Vrouwenuitbuiting
met 'n rose randje
Deskundigen met
de benen in de lucht
NOORSE
TROLLEN
"Je moet meemaken wat de wereld op je bordje legt"
Tolkiens
laatste
werk
Discussie over stakingsrecht
'Dodelijke snoer' op
ijs van Noordpool
HET BLIJFT MOORD
L
DONDERDAG 13 OKTOBER 1977
PAGINA 15
Sinds jaar en dag zijn er in Neder
land twee uitgeverijen die bij mij
een potje kunnen breken en waar
ik vooralsnog geen kwaad woord
over wil horen.
In de eerste plaats is daar de Am
sterdamse uitgeverij Van Oor
schot, die in deze, voor de uitge
verij toch zo economisch moei
lijke tyd in staat blijkt haar
prijzen over het algemeen op een
aanvaardbaar, in sommige ge
vallen zelfs op een ouderwets
laag niveau te houden.
Ten tweede is dat Atheneum-Polak
Van Gennep, die een bepaald
aantal boeken uit haar fonds niet
alleen ingenaaid, maar ook - te
gen een niet eens zoveel hogere
prijs - gebonden uitgeeft, zodat
bibliotheken en mensen die een
goed boek graag wat vaker dan
eén maal willen lezen nu eens niet
na een half jaar wederom een
nieuw exemplaar moeten aan
schaffen, omdat het oude na le
zing nog slechts bleek te bestaan
uit een kaft en tweehonderd losse
velletjes. (Dat men enige tijd ge
leden de prijs van de ingebonden
van het Reve-delen met maar
liefst tien gulden heeft verhoogd
is iets dat ik nu even door de vin
gers zie.)
Zo n twee jaar geleden is daar nog
het piepkleine, tot de N.V. Het
Amsterdamsch Litterair Café De
Engelbewaarder behorende uit
geverijtje bijgekomen dat on
langs voor de achtste keer, een
nieuw "De Engelbewaarder"-
deeltje van de persen liet rollen.
"De Engelbewaarder" is het kwar
taalschrift van de Stichting
Vrienden van het Amsterdamsch
Litterair Café De Engelbewaar
der, en met dit jongste, aan de
schrijver Joop Waasdorp gewijde
boekje is de tweede jaargang af
gesloten.
Bekijken we de tot nu toe versche
nen deeltjes dan geloof ik te mo
gen stellen dat de redactie (die
haar werkzaamheden geheel pro
Deo verricht) er in het verleden
blijk van heeft gegeven over een
goede litteraire smaak te be
schikken; vooral de aan Walra
ven, Nescio, Thijssen en Daum
gewijde nummers heb ik met veel
plezier gelezen, en dat ik hierin
niet alleen sta bewijzen de
duizenden lezers die zich deze
deeltjes hebben aangeschaft.
Ook dit nieuwe, 86 blz. dikke Waas
dorp-deeltje mag een voltreffer
worden genoemd. Het is uitgege
ven ter ere van Waasdorps zes
tigste verjaardag en bevat een
door C.J. Aarts vervaardigde
(voorlopige)bibliografie van en
over Joop Waasdorp, een fotore
portage (30 foto's) van de wijze
waarop Waasdorps befaamde
sloep 'Albatros' dit jaar de win-
terberging verliet, een in 1966 ge
schreven stuk van de meester
zelf, waarin hij-in 27 punten het
wonen in de Amsterdamse
tuinstad Buitenveldert ontleedt
(punt twee luidt: "De architec
tuur van Buitenveldert hoef ik
niet behandelen want die is er
niet". Is hier soms het woordje
'te' weggevallen?), en last but not
least het resultaat van drie ge
sprekken die hij met Thijs
Wierema voerde: een uitgebreid
overzicht van Waasdorps avon
tuurlijk leven, dat zich, zoals in
het 'woord vooraf gevoeglijk
wordt gesteld, "voor een deel aan
de rand van de geciviliseerde
maatschappij heeft afgespeeld".
