Uitleg
Kinder
boeken
extra
Het Nieuwe Boekhuis
Rolverdeling in
kinderboeken aan
de kaak gesteld
VRIJDAG 14 OKTOBER 1U77
PAGINA 17
„Het niveau van de Ne
derlandse kinderboe
ken die het afgelopen
jaar zijn verschenen,
zou de toekenning van
meer dan één gouden
griffel zeker rechtvaar
digen", zei kin
derboekenschrijver
Dolf Verroen een paar
weken geleden op een
persconferentie in de
Brakke Grond in Am
sterdam. Verroen te
kende daar in zijn func
tie van voorzitter van de
werkgroep Kinderboe
ken van de Vereniging
van Letterkundigen
protest aan tegen de ju
rering van dit jaar.
Ondanks de door hem ge
schetste kwaliteit zitten de
uitgevers nog steeds te sprin
gen om debutanten, in de
hoop op eens een nieuw ge
luid. Want het aanbod op de
plank in de boekhandel mag
dan groot zijn, nog veel groter
is het aantal manuscripten
dat op de bureaus van uitge
vers terecht komt en er ver
volgens weer van verdwijnt
omdat „er niets mee te begin
nen valt"
Een algemeen probleem, dat
niet alleen voor de kin
derboeken spreekt maar ook
voor andere literatuur. Il
lustratief wellicht het ma
nuscript van de verhalen
bundel „Bouwval", dat debu
tant Frans van Kellendonk
toestuurde aan Geert van
Oorschot en dat deze uitge
ver, geplaagd door een groot
aantal manuscripten, ongele
zen terugstuurde. „Bouwval"
is vier maanden geleden bij
een ander toch verschenen en
is nu aan zijn derde druk toe
Enquete
Een telefonische enquête onder
uitgevers van kinderboeken
leert dat vrijwel elke uitgever
wekelijks zo'n drie manusc
ripten krijgt toegestuurd.
Veelal werk dat al bij een an
der is afgekeurd en dat maakt
het moeilijk te becijferen wat
er jaarlijks wordt geprodu
ceerd. Het aantal loopt in elk
geval in de honderden. Toch
is de oogst voor de meeste
uitgevers niet meer dan één
debutant per twee jaar. De
meeste uitgevers hebben een
redacteur (vrijwel altijd een
vrouw, zoals de wereld van
het kinderboek nog steeds
lijkt te worden geregeerd
door vrouwen, maar daarover
straks meer), die het aanbod
bekijkt. Soms is de on
bruikbaarheid al na tien blad
zijden leeswerk duidelijk,
soms wordt het hele script
doorgewerkt, om later toch
weer te worden terug ge
stuurd.
„Je staat er versteld van hoe
weinig origineel het allemaal
is. Je breekt nog steeds je nek
ovej- de prinsen, pratende
beertjes, boze heksen, onbe
trouwbare donkere types en,
nou ja. vul maar een cliché in,
het is toch altijd prijs", vertelt
zo'n redactrice. De malaise
lijkt levensgroot, maar tussen
de uitersten goed en slecht
ligt zoals altijd, de midden
moot. Met een groot deel
daarvan is volgens de uitge
vers ook weer weinig te doen,
een geringer deel „houdt een
belofte in voor de toekomst",
maar moet worden bijge
schaafd.
Ouwe rot
Miep Dieckmann, een ouwe rot
in het vak, dat toen zij begon
nog geen vak was, is bij een
van de belangrijkste uitge
vers van kinderboeken
Leopold, in dienst als coach
voor adsprirantschrijvers.
Haar werk begint als de re
dactrice in de genoemde berg
manuscripten „talent" heeft
ontdekt.
„Alsje kijkt" vertelt ze, „naar de
positie van het kinderboek in
de tijd dat ik begon, dan ver
baas ik me werkelijk over wat
er nu gebeurt. Niet in nega
tieve zin hoor, maar is in een
paar jaar tijd zoveel gebeurd.
