Volg het spoor
terug naar
Tosef Men gele
VOER VOOR LEESGRAGE VISSERS
Frankrijk werkt
zn gastarbeiders
het land uit
sport
FRED VELTMAN
ZATERDAG 15 OKTOBER 197
LEIDEN - "Zelf heb ik geen twijfel meer: Josef Men-
gele, de beruchte kamparts van Auschwitz, de verper
soonlijking van het kwaad, leeft nog. Hij werkt op dit
moment voor de geheime dienst van president Stroes-
sner van Paraguay. Zijn specialiteit is politieke ge
vangenen tot praten te krijgen. Opnieuw is hij betrok
ken bij het martelen en mishandelen van mensen".
Dat zegt de Belgische journalist
Stan Lauryssens na in Zuid-
Amerika de sporen van Men-
gele te zijn nagegaan. Hij doet
daar verslag van in het boek
"De man in de chacra", dat
volgende week bij Manteau
Info verschijnt.
Door
Ruud Paauw
Over Mengele wemelt het al ja
ren van de verhalen en de ge
ruchten. Het waarheidsge
halte daarvan is dubieus. Het
relaas van Lauryssens, van
wiens hand eerder "De
Eichmann-Erfenis" en "Op
weg naar het Vierde Rijk"
verschenen, steunt in elk ge
val op eigen speurwerk en
waarnemingen.
De Belg begon zijn onderzoek
met zoveel mogelijk archief
materiaal te verzamelen over
de nu 66-jarige Mengele, des
tijds in Auschwitz als geen
ander gehaat en gevreesd
vanwege de gruwelijke ex
perimenten die hij met man
nen, vrouwen en kinderen
bedreef.
Wat hem dreef was „louter
nieuwsgierigheid. Als Men
gele nog leefde dan wilde ik
wel eens weten wat hij uit
voerde. Ik kon mij niet voor
stellen dat zo'n genie in het
kwaad als hij zijn dagen rustig
slijt als hereboer bijvoor
beeld".
Laurynssens ging naar Para
guay omdat daar de meeste
geruchten vandaan kwamen.
„In mijn bezit was een oud-
kranteknipsel, waarin stond
dat een vrouw Mengele had
herkend. Ik zocht en vond
haar adres in de hoofdstad
Asuncion.
Het was een joodse vrouw die
een winkeltje dreef. Samen
met haar zuster had ze Men
gele in Auschwitz meege
maakt. Op zekere dag was
Mengele in Asuncion in haar
winkeltje gekomen. Hoewel
hij natuurlijk jaren ouder was
geworden, had ze hem toch
herkend. Ze had haar zuster
fluisterend haar ontdekking
verteld. Die keek, kreeg een
hartaanval en stierf.
Ik zat een beetje met dat ver
haal. Het deed me een beetje
denken aan de film Marathon
Man. Om één en ander te ver
ifiëren ging ik naar de redac
tie van één van de grootste
kranten. Daar zou in het ar
chief toch zeker wat te vinden
moeten zijn over die merk
waardige gebeurtenis.
Toen merkte ik voor het eerst
hoezeer Mengele wordt be
schermd. Eén der redacteu
ren zei: we hebben geen Men-
gele-archief. Het onder-
werp-Mengele is taboe in dit
land. De redacteur die er eens
een stuk over schreef, werd
meteen opgepakt. Van hoge
rhand zijn er orders gegeven
dat er over Mengele niet mag
worden geschreven".
Laurysserts nam vervolgens
contact op met de Belgische
ambassade in Asuncion. „De
ambassadeur zei onomwon
den: het oprakelen van dit
onderwerp betekent in dit
land spelen met vuur. U kunt
beter naar huis gaan".
De Belgische journalist sloeg
die raad in de wind en richtte
zijn schreden naar de z.g
Duitse kolonies in Paraguay.
In de „chacra" (letterlijk:
overwoekerde plantage), een
soort jungle dus, ligt een aan
tal dorpen waar duizenden
Duitsers wonen.
„Ze leven er in behoeftige om
standigheden. Veruit het
grootste deel vestigde zich
hier na 1945. Ze zijn de ge
vangenen van hun vrijheid. Ik
was aan de weet gekomen dat
Mengele in de chacra ging
wonen, kort nadat Eichmann
door de Israëliërs was gekid
napt. Kennelijk werd hem
toen de grond te heet onder de
voeten.
In de „chacra" was Mengele
veearts en vrouwenarts - hij
hield zich nogal met abortus
op. Maar inmiddels was hij
daar al weer vertrokken".
