Subaru breidt assortiment uit: 1600-serie Apparaatjes om benzine te besparen Een auto heeft veel te verduren DINSDAG 2o OKTOBER 1977 AUTO PAGINA 15 Een auto heeft heel wat te verdu ren. Het is in feite een technisch wondertje dat zo'n vehikel van daag de dag vrijwel moeiteloos een honderdduizend kilometer meedraait. We accepteren dat als doodnormaal. Een klokje rond is toch wel wat we van een auto verwachten. En we staan er niet bij stil wat de verschillende otiderdelen van een auto allemaal moeten verwerken alvorens die 100.000 km op de tel ler staan. Welke enorme krachten ze vaak aan worden blootgesteld. En hoe ze ondanks een intensief aan de tand voelen de slijtageslag toch vrij moeiteloos overleven. Technici van Volkswagen hebben zich er eens minder gemakkelijk bij neergelegd. Door middel van ingebouwde telmechaniekjes hebben zij gemeten hoeveel keren de verschillende bedieningsele- menten tijdens die hon derdduizend kilometer op hun duvel kregen. Natuurlijk telt bij de slijtage het rijgedrag mee.Of men ruw met de wagen omgaat of niet. Dat is niet met telmechaniekjes te controle ren. Wel kan men onderscheid maken in het gebruik. In de stad moet er in de cabine natuurlijk meer gebeuren dan op de auto snelwegenwaar men vele kilo meters achter elkaar kan "veror beren" zonder bijvoorbeeld te be hoeven schakelen. Daarom hebben VW-technici bij hun metingen- van alle auto's uit het breedvoerige gamma van het Westduitse autoconcern - verschil gemaakt tussen het rijden in de stad. wat ze dan kennelijk niet le 75000 N 3e 95000 N. Ie 150000 St. 3e 180000 St. 2e 100000 N. 4e 40000 N. 2e 190000 St. 4e 70000 St. KOPPELING 20000 x achteruit N. 45000 x achteruit St. 330000 N. 630000 St. helemaal normaal vinden en het zogenaamde "normaal" rijden Daar is dan het gebruik op de snelwegen mee bedoeld. Op de te kening staan die gegevens voor "stad" en "normaal,' afzonder lijk weergegeven tegenwoordig zo vaak overspoeld met cijfertjes. We worden er wel eens moe vanMaar het is toch wel eens indrukwekkend te zien, wat jautopressj Dat is bepaald niet niks, zeggen ze tegenwoordig. Het blijft een beetje tobben met Subaru. Door vaak externe omstandigheden heeft dit Ja panse merk enkele valse starts in ons land gemaakt. Eenmaal goed weg met de 1400-serie - beslist geen on verdienstelijke wagen - werd het merk weer danig in de wielen gereden door de ener giecrisis. Natuurlijk hebben alle auto merken daar even de wter- slag van ondervonden. Maar het laat zich raden, dat een klein merk (of misschien nog beter een merk, dat nog he lemaal moet beginnen) door zoiets wel heel zwaar wordt geraakt. Daar kwam nog bij, dat die 1400-serie aanvankelijk be paald niet goedkoop uit de startblokken kwam. Dat is inmiddels wat beter gewor den (van een dikke twaalf tot een ruime veertien mille) maar de beperking van die éne serie bleef toch wel een zware last leggen op de schouders van de verkopers van het Nederlandse kantoor van Misuca Europa in Hoofd dorp en op de enkele tiental len dealers in ons land. Als een klant wat anders wilde dan een wagen met een 1400 cc motor moest "neen" of een ander merk worden verkocht. Daar is nu deze maand waf wijziging in gekomen. Er is een complete 1600-serie bij gekomen. Het is nog wel geen breedvoerig assortiment dat men sinds deze maand de klant kan voorzetten maar alle beetjes helpen. Ook de grote Japanse merken zijn nog niet zo lang geleden in ons land klein begonnen. .ir zijn zeven uitvoeringen van de 1600 leverbaar. Twee- en vier-deurs. Met een hand- geschakelde bak of met een automaat. Men kan een coupe krijgen of een stationwagen. En desgewenst kan die coupe met een vijf versnellingsbak worden uitgerust, die destijds ons ook zo goed in de 1400 is bevallen. Alle modellen hebben de voor een Japanner zeer onge bruikelijke voorwielaandrij ving. Voorts onafhankelijke wielophanging, een zelf dragende carrosserie met kreukelzones, èen telescopi- sche stuurkolom en een ge scheiden diagonaal rem- systeem. De viercilinder motor met een inhoud van exact 1595 cc ontwikkelt 72 DIN pk bij 5200 omw/minuut. Het type hard top GTF is voorzien van een motor, die 83 DIN produceert. Bij 5600 omw/min. Dit model heeft een vijf versnel lingsbak. De eenvoudigste uitvoering van deze 1600-se rie gaat 13.360 kosten, de top ligt op 16.599. De Subaru 1600 GF Essochem brengt goedkoper en simpeler bumpersysteem „Essochem Europe" (de chemische afdeling van Esso) heeft een nieuwe autobumper ontwikkeld. Volgens de ontwerpers een eenvoudig sys teem, dat niet duur is, weinig