We hebben een tijd gehad dat
kinderboekenschrijvers zich
rot geneerden voor wat ze de
den. Het was geen vak, het
was geen literatuur. Uitge
vers probeerden je ook vaak
naar een „echt" boek toe te
praten en veel mensen in je
omgeving zeiden ook: wan-
schrijven.
k ben vrij jong begonnen en ik
kan me herinneren dat Sime-
non er zich over verbaasde
dat ik al meteen voor kinde
ren schreef. In Frankrijk en
trouwens verder overal, was
het eerder omgekeerd. Je
doet eerst ervaring op als
schrijver en dan ga je na een
tijdje eens aan een kin
derboek beginnen."
„Nu zijn we in Nederland zo ver
dat we beseffen dat we toch
per jaar een vrij hoog aantal
boeken uitgeven. In vergelij
king met het buitenland is de
kwaliteit voor een klein land
als het onze zeer behoorlijk.
Kinderboekenspecialist voor Leiden en omgeving.
Komt u eens kijken naar de bekroonde jeugdboeken.
Breestraat 52/hoek Vrouwensteeg Leiden Telefoon 071-126977
Kinderboekenschrijven
wordt nu als een vak gezien.
Er wordt veel over gepraat, er
zit schot in. Maar we zijn bij
voorbeeld nog steeds niet zo
ver dat er hier een universiteit
een leerstoel voor heeft".
„Criteria? Weet je, mijn genera
tie is als kind natuurlijk ge
woon belazerd door kin
derboekenschrijvers. Een
kind hield je overal buiten,
was nergens aan toe en dat
soort onzin. Het besef dat ook
kinderen kunnen relativeren
bestaat nog niet zo lang..En
als je dan naar normen vraagt,
dan denk ik dat volwassenen
in hun schrijverij te veel aan
zich zelf denken en te veel van
hun eigen situatie uit gaan.
Van oudsher zeggen ouderen
tegen kinderen dat ze zoveel
vrijheid hebben. Dat is ge
woon niet zo. Als ik besluit
om weg te lopen, hier van
daan, dan heb ik altijd nog
mijn bankrekening en mijn
cheques. Een kind dat weg
loopt heeft dat niet. Nou als je
dan over zo'n gegeven schrijft
hou daar dan rekening mee".
„Veel kinderboeken zijn te
lievig en wat een kind om zich
heen ziet is natuurlijk vaak
helemaal niet zo lief. Ik hou
veel lezingen op scholen hè,
en daar hoor je dan hele zin
nige dingen. Een LTS'er zei
eens: vroeger schreven vol
wassenen over kinderen, voor
kinderen. Tegenwoordig
schrijven ze voor kinderen,
over zichzelf. Zo'n opmerking
is een schot in de roos. Veel
schrijvers pleiten zich via hun
boeken vrij en dat kan stom
vervelend zijn voor kinde-
"We zijn in Nederland natuur
lijk nog steeds ontzettend
bang om emoties te laten zien.
Daarnaast durft niemand
voor kinderen de realiteit zo
"Uit leerboeken, leesboeken en andere leermiddelen moeten de traditio
nele rolbevestigingen verwijderd worden", luidt punt drie van het ak-
tieprogramrria van Man-Vrouw-Maatschappij.
Een streven dat een aantal vrouwen heeft verenigd in de werkgroep kin
derboeken en dat drie jaar geleden leidde tot het uitbrengen van het
Plus/Minboek. Een handzaam werkje waarin kinderboeken worden be
keken aan de hand van onder meer bovengenoemd criterium.
Het boekje, dat werd samengesteld door louter Leidse leden, werd een
succes, niet alleen bij ouders, maar ook bij veel scholen, die het als
richtsnoer konden hanteren voor het aanvullen van de school
bibliotheek. Een tweede, aan de nieuwe uitgaven aangepast. Plus/Min
boek is inmiddels klaar. Dit keer samengesteld door een werkgroep uit
Twente en wederom gericht op boeken voor de leeftijdscategorie, 6-9
jaar, de onderbouw van het basisonderwijs.