Van daaruit kreeg Lauryssens
een spoor dat hem terug
voerde naar Asuncion, naar
een politicus van wat in Para
guay wordt getolereerd aan
oppositie. Maar vóór hij zich
met de man in verbinding kon
stellen, vertelde de Belgische
ambassade hem dat hij bin
nen 24 uur het land uit moest.
Lauryssens: "De autoriteiten in
Asuncion eisten -dat, omdat
het verboden was een onder
zoek in te stellen naar de ver
blijfplaats van oud-nazi's. De
ambassade wilde dat ik ver
trok, want als ik werd gepakt
zouden ze weinig voor me
kunnen doen.
Maar ik wilde nog niet weg. Ik
voelde dat ik Mengele begon
te naderen. Om toch nog
enige speelruimte te houden,
ging ik zelf naar de veilig
heidsdienst toe, want het was
duidelijk dat die me volgde.
Daar zei men: "U bent door uw
werk bezig de orde hier te
verstoren. U zult waar
schijnlijk proberen in het
buitenland een hetze tegen
ons op te zetten. Daarom
moet u het land uit. Uit naam
van de president zeggen we
het u zonder reserve, er zijn
geen oud-nazi's in Paraguay".
Ja, waarachtig, dat durfde die
man te zeggen: er zijn hier
geen oud-nazi's".
Uitgerukt
Lauryssens ging toch eerst naar
de man van de oppositie. "Die
stak zijn tien vingers omhoog,
waarvan de nagels waren uit
gerukt. Dit, zei hij, is mede het
werk van Mengele. Hij stond
er bij toen het gebeurde.
Mengele werkt nu als ad
viseur van de geheime dienst.
Hij leidt de politieke politie
op".
"Zonder hulp", zei hij, "komt u
niet bij hem. Iedereen kent u
nu, iedereen weet wat u wilt.
Alle deuren gaan voor u
dicht".
Lauryssens vroeg of het niet
mogelijk was om in het ver
borgene een foto van Mengele
te nemen. Dat zou volgens die
politicus wel kunnen, want
hij wist dat Mengele regelma
tig in een bepaald hotel
kwam.
"Maar voor ik daartoe een po
ging kon ondernemen, werd
ik opgepakt en naar een klein
ziekenhuis gebracht. Daar
werd ik herhaaldelijk onder
vraagd. Er werd me voortdu
rend bloed afgetapt en ik
kreeg inspuitingen die me
slap en slaperig maakten.
Een dokter Bauer vertelde me
dat ik moest worden geope
reerd. Op een dag lukte het
me om de benen te nemen,
mijn spullen in het hotel op te
halen en het vliegtuig naar het
buitenland te nemen".
Het verhaal van Lauryssens
roept enkele vragen op. Deze
bijvoorbeeld: als Mengele
dan niet zo moeilijk is op te
sporen, waarom .hebben de
Israëlische commando's dan
al niet toegeslagen zoals ze
met Eichmann hebben ge
daan?
Lauryssens zegt dat hij zich die
vraag ook heeft gesteld en dat
hij inmiddels achter het ant
woord is gekomen.
"Er is in het verleden ook wel
degelijk geprobeerd hem te
pakken te krijgen. Een aantal
geheime agenten heeft dat al
met de dood moeten beko
pen.
De laatste paar jaar zijn die po
gingen gestaakt. Het pro
bleem is namelijk dat in
Asuncion een joodse kolonie
van zo'n duizend personen
leeft en men vreest dat zij het
hard te verduren zullen
krijgen als er iets met Men
gele gebeurt.
Die joodse kolonie schijnt zelf
al Israël te hebben gevraagd
de jacht op Mengele te sta
ken".
Oud-nazi's
Lauryssens gaat voort met zijn
speurtocht naar de verblijf
plaatsen van gerenommeerde
oud-nazi's. Gemakkelijker
wordt het er niet op voor hem.
Hij laat een exemplaar van het
blad "Der Freiwillige für
Einigkeit und Recht und
Freiheit" zien, een geschrift
waarin de oude kameraden
elkaar weer zelfgenoegzaam
op de schouders slaan. Daarin
wordt voor hem gewaar
schuwd.
"De onderzoekingen van de
Nederlandse journalist
Lauryssens, Antwerpen,
hebben bedenkingen opge
roepen", zo staat er.
Stan Lauryssens ziet er voor
zichzelf een compliment in.
