrale beheer- seenheid op poten te zetten. Voeling Zoals gezegd voegen de samen stellers van de Leidse notitie daarbij de mogelijkheid van een re gionaal beheersinstituut (eventueel een bestaande financieel-admini- stratieve organisatie). Dat instituut zou voeling moeten houden met degene van wie de gelden zijn (of diens vertegenwoordiger), met een extern controle-apparaat en met de betrokken instellingen van de pa tiënten/cliënten. De samenstellers van de notitie hebben over het beheer van pa tiëntengelden intussen een gesprek gehad met wethouder Oosterman, die hun kon meedelen dat er al eens een vergeefse poging was gedaan om voor dit probleem een oplos sing te vinden. Frits Quadekker "Daarom was hij eigenlijk niet zo geïnteresseerd. Hij zei: ga eerst maar de mogelijkheden inventari seren. Welnu, daar zijn we nu mee bezig". LEIDEN- 'Halverwege de Pieters kerkgracht bleef hij staan en keek naar de gevel van een oud gebouw aan de overkant, terwijl hij lang zaam de straat overslenterde. Vlak onder de dakgoot, rechts en baart tegen de gevel bevonden zich twee kleine gevelstenen, waarop tegen een fluweelzwart fond, goud om lijst, in kapitalen stond: Rust jwrt Lust en Lust met God is Rust'. Zo introduceert Jan Wolkers in zijn roman Kort Amerikaans het mo numentale pand waar hij in de oorlog ondergedoken zat. Het im ponerende zeventiende eeuwse woonhuis dat nu bekend staat als 'Ars Aemula (naar de kunstzinnige vereniging die er sinds 1859 huist) heeft aan mensen van allerlei slag onderdak geboden in de loop der eeuwen. Het is een belangrijk mo nument maar verkeert in erbarme lijke staat. Om Wolkers verhaal dat speelt in de tweede wereldoorlog nog eens aan te halen: de vloer van de zolder is zo rot. 'het zou levens gevaar,ijk zijn je daarop te begeven. Zodra de oorlog voorbij is moet die helemaal vernieuwd worden'. En op het eind van de roman: 'Het ruikt hier overal naar verrotting. Het hele gebouw rot weg. Van de winter met de kou heeft het nog de schijn op kunnen houden. Maar nu het warm wordt zakt het als een pudding in elkaar'. Van een goede opknapbeurt is het nooit gekomen en nu is het inder daad zover dat het pand treurig staat te sterven. Gelukkig heeft de gemeente oog gehad voor deze ellende: de ko mende jaren zullen enkele miljoe nen beschikbaar worden gesteld voor algehele restauratie. Nog dit jaar zal begonnen worden met in grepen om het geheel zo goed mo gelijk te behouden, wat sowieso al een miljoen vergt. Dan kost het nog anderhalf jaar om een restaura tieplan op te stellen. Het indrukwekkende pand is he lemaal uitgeleefd. Van de rijkdom van de zalen en kamers is weinig meer over. De vele lekkages - de laatste jaren steeds erger - hebben op vele muren en plafonds hun spo ren achtergelaten. De houten con structie van de onbeschoten daken rot weg, een aantal kozijnen is he lemaal vergaan. Soms neemt het verval romantische vormen aan: een klimop die dwars door het pan nendak groeit... De familie Kneppelhout, die het pand schomk aan de vereniging Ars Aemula, is het laatste rijke ge slacht geweest dat het pand in eigendom heeft gehad. Daarvoor heeft het pand tal van notabelen gehuisvest. Het grachtenpand - dat aan de achterkant grenst aan de Schoolsteeg - bestaat uit ver schillende delen met aparte kap pen. De drie delen van de hoofd vleugel dateren uit 1619 en 1620. Wie de voorgevel bekijkt moet eens letten op de glad gepolijste bak steen - zeer exclusief voor die tijd en nog goed behouden - en de ori ginele vorm van de gevel: zo vind je er geen tweede. Wie door het halletje naar binnen stapt ziet rechts op de binnenplaats de lelijke, in dez^.; eeuw bijge bouwde schoollokalen (nu exposi tieruimte Aardiger is dan om te zien dat in de hoofdvleugel op de eerste verdieping nog een aantal originele kruisramen bewaard zijn gebleven Het witte pleisterwerk op de be gane grond is vast van stadsar chitect Schaap die ook de (ge pleisterde) school ernaast bouwde in de negentiende eeuw. Andei werk van Schaap: scholen aan de Aalmarkt en Boommarkt in de zelfde stijl. Het trappenhuis var Ars Aemula is in al zijn kaalheid nog steeds imponerend; er is een mooie eikenhouten trap. Terwijl de