In het Plus/Minboek wordt een groot aantal kinderboeken kort maar
krachtig be-proken. De samenstelsters geven een korte samenvatting
van het verhaal, gaan vervolgens in op het centrale thema van het boek,
het aangegeven wereldbeeld, de rolverdeling, de beïnvloeding die van
het gegeven uit kan gaan en bespreken de vraag hoe het kind het boek
zal ervaren, hoe het aansluit (of juist niet) op de belevingswereld van de
lezertjes.
Aan een analyse van het taalgebruik waagt het Plus/Minboek zich niet. Als
het taalgebruik opvallend goed of slecht is wordt dat wel aangegeven.
De verschillende beoordelingen worden, zoals de titel al doet vermoe
den, aangegeven door één of meerdere plussen of' minnen.
Gezien het uitgangspunt van de werkgroep zal het duidelijk zijn dat de
bevestiging van het huidige maatschappijbeeld in de beoordeling een
min oplevert (schrijvers die het wat dat aangaat erg bont maken krijgen
er twee).
Het Plus/Min boek is vooralle kopers van kinderboeken een aan te beve
len werkje. In kort bestek wordt een groot aantal besprekingen gegeven,
terwijl het ten geleide duidelijkheid brengt over de normen die bij de
bespreking zijn gehanteerd. Het is te bestellen bij de aktiegroep Man-
Vrouw-Maatschappij in Den Haag, door overmaking van f 14,50 (inclu
sief drie gulden verzendkosten) op gironummer 1690670.
neer te zetten als ie is. Terwijl
ze er verdomme wel steeds
om vragen. Ouders klagen
vaak zo dat de kinderen hun
het hemd van het lijf vragen.
Maar waarom? Omdat ze
nooit een direct antwoord
krijgen. Er wordt altijd om
heen gedraaid".
Als een film
"Ik zie het schrijven als een
film", zegt ze, als het gesprek
weer op het begeleiden komt.
"Ik krijg dingen in handen,
waarvan je kunt zeggen: het
zit aardig in elkaar, het heeft
wat te melden, maar het komt
toch niet uit de verf. Dan ga je
met zo'n iemand praten en
nog eens praten en dan kom je
op dingen als visueel
schrijven.
Let ook op het tempo. Kinderen
hebben een hoog tempo, dus
hou daar in je boeken reke
ning mee. Stop er flink wat
dialoog in. Bouw een verhaal
ook niet bewust op uit tegen
stellingen. Die komen er van
zelf in en dat hoef je niet zo
aan te dikken. Kom als
schrijver ook niet steeds tus
sen je karakters, maar geef
een boek eerder, zo als ik dat
dan noem, de ruimte voor een
creatieve pauze van de lezer:
het kind kan zelf invullen.
Gebruik ook niet al te vaak de
flashback als middel om te
rug te blikken. Dat zijn din
gen waar we het in die ge
sprekken over hebben. Het
kost veel energie van mij,
maar ook en vooral van de
debutant, maar achteraf blijkt
steeds dat het het waard is".
"Een vrouw heeft natuurlijk al-*
tijd de meest natuurlijke rela
tie met het kind gehad. Dat is
nu ook aan het veranderen,
maar in de kinderboeken
wereld zijn het inderdaad nog
steeds meer de vrouwen waar
het om gaat. Je wordt er niet
rijk van, je kunt er niet van
leven, maar dat geldt eigen
lijk ook voor andere litera
tuur.
Trouwens als je het nou over die
vrouwen hebt, dan kan ik je
nog wel een staaltje geven,
maar dan van het vreemde
onderscheid tussen jongens-
en meisjesboeken. In veel
boekhandels liggen mijn
boeken en ook die van andere
schrijfsters, per definitie tus
sen de meisjesboeken. Vrou
wen schrijven voor meisjes en
mannen voor jongens. En of
ik nu een boek schrijf voor
allebei, of voor jongens, nee,
ik blijf tussen de meisjes lig
gen. W
ik
zeggen: we zijn goed op weg,
maar het einde van de strijd is
nog niet in zicht".
TON VAN BRUSSEL
"De mening van het kind zelf
kom je in alle discussies over
kinderboeken nooit tegen.
