Oeganda:
een
parel van
bloed en
terreurdaden
EXTRA
Door
Annemiek Ruygrok
In het oosten van Mid-
den-Afrika ligt een
kleine staat, die wel de
"Parel van Afrika"
werd genoemd.
Vruchtbaar als he't is,
groeit en bloeit alles in
volle glorie. Het zou een
van de welvarendste
Afrikaanste staten
kunnen zijn. Maar he
laas is het er het mise-
rabelst aan toe van alle.
Dat staatje heet
Oeganda. Aan het
hoofd staat een man,
die Adolf Hitler in gru
welijkheid evenaart: Idi
Amin, analfabeet,
moordenaar en vijand
der mensheid. Toch is
deze Amin al sinds 1971
aan het bewind. Hoe is
het mogelijk?
Henry Kyemba, ex-minister onder Amin, deed t
terreur en de gruwelijkheden.
Amin was ermee belast dit te
verkopen en er wapens voor te
kopen. Er werden van zijn
transacties echter nooit boeken
bijgehouden en Amin verrijkte
zichzelf met het grootste deel
van het geld. Natuurlijk lekte
dat uit en er werd om een on
derzoek verzocht. Kort daarna
greep Obote echter de macht,
ontsloeg de Kabaka en noemde
zichzelf president. Hij ar
resteerde vijf ministers van wie
vier de aanklacht tegen Amin
ondersteunden. Het onderzoek
zou Obote'duidelijk in moei
lijkheden hebben gebracht. En
op dat moment leek Amin on
misbaar voor Obote.
Bedreiging
Amins invloed bij Obote steeg
met de dag. Maar tegelijkertijd
vormde hij een steeds groter,
bedreiging.'-In december 1969
ontlaaddé hun broeiende riva
liteit zich in openlijke vijand
schap. Deze zou in 1971 leiden
tot een greep naar de macht
"door Amin. Obote kon de
vlucht nemen.
Van die tijd af is de democratie in
Oeganda, die door een aantal
grove fouten van Obote toch al
te lijden had gehad, bergaf
waarts gegaan.
Het bewind van Amin, dat, aldus
Kyemba, louter erop gericht is
te pralen en te pronken heeft de
economie van deze staat op de
rand van de afgrond geleid.
Een van de staaltjes die Kyemba
in zijn boek beschrijft is het ge
dwongen vertrek van de Azia
ten uit Oeganda in 1972 en 1973.
In 1972 had Amin kolonel Gad
dafi van Libië zover weten te
krijgen, dat deze hem (olie)geld
verschafte. Dat was voor Amin
zelf wel prettig, maar met geld
alleen kon hij zijn officieren
niet aim zich binden.
De rijke, Aziatische gemeen
schap moest het toen maar ont
gelden. Amin ontketende een
ware jacht op deze mensen,
verjoeg ze uit het land en con-
fiskeerde hun bezittingen. Hun
winkels werden door zijn of
ficieren geplunderd of overge
nomen. Zo werd de midden
stand, die in Oeganda nog een
beetje geld in het laatje bracht,
volledig vernietigd.
Exportartikelen, zoals suiker en
koffie, worden niet meer ver
bouwd. De Oegandezen zijn
overgegaan tot het kweken van
noodzakelijker levensmidde
len, omdat die in de winkels
niet meer te koop zijn. De infla
tie neemt met de dag toe, ter
wijl Amins zakken uitpuilen
van het geld.
Kyemba, die min of meer tegen
zijn zin door Amin werd be
noemd tot minister van cultuur
en later tot minister van volks
gezondheid, verhaalt van de
willekeur in het "beleid" van
Amin. Ministers krijgen via de
radio te horen dat zij ontslagen
zijn. Besluiten worden door
Amin genomen en uitgekraaid
en zijn ministers moeten die
maar uitvoeren, of het nu mo
gelijk is of niet.
Inmiddels heeft Amin al zes mi
nisters laten vermoorden. Vijf
tien ministers, onder wie
Kyemba met zijn gezin, zijn het
land uitgevlucht. In Oeganda
zijn geen goede artsen, geen
bekwame wetenschapsmensen
meer. Zij zijn vermoord of ge
vlucht.
