verlies voor Den
gerde b
iplaatjes
11 'l lil;
IÈÊ[*IËÈÊ
UUWLJH.K1JAI, 111 WIR IMIilLK HIIJ
(na het conflict over de zetelverde
ling en de portefeuilletoedeling); 7.
formateur Den Uyl. De zevende
fase bracht geen geluk want de
formateur struikelde over gebrek
aan overeenstemming over de ver
vulling van ministersposten.
Het is wel vaker voorgekomen dat
een kabinetsformatie moeizaam
verliep en lange tijd in beslag nam.
Als men b.v. kijkt naar de tot
standkoming van het vierde kabi-
net-Drees in de tweede helft van
1956 kan men de volgende fasen
waarnemen: 1. formateur Drees; 2.
formateur Romme; 3. informateur
Lieftinck eerste poging; 4. infor
mateur Lieftinck tweede poging; 5.
informateur De Gaay Fortman,
eerste poging; 6. informateur De
Gaay Fortman tweede poging; 7. in
formateur Burger; 8. formateur
Drees.
Vergelijkt men .de formatiepogin
gen van 1956 en 1977 dan zijn er
zowel overeenkomsten als ver
schillen aan te wijzen. De overeen
komst bestaat in de regelmatige
afwisseling van nu een Pvd A-lid en
dan weer een vertegenwoordiger
van een confessionele partij. Het
grote verschil is echter dat in 1956
de formateur die later Minister-
President zou worden, officiéél
slechts tweemaal optrad.
Prof. mr. F. J. F. M. Duynstee
grondt in zijn boek „De Kabinets
formaties 1946-1965" die terug
houdendheid op de overweging dat(
Drees niet het risico kon lopen een
tweede maal te mislukken. Den Uyl
koesterde die vrees kennelijk niet
en kwam om de haverklap terug.
Er zijn mensen die de schuld voor
het falen in de formatie minu-'
tieus toemeten aan bepaalde figu
ren met een haarscherpe analyse
welk voorstel nèt over de schreef
ging of welke calculatie verkeerd
uitviel. Het zal ongetwijfeld heel
boeiend zijn op zeker ogenblik zo
objectief mogelijk aan de weet te
komen waar de draaipunten zich
bevonden. Dat moment is nu nog
niet aangebroken - er kan immers
nog gelijmd worden? - dat komt
pas na het optreden van het nieuwe
of vernieuwde kabinet in de
Tweede Kamer.
Dwangmatig
Ik geef er de voorkeur aan in het
huidige stadium de aandacht te
richten op dat dwangmatige terug
keren telkens van Den Uyl in de
formatieplaatjes, en wel als symp
toom van de politieke strategie van
de PvdA die eigenlijk geënt is op
een ander staatsrechtelijk systeem
dan wij nu in Nederland hebben.
De PvdA heeft aan de val van het
kabinet Cals/Vondeling in de nacht
van Schmelzer 13 oktober 1966 een
traumatische ervaring overgehou
den. Dat deed haar zoeken naar
mogelijkheden om zonder afhan
kelijkheid van de grotere confes
sionele partijen een kabinet te
vormen. Aaneensluiting met an
dere verwant geachte partijen leek
niet voldoende om een meerder-
Door
Annelien Kappeyne
lid VVD
heid in de Kamer te behalen die
sterk genoeg was als basis voor een
kabinet. Enige extra kunstgrepen
in Grondwet en Kieswet zouden
eerst moeten worden aangebracht.
De PvdA ging daarom aanleunen
tegen enkele ideeën van D66 op
staatsrechtelijk gebied. D66 was
haar succesvolle start begonnen
met het lanceren van de recht
Taal is minstens-even onderhevig
aan modieuze tendenzen als kledij;
de effecten van de taal vallen mis
schien niet zo direct op maar via
allerlei typische woorden werken
ze wel langer door dan een enkel
Zo is het tegenwoordig in om te
spreken van „een plaatje". Het
spreken in beelden is op zich zelf
oeroud, even oud als de dichtkunst.