Welke baantjes Waasdorp in zijn le
ven heeft gehad, wat de relatie is
tussen zijn leven en verhalen, wat
hij tijdens de oorlog moest door
maken, hoe hij zich na de oorlog
in de wereldstad Parijs op de
been wist te houden en welke (nu
bekende) schrijver hij daar in een
tentenkamp ontmoette wat hy in
Australië en Spanje uitvoerde,
waarom hij in de zwarte afdeling
van een Australisch café door een
bokser in elkaar werd geslagen,
hoe hij reageerde op de uitreiking
van de in 1974 aan hem toege
kende M. Philipsprijs, zijn bele
venissen op vergaderingen van
de Vereniging van Letterkundi
gen, waarom hij nooit meer naar
De Kring gaat, welke afspraak hij
maakte met Ischa Meijer, zijn lit
teraire, muzikale en politieke
voorkeur, u kunt het allemaal zelf
lezen in dit goed verzorgde
boekje.
De Engelbewaarder, Joop Waas
dorp zestig jaar. Stichting Vrien
den van het Amsterdamsch Lit
terair Café De Engelbewaarder.
7,50.
Frits Verhoeve
Vorige maand is het lang verbeide
boek „The silmarillion" van prof.
J. R. R. Tolkien in een groot aan
tal landen tegelijk gepubliceerd.
De Britse uitgever Allen en Un-
win heeft alleen al een half mil
joen exemplaren op de markt ge
bracht, tekenend voor de popula
riteit van de auteur van „The lord
of the rings". (In de ban van de
ring).
„The silmarillion" is in 365 pagina's
het grote werk van de schrijver,
die daar bijna zestig jaar lang mee
bezig was. Hij stierf vier jaar ge
leden en .in die laatste periode
heeft zijn zoon zich bezig gehou
den met het persklaar maken van
het manuscript.
Waar Tolkien in zijn andere boe
ken - „The hobbit" uit 1937 en
„The lord of the rings" (1955) zijn
eigen wereld uitvond, schept hij
hier een eigen
Hoezeer hij overal op de wereld
vele bewonderaars telt mag vol
gen uit de naam van het Ameri
kaanse hippieblad „Gandalfs
garden" uit de jaren zestig, de
naam van de Engelse popgroep
„Dunedain" en vele andere ver
noemingen. Een Amerikaanse
filmmaatschappij is op het ogen
blik bezig aan twee lange teken
films gebaseerd op „The lord of
the rings".
Het nieuwe boek is de sleutel tot
zijn vroegere werk. Zijn zoon
Christopher vergelijkt in de in
leiding „The silmarillion" met
Genesis. Het omvat een complete
Marianne Herzog: "Van de hand in de tand, vrouwenarbeid
voor akkoordloon". Uitg. Het Wereldvenster, Baarn. 130
pagina's, 22,50.
Prof. Tolkien: grenzeloze
pantheon van goden en een wir
war van mythen. Hij stelt dat het
een verslag is over het ontstaan
en de eerste jaren van de wereld,
het oudere verleden voor „de
derde talen".
Prof. Tolkien was een eminent fi
loloog. Het grootste genoegen
schiep hij in woorden - niet wat
zij betekenen, maar hoe zij klin
ken. Hij vond volledige talen uit
evenals de code om ze te
schrijven. „The silmarillion" zit
verbeelding...
jvir- boordevol namen van eigen'crea-
tie. Manwe en Yavanna, Aule en
•Feanor, de wouden van
Brethil, het rijk van Nargothrond
De index neemt al 42 bladzijden in
beslag om Tolkiens grenzeloze
verbeelding in kaart te brengen.