Zij die langer dan vijf jaar in Frankrijk hebben gewerkt
kunnen „een miljoen" (oude francs) opeisen, ongeveer 5000
gulden, als ze tenminste een enkele reis nemen naar hun
land van herkomst.
Die premie is het opvallendste on
derdeel uit de nieuwe immigra-
tiewet, die op 1 oktober van kracht
werd. Daardoor verdween het
tweede aspect wat naar de achter
grond: voortaan mogen gastarbei
ders de eerste drie jaar hun fami
lieleden niet meer laten overko-
Juist daarom staat Frankrijk nu in
de beklaagdenbank. Het moet voor
president Giscard d'Estaing op zijn
minst vervelend zijn geweest toen
Frankrijk op de toetsingsconferen
tie in Belgrado werd beschuldigd
van schending van de mensenrech
ten. Niet door de Sovjet-Unie of
een uosteuropees land, maar door
het buurland Spanje. „Het recht op
familiehereniging, wordt door
Frankrijk met de voeten getreden",
aldus de Spaanse afgevaardigde in
Belgrado, waar de naleving van de
akkoorden van Helsinki wordt on
derzocht.
Van de andere grote leveranciers
van gastarbeiders heeft alleen Al
gerije formeel geprotesteerd.
Meer dan anderhalf miljoen
Noordafrikanen, voor het grootste
deel Algerijnen, wonen en werken
in Frankrijk, ongeveer 50.000 men
sen uit landen ten zuiden van de
Sahara en twee miljoen Spanjaar
den, Portugezen, Italianen, Turken
en Joegoslaven.
Politiek
Waarom probeert de regering de
gastarbeiders te bewegen het land
te verlaten, terwijl alles er op wijst
dat ook deze poging zal mislukken?
Volgens waarnemers spelen poli
tieke motieven een hoofdrol. De
parlementsverkiezingen naderen
en de linkse oppositie maakt een
goede kans op de overwinning.
De regeringspartijen hopen op een
herstel van de economie en de
overwinning op de werkloosheid
(anderhalf miljoen Fransen zijn
zonder werk) dankzij het plan-
Barre, genoemd naar premier en
minister van Financiën Raymond
Barre. Als de ingeschreven'gastar
beiders uit de statistieken ver
dwijnen, zou dat een aanzienlijk
verschil maken.
„De komst van familieleden van de
immigranten heeft tot gevolg dat de
aanvragen voor werk sterk stijgen",
zo motiveerde Stoleru zijn beslis
sing om de komst van familieleden
van de gastarbeiders naar Frank
rijk stop te zetten. Voor de goede
verstaander, zij verdringen de
Fransen op de arbeidsmarkt. In
haar onderzoek „De invloeden van
de immigratie in Frankrijk", ver
richt op verzoek van de regering,
stelt de commissie-Le Pors vast,
dat een massale terugkeer van de
gastarbeiders nauwelijks gunstige
gevolgsn heeft voor de Franse ar
beidsmarkt.
„Het vertrek van 150.000 gastarbei
ders in de komende vier jaar schept
misschien 13.000 arbeidsplaatsen
voor de Fransen", aldus het rap-
port-Le Pors. „De Franse economie
zou dan bovendien het gevaar lo
pen minder concurrerend te wor
den, omdat de produktiekosten na
het vertrek van de buitenlanders
zullen stijgen". (Driekwart van hen
doet ongeschoold werk voor acht
tien procent rrtmder loon dan de
Fransen).
Vergunningen
Frankrijk is een moderne indu
striestaat geworden dankzij de ar
beiders uit Zuid-Europa en de
voormalige Franse koloniën in
Afrika. Na de Tweede Wereldoor
log moest het land weer snel zorgen
dat het in het Westen meetelde. De
deuren voor de gastarbeiders ston
den wijd open. Die sprong is onge
hinderd doorgegaan tot in het mid
den van de jaren zestig. De voor het
grootste deel ongeletterde werk
krachten kwamen uit Algerije, Ma
rokko, Tunesië, Mauretanië, Sene
gal. Mali, Ivoorkust, Dahomey,
Togo, Madagascar, Niger. De
laatste jaren zijn de ergste uitwas
sen van die „wilde immigratie"
verdwenen. Er zijn geen „bidon
villes" meer aan de rand van de
grote industriesteden, verzamelic-
gen hutten van golfijzer, hout en
karton waar vaak duizenden Afri
kanen probeerden te wonen.
In 1972 begon voor het eerst een
grote industriesteden, verzamelin-
beid en verblijfsvergunningen. Wa
ren die volgens de politie niet in
orde, dan volgde onverbiddellijk
een enkele reis naar het eigen land.