De fotografie die momentopnames
kan vastleggen is jong en aan die
moderne techniek van beeldvor
ming wordt het woord „plaatje" in
de zin van situatie, ontleend. Geen
bijdetijdse woordvoerder of pu
blicist ontkomt aan het beschrijven
van het een of andere plaatje.
De afgelopen 23 a 24 weken is men
in de Nederlandse politiek bezig
geweest met het plaatje van een
nieuw kabinet. Degenen die zich de
verantwoordelijkheid voor de tot
standkoming van het nieuwe kabi
net op de hals wilden halen, lever
den materiaal voor wisselende op-
Plaatjes
Terugblikkend na de vierde mis
lukking van het kabinet Den Uyl II
verzamel ik de volgende plaatjes: 1.
formateur Den Uyl; 2. informateur
Albeda (na het conflict over de
VAD); 3. formateur Den Uyl; 4..in
formateur Veringa (na het conflict
over de regeling van de abortus); 5.
informateurs Veringa en Den Uyl;
6. informateurs Vrolijk en Verdam
Een ambtenaar van de burgerlijke
stand maakt het een enkele keer
in zijn loopbaan mee, dat een
bruid of bruidegom tijdens een
huwelijksplechtigheid het "nee"
laat horen waar een ontroerend
"ja" verwacht werd. Zoiets wekt
veel consternatie. Hoe is het in
hemelsnaam mogelijk, dat twee
mensen zeggen niet buiten elkaar
te kunnen en daarom zich eerst
verloven vervolgens in onder
trouw gaan om als het erop aan
komt toch niet met elkaar te
trouwen?
Iets dergelijks is vorige week in de
politiek gebeurd toen het CDA
"nee" zei tegen de PvdA. Beide
partijen waren erop uit een (ver
standshuwelijk te sluiten. Na
het akkoord over de zetelverde
ling kon Den Uyl bijna al de auto
laten voorrijden om naar de Ko
ningin te gaan en toch mislukte
de zaak nog!
De verklaring die je in veel com
mentaren kunt lezen is de vol
gende: De PvdA vecht eerst een
stevige robber om programma
tisch eruit te halen wat eruit te
halen valt, niet zonder succes.
Daarna gaat zij de strijd aan om
het aantal ministersposten in het
nieuwe kabinet. Ook hier weer
een hevige strijd waarbij twee
tactieken een rol spelen: één ge
richt op het verwervan van de
meerderheid en een ander ge
richt op een progressieve minis
tersploeg in een gelijke zetel
verdeling.
Het resultaat is voor de PvdA niet
optimaal, maar wordt uiteinde
lijk geslikt, omdat er dringend
geregeerd moest worden en er
niets meer te onderhandelen viel.
In de PvdA slaat echter de vlam
in de pan en de partijraad fluit de
fraktie terug. Zowel fraktie als
lijsttrekker doen dat niet, maar
Deze kabinetsformatie heeft ten
minste twee records gebroken: de
langste formatie in de parlemen
taire geschiedenis van Nederland
en nooit is er zo lang en zo verbit
terd tussen twee partijen gestre
den over de strategie. De PvdA
heeft haar sinds 1967 ontwikkelde
meerderheidsstrategie gevolgd,
het CDA de strategie van samen
werking in gelijkwaardigheid op
basis van de verkiezingsuitslag
.De gelijkwaardigheid tussen de
toekomstige regeringspartners
moet, volgens het CDA, tot uiting
komen in het regeringsprogram,
in de zetelverdeling en in de per
sonen die de verschillende por
tefeuilles zullen gaan beheren. In
het program is dat redelijk ge
lukt, zoals ik in een vorig artikel
heb uiteengezet. Over de zetel
verdeling is wekenlang gevochten
over de formules 8-7-17-7-2 en
7-7-1
Na een tussentijdse crisis heeft de
PvdA tenslotte toegegeven aan de
strikte eis van het CDA tot gelijk
waardigheid door de formule
7-7-2 te aanvaarden. Dezelfde
avond verwierp de Partijraad
van de PvdA echter het door de
fraktie aanvaarde akkoord,
daarmee een crisis oproepend
binnen de partij.
laten zich toch zoveel aan de
partij gelegen liggen, dat zij hun
hand overspelen en bot vangen.