Met de stamboom van een el-
vengeslacht en een aanhangsel
„voor hen, die belangstellen in de
Elderijnse talen". Tolkien begon
zijn carriere als student en leraar
Keltisch, Noors en Engels wat de
letterkunde en de folklore be
treft. De cultusbelijders zullen
zich bij „The silmarillion" zeker
in de handen wrijven, anderen
zullen zich bij het ontbreken van
een duidelijke verhaaldraad in
zijn roman ongemakkelijker
voelen. Zijn biograaf Humphrey
Booker zegt dan ook dat dit tes
tament moet worden gelezen
voor wat het is. Het was Tolkiens
privehobby en lezers hebben
daarin toegang op eigen risico.
WIM HAZEU
Het leven van een ongeschoolde
arbeidster is een voortdurende dis
criminatie: in haar beroep en op alle
terreinen van het leven. Dit pro
beert Marianne Herzog aan te tonen
via haar eigen ervaringen in een
viertal industriële bedrijven in
West-Duitsland en in de gevang
enis, waar zij in 1971 voor een pe
riode van twee jaar belandde "we
gens het lidmaatschap van een cri
minele organisatie" (links dus).
De tyrannie van 'het akkoordloon
(dagelijks een voorgeschreven aan
tal stuks 'halen' tegen een bepaald
loon) staat centraal. Opmerkelijk is,
dat nergens in het boek een om
schrijving te vinden is van wat ak
koordloon nu precies inhoudt.
Maar wat het voor vrouwen bete
kent om onder de druk van het aan
tal te werken weet Marianne Her-
zog uitstekend over te brengen,
zonder daar door een overdaad aan
emotionaliteit afbreuk aan te doen.
Geen ach en wee verhalen over
onmenselijke toestanden, maar
zeer gedetailleerde beschrijvingen.
Van de werkruimte, van het werk,
van elke verrichting. Juist hierin
wordt de monotonie herkend, de
aaneenschakeling van steeds weer
dezelfde handelingen.
Wat het werken op akkoordloon
van vrouwen vergt registreert Ma
rianne meelevend. Zo schrijft ze
over de 30-jarige arbeidster Patzke,
op akkoordloon werkzaam bij
AEG-Telefunken in Berlijn: "Wan
neer mevrouw Patzke om 8 uur
binnenkomt, draagt ze over haar
witte nylonschort een zwarte
schoudertas en ze heeft felrode lip
penstift op...wanneer ze na zes uur
akkoordwerk naar huis gaat, zit er
geen lippenstift meer op haar lip
pen en haar hele gezicht ziet er moe,
soms grauw uit en ze lijkt nu veel
ouder dan 's morgens".
Over haar eigen ervaringen schrijft
ze op dezelfde manier "op de fiets
'probeer ik door allerlei bewegingen
de pijn in mijn schouders kwijt te
raken, maar dat helpt niets".
Juist door deze eenvoud van
schrijven weet Marianne Herzog
haar lezers te boeien en te raken, tot
een diepe verontwaardiging te,
brengen. Wanneer de man met de,
stopwatch het toneel betreedt is dat
niet de banale 'must' van ieder goed
anti-kapitalistisch boek over de ar
beidssituatie.
Marianne Herzog verliest zich ook
hier niet in het gebruikelijke pat
hos: de onmacht, de vernedering
Duncan Kyle heeft een duidelijke voorliefde voor extreme decors. Het
allerliefst bar koude. Dat menen we te kunnen afleiden uit het feit, dat hij
al eerder moord en doodslag beschreef op de ijsvlakten van de zuidpool.
En nu is het eenzelfde laken een pak tussen ijs en sneeuw van de noord- -
pool. Kleine mensenconcentraties temidden van onmenselijke omstan
digheden. In een isolement, waarin men zich onder normale omstan
digheden al met moeite staande kan houden. Laat staan als daar zich nog
eens een serie "toevalligheden" samenrijgen tot een dodelijk snoer.
Een buitenstaander, die in dit wonderlijke wereldje terecht komt, vraagt
zich af of het "toeval" niet een flink handje wordt geholpen. Maar als hij
dan op zoek gaat naar de rode draad, die deze dodelijke incidenten
verbindt, groeit al snel het gevaar, dat hemzelf boven het hoofd hangt.
