"Verhouding tussen sport en wetenschap is gebrekkig" Leidse drs. over geweld op de velden DONDERDAG n UKTuBKR 1H77 EXTRA PAGINA 21 LEIDEN - Twinkelende pretoogjes achter zijn iets te grote bril. Hij ziet het zo weer voor zich, Houtrust een jaar of wat terug. Vak B 3, een gol vende menigte, maaiende sticks, politie te paard. "Wat krijgen we nou", placht Theo Nijssen sr. zijn loge-buurman Ton Menken op zulke momen ten toe te schreeuwen. Om, als baan en tribune weer eenmaal gezuiverd waren van gedeukte bierblikken, handschoe nen en versplinterd houtwerk, quasi-genant richting bestuurders der tegenpartij te blikken. Tenslotte moest je de schijn ophouden "de boys" dit niet vooraf in geprent, laat staan ge leerd te hebben. Maar in zijn hart vond hij het na tuurlijk té gek, deze dold rieste, iets te enthousiast uitgevoerde inbreuk op de rechten van de mens, in casu de tegenstander. Maling had hij aan de verontwaardigde reac ties van de oppositie, die schande sprak van deze Slap Shot-achtige erup ties. Want dit tenslotte hóórde bij het ijshockey. Net zoals de lont bij het kruitvat, de staaf bij het dynamiet. Dit was ijs hockey... Ja, Theo Nijssen denkt nog dik wijls terug aan de woelige pe riode-Raak. Zij het met ge mengde gevoelens, want na de lol kwam de tol. Die betaald moest worden in een x-aantal guldens, de ton belopend. Daar praat hij dus liever niet over, al wil hij wel kwijt van toen af een grotere waarde te zijn gaan hechter) aan de betekenis van bepaalde oude gezegden. De meest positieve doet nog opgang: "Je bent nooit te oud om te leren". Want wis en waarachtig, hij gaat het nu anders doen. Geen gesjoemel meer met hapgrage buitenlanders, dreine rige kantinejuffrouwen of duistere karatespecialisten. Voor het ijshockey in Leiden blijft dê beurs van Theo Nijssen gesloten. Nou ja, op een klein kiertje na dan. Tenslotte moetje ergens be ginnen wil je straks het grote spektakel weer kunnen opvoe ren. Want daar heeft Theo Nijssen de mond nog over vol. Knokken Hij ziet het zo weer voor zich, droomt meer dan eens weg in die glorierijke tijden van weleer. Zijn Raak, beroemd, maar meer nog berucht. Door het ongecon troleerde enthousiasme van spe lers en publiek. Ja, een robbertje knokken konden ze wel, dat be merkten ze in Tilburg, Luik en Groningen snel genoeg. "Maar" en dat zegt hij met nadruk, "dat ging nimmer ten koste van het spel. Want naast sensatie zorgde Raak ook altijd voor spanning en kwaliteit. We waren de besten, op alle fronten. En bovendien was het onze verdienste, dat ijs hockey in Nederland wat ging be tekenen. Overal een volle bak, overal een geweldige ambiance en sfeer". Dat allemaal moet de specialist in koeltechnieken door het hoofd getold hebben toen vriend en voormalig mede-sponsor Ton Menken hem de mogelijkheden van zijn verijsde vloer aan de Vondellaan demonstreerde. Raak geprojecteerd op de Leiden Lions. Een korte flash-back maar dan weer de realiteit. De finan ciële catastrofe proefde nog na als een zure oprisping en Nijssen zei ja en nee. Ja tegen de sport, nee tegen de poen. Die moest'buiten de deur blijven. Al Stonden daar inmiddels wel een zootje gere nommeerde topspelers hard- grondig op te bonzen om bin nengelaten te worden. Want wat was er geschied? Praktisch gelijktijdig met de lan cering van de Leiden Lions als nieuwe yshockeyclub brak er bij het Haagse Hijs een interne crisis uit die een aantal spelers deed be sluiten elders onderdak te zoe ken. De ontslagen coach Jean Martin koos voor Leiden en met hem een paar van zijn jongens. Blijkbaar veroorzaakte dat een sneeuwbaleffect, want opeens stond daar ook de gereputeerde Nederlandse Tsjech Jiri Anton met een paar van zijn kornuiten voor de neus van de verbaasde Nijssen, die met zijn hand op zijn hart zweert geen enkele buiten staander te hebben geronseld. "We betalen niet", herinnert hij. "Ik denk, dat de namen Nijssen en Menken nog