De rol van het CDA wordt daarna
aan een minder kritisch oordeel
onderworpen. Meestal wordt vol
staan met het verwijt, dat het niet
zo aan de persoon Andriessen
had moeten vasthouden.
Geen analyse
De commentatoren, die met een
dergelijke verklaring komen,
maken het zich gemakkelijk. In
feite doen zij niets anders dan nog
eens in kort bestek bij elkaar zet
ten, wat eerder in hun kranten is
verschenen. Zij constateren - ge
kleurd - feiten, maar geven geen
analyse van het gebeuren. Wan
neer twee partijen zeggen met el
kaar in zee te willen gaan, wan
neer zij beide beseffen, dat er
geen echt alternatief is voor dit
samengaan dan moet er bij een
mislukking meer aan de hand
zijn dan met termen als "door-
drammen", "gebrek aan toleran
tie" enz. beschreven kan worden.
Vooruitlopend op het oordeel van
meer objectieve buitenstaanders,
wil ik als medespeler een drietal
factoren nopmen, die naar mijn
mening eer! belangrijke rol spe
len ter verklaring van de huidige
kabinetscrisis. Het zijn de vol
gende:
1. De verschuivingen in het poli
tieke krachtenveld, die met name
na 1967 zijn opgetreden;
2. De veranderingen in een aantal
ongeschreven regels, die het poli
tieke gedrag beheersen;
3. De opkomst van het CDA als in
stabiel blok in de Nederlandse
politiek.
Om te beginnen de verschuivingen
in het politieke krachtenveld. Tot
1963 wordt de Nederlandse poli-
Verkeerd, staatsrecht
Socialisten hebben de jaren door
problemen gehad met ons staats
recht over de verhouding tussen
partijfraktie en bewindslieden,
onverschillig of de laatsten wet
houder, gedeputeerde of minister
zijn. hi de geldende opvatting
van die verhouding - gestempeld
door Christen-Democraten en Li
beralen - heeft ieder van deze
groeperingen zijn eigen verant
woordelijkheid. De partij stelt het
programma vast en daarmee de
grote lijnen van de politiek; de
door de partij gestelde kandida
ten zijn aan dat program gehou
den.
De gekozen fraktie heeft de eigen
verantwoordelijkheid om dit
program in steeds wisselende om
standigheden tot uitvoering te
brengen. Zij is daarvoor primair
verantwoording schuldig tegen
over de kiezer, en handelt zonder
last of ruggespraak - zelfs niet ten
opzicht van de eigen partij.
De bewindslieden belichamen het
gezag „bij de gratie Gods". Zij
hebben de volstrekt eigen ver
antwoordelijkheid om overheid te
zijn „U ten goede" (Rom. 13),
d.wz. alle burgers ten goede. Voor
hen met name geldt het oude
CHU-adagium „Hoe dichter bij
Door
Henk Molleman,
lid PvdA
tiek beheerst door een vijftal par
tijen: drie confessionele, een libe
rale en een socialistische. De on
derlinge krachtsverhoudingen
wisselen wat, maar niet spec
taculair. De confessionele par
tijen zijn gedrieën het sterkst.
Van hen hangt het af door welke
coalitie het land geregeerd gaat
worden.
Na 1967 zien we een stroomver
snelling in de politiek. De kiezer-
saanhang van de confessionele
de Kroon, hoe minder par
tijman".
Socialisten hebben deze opvatting
over gescheiden verantwoor-.
delijkheden nooit van heler harte
kunnen aanvaarden. Drees Sr.
stond er in de praktijk - wellicht
ook in theorie - dichtbij en Vrede-
ling gaf - in het conflict over de f
16 - het klassieke statement af:
PvdA - Congressen kopen geen
vliegtuigen", maar dat doet geen
afbreuk aan de permanente on
der- of bovenstroom in het so
cialisme die uitgaat van de stel
ling dat de „basis", c.q. de partij
beslist!
