tESHM ZATERDAG 12 NOVEMBER 1977 PAGINA 23 Terwijl de wereld alom harder roept om de te rugkeer van steenkool wordt in ons eigen Lim burg de laatste hand ge legd aan de onttakeling van de mijnen. Met de welgekozen naam "Operatie Zwart naar Groen" wordt de laatste erfenis van onze steen koolmijnen opgedoekt. De mijnen zijn al lang ge sloten. Dat besluit werd op 14 december 1965 al genomen hoewel het nog tien jaar zou duren voor dat de poorten van de laatste mijn dicht gin gen. Wat overbleef was niet al leen de kater van de moeizame taak om 45.000 werkloze mijn werkers aan nieuw werk te helpen en de goeddeels mislukte in dustriële herstructure ring van de Limburgse mijnstreek. Vanaf het begin van deze eeuw hebben de mijnen het gezicht van Limburg ge paald. En dat gezicht was met de slui ting van de mijnen niet zomaar opgeruimd. Want wat ook bleef na de mijnsluitingen, was het enorme complex, bestaande uit verlaten gebouwen, mijn schachten. kilometers lange muren rond de mijnbedrijven, braakliggende terreinen, bui ten gebruik gestelde mijn- sporen en emplacementen, op slagplaatsen, slikvijvers en vooral de gigantische steen bergen. 160 miljoen Somber, verlaten en triest domi neren deze grijze complexen de mijnstreek. Komt Limburg dan nooit weg onder het grouw van de mijnen? Jawel. Maar het zal nog wel een jaar of tien duren, voordat de "Operatie Zwart naar Groen" voltooid is. Een operatie, waarvoor het niet misselijke bedrag van ruim 160 miljoen gulden is uitgetrokken. Op basis van het prijspeil van 1975 wel te verstaan, dus zal het uiteindelijke bedrag straks in 1985 de 200 miljoen wel over schrijden. Het gaat om het oostelijk Mijn- gebied in Zuid-Limburg, één van'de dichtstbevolkte streken van ons land. Het betreft een stuk grond met eéh straal van zes kilometer, waar, in de ge meenten Heerlen, Kerkrade, Brunsum, Hoensbroek, Schaesberg, Ubach ovei Worms, Nieuwenhagen en Eygelshoven, samen zo'n 210.000 mensen wonen. In dit gebied legden de.- mijn bedrijven sarnen beslag op niet minder dan 750 hectare. Vaak liggen de mijncomplexen bovendien op hinderlijke plaatsen, midden in de woon bebouwing, als oude, deprime rende obstakels. De schachtbok van de Nul- land-mijn bij Kerkrade, een van de oudste van dit soort construc ties in Europa, zal als een van de weinige mijn-monumenten be waard. blijven in Zuid-Limburg Tekst Jan Kees Kokke Foto's Kurt Bökenkamp Niet toevallig Die ligging is natuurlijk niet toe vallig. Toen rond 1900 de mij nindustrie in Zuid-Limburg tot bloei kwam, waren de mijn- steden van nu slechts klein ag rarische dorpjes. Rondom de diverse mijnzetels ontstonden, vlak bij het werk, de woningen van de mijnwerkers, vaak ge groepeerd in zogenaamde ko loniën. Enig stedebouwkundig verband tussen deze woonvestigingen bestond er nauwelijks. De toeleveringsbedrijven van de mijnen zijn op dezelfde manier ontstaan en gegroeid en be vonden zich kris kras door de streek. Pas veel later, ver na de Eerste Wereldoorlog, ontstond enig begrip voor stede- bouwkundige planning. Toen was het echter al te laat om enige verandering te brengen in de gegroeide situatie. Forse ingreep Dat zal nu wel gebeuren. De 'Operatie Zwart naar Groen' betekent een forse ingreen in de oostelijke mijnstreek. restanten van de mijn complexen worden onttakeld, De mijnsteenbergen worden afgegraven. De slikvijvers op geruimd. Er voor in de plaats komen nieuwe woonwijken, dustrieterreinen, recreatiege bieden en parken. In 1985 zullen alleen wat seumstukken nog herinnerin gen oproepen aan de negen mijnen, die de Oostelijke Mijn streek in hun greep hadden: De Oranje Nassaumijn I, II, III, en IV, de Willem Sophie, de Do- maniale Mijn, de Wilhelmina Mijn, de Hendrik en Julia Mijn Wie door het Limburgse heuvel land van het Oostelijk Mijn- gebied rijdt, ontkomt vrijwel geen ogenblik aan het uitzicht op één van de negen mijn- steenbergen, die her en der als zwarte reuzenpuntmutsen in de streek verspreid liggen. Langs de onderzijde zijn ze langzamerhand begroeid met struiken en bomen. Maar het grootste deel blijft toch kaal. Afrasteringen moeten het pu bliek van de gevaarlijke hellin gen weghouden. De steenbergen bevatten samen vele tientallen miljoenen ku bieke