Twee jaar later werd de immigratie
definitief stopgezet en begon de
politie invallen te doen in slaapza
len en pensions voor gastarbeiders.
Volgens de FASTI, een over
koepelende organisatie van vereni
gingen die zich in Frankrijk met de
gastarbeiders bezig houden, zijn er
de afgelopen jaren „tienduizen
den" buitenlandse arbeiders terug
gestuurd.
De premie-regeling en het in-
reisverbod hebben tal van uiteen
lopende organisaties in Frankrijk
gemobiliseerd. De linkse partijen,
de vakbonden en alle immigran
tenorganisaties hebben tegen „het
miljoen" geprotesteerd. Kerkelijke
instanties en de Beweging tegen
het Racisme, Antisemitisme en
voor de Vrede (MRAP) concentre
ren zich op het immigratie-verbod.
Jean-Louis Sagot, voorzitter van de
MRAP: „Veel buitenlandse arbei
ders hebben jarenlang gespaard om
hun vrouw te laten overkomen. Of
om in hun eigen land te trouwen en
dan samen terug te gaan naar
Frankrijk. Nu de vakanties voorbij
zijn en de arbeiders terugkeren uit
Algerije of Marokko, moet de slag
vreselijk zijn. Hun vrouw wordt
onverbiddelijk teruggestuurd. We
kunnen nog niet overzien hoeveel
leed de regeringsmaatregel heeft
berokkend. Maar een priester die in
Parijs onder de buitenlanders
werkt, vertelde dat'hij het niet aan
durfde om de mensen in de pen
sions te vertellen dat hun gezin het
land niet meer binnenkomt".
RENÉ TER STEEGF.
Alvorens deze wekelijkse visrubriek weer aan zijn ge
bruikelijke winterslaap begint heb ik eerst nog een aan
tal beloften in te lossen. Zoals beloofd zou ik nog uitge
breider aandacht besteden aan nieuw uitgekomen hen-
gelsportboeken.
Als het rijtje nieuwe uitgaven met
een kritisch oog wordt bekeken is
er één boek dat zowel wat formaat
als wat inhoud betreft met kop'en
omslag boven de anderen uitsteekt.
Dat is het splinternieuwe kar-
perboek geschreven door specialist
Rim Groothuis. Een kloek werk dat
272 pagina's telt en werd uitgege
ven door de Uitgeverij Interdijk.
Beste
Zonder te aarzelen kan ik het één
van de beste boeken noemen die de
laatste jaren in de hengelsportlite
ratuur is verschenen. Na het kar-
perboek dat jaren geleden werd ge
schreven door Jan B. de Winter kan
dit werk beschouwd worden als
een standaard-exemplaar. Een
boek dat elke karper-liefhebber -
en dat zijn er in ons land steeds
meer - op zijn waarde zal weten te
taxeren. Vele visboeken leiden een
kwaal, dat ze tijdens het lezen de
niet weg te cijferen indruk achterla
ten, dat het allemaal best aardig
theoretisch gepraat is, maar dat de
praktijk vaak anders is. Die indruk
krijg je beslist niet wanneer Rini
Groothuis aan het woord is. Uit de
beschreven ervaringen wordt je
duidelijk dat hier een karperfanaat
aan het werk is geweest, die zo ge
grepen is door de strijdlust van
deze vissoort, dat hij geen methode
onbeproefd heeft gelaten om flinke
exemplaren aan de schubben te
komen.
De grote verdienste van het boek is,
dat niet nagebrouwd wordt wat
vele anderen al eerder hebben ge
schreven, maar dat hij er verras
sende eigen visies op na houdt. Wat
mij persoonlijk erg aansprak was
de wijze waarop hij het bijstellen
van de slip tijdens de dril van een
karper beschreef. In nagenoeg elk
boek dat tot dusver over karpervis
sen is geschreven wordt de hen
gelaar steeds geadviseerd om met
de handjes van de slip af te blijven,
omdat dat de kans vergroot dat zo'n
gehaakte vis wordt verspeeld.
Zelf heb ik altijd getwijfeld aan die
beweringen, omdat er omstan
digheden denkbaar zijn, waarin het
nodig is om de slip wat vaster of wat
losser te zetten. Ik ben blij nu in
Rini Groothuis een medepleit
bezorger te hebben gevonden.
"Karper" laat weinig of geen facet
ten van de hengelsport onbespro
ken. Vissen in karperputten, vissen
met de drijvende korst, vissen op
afstand, vissen in de nacht, het
komt allemaal aan bod.