Het land is volgens Kyemba vol
ledig onbestuurbaar geworden
en zelfs met de dood van Amin
zal dit niet een, twee, drie kun
nen worden hersteld.
Schreeuw
Kyemba's boek is een schreeuw
om hulp van een man, die veel
te lang zijn hoofd heeft afge
wend van de dingen die ge
beurden. Dat geeft hij zelf toe.
Maar in zijn positie is het be
grijpelijk, dat hij geen stelling
kon nemen. Zelfs door dit boek
te schrijven is Kyemba er zich
van bewust, dat hij mensen in
gevaar brengt. Amins wil
lekeur is tegen iedereen in
Oeganda gericht. Zelfs tegen
zijn eigen familie (Amin liet
twee van zijn vrouwen ver
moorden).
Kyemba zal zijn boek voordragen
aan de VN-commissie die zich
speciaal met de mensenrechten
bezighouflt. Of dit zal helpen, is
maar de vraag. Veel Afrikaanse
landen durven Amin niet af te
vallen, bevreesd als ze zijn om
hun gezicht voor de westelijke
wereld te verliezen.
Slechts een economische en wa
penboycot kan het aftake
lingsproces van Amin versnel
len. Want duidelijk is dat de
macht van de clown taant. Door
de slechte economie van
Oeganda, wordt het voor Amin
steeds moeilijker om zijn
handlangers met cadeaus te
overladen. Maar nog steeds
houdt Groot-Brittannië de zo
genaamde whiskylijn in stand.
Twee keer per week vertrekt van
een Engels vliegveld een
vliegtuig vol kratten whisky.
Als dit zou worden stopgezet,
als de Sovjet-Unie zijn wapen
zendingen zou opheffen en als
de Arabische landen geen geld
meer zouden leveren, mis
schien dat zelfs Amin het dan
niet meer kan volhouden.
Maar zover is het nog niet. En in
tussen worden elke dag in
Oeganda mensen op gruwe
lijke wijze vermoord. Omdat de
krankzinnige geest van Amin
dat wil. Inmiddels zijn dat er
zeker tweehonderdduizend
"Oeganda, staat van bloed ei\
terreur"; Henry Kyemba; Het
Wereldvenster; f 14,50.
ZATERDAG 8 OKTOBER 1977
Henry Kyemba, voormalig mi
nister van dit bloeddorstig
creatuur, vluchtte in mei van
dit jaar uit Oeganda. Als balling
werkt en leeft hij met zijn gezin
in Engeland. Daar schreef hij
zijn boek "Oeganda, staat van
bloed en terreur", dat door uit
geverij Het Wereldvenster deze
week in Nederlandse vertaling
is uitgebracht.
De gruwelijkheden, die hij daarin
beschrijft zijn niet helemaal
nieuw voor de wereld. Vaak
genoeg kwamen getuigenissen
van massaslachtingen en mar-,
telingen iri de pers ter spiake.
Maar Kyemba beschrijft in zijn
boek meer dan alleen dat. Hij
vertelt hoe het mogelijk was
dat Amin, gesteund door
Groot-Brittannië en Israël, aan
de macht kon komen.
Volgens Kyemba liggen de wor
tels van Amins regime in
Oeganda's onmiddellijke ver
leden en in de loop der gebeur
tenissen. Amins krachtige per
soonlijkheid kwam op naar
mate de democratie in Oeganda
afbrokkelde.
Samenraapsel
Oeganda is eigenlijk een samen
raapsel van vele kleine onaf
hankelijke stamgebieden, die
werden bestuurd door hun op
perhoofden. Toen Groot-Brit
tannië aan het eind van de ne
gentiende eeuw zo'n dertig van
deze stamgebieden tot één ge
heel smeedde, vroeg dat om
moeilijkheden. Want de gren
zen die toen werden getrokken
vielen in het geheel niet samen
met de grenzen van de stam
gebieden, die overlappingen
hebben in de buurlanden Zaïre,
Soedan, Kenia, Tanzania en
Rwanda.
Binnen het nieuwe Oeganda be
vonden zich op dat moment al
vier bestaande koninkrijken:
Boeganda, Boenjoro, Ankole
en Toro. De bekendste koning
was de Kabaka ("koning
Freddy") van Boeganda. De
zuidelijke stamgebieden lever
den weinig problemen op. De
Kabaka van Boeganda bleef
koning onder de koningen en
de Britten hadden weinig met
hem te stellen.