Duncan Kvle kent het leven aan de pool uit ervaring. Dat blijkt uit de
deskundigheid, waarmee hij het barre bestaan van daar beschrijft. Dat
gevoegd bij zijn journalistiek geschoolde pen, zijn rijke fantasie waar
uit een acceptabel gegeven is ontsproten en zijn gevoel voor detail, dan
begrijpt men dat zijn werkje een intrigerend verhaal heeft opgeleverd.
KOOS POST
Maandenlang heeft deze thriller van Brian Garfield in Amerika op de lijst
van meer dan goed verkochte boeken gestaan. Bepaald niet omdat het
zo'n briljant verhaal is. Dat is het helemaal niet. Het is ook niet zo
weergaloos goed geschreven. Het zal wel iets te maken hebben met de
herkenning van een probleem, dat ons vandaag de dag zo nabij staat. Dat
we dus intens kunnen meebeleven.
Omdat we ons zo gemakkelijk kunnen identificeren met Paul Benjamin,
de hoofdfiguur uit het verhaal. We zouden hem geweest kunnen zijn. We
zouden die Paul kunnen zijn, wiens leven zo doodgewoon, zo rustig en zo
tevreden wegkabbelt tot onbegrijpelijk geweld dat wereldje van hem
verbrijzelt. Zijn vrouw vermoord, zijn dochter geestelijk geruineerd.
Via verbijstering, verwarring en paniek komt tenslotte haat. Blinde haat.
Die zich uit in wraak. Zonder aanzien des persoons. Zonder mededogen.
Men kan begrip opbrengen voor Pauls handel en wandel. Maar goedkeu
ren? Het blijft per saldo moord. Maar het probleem en Garfields uitwer
king daarvan intrigeren bijzonder. Derhalve het boekje ook.
Koos Post
"Stakingsrecht ter sprake", SMO
boek extra 2. Uitgave Stichting
Maatschappij en Onderneming,
144 blz., 15,-
Stakingsrecht, toch wel een
alleszins actueel onder
werp na de grote februa
ristakingen van dit jaar.
Tal van discussies barst
ten los, iedereen hield zich
er mee bezig, vooral na de,
twijfelachtige vonnissen
van de president van de
Utrechtse rechtbank Van
Dijk. Maar nu de strijd is
gestreden is het woord
weer aan de deskundigen.
In "Stakingsrecht ter sprake" dis
cussiëren twee hoogleraren
(Frenkel en Zonderland) en twee
leden van de Tweede Kamer
(Rietkerk, VVD en Roethof,
PvdA) met elkaar, onder voorzit
terschap van voormalig VNO-
voorzitter Bosma. Onderwerp:
zou het wenselijk zijn het sta
kingsrecht bij de wet nader te re
gelen? De recente ontwikkelin
gen worden in de beschouwingen
betrokken, evenals de sterke
aandrang om het Europees So
ciaal Handvest te ondertekenen,
waarin het recht om te staken
wordt erkend (een recht dat in
Nederland nog steeds niet in de
wet is vastgelegd).
Het meest opmerkelijke is dan wel,
dat de actualiteit die in de discus
sies tijdens de stakingen voort
durend speelde opeens niet meer
tastbaar aanwezig is, terwijl er in
het boek toch op die actualiteit
wordt teruggegrepen. Het zo
concrete onderwerp (staking)
lijkt opeens weer een abstract ge
geven te worden.
Het boek bestaat in feite uit drie
delen. In het eerste deel zetten de
deelnemers aan de discussie hun
standpunten uiteen. Veel herha
lingen, met name waar het gaat
om een schets van de ontwikke
ling van het stakingsrecht, en
Prof. Zonderland
..onleesbaar stuk..