Oorspronkelijk was dat het beginsel
van het Nat. Arbeiders Syn
dicaat, de socialistische vak
beweging van de vorige eeuw,
waarin bestuurders werden be
schouwd als „de kruiers van de
leden". Dat beginsel leed zijn
echec in de spoorwegstaking van
1903, waaruit het NVV ontstond
als modernevakbewegingmet
een eigen verantwoordelijkheid
voor bestuursorganen. In het so
cialisme zien we echter - zowel
maatschappelijk als politiek -
'voortdurend het anarchisme van
het NAS weer de kop opsteken:
politiek laatstelijk in ,flieuw
Links". Democratie wordt van
„gedelegeerd vertrouwen" gede
partijen loopt terug. Parallel aan
de crisis in de Roomskatholieke
Kerk is het verliés van de KVP
van een enorme omvang. In 1963
behaalde deze partij 31.9% van de
stemmen. In 1972 was dit per
centage teruggelopen tot 17.7.
De ARP en CHU verliezen ook aan
stemmen, maar minder ernstig.
Tegenover het afbrokkelen van
de confessionelen staan twee an
dere verschijnselen. In de eerste
plaats de opkomst en terugval
van een aantal nieuwe partijen,
waarvan alleen D'66 een invloed
rijke positie heeft weten te be
houden. In de tweede plaats de
gestage en later snelle groei van
de WD en eveneens - na een
grote terugval in 1967 - van de
PvdA.
Het beeld, dat we nu zien is als
volgt: De oude vijf grote partijen
maken in een driestromenland
weer de dienst uit, maar in een
onderling sterk gewijzigde posi
tie. De gefedereerde confessio
nele partijen zijn hun macht
spositie kwijt. De PvdA is nu de
grootste partij en alleen met haar
kan een echte meerderheids-
coalitie worden gevormd. Dit
vraagt van de confessionelen een
omschakeling, gewend als zij
sinds de Tweede Wereldoorlog
zijn om leiding aan de kabinets
formatie te geven.
Bij de vorige kabinetsformatie is
hen de leiding geforceerd ont
nomen door één Burger. Bij de
verkiezingen van mei jl. is dit
door meer burgers gedaan. Daar
aan te moeten wennen is geen
schande, maar het werkt wel ver
tragend op de kabinetsformatie.
Spelregels
Een tweede verklaring voor de
huidige impasse ligt in de veran
formeerd tot „georganiseerd
wantrouwen"
De logische consequentie vindt men
in het „terugroepingsrecht" van
plaatselijke of regionale PvdA-
besturen, op grond waarvan men
'gekozen socialistische volksverte
genwoordigers in Raden of Sta
ten kan dwingen af te treden als
zij de partijlijn niet wensen te
volgen. Van een eigen verant
woordelijkheid van staten- of
raadsleden blijft op die manier
niet veel over.
PvdA-Congres
De Tweede Kamer-fraktie van de
PvdA heeft naar deze theorie de
oren nog niet willen laten hangen
toen de Partijraad' het bereikte
zetelakkoord verwierp. Uit het
feit dat de fraktie vroeg om een
buitengewoon partijcongres, dat
een definitief oordeel zou moeten
uitspreken, blijkt echter dat de
ondergeschiktheid van de fraktie
aan de partij wordt erkend.
Staatsrechtelijk schept dit een
merkwaardige situatie. Stel dat
Den Uyl bij het doorzetten van
zijn formatie zodanige wijsheid
en spoed had betracht dat het ka
binet vóór zaterdag j.l. gereed
was gekomen. Had de Koningin
dan het kabinet kunnen beëdigen,
streekse verkiezing van de minis
ter-president, gekoppeld aan een
districtenstelsel voor Tweede-Ka^
mer-verkiezingen. Onder PvdA-
aandrang werd de rechtstreeks ge
kozen minister-president gewij
zigd in de rechtstreeks gekozen ka-
binets-formateur.