weegt en klein van stuk is. Het klinkt der halve erg aantrekkelijk. Het systeem is gebaseerd op een klein onderdeel van synthetisch rubber, dat gemakkelijk en goedkoop te maken is op de ge wone machines. Niets bijzonders dus. Het onderdeel wordt gemaakt van (gaat u er even bij zitten): ge- vulcaniseerd ethyleen propyleen terpolymeer. Gelukkig heeft Es sochem voor deze tongbreker een wat simpeler merknaam gelan ceerd: Vistaion. Essochem zegt dat uitgebreide proeven hebben aangetoond, dat het ontwikkelde bumpersysteem herhaalde botsingen tot acht kilo meter per uur kan doorstaan zon der zelf beschadigd te worden en zonder schade aan de auto. Volks wagen zou er al mee aan het ex perimenteren zyn. Als bijkomende voordelen noemt Essochem: een grote variatie in modellen, geen veroudering, en het kan niet roesten of lekken. Om te 'zien is het een soort rubber kastje tussen bumper en carrosserie. Vol gens Essochem kan het duurdere en ingewikkelde systemen heel gemakkelijk vervangen. De toekomst zal het uitwijzen of dat inderdaad kan. Proless De toekomst zal ook het antwoord geven op de vraag of de diverse brandstofbesparende systemen, die min of meer geregeld opduiken ook inderdaad besparing van brandstof betekenen. In het.verle den zijn zulke vragen vaak met „neen" beantwoord. Daar is men bij Taxameter Centra le BV in Amsterdam nogal terug houdend geweest over de moge lijkheden van het Proless-apparaat. Zeker, het kwam van een serieuze Duitse fabrikante (Zettelmeier- groep), maar men zet toch niet gaarne een goede naam op het spel. Een overtuigend Tüv-rapport en eigen ervaringen waren oorzaak dat men het toch aandurft. Het Pro less-apparaat is een flens dat tussen carburateur en inlaatspruitstuk wordt aangebracht. Het is voorzien van een druppelvormige brug met zorgvuldig berekende calibrerin- gen, die onder bepaalde omstan digheden extra lucht toevoeren. Deze extra lucht wordt niet ge bruikt om het mengsel te verarmen maar om een zodanige fijne ver stuiving van het brandstof-lucht- mengsel te verkrijgen, dat bij sta tionair draaien en deellast een veel beter verbranding wordt verkre gen. Wat volgens de fabrikant zou Het synthetisch-rubberen v bindingsstuk tussen bumper carrosserie is het geheim van socflem. resulteren in lager verbruik bij de zelfde prestaties. Als het waar is het erg gunstig. Flo'ritte Ook uit Engeland is een dergelijk bericht overgewaaid. Het komt van Milton Keynes Precision Enginee ring Ltd. Daar is een apparaatje ontwikkeld dat binnen een half uur op alle auto's zonder brandstof-in jectie kan worden aangebracht. Volgens de fabriek levert dat een besparing van tien tot 25 procent op. Alsof het niks is. Het is weer een eenvoudig idee. Mechanische en' elektronische benzinepompen werken met een vrij hoge druk om een voldoende, brandstoftoevoer naar de carbura teur te verzekeren. Door deze druk laat de vlotterklep vaak teveel brandstof door. Dat is verspilling. Het apparaatje „Flo'ritte" zorgt er- aangebracht tussen pomp en car burateur - voor dat een voldoende hoeveelheid benzine gelijkmatig door middel van afgestelde en ge regelde druk naar de vlotterkamer van de carburateur stroomt. De fabrikant zegt dat het apparaatje al met succes in rallyauto's is toege past. Renault heeft een schier eindeloze rij van modellen. Ga maar na: het begint bij het befaamde viertje en het eindigt op dit moment bij de 30 TS die wij destijds „de burcht" van het Franse staatsmerk heb ben genoemd. Tussen de twee ui tersten een keur van modellen: de 5, de 6, de 12, de 14, de 16, de 17, de 20. Alsof dat nog niet genoeg was is er tussen de 20 TL en de 30 TS nog een variant bijgekomen. Een geheel nieuw ontwikkelde mo tor heeft deze stap mogelijk ge maakt. De 20 TL was namelijk voorzien van de uit de Renault 16 TX al bekende 1650 cc motor. En in de 30 TS troont de samen met Peugeot ontwikkelde 2,7 liter zes cilinder krachtbron. In feite gaapte tussen die twee varianten een flink gat. Dat kon opgevuld worden door de ontwikkeling van een nieuwe viercilinder mo tor met twee liter inhoud. Ook in vermogen past de i wagen uitstekend tussen de 20 TL en de 30 TS, die respectieve lijk 90 en 125 DIN-pk kunnen produceren. Onder de motorkap van de nieuwe 20 TS gaat een tweeliter motor schuil, die 110 DIN-pk vermogen heeft. Men kent wellicht nog de voorge schiedenis van deze grof Re nault. Het Franse merk ^uwde ook een veiligheidsi .ao. Niet zoals de Amerikanen vanuit een groot aantal - achter bureaus ontworpen - eisen maar op grond van de resultaten van nauwkeu rige analyses