(archieffoto)
weinig gegevens die echt ter zake
doen, om de latere discussie te
begrijpen
Vooral het stuk van prof. Zonder
land is voor de goedwillende,
geïnteresseerde maar niet alwe
tende lezer onleesbaar, omdat
elke keer als de Rotterdamse
hoogleraar zijn standpunt uiteen
dreigt te zetten een .verwijzing
volgt naar een reeds eerder door
hem geschreven boek of artikel,
in plaats van het even kort maar
helder te zeggen.
Deel 2: de discussie. Het meest
leesbare gedeelte, maar tevens
het deel dat de meeste vraagte
kens oproept. Leukste onderde
len: wat versta je precies onder
een staking (valt ook de bedrijfs
bezetting er onder?) en het sta
kingsrecht voor ambtenaren,
hoewel dit laatste onderwerp erg
oppervlakkig wordt uitgewerkt.
Oppervlakkigheid kenschetst
trouwens de gehele discussie:
alles wordt slechts vluchtig be
roerd, vrijblijvend is het juiste
woord. En juist die vrijblij-
vendheid roept vragen op. Wat
heeft het voor zin om het onder
werp op een dergelijke manier te
behandelen?
Luchtigjes keuvelend willen de
vier heren (en de voorzitter, die
zich in het gesprek bepaald niet
onbetuigd laat) de lezer kennelijk
in aanraking brengen met de tal
rijke haken en ogen die aan deze
materie vast zitten. Maar het
boeit niet, juist door die academi
sche vrijblijvendheid. Een vrij
blijvendheid, die overigens op
zichzelf weer ter discussie is te
stellen, omdat ex-werkgevers
voorzitter Bosma vaak duidelijk
richting geeft aan het gesprek,
waarbij hij nogal eens blundert
als het om kennis van zaken gaat
over de werknemerskant.
Zo is het vis noch vlees. Laat men
sen met elkaar praten, louter op
basis van hun deskundigheid, die
niet al te sterk bij de hele zaak
verwikkeld zijn, öf haal verte
genwoordigers van beide
touwtrekkende partijen er bij als
het om staken gaat, werkgevers
en werknemers.
Het interessantste van het boek is
wellicht nog deel 3, waarin de
SMO wat zakelijke informatie
geeft over de aangekaarte on
derwerpen. Maar daarvoor hoef
je zo'n boek niet te kopen. Elders
wordt die informatie uitge
breider en overzichtelijker gege
ven (bijvoorbeeld in de vorige
SMO-uitgave over stakingsrecht
van de hand van Mr. Van der Lin
den). De in de discussie ontwik
kelde gedachten zijn ook in an
dere publicaties te vinden, want
origineel zijn ze bepaald niet.
Deskundigen, kom gewoon weer
eens met beide benen op de
grond te staan!
Ingrid Cramer
van de arbeidsters blijft centraal
staan. En omdat het geen sprookje
is maar een waar verhaal verliezen
ze het van het systeem. Het feite
lijke verhaal eindigt met het - zo
veelste - ontslag van de schrijfster.
Het is een vrouwenboek" Niet on
begrijpelijk: akkoordwerk is in
West-Duitsland slechts aan vrou
wen voorbehouden. Het is werk
voor ongeschoolde arbeidskrach
ten, zonder enig uitzicht op posi
tieverbetering, slecht betaald werk
bovendien. Van de drieëneenhalf-
miljoen arbeidsters in de Bonds
republiek is 94% ongeschoold. Zij
verrichten dit werk. Mogelijkheden
om van werksoort te veranderen
zijn er nauwelijks: overal elders
komen zij slechts aan de slag als ze
bereid zijn hun werk voor ak-
koordjoon te doen.
En bovendien zijn vrouwen niet erg
mobiel: ze zijn gebonden aan hun
gezin, na een aantal jaren akkoord
werk lichamelijk niet meer in al te
beste conditie en op hun 30e in feite
al afgeschreven. Tegen de voor'
deze vrouwen onleefbare situatie
bindt Marianne Herzog de strijd
aan.