bestuurskamer op de begane grond nog iets behouden heeft van de fri vole rococo met zijn originele tierelantijnen, wordt het, hoe hogei men in het gebouw komt. koudei en kaler. Uiteidelijk op de mag nifieke zeer hoge zolders beland kan men daar door de nok heen de hemel zien, van waar de regen on gehinderd binnensijpelt. Bij de foto's. Boven van links naar rechts: De voorgevel aan de Pieters kerkgracht: er is geen tweede hide grote kamer waar Jan Wol kers ooit ondergedoken zat is nog iets van namaak-marmeren wan dversiering overgebleven Aan de reparatie van het dak waagt men zich niet meer: het mocht onder het werk eens instor ten Onder rechts: Een detail van de schouw in de bestuurskamer laat zien hoever de verzakking en het verval al zijn. LEIDEN - Op grond van de resulta ten van de inspraak die de afgelo pen maanden heeft plaatsgevon den heeft het projectgroep voor de binnenstad een nieuwe ontwik- kelingsschets gemaakt met als be langrijkste aanpassingen: het kernwinkelapparaat, waar zich de winkels van regionale bete kenis moeten bevinden, is wat ruimer gedacht met een uitloper lar de Beestenmarkt; Voor de ontwikkeling van kanto- n is ruimte gereserveerd aan de Langegracht en op het Schutters veld. maar uit berekeningen van de projectgroep is opgemaakt dat de behoefte minder groot is' dan vroeger voorzien; in de Pieters- en Academiewijk wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van horecagelegen heden, net als aan de Beestenmarkt en Steenstraat, maar in Maredorp (Janvossensteeg) zal de horeca op den duur moeten verdwijnen. De projectgroep voor de bin nenstad is al enige tijd op weg om een structuurplan op te stellen voor de binnenstad, dat in grote lijnen vastlegt hoe men de ontwikkelin gen de komende jaren wil sturen. In het kader daarvan heeft de project groep een half jaar geleden vijf schetsen gemaakt van mogelijke ontwikkelingen. Daarop zijn een zestigtal reacties binnengekomen die verwerkt zijn in een nieuwe schets. Bij de schets die nu gepu bliceerd is wordt nog een kleine nota gemaakt met de argumentatie waarom men deze ontwikkeling heeft gekozen. Bij het opstellen van de schets is men uitgegaan van de ge bruiksmogelijkheden van de stad: wonen, winkelen, werken en rec reëren. Bij de verdere uitwerking heeft men wel gelet op het ruimte lijke aspect: in hoeverre kunnen er nog veranderingen in de stad wor- Quarts - Horloges De Aller Beste EIGEN ATELIERS den bewerkstelligd. Tenslotte is nog regelmatig overlegd met de op stellers van het verkeersplan voor Leiden. Daaruit is bijvoorbeeld duidelijk naren voren gekomen, al dus de projectgroep, dat de Hooi gracht en Langegracht niet gemist kunnen worden als verkeersaders. Verder zal het openbaar vervoer gebruik blijven maken van Bree- straat en/of marktenroute. Uitdein kleur uitgevoerde schets is op te maken dat Hogewoerd, Ha ven/Haarlemmerstraat. Steen straat, Noordeinde en Doezastraat gezien worden als winkelstraten die leiden naar het eigenlijke win kelcentrum. Hoewel men in dit centrum tot concentratie van "re gio-winkels" zou willen komen, wil men de Oude Rijn daar echter gro tendeels voor sparen vanwege het monumentale karakter van deze nog rustige rivierarm. Voorde ontwikkeling van kantoren en dergelijke is ruimte gevonden rond het station en aan beide zijden van de Oegstgeesterweg, en enigs zins aan de Langegracht. Omdat het er volgens de project groep naar uit ziet dat de behoefte aan nieuwe kantoren minder groot zal zijn dan altijd verwacht-het feit dat de universiteit ruimte achter laat bij het betrekken van nieuwbouw speelt hierbij ook een rol - is voor het Schuttersveld een grotere vermenging van functies (wonen en werken) mogelijk De bedoeling is dat donderdag 1 decembei de raadscommissies zich over de schets buigen, waarna de gemeenteraad vóór het kerstreces een uitspraak doet (19 december). Na die raadsuitspraak zal er weer met zoveel mogelijk instanties overlegd worden om overeens temming te krijgen over het op te stellen structuurplan. ANTIEKE EN STIJLKLOKKEN Uw vakadres Eigen ateliers De betere kwaliteiten in de voordeligste prijzen v.d. WATER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 3