van duizenden ver keersongevallen. Uit deze prak tijk kwamen de zwakke plekken van een auto duidelijker naar vo ren dan alle theoriëp konden be wijzen. De bij de bouw van die veiligheids auto opgedane ervaringen wer den benut bij het ontwerp van de nieuwe grote Renault. Maar de ontwerpers hadden wel het con signe meegekregen, dat onder geen beding afbreuk mocht wor den gedaan aan het gebruiksge mak en het comfort die in de loop der iaren in de personenauto's *waren gestopt. Het resultaat was in eerste instantie de Renault 30 TS, een machtige en imposante wagen Een auto waarvan men al bij de introductie kon vermoeden dat dit niet de enige versie van dit uitstekend uitgebalanceerd model zou blijven. Renault zelf zegt het ui terst bloemrijk: „De ontwikke ling van een variatie op een be staand automobiel is te verge lijken met een variatie op een muziekthema. Hoe rijker het thema hoe interessanter het wordt om melodieën te zoeken die ieder naar smaak en voor liefde aanspreken". Prachtig poëtisch, minder prak tisch. Zeker bij een zo prozaïsch object als een auto dat v> een gebruiksvoorwerp is. Dan telt het niet. En dan kunnen we' ons voorstellen, dat voor de één die 1600 motor van de Renault 20 TL net wat te licht is en voor de ander die stoere zescilinder van de 30 TS wat te veel van het goede. Zelfs kunnen beide bezwaren tel len. Voor die mensen heeft Re nault deze 20 TS ontworpen. Niet uit poëtische overwegingen, maar uit commerciële. Deze nieuwe Renault 20 TS kost op enkele guldens na 24 mille. Dat is althans de catalogusprijs. En daar komen dan nog flink wat afleveringskosten bij. Geen snoepje van de week dus. Men moet er diep voor in de beurs tas ten. Maar men krijgt er heel wat voor terug. Compleet met een aantal luxes, die wel in de 30 pa radeerden, maar tot nu toe in de 20 ontbraken. Zoals de toch wel bijzonder prettige stuurbekrach tiging. gewoon voortgezette ontwik kelingswerk, dat natuurlijk niet was stilgezet toen het eerste mo del van de band was gekomen. En het zou ons echt niet verbazen als het nog lang niet de laatste varia tie was op de grote Renault. De 20 TS 2 liter heeft evenals de 16, de 20 en de 30 een licht en toch stijf, onder druk gegoten licht metalen motorblok. Met losse k Het dashboard van de Renault 20 TS verwisselbare cilinderbussen. Dankzij een boring en slag van 88 en 82 mm (een korte slag der halve) kwam de cilinderinhoud op 1955 cc. De motor levert 110 pk bij een toerental van 5500 om wentelingen per minuut. De maximale trekkracht van 17 kgm wordt al bereikt bij 3000 c telingen per minuut. Maar wat de meeste zal aanspreken is het feit, dat de wagen een top van om en nabij de 170 kilometer per uur kan berei ken en accelereert vanuit stil stand over een afstand van 1000 meter in amper 35 seconden. Daarbij noteerden zij een benzine verbruik van ongeveer 1 op 10 wat voor een wagen van dit pos tuur (1228 kilo) bepaald niet on verdienstelijk is. Als aanhan gergewicht wordt door de fabriek opgegeven: 614 kg (ongeremd) en 1300 kg (geremd). Voor het overige is het natuurlijk weer een grote Renault waarover wij in het verleden al meer de lof trompet hebben gestoken. Een prettig en uiterst comfortabele wagen, die vooral met stuurbe krachtiging bijzonder goed han teerbaar blijkt te zijn. Derhalve niet allen als reiswagen uitste kend voldoet, maar ook in de stad te manoeuvreren is. Wij hadden een wagen met een normale versnellingsbak. Er is ook een automaat verkrijgbaar. Die versnellingsbak wordt zoals in de meeste moderne auto's ge dirigeerd door een niet te lang pookje. De versnellinge'n vonden wij bijzonder dicht bij elkaar zit ten. We hebben nogal eens moei lijkheden gehad met het terug schakelen naar de tweede ver snelling. Voor het overige ging alles heel gladjes en soepel. We willen niet opnieuw in alle de tails van deze grote Renault tre den. De 20 TS is ook uitgerust met de elektrisch te bedienen rui ten en onze testwagen had ook een elektrisch te openen en te sluiten schuifdak. Hetgeen niet standaard is. Maar wel standaard is de bijvoor beeld de elektromagnetische vergrendeling van de deuren. Met één handomdraai kunnen alle deuren vergrendeld zijn. Dat kan trouwens ook in de wagen. Eén druk op de knop is vol doende, niemand kan de inzit tenden nog benaderen. Zulke de tails zijn niet essentieel. Men kan er buiten. Maar ze veraangena men het leven van de automobi list wel. En dat is ook wat waard. Of het 24 mille waard is moet iedereen voor zichzelf uitmaken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 15