^ndets was het in de noordelijke
gebieden. Onderlinge wedijver
heerste in dit gebied. En juist
die wedijver heeft veel invloed
gehad op Oeganda's huidige
moeilijkheden.
Problemen
Ingewikkelder werd het met de
komst van de Europeanen bo
vendien. Het moslemgeloof,
dat door de Arabische slaven
handelaren in het land was ge
bracht, was niet opgewassen
tegen het anglicanisme van de
Engelsen en het katholicisme
van de Fransen. Op dit moment
is sleehts tien procent van de
bevolking moslem (ook Amin
pronkt daarmee), de rest is ka
tholiek of anglicaan.
De Britten zorgden ook voor de
komst van de Aziaten in het
land. En tot overmaat van ramp
werd de gemeenschap van de
Zuidsoedanezen door de Brit
ten als huurlingen aangewor
ven om aan de lagere rangen
van leger en politie leiding te
geven.
Deze mensen zijn nog steeds in
Oeganda. Zij vormen de lijf
wacht en handlangers van
Amin, die hen met geld en luxe
omringt om hen^ aan zich te
binden. Ze hebben totaal geen
gevoel voor Oeganda, omdat
het eenvoudigweg hun oor
spronkelijke vaderland niet is.
Bovendien lokken deze
Zuidsoedanezen trawanten uit
Zuid-Soedan naar Oeganda,
zodat de moordbrigades van
Amin steeds opnieuw worden
ververst en uitgebreid.
In 1962 werd Oeganda onafhan
kelijk. Bij de algemene verkie
zingen van dat jaar kwam de
nationalist en democraat Mil
ton Obote aan de leiding. Mede
door de tijdelijke steun van de
Kabaka, die president werd,
bracht hij het tot minister-pre
sident. De auteur van het boek
bleef, ondanks zijn sympathie
voor Obote's Congres van het
Oegandese Volk, betrekkelijk
neutraal. Onmiddellijk na de
verkiezingen kwam hij bij de
civiele dienst als bestuursamb
tenaar.
Slachting
Amin was in die tijd officier in het
leger, dat nog grotendeels oh-
der de Britten stond. Toen er
troepen naar het noordelijk
deel van het stamgebied Kara-
maja waren gestuurd, om een
einde te maken aan de veeroof
tussen de Karamajong en Tur-
kanastam, bevond luitenant Idi
Amin zich onder hen. Amin
was een uiterst fors gebouwde
soldaat, een echte vech
tersbaas, die ontzag afdwong
bij zijn superieuren. Ondanks
het feit, dat hij niet lezen- of
schrijven kon, was hij in korte
tijd in rang opgeklommen.
Tijdens deze patrouilles van het
Oegandese leger kwam op het
ministerie het nieuws binnen,
dat een luitenant een aantal
mensen had afgeslacht toen hij
op zoek was naar wapens. Die
luitenant was Amin
De Britten overwogen hem te la
ten vervolgen, maar zagen
daarvan af, omdat het in die tijd
onverstandig zou zijn geweest
stappen te ondernemen tegen
een zwarte officier. Obote
moest de beslissing dan maar
nemen. Maar Obote besloot
eveneens geen rechtsvervol
ging in te stellen.
Obote hield Amin eveneens de
hand boven het hoofd in 1964,
toen Amin inmiddels
plaatsvervangend opperbevel
hebber geworden was van het
Oegandese leger. Obote stelde
Amin zonder medeweten van
de opperbevelhebber boven
dien persoonlijk verantwoor:
delijk voor de hulp aan Obote-
gezinde rebellen, die in Bel-
gisch-Kongo - het huidige
Zaïre - de nieuwe regering van
Moise Tsjombe en Moboetoe
Sese Seko bevochten.
De rebellen hadden geen geld,
maar wel grote voorraden
buitgemaakt: ivoor en goud.
Een guerrillastrijderwordt geëxecuteerd. Een barmhartige dood in Oeganda, waar de meeste
"vijanden" van Amin worden doodgeknuppeld of aan repen gesneden.
Amin met zijn vijfde vrouw Sarah. Haar verloofde, van wie zij in verwachting was, liet hij vermoor
den.