Het meerderheidsmes zou dan aan
twee kanten snijden: het distric
tenstelsel zou de kleinere partijen
opruimen en extra (niet door
stemmen verdiende) zetels toe
wijzen aan de grote partijen of par
tijencombinaties, terwijl de verkie
zing van de door de partijen kan
didaat gestelde kabinetsformateur
een sterke aanwijzing zou geven
hoe het kabinet zou moeten worden
samengesteld.
Afgewezen
De koppeling van gekozen kabi
netsformateur en districtenstelsel
werd tweemaal door de Tweede
Kamer afgewezen. De eerste keer
gebeurde dat bij de behandeling
van een initiatiefvoorstel tot
Grondwetswijziging van leden van
PvdA, D66 en PPR in 1971. Het on
derdeel over de gekozen kabinets
formateur werd verworpen. De
grote confessionele partijen had
den wel oren naar een distric
tenstelsel omdat het hun aan een
kunstmatige meerderheid in de
Kamer kon helpen.
Omdat de initiatiefnemers aan de
koppeling bleven hechten, trokken
zij vervolgens het tweede deel van
dering van de politiek? spelre
gels. Door de grote onderlinge
verschillen zijn de middelpunt
vliedende krachten in de Neder
landse politiek altijd sterk ge
weest. De politieke leiders oude
stijl beseften dit terdege. Zij pro
beerden de spanningen binnen
de perken te houden door in top-
overleg tot compromissen te ko
men. De achterbannen aan
vaardden deze compromissen,
omdat hun verhouding tot de
leiders was gebaseerd op ver
trouwen.
Veel kans om het vertrouwen op te
zeggen was er overigens niet. De
onderhandelingen waren ge
heim. Alleen de uitkomsten wa
ren controleerbaar. Als de leiders
er onderling niet uitkwamen dan
werden de problemen ofwel ter
zijde geschoven, in de ijskast ge
plaatst, ofwel overgedaan aan
deskundige buitenstaanders, die
een oplossing moesten zoeken.
Veel van deze en andere spelregels
- door de Leidse hoogleraar Lijp-
hart als eerste geformuleerd -
werken nu niet meer, omdat zij
niet meer worden aanvaard of
niet meer kunnen worden opge
legd. Het sluiten van compromis
sen is niet langer meer populair
en voorzover men er nog aan wil,
moeten zij in ieder geval op een
andere manier tot stand komen
dan vroeger. In plaats van overleg
achter gesloten deuren is de
openbare onderhandeling geko
men. Het wegpoetsen van ver
schillen is vervangen door een
harde houding van confrontatie.
De neiging om dingen buiten de
politiek te houden is verkleind.
Een strijdpunt als de abortus bij
voorbeeld wordt tot het einde
politiek uitgevochten en wordt
daardoor een tijdbom onder een
Pvd A-C D A-coalitie.
Door
drs. J. de Koning
lid CDA
of had Zij moeten wachten op het
rode of groene licht van het par
tijcongres?
Dat het zo niet hoeft en zo niet moet
bewees de Partijraad van de
ARP na de kabinetsformatie in
1973. Ondanks het feit dat deze
formatie in AR-kring zeer om
streden was, sprak de Partijraad
hun stelsel, een districtenstelsel, in.
Het kabinet-Den Uyl presenteerde
de beide gedachten nog eens in een
nota over een algehele grond
wetsherziening. De meerderheid
der Kamer, nu met inbegrip van het
CDA, verwierp ze in het begin van
1975.
De PvdA is echter met haar poli
tieke strategie gewoon in de meer
derheidsrichting doorgegaan alsof
het door haar aangehangen sys
teem wél was aanvaard. Bij de
laatste verkiezingen werd dat heel
duidelijk benadrukt in de PvdA-
verkiezingsslogan „kies de minis
ter-president" met Den Uyl in
peinzende pose op de aanplak
biljetten als een soort van socialis
tische vader des vaderlands.