altijd een der mate positieve klank in het ys- hockeywereldje hebben, dat ze daar op af zijn gekomen". Met de verwachting wellicht een graan tje goedgevigheid mee te pikken? "Ze mogen denken wat ze wil len", repliceert Nijssen kordaat, "maar die vlieger gaat niet meer op. Ze kunnen het verdienen, dat wel". Spektakel Dus toch een slag om de arm? Nijssen veert op, tovert de geluk zalige glimlach weer rond zijn lippen. "Stel je voor, dat ijs hockey in Leiden straks net zo goed gaat lopen als vroeger bij Raak het geval was. Dat wij voor het spektakel kunnen zorgen en het publiek de weg naar de hal gaat vinden. Ja, dan komen de zaken er anders voor te staan. Zouden we misschien toppers kunnen aantrekken en de spelers wat kunnen toestoppen. Uiter aard hoop ik dat het zover zal komen, tenslotte wordt het ijs hockey pas interessant als je op een bepaald niveau gaat spelen. Voorlopig gebiedt de realiteit echter maar eens rustig af te wachten wat er gaat komen. Voornaamste taak is momenteel het Leidse en wellicht ook Haagse publiek (weer) ijs- Theo Nijssen: beurs op een kiertje. hockey-minded te maken en daarnaast met dit, toch al redelijk sterke, team naar de eerste divisie te promoveren. En dan vergeet ik de hockeyschool nog. Met het oog op de toekomst moet daaraan uiteraard een hoge prioriteit ge geven worden". De slag om de arm, het kiertje van de beurs? "Vijfentwintigduizend gulden als startkapitaal", ver klapt Theo Nijssen, "de jongens moeten zich keurig verzorgd en vol goede moed kunnen presen teren. De begeleiding moet af zijn, professioneel. Je moet de spelers het naar de zin maken na tuurlijk. Of aan het eind van dit eerste seizoen de balans in even wicht zal zijn hangt af van het pu bliek. Dit is een proefjaar. Mis schien groeit er iets groots uit dit initiatief'. Vroeger De hang naar vroeger blijkt nog ■eens als Nijssen het heeft over een eventueel mobiliseren. Van de oude supportersschare van Raak dan wel te verstaan. Scheveningers vooral, berucht om hun vocaal en fysiek sterke inbreng als het er om ging tegen standers de loef af te steken. Twinkelende pretoogjes. Nijssen ziet ze zó weer voor zich. Plotseling zwiepten met stenen dichtgeknoopte rode sjawls in het rond. Messen priemden in de richting van de verschrikt achteruit deinzende massa, die in doodsangst een uitweg zocht om toch maar zo snel mogelijk de in een slachtveld veran derde tribune te kunnen verlaten. Het hek rondom het speelveld hield even stand, maar bezweek uit eindelijk onder de druk van de honderden men sen, die waanzinnig van angst alleen nog maar aan. zichzelf dachten. Vrouwen en kinderen werden in het gewoel onder de voet ge lopen. Op enkele meters afstand woedde nog steeds een van de bloedig ste supportersoorlogen uit de geschiedenis van het Europese bekervoetbal. Stomdronken relschoppers, meegereisd met Manchester Uni ted, de club met de meest ge vreesde aanhang, hadden al ge ruime tijd vóór de wedstrijd te gen Saint Etienne het Geoffroy Guichardstadion bevolkt. Met grof geweld had Uniteds "rode leger" de traditionele samenzang van "les verts" verstoord. Het wa ren de voortekenen van een com plete veldslag, veroorzaakt door de tussen ruim 38.000 Fransen samengepropte Engelsen; het decor van een wedstrijd uit de eerste ronde van de strijd om de Europese competitie voor be kerwinnaars. Nadat de Franse oproerpolitie de vechtenden met steun van militairen uit elkaar had geslagen, bleek het aantal gewonden te zijn opgelopen tot meer dan vijftig, waarvan som migen met messteken, gebroken ledematen of ernstige hoofd wonden. De kans dat ook in ons land be ndes a la "het rode leger" van de Mancunians actief gaan worden lijkt niet ver af. Drs. Cees Ekkers, als projectleider verbonden aan het Psychologisch Instituut voor Preventieve geneeskunde in Leiden, wijst hierbij naar de rel schoppers uit het Utrechtse sta dion De Galgenwaard, die als de "Bunnikzijde" herhaaldelijk voor ongeregeldheden zorgen. Achter Cees Ekkers, die onlangs ons land vertegenwoordigde op het door 22 landen bijgewoonde con gres in Brussel, met als onder werp "geweld in de sport", waar schuwt dan ook: "Nederland blijft op het gebied van het on derzoek naar het geweld in de sport achter bij andere landen. Dat is alvast overgewaaid. Ook de zogenaamde reltraditie begint te komen, denk maar eens aan de "nacht van Assen". En dan na tuurlijk de Bunnikzijde van FC Utrecht, als die naam wordt ge noemd, denkt men automatisch aan rotzooi. Toch zijn het maar jeugdigen, kinderen nog. Ze zoe ken een aanleiding om gewel ddadig te kunnen optreden en vinden die in het voetbalstadion. Het sportveld is hun verzamel punt geworden. Ze kunnen er anoniem blijven, want ze gaan op in de grote massa. De wedstrijd zelf vormt, gezien de doorzet tende spelverruwing, een aanlei ding om gewelddadig op te tre den". Jeugd tie. Neem de oorlogsmisdadiger, als hij weer uit het leger komt, kan het heel goed mogelijk zijn dat hij zich verbijsterd afvraagt hoe hij tot dergelijke misdaden kon komen". "Ik geloof daarom dat de mas samedia een morele verantwoor delijkheid dragen. Natuurlijk, kranten en televisie pikken dat gene wat interessant is, zoals doelpunten, strafschoppen en overtredingen. Liefst vertraagd worden die beelden kort na el kaar meerdere malen vertoond. En dan is het net als met het ge weld in de televisiefilms, men raakt er aan gewend. Bovendien leert de jeugd op die i techniek van het maken van de overtredingen. En het zien van die overtredingen - en dan doel ik vooral op het professionele "neerleggen" - is een belangrijke oorzaak van de spelverruwing. Door Hans Soeters Het onderuit schoppen van de te genstander blijkt bovendien in zeer veel gevallen aantrek kelijker te zijn dan de straf die er uit voortvloeit. De gele kaart is in zo'n geval door spelers en trainer ingecalculeerd. Het instrumen tale onderuithalen van een tegen stander is een ingestudeerd on derdeel vna de taktiek gewor den". Nuttig "Geweld op het veld blijkt in zeer vele gevallen een nuttig effect te kunnen hebben op het resultaat. Daarom zal het een van de eerste taken moeten worden om het be gaan van een overtreding onaan trekkelijk te maken. Onmiddel lijk straffen is, bijvoorbeeld, een mogelijkheid. Nu worden de problemen van het veld weg gehaald en naar de tuchtcommis- sie verwezen. Dat is het verschui ven van de problemen. Boven dien wordt door het straffen in een later stadium een rechtvaar- "Nu zijn er diverse maatregelen te bedenken - en ze zijn hard no dig - maar we mogen nooit verge ten dat het jeugd is, die, om het zomaar te noemen, het niet meer ziet zitten. Om te weten hoe je deze jongelui moet benaderen is het noodzakelijk meer van hun maatschappelijke achtergronden te weten te komen. Het is ook een opvoedkundig probleem. Kijk haar de rellen in de Engelse1 stadions, ze zijn het hevigst daar waar de sociaal zwakkeren sa- mengroepen. Werkloosheid, ar moe, de grauwe fabriekssfeer, het zijn stuk voor stuk zeer belang rijke oorzaken voor het ontstaan van jeugdbendes, ook al zijn het veelal minderheden van niet meer dan dertig man. Ze opere ren temidden van een grotere groep, die hun gedrag overneemt. We gaan er tegenwoordig steeds meer van uit dat het gedrag niet zozeer aan de persoon gekop peld moet worden, maar in de eerste plaats aan de situa- Schotse voetbalfans ontzien zelfs het "heilige Wembley niet.. dig competitieverloop belem merd. Goed, de gele kaart wordt omgezet in een schorsing, maar het gevolg is dat de eerstvolgende tegenstander een zwakkere ploeg tegenover zich krijgt. Daar zit iets onrechtvaardigs in". "Stel nu eens, dat een speler na het maken van een overtreding waarvoor hij nu een gele kaart krijgt, voor langere of korte tijd wordt weggestuurd. Het straf- bankje dus. Mijn vermoeden is, dat het dan heel wat minder