meters lei- en zandsteen. De oudere steenbergen hebben vaak nog een verrassend hoog percentage kolen, omdat het wassingsproces aanvankelijk nog niet zo geperfectioneerd was. Er is overigens nog één zo'n wasserij in bedrijf; bij de mijn van Laura en Vereniging in Eygelshoven. Met de kolen, die op die manier uit de steen berg worden gewonnen, wordt onder meer een elektrische centrale gevoed. Wegenbouw. Voorzover het mijnsteen niet ge bruikt wordt voor het opvullen van dalen of oude zilverzand winningen in de buurt, over weegt men het materiaal aan te wenden 'bij de Deltawerken, bij de wegenbouw of bij het ophogen van industrieterrei nen en parkeerterreinen. Tw bergen blijven na 'modelle ring overeind staan: dat is de steenberg van de Wilhelmina Mijn in Schaesberg en de steenberg Beerenbosch bij Kerkrade. Vooral de steenberg van de mijn Wilhelmina is met' z'n inhoud van 12 miljoen ku bieke meter over een opper vlakte van 33 hectare dermate massaal, dat aan afvoer niet eens gedacht kan wordep. De hellingen van deze bergen zul len nu enigszins aangepast worden en vervolgens bedekt inet aarde. Het is de bedoeling dat ze uiteindelijk onderdeel zullen worden van een recrea tiegebied. Jet het afgraven of aanpassen van deze steenbergen is de mijnstreek een hoop overlast' kwijt. Het voornaamste be-t standdeel yan de steenbergen bestaat namelijk uit leisteen. Dat heeft na jarenlange verwe ring de nare eigenschap dat het 's zomers stofoverlast bezorgd en 's winters door de regen ver anderd in een kleverige brei. Samenwerking Voor de enorme saneringsopera tie "Zwart naar Groen" werd een samenwerkingsverband tussen de acht belangheb bende gemeenten opgericht. Die gemeentelijke samen werking was één van de voor waarden die staatssecretaris Schaefer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) had ge- Van een mijncomplex liggen hier de laatste afbraakrestanten. steld, toen hij in 1974 toezegde de reconstructie-operatie voor het grootste deel te zullen sub sidiëren. Drie jaar later, in augustus 1977, ging de operatie officieel van start, toen het eerste mijn- terrein, dat van de voormalige Oranje Nassaumijn in Heerlen, voor 23 miljoen gulden overge dragen werd aan het Samen werkingsverband Sanering Oostelijk Mijngebied. In tamelijk snel tempo werden sindsdien nog een flink aantal voormalige mijnterreinen ver worven. Vrijwel het belang rijkste deel van de mijn- terreinen is thans eigendom van de samenwerkende ge meenten. Het sloop- en graafwerk is overal in de streek druk aan de gang. Slechts twee monumenten zullen als herinnering aan de mijnbedrijven overeind blijven. Dat is een schachtlift- constructie op het terrein van de Oranje Nassaumijn, langs de spoorlijn in Heerlen en de schachtblok van de Nulland in Kerkrade, éen van de oudste van dit soort constructies in Europa, Werkloosheid Met de recreatieparken, die in de plaats van de voormalige mijn- terreinen komen, i.s men in het oostelijk mijngebied uiteraard best tevreden. Maar menigeen Van de Oranje Nassau-mijn in Heerlen staat van het enorme complex alleen nog deze lift schacht overeind. Op de achter grond verrijst de nieuwbouw al. vraagt zich af of de industrie terreinen, die op sommige mijnterreinen worden aange legd, ooit volgebouwd zullen worden. Na de sluiting van de mijnen is de industriële her structurering, die nieuwe werkgelegenheid zou moeten brengen, nooit goed van 'de grond gekomen. Nog steeds is het werkloosheidspercentage van 12 procent hoog in het Oos telijk mijngebied. De vooruit zichten zijn ook al, weinig op wekkend. De grote economische motor, die de steenkoolwinning decennia lang was in zuid-oost Limburg, heeft na de sluiting van de mijnen nooit meer goed ge draaid. De mynen, die zowel letterlijk, als figuurlijk in. het centrum van het maat schappelijk leven stonden, zullen binnenkort voorgoed uit het Limburgse leven verdwe nen zijn. Alleen het gigantische gangenstelsel ondergronds blijft onaangetast, maar afge sloten van de buitenwereld. Wie nu nog eeh schyntje van de Limburgse mijnen wil zien, moet er snel bij zjjn. Straks kan hij daarvoor alleen nog terecht in het Mijnmuseum van Kerk rade.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 23