De praktijkervaring van presiden
tiële en quasi-presidentiële stelsels
leert helaas dat hun brandpunt zich
verschuift van politieke prog
ramma's naar de persoon van de
kandidaat. Als men zich in de pro
paganda en werfcampagnes bo
vendien spiegelt aan de reclame
technieken zoals die ontwikkeld
worden in de Verenigde Staten
waar politieke programma's bij
verkiezingen zelden een rol spelen,
dan wordt het gevaar van het
„mannetjes maken", van de ver
persoonlijking van de politiek ver
groot.
Vals beeld
Bij de kiezers is het valse beeld ge
wekt dat een stem op PvdA-lijst-
De veranderingen in de spelregels
zijn een gevolg van veranderde
normen en waarden, die in onze
samenleving vooral sinds de
tweede helft van de zestiger jaren
zijn opgekomen. Voorzover zij
zijn vertaald in vernieuwings
voorstellen, zijn zij weer van het
toneel verdwenen, maar dat be
tekent niet dat de veranderde
waarden zelf niet meer bestaan.
Door de bestaande politieke
machtsverhoudingen in de Ka
mer konden zij niet worden ge
realiseerd. Lang niet alle partijen
wilden namelijk op die verande
ringen inspelen, onaangeraakt'
als zij waren door de ver
nieuwingsbewegingen van de
zestiger jaren. Bij de partijen die
wel intern die vernieuwingsbe
wegingen hebben doorgemaakt
of als resultaat daarvan in het le
ven werden geroepen, zijn de
nieuwe normen en waarden
blijven hangen.
Verveling
Het gevolg van dit alles is, dat er
twee partijen tegenover elkaar
staan, die andere spelregels han
teren. Men moet zich voorstellen
naar een wedstrijd te gaan kijken
van een voetbalelftal tegen een
rugbyteam. Beide ploegen mo
gen trappen, maar dat is zo onge
veer het enige, dat zij gemeen
hebben. In het begin zal men nog
wel geboeid toekijken, maar al
gauw zal de chaos gaan vervelen.
Hoe onwaarschijnlijk het ook
lijkt, zo iets gebeurt er mornen-
teel in de Nederlandse politiek.
Tenslotte is het ontstaan van het
CDA een derde verklaringsgrond
voor de vastgelopen formatie.
Het CDA is geen nieuwe of ver
nieuwende beweging, maar een
defensief verbond van drie zeer
geen oordeel uit, daarmee terecht
de verantwoordelijkheid bij de
fraktie latend.
Personen
Deformatie-Den Uyl is tenslotte ge
strand op de keuze van de perso
den die het kabinet moeten be
mannen. Velen krijgen daarbij
een wat akelige smaak in de
mond, als of het alleen zou gaan
om persoonlijke antipathieën en
ambities. De strijd om de perso
nen vormt echter slechts het topje
van de ijsberg. Daaronder gaat
schuil de strijd om de gelijk
waardigheid.
Als de PvdA de vrijheid heeft om
zelf haar kandidaat-ministers
voor te dragen, dan eist het CDA
die vrijheid ook op. Daarbij komt
de gebrekkige argumentatie van
de formateur. Als Lubbers op
Econ. Zaken moet blijven, omdat
het kabinetsbeleid van Den Uyl 1
moet worden voortgezet, dan is
het op zijn minst onlogisch Van
Agt van Justitie te weren.
Als van Agt, Andriessen en
Kruizinga ieder voor zich aan
vaardbaar zijn als kandidaat
minister, dan gaat het niet aan te
zeggen dat een tweetal uit dit
rijtje wel kan, maar het drietal
niet.
trekker Den Uyl zou betekenen de
totstandkoming van een socialis
tisch meerderheidskabinet onder
leiding van minister-president Den
Uyl. De tien zetels winst van de
PvdA werden vervolgens toege
schreven aan de persoonlijke poli
tieke aantrekkingskracht van Den
Uyl. Dat verleende hem in eigen
kring, maar dan ook uitsluitend
daar, het prestige om een meerder
heidspositie voor zijn partij in het te
vormen kabinet op te eisen.