aan trekkelijk wordt om iemand grof onderuit te halen. Alleen zullen de spelregels misschien wat moe ten worden aangepast. Maar er zijn ook voordelen aan, want de schorsing voor meerdere wed strijden vervalt, omdat, nu de straf naar het veld wordt ver schoven, de tuchtcommissie overbodig is geworden. In beroep gaan is er niet meer bij, want na de wedstrijd moet alles voorbij zijn. Wedstrijd afgelopen? Punt uit. Mijn indruk is dan ook dat het bestraffingsbeleid eerder wordt verlicht dan verzwaard". "Een vereiste is dan wel dat de scheidsrechters een betere be geleiding krijgen. Zoals het nu is, staat de scheidsrechter eigenlijk voor een onmogelijke taak, want, niet gesteund door rechtspraak, moet hij als eenling zijn werk doen. Hij zal beter begeleid moe ten worden en iets van sportpsy chologie moeten weten. Hoe gaat het nu; de een zegt: "Ik hoef maar te kijken en ze sidderen al voor me", maar de ander laat duidelijk doorschemeren dat hij niet weet waar hij aan toe is. Ik denk in dit geval dan ook niet zozeer aan de zogenaamde karakterfluiters, maar wel aan het legertje ano nieme fluiters. Misschien ook moeten er proeven worden ge nomen met meerdere scheids rechters". "Kijk maar eens naar andere sporten, zoals ijshockey, waar ook met twee scheidsrechters wordt gewerkt. Goed, misschien zijn de sancties nog niet zwaar genoeg, want ook in deze sport blijft het maken van een overtre ding blijkbaar nog steeds aan trekkelijk. Dat er dan met een man minder wordt gespeeld, is weer ingecalculeerd. Sterker nog, daar wordt op getraind. Maar ja, meerdere scheids rechters, direct straffen en het af- koelingsbankje, zijn stuk voor stuk mogelijkheden die onder zocht zouden moeten worden. Wat echter eerst moet gebeuren is het inventariseren van wat er nu precies aan de hand is. Zo kun nen we ons afvragen of de spel verruwing sinds, bijvoorbeeld, het bierblikincident waarbij PSV ooit was betrokken, erger is ge worden. Een andere belangrijke vraag is, hoeveel blessures het gevolg zijn van gewelddadig op treden. Voor zo ver ik weet heeft er alleen in de bokssport weieens een onderzoek in die richting plaatsgevonden" "Gaan we er van uit dat de sport een afspiegeling vormt van het maatschappelijk gebeuren, maar dat die maatschappij ook door de sport wordt beïnvloed, dan lijkt een wetenschappelijk onderzoek in die richting niet eens zo'n ge kke gedachte. Te onvoldoende wordt er vanuit de 'sport aan ge dacht om de wetenschap in te schakelen. Ik zou de verhouding tussen sport en wetenschap dan ook gebrekkig willen noemen. Toch zouden de sportbonden het eens moeten aandurven mensen uit te nodigen om tot een sys tematisch overleg te komen. Dat het bedrijfsleven dit wel doet, en graag zelfs, is een bewijs dat het rendement oplevert". "Er zou met maatregelen tegen het geweld geëxperimenteerd kunnen worden om de effecten te- kunnen bekijken. Een onderzoek naar de evaluatie van die maatre gelen lijkt me wel noodzakelijk. Net als onlangs de Belgische re gering heeft gedaan, zou ook Ne derland geld moeten uittrekken voor een serieus onderzoek. En het is nodig. Zoals het nu gaat, begint het er aardig op te lijken dat het betaalde voetbal bezig is zichzelf te gronde te richten. Maar er wordt tenminste gedacht aan maatregelen. Men maakt zich - ook omdat de stadions leger worden - zorgen. Al vormt de profsport maar een klein facetje van het totale sportgebeuren, het is net als bij een film op de televi sie; het doetje niets als er iemand wordt neergeschoten, maar ge beurt het bij je in de straat dan moetje er niks van hebben. En zo is het met het probleem van het geweld in de sport ook. Het feit dat men zich er zorgen over maakt is al een duidelijke voor uitgang. Men beseft dat we er met uitsluitend repressieve maatre gelen niet meer komen. Een sys tematisch onderzoek is een eerste vereiste

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 21