Er wordt zoals altijd ook in
dit geval weer over ze be
slist", aldus de winnaar van
het gouden penseel Max
Velthuijs. "Ik weet ook niet
zo gauw hoe daar verande
ring in moet worden ge
bracht", voegde hij er aan
toe, "maar het is wel iets
waar ik me voortdurend
over verbaas en wat me be
zig blijft houden".
Voor een jaarlijks terugke
rende manifestatie als de
kinderboekenweek heeft dat
ook lang gegolden. Het is
immers pas van de laatste
jaren dat ook activiteiten
voor kinderen zelf (kin
dertoneel) worden opgeno
men. Op deze en de pagina
die donderdag over de kin
derboekenweek verscheen
dreigden ook wij de kinde
ren zelf te vergeten. Er is
weliswaar veel over hen ge
schreven, maar niet voor
hen. Een tekortkoming die
we een klein beetje hopen
goed te maken door bijgaand
verhaal.
Niet geschreven door een be
kend auteur, maar geselec
teerd uit een aantal bij
dragen van "amateurs" om
het zo maar even te zeggen.
"Het paard dat strepen
wilde" is gewoon een ver
haaltje dat een huisvader
voor het slapen gaan aan zijn
kinderen vertelde en dat
door een oplettende moeder
op de band is opgenomen en
vervolgens opgeschreven.
Er zijn bruine en zwarte paar
den. Sommige paarden heb
ben een witte vlek op hun
neus. Maar er zijn ook paar
den, die helemaal wit zijn.
Sinterklaas heeft zo'n paard.
Zo'n wit paard
mensen "schimmel". Hannes
was ook 'n schimmel. Hij had
prachtige manen en een
schitterende staart. Als hij
door de straten liep. dan hiel
den de mensen altijd stil en
zeiden: Kijk eens wat een
mooi paard Dan voelde
Hannes zich heel trots. En
ging hij nog deftiger lopen.
üp een dag kwam Hannes in de
dierentuin. Daar zag ie leeu
wen, apen en olifanten. Maar
hij zag ook een paard dat veel
mooier was dan hij. 'n Paard
dat niet alleen wit was. maar
ook zwarte strepen had. O.
dacht Hannes, ik wou dat ik
die strepen had. Helemaal on
tevreden ging hij terug naar
zijn stal. Het meisje dat altijd
op Hannes rug zat wilde hem
wel helpen. Ze ging naar de
winkel en kocht een bus met
zwarte verf. Daarmee
schilderde ze allemaal zwarte
strepen over Hannes witte lijf.
Hannes was ontzettend blij.
Maar de mensen zeiden: Kijk
nou eens. Daar loopt een
zebra. Die hoort hier helemaal
niet. Die moet naar de-dieren-
tuin. En ze riepen hard om de
politie. Die kwam met een
grote vrachtwagen en joeg
Hannes erin. Zo brachten ze
hem naar de dierentuin. Daar
kreeg hij een grote kooi met
een hoog hek er omheen.
Helemaal alleen zat ie in die
kooi. Iedere dag kreeg ie
zebra-eten voor zijn neus.
Hannes hinnikte van 't hui
len, zo'n verdriet had hij. Wat
een vreselijk leven heb ik,
dacht ie. Ik kan die kooi niet
uit. Niemand zit meer op mijn
rug. Niemand zegt meer tegen
mij: wat ben jij een mooi
paard, Alle mensen zeggen:
kijk nou eens wat een gekke
zebra.
Op een dag ging het heel hard
regenen. Dikke druppels
plensten op de rug van Han
nes. En spoelden alle verf
weg. Hannes verloor al zijn
strepen. De mensen die toen
langs kwamen zeiden: wat-
gek zo'n schimmel in een
dierentuin. Die hoort hier
toch niet. En omdat iedereen
dat vond werd Hannes weer
vrijgelaten. Hij galoppeerde
haast-je-repje terug naar zijn
stal. 't Meisje was blij. Hannes
ook. Voortaan was ie tevre
den met hoe hij er uitzag. En
heeft nooit meer ergens over
gezeurd.
a VAN DER LEE
KATWIJK
jeugd
I9t/m29 okt
Met de godsvrucht in mijn familie is
het altijd droefjes gesteld geweest.