Feitelijke macht in handen van
mensen is grilliger dan geestelijke
macht uitgaande van ideeën. Men
sen zijn ijdel en kwetsbaar bij ge
zichtsverlies, politieke prog
ramma's niet. Den Uyl kon het niet
laten telkens weer als de grote poli
tieke leider op het formatietoneel te
verschijnen in tegenstelling tot
Drees Sr. die het juiste moment
wist af te wachten. Als tacticus is
Den Uyl er in geslaagd de rijen bin
nen zijn partij te sluiten; zijn positie
naar buiten toe als kabinetsforma
teur heeft gevoelig geleden.
Misschien is dat laatste ondanks de
betreurenswaardige vertraging van
de formatie toch gezond voor onze
democratie omdat het de onbe
wuste behoeften naar een „sterke
man" onder de kiezers smoort
voordat een persoonlijkheids
cultus met politiek leiderschapal
lures ook andere partijen gaat be
smetten. Mogen wij gespaaro
blijven voor politieke heiligen
plaatjes.
verschillende partijen, die gefor
ceerd over hun verschillen zijn
heengestapt om het vege lijf te
redden.
Aanvankelijk verhinderden uit
eenlopende opvattingen over
grondslag en politieke kleur van
de partij haar totstandkoming.
Het oprichtingscongres werd een
miskraam. Toen onder druk van
locale samenwerkingsverbanden
het CDA er eindelijk kwam, ble
ken de verschillen telkens weer
een goed functioneren te belem-
Van Agt werd tot lijsttrekker geko
zen, omdat de drie fractievoorzit
ters elkaar deze positie niet gun
den. En zo is het telkens geble
ven. Na de verkiezingen mocht
Andriessen geen tweede voorzit
ter van de fractie worden. Tijdens
de formatie moesten de infor
mateurs bij voorkeur gelijkelijk
verdeeld worden over de drie
partijen.
Al met al betekent de totstandko
ming van het CDA wel, dat een
partij als de ARP, die telkens ei
gen loyaliteiten liet gelden bijv.
na de nacht van Schmelzer in
1966 en bij de wording van het
kabinet Den Uyl in 1973, nu haar
solidariteit eerst richt op het
CDA. Aangezien trouw altijd tot
een van de deugden van deze
partij heeft behoord, houdt dit
een verlies in voor progressieve
politiek.
De ARP, die anders in staat zou zijn
geweest door een eigen inbreng
partijen over de streep te krijgen,
is nu ingekapseld in een log blok,
waarin deze invloed niet meer tot
gelding kan komen. Een onaf
hankelijke ARP had wellicht de
crisis over de grondpolitiek
voorkomen en recentelijk de ka
binetsformatie over het dode
punt getild.
Het CDA kon dit blijk van kwade
wil niet accepteren, niet alleen
omdat het nu al onredelijk is,
maar ook omdat het een signaal
is dat men ook in de toekomst, dic
taten zal moeten verwachten.
Hoe verder?
In de adviezen aan de Koningin
laat alleen het CDA nog duidelijk
ruimte voor een overbrugging
van het laatste geschil dat de
vorming van een PvdA - CDA
kabinet nog in de weg staat. Te
vens is echter de ruimte gescha
pen voor een alternatieve oplos
sing, nl. een kabinet CDA-VVD.
Dat PvdA en VVD voor ons geen
lood om oud ijzer zijn, blijkt wel
uit de worsteling van het laatste
halfjaar om met de PvdA tot een
akkoord te komen. Van het CDA
mag men echter niet verwachten
dat het zijn stelling van volstrekte
gelijkwaardigheid prijsgeeft.
Van de in-) formateur die de Ko
ningin gaat benoemen wordt
wijsheid en doortastendheid ge
vraagd!
Deze MENINGEN-pagina is
een discussie-platform. Plaat
sing van artikelen alhier wil
niet zeggen dat de redactie met
de inhoud instemt.
SIP I
iffll
BHBHHHIB
-* v.
WRrwWIrl