Het overvloedige illustratiemate
riaal laat bovendien zien dat Rini
Groothuis en zijn vismaats het niet
laten bij gloedvolle beschrijvingen,
maar op gezette tijden bewon
derenswaardige vangsten doen. Al
met al een werk dat in de kast met
visboeken een apart plaatsje krijgt.
Nu we het toch Over karpervissen
hebben moet ik ook even melding
I
maken van de heruitgave van het
boek "Kanjers" geschreven door de
Engelsman Richard Walker. Sport
visser Walker is in de Britse hen
gelsportwereld een gevestigde
grootheid, niet in de laatste plaats
door de vangst van de grootste kar
per in Engeland. Het beest werd
gevangen in de befaamde Redmire
Pool.
Het is voor de tweede maal dat het
boek "Kanjers" in ons land wordt
uitgegeven. Kort nadat de eerste
uitgave in 1953 in Engeland ver
scheen onder de titel Still water
Angling" werd door de uitgeverij
Leiter-Nypels in Maastricht de Ne
derlandse vertaling op de markt
gebracht. In die jaren was het een
werk dat opzien baarde door de
vaak revolutionaire theorieën die
mr. Walker er op na hield. Het boek
was zo in trek dat het vrij snel was
uitverkocht en antiquarisch is het
vandaag de dag moeilijk te krijgen.
Door Elsevier is nu een nieuwe uit
gave op de markt gebracht. De ver
taling is ditmaal van Kees Ketting.
Op diverse punten is de tekst aan
gepast aan inmiddels gewijzigde
omstandigheden (de ontwikkeling
in het vismateriaal gaat snel) en aan
de Nederlandse omstandigheden.
Ondanks die modernisering blijft
het boek toch een beetje de sporen
dragen van de tijd waarin het ge
schreven werd. Nieuw in het boek
is een flink aantal zwart-wit en
kleurenfoto's. De prijs van "Kan
jers" in de boekhandel is f26.50.
Een ander nieuw visboekje dat on
langs verscheen is getiteld "Vis-
sersknopen". Evenals "Kanjers" is
de vertaling en bewerking van Kees
Ketting. In zesenzeventig pagina's
wordt aan de hand van een reeks
zeer duidelijke foto's een toelich
ting gegeven op de verschillende
knopen die in de hengelsport'wor
den toegepast. Zoals de bloedlus,
de paalsteek, de dubbele turle-
knoop, de schootsteek en de kan-
jerknoop om er maar eens een paar
uit het grote areaal te noemen. Een
handig werkje zowel voor de huis-
tuin-en-keuken visser die altijd
moeite heeft met het leggen van een
knoop als voor de perfectionist.'
Prijs van het boekje dat verscheen
bij de uitgeverij Interdijk is f 14.50.
Tenslotte wilde ik uw aandacht nog
even vestigen op een tweetal
werkjes uit de serie Vistips van El
sevier. Nadat al eerder deeltjes ver
schenen over karper en snoekbaars
zijn er nu twee nieuwe uitgaven:
een over zeehengelen en een over
de ruisvoorn. Het zeehengelwerkje
is geschreven door het duo Iwan en
Igor Garay. Het is een bijzonder in
teressant boekje geworden, met
een aantal verrassende tips, naar
een aantal dat wat meer bekend
heid geniet. Datzelfde geldt voor
het bciekje over de ruisvoorn van
Kees Ketting en Henk Peeters
Jammer is dat er in het boekje mel
ding wordt gemaakt van een on
ding als een voerkatapult. Het nut
van zo'n ding zeker als het gaat om
ruisvoorn vangen in Nederlands vi
swater ontgaat me ten enen male
Schoonheidsfoutje
Bovendien is één van de vissen die
in het boekje op de kleurenfoto's
staan afgebeeld beslist geen
ruisvoorn, maar een gewone
blankvoorn. Overigens kleine
schoonheidsfoutjes, die a^n de in
houd van het boekje weinig af
breuk doen. Prijs van de beide deel
tjes is f9.90 per stuk en daarvoor
krijgt u honderd pagina's tekst
verluchtigd met een flink aantal
foto's en verduidelijkende teke
ningetjes.
Laga Rijndijk 36-40
Laldan, M/12Z293
HET AANGEWEZEN
ADRES VOOR AL
UW HENGELSPORT
Nieuw standaard-werk over de karpervisserij
Een van de illustraties uit het boek "Karper": één van de grootste
schubkarpers ooit in Engeland gevangen.