Ik stam nu eenmaal van zeer
pragmatische ouders en groot
ouders. Recht-door-zee-figuren,
die pas wat geloofden als ze het
zagen. "Met je hoofd en je handen
moetje het klaarspelen; de rest is
flauwekul", was het richtsnoer in
mijn ouderlijk huis.
Ik vermeld dat zonder trots. Nog
word ik vaak besprongen door
een gevoel van jaloezie als ik zie
hoe mensen aan het eind van hun
vragen vol vertrouwen de naam
van God kunnen invullen. Aan
tnij isdatniet gegeven.Tegen aan
de deur komende Jehovah's Ge
tuigen en ander in de bekerings
sector werkzaam volk zeg ik
steeds: "Het zaad op mijn akker is
helaas niet opgekomen".
Wie niet is opgevoed in de doelein
den van het Christendom en zich
er later niet in verdiept, begrijpt
van veel dingen in dit land, zo
krachtig gekneed door Rome en
Reformatie, zeer weinig of niets.
Vandaar dat ik mijn zonen er
wat van probeer bij te brengen.
Of beter: wat van bij te laten
brengen .Want zelfben ikdaarte
ongeschikt gebleken Ik vertroi us
nu maar op de school die zij be
zoeken
Drie jaar geleden speelde zich het
drama af waarbij mijn onge
schiktheid aan het licht kwam.
Om mijn oudste zoon gefundeerd
in te lichten had ik mij een boek
aangeschaft getiteld: "Bijbelver-
halen opnieuw verteld" (voor
kinderendoor Gertrud Fus-
seneggermet kleurtekeningen
van Janusz Grabiasnki, vertaald
door Marianne Jager, met mede
werking van ds. Hans Bouma en
J. M. E. Keer, pastoor. Uitgave
van Zomer Keuning, Wagenin-
qen. In kloeke band.
Na een ruime inleiding van mijn
kant zetten 'wij ons aan het Oude
Testament. Het scheppingsver
haal "Alles was nog woest en leeg
en donker") accepteerde hij zon
der één vraag, wat mij hogelijk
verbaasdewant normaal onder
breekt hij je bij elke lettergreep.
Welgemoed ging ik door. Maar het
liep helemaal mis bij de figuur
van Lucifer, de engel die zijn
plaats en zijn beperktheid vergat.
"Er ontstond een heftig tumult in
het engelenrijk, en de koning van
de engelen, Michael, stootte Luci
fer van de troon, nam hem het
licht af en stortte hem met zijn
aanhang in de eeuwige duister
nis'. zo luidde de passage in het
boek.
Hier wilde hij het wel eens over heb
ben Wat dat dan wel te betekenen
had, die eeuwige duisternis.
"Voor altijd
"Voor altijd".
Grote ogen.
Het verhaal tolde nog lang in hem
rond. 's Avonds bij het naar bed
gaan had hij het ex nog over.
"Maar als Lucifer het nou goed
had willen maken", wilde hij we
ten. Ik leverde een royaal verhaal
af over het ontstaan van Goed en
Kwaad, maar het gleed langs
hem heen. Die eeuwige duisternis
vond hij toch wel ontzettend rot.
Ik dacht: als het een beetje tegen
zit tobt hij er de halve nacht over
door. De pragmaticus in mij stak
meteen de kop op. Niet goed, hoor
maar hoe gaat dat.
"Ach".zei ik. "grote mensen zeggen
de dingen soms wat moeilijk, dat
weet je zo langzamerhand weJ^
Wat er wordt bedoeld is dat Mi
chael Lucifer gewoon een ontzet
tende schop voor zijn raap ver
kocht".
Hij ging verrukt rechtop zitten
Want een schop voor de raap ziel
elk kind haarscherp voor zich.
"Oh, is dat het", zei hij.
"Ja, dat is het". Hij ging daarna
rustig slapen Zijn onrust sprong
Uit die jeugdbijbei heb ik nooit
meer voorgelezen.
RUUD PAAUW