Mannen in vergelijkbare posities
komen in het verhaal nauwelijks
voor. Alles speelt zich af in een
vrouwenmaatschappij. Helaas
heeft de schrijfster de neiging deze
sterk te idealiseren. Voortdurend
loopt een rose draad van warmte,
genegenheid, elkaar wederzijds
aanvoelende solidariteit door het
Zonder de rol te onderschatten die
Marianne ongetwijfeld zelf in het
bedrijf zal hebben gespeeld, lijkt
het er toch wel sterk op dat de wens
de vader van de gedachte genoemd
moet worden. Onderlinge wedijver,
tijddodende zwamverhalen komen
griet voor er is contact over wezen
lijke zaken als het akkoord, de
stopwatch. Gesprekken over an
dere onderwerpen hebben een
functie: "Wanneer ik, nadat ik een
lange tijd mijn monotone werk heb
verricht, me plotseling realiseer dat
ik alleen nog maar metalen plaatjes
voor mijn ogen zie ronddwarrelen,
dan draai ik me om en vraag aan
Jedina waar ze aan zit te denken of
wat ze gisteren heeft gekookt".
Dit doet mij allemaal onwezenlijk
aan. Maar het is de moeite waard
om door deze wat zure appel van
onwaarschijnlijkheid heen te bijten
om tot de kern van Marianne Her-
zogs boodschap te komen: dat de
vrouw in de Westduitse samenle
ving nog steeds optimaal wordt
uitgebuit en niet alleen daar.
Ingrid Cramer
Twee Noren, Asbjornsen en Moe,
trokken zo'n 150 jaar geleden het
wijde Noorse land in, om op deze
manier een aantal volksvertellin
gen te verzamelen. Wie ooit in
Noorwegen is geweest kan zich
makkelijk voorstellen dat
sprookjes daar snel ontstaan. Lo
pend door de prachtige bossen
zou je er niet raar van staan te
kijken als er plotseling een
vreemdsoortig wezen op je af
komt, dat zich met een sluwe blik
voorstelt als "trol" en in de
schitterende grote meren zouden
best eens ons totaal onbekende
vissen kunnen leven.
Uit het grote aantal sprookjes dat
het tweetal op deze manier bij-
eengaarde, koos Greta Jeigersma.
er twaalf en vertaalde ze; de il
lustraties, die in ieder goed
sprookjesboek nooit mogen ont
breken, zijn fantasievol verzorgd
door Ton van der Ven.
Alle verhalen hebben de kenmer
ken van het sprookje zoals wij dat
kennen. Het verschil tussen het
goede en kwade is overduidelijk
aanwezig en na een aantal, mees
tal na de in bijna ieder sprookje
moeilijke en gevaarlijke drie op
drachten om de zo fel begeerde
koningsdochter te mogen hu
wen, leeft men na een rijkelijk
van eten en drank voorziene
bruiloft nog lang en gelukkig.
Het enige verschil is eigenlijk dat
het kwade in deze Noorse
sprookjes niet gesymboliseerd
wordt door de boze tovenaar of
heks, maar door een trol of trol-
- lenvrouw.
Trollen zien er veel wanstaltiger uit,
het aantal hoofden en/of ledema
ten varieert van één tot zeven. Net
als onze heks en tovenaar beheer
sen zij de toverkunst en zullen dit
altijd ten kwade gebruiken.
De "sprookjes-gruwelijkheden"
zijn in de vertellingen niet ge
schuwd en hoewel men het vaak
pedagogisch niet verantwoord
acht voor de jonge lezertjes, vind
ik het nauwelijks storen, de
griezeligheden zijn namelijk voor
de inhoud zeer vanzelfsprekend.
Bovendien wordt alleen het
kwade altijd gestraft en zo hoort
het toch
ASTRID GUNS
Noorse volkssprookjes, door Asb
jornsen en Moe, keuze en verta
ling Greta Baars-Jelgersma, il
lustraties Ton van de Ven, Uitg.
umninoeK, Kampen, f 17,50.