"Duppie" voor een stand beeld bij 300 jaar Leiden ontzet Zelfs plan voor afbreken van stadhuis-trap EATERDAG 1 OKTOBER 197, Ingrid Moerman ®(ol© ©©y W en Rudi Ekkart „Ter gelegenheid van den gedenkdag van Leidens Ontzet wapperde heden zoowel van de openbare gebouwen als van particuliere woningen de vaderlandsche driekleur, 's Morgens en 's avonds werd die dag in eenige kerkgebou wen op godsdienstige wijze gevierd. Te twaalf uren begon het carillon te spelen, terwijl van twee tot vier uren de stafmuziek van het vierde regiment op de Koornbeurs en van drie tot vijf uren het muziekcorps der dienstdoende schutterij op de Breestraat voor de sociëteit Amicitia eene muziekuitvoering gaf, waardoor zich langs Boter markt, Nieuwen Rijn, Vischmarkt en Breestraat eene menigte wandelaars bevonden. Ook aan het stedelijk mu seum van oudheden in de Lakenhal werd een druk bezoek gebracht. Getrouw aan de traditie van vorige jaren, wor den hedenavond in verschillende koffiehuizen de be zoekers op het bij deze gelegenheid eigenaardige "ha ring-en-wittebrood" onthaald. Met een volksconcert in de Stadszaal en een soirée in Amicitia, waar de jaarlijkse zoogenaamde speechdag wordt gevierd, wordt de feestdag besloten." Het beeld van burgemeester Van der Werff, dat na zeer veel vijven en zessen werd gekozen als gedenkteken. In 1884 (op 3 oktober uiteraard) vond de plechtige ont hulling plaats. Rechts de ont werper van het beeld, J.Ph. Koelman. Bovenstaand bericht uit het Leidsch Dagblad geeft een beknopt, maar duidelijk beeld van de viering van de derde oktober 1877, nu pre cies honderd jaar geleden. Gedurende de gehele 19de eeuw was de ontzetviering, net zoals daar voor en daar na, een feest waaraan de hele bevolking deel nam, van jong tot oud, van arm. tot rijk. In de programma's vinden we van jaar tot jaar vele bekende punten, zoals de haring- en brooduitde ling, die blijkens de rekening van 1868 dertig gulden en zevenen- tachtigeneenhalve cent kostte, namelijk vijf cent per haring, vijf tien cent per groot brood en tweeëneenhalve cent per klein brood. Een hoogtepunt in de - reeks van herdenkingen vormde het derde eeuwfeest in 1874. Onder aanvoe ring van burgemeester Van den Brandeler was er èen reeks van festiviteiten opgezet, die duurde van twee tot en met zéven ok tober. Het officiële hoogtepunt werd ge vormd door de feestrede, die prof. dr. C.P. Tiele op 3 oktober om half een in de Pieterskerk af stak in het bijzijn van de koning, de koningin en de prinsen Hen drik en Alexander. Tiele sprak daar over de "hel denmoed onzer vaderen" en herinnerde eraan dat "adeldom verplichtingen oplegt". "Hier, op dezen bodem ontwrongen aan de zee, hier heeft eens de wieg der vrijheid gestaan, hier werd zij onder smarten geboren, hier sterve zij nimmermeer!" Een wat lichtere noot van het feestprogramma vormde de ge kostumeerde historische allego rische optocht, gehouden door negen werkmansverenigingen, terwijl als "Ere-corporatiën zich daarbij hebben aangesloten de Vereenigingen van 't Zilveren en van 't Metalen kruis (2e Sectie), die de trein zullen openen". Gedurende vijf uren trokken de praalwagens, die betrekking hadden op de Leidse industrie, door de straten van de stad. 's Avonds waren er nog een alge mene illuminatie en mu ziekuitvoeringen op de Bees tenmarkt, de Korenbeurs en de Haven. Helaas bleek het weer spelbreker, zodat de illuminatie (feestver lichting) vrijwel in het water viel. "De feestvierende menigte liet zich echter door niets afschrik ken, zoodat in spijt van het slechte weder de levendigheid op de straten tot in den laten avond bleef voortduren." Op zondag 4 oktober kon men na de godsdienstige viering naar een muziekuitvoering in Musis Sac rum en naar een toneelvoorstel ling van de werkende leden der Vereeniging Harmonie in de Schouwburg. Op het programma van deze voorstelling stond o.m. "Het Ontzet der Stad Leiden", een geschiedkundig tafreel in drie bedrijven door M. Wes terman. 's Maandags kon men tussen één en vier uur deel nemen aan de volks spelen op de Ruïne Op het prog ramma stonden "goochelen, poppenkast, bollebijten, boegsprietloopen, ringsteken in eene draaimolen én mastklim- In de avonduren kon met zich ver lustigen in vauxhall en bal op het terrein van Music Sacrum en een daarop volgend vuurwerk. Toegangsprijs: Voor een heer geen lid van 'Musis' zijnde 4,-; voor een heer lid van 'Musis' zijnde 2,-; voor elke dame, onver schillig of haar geleider al dan niet lid van 'Musis' is, 1,-; voor minderjarige inwonende zonen van een gezin 2,- per persoon. De dinsdag en woensdag waren hoofdzakelijk gewijd aan mu ziekuitvoeringen, terwijl er bo vendien een schietwedstrijd "met alle militaire vuurwapenen, met of zonder bajonet, doch zon der hulpmiddelen" in Katwijk aan Zee was georganiseerd. Een bijzondere attractie van de ontzetviering was de expositie in de Teekenschool op de Bree straat van het model van het ge denkteken voor Pieter Ad- riaensz. van der Werff. Een jaar tevoren was naar aanlei ding van de oprichting van het monument voor Boerhaave het verlangen gerezen Van der Werff op een minstens even groot voetstuk te plaatsen. Een comité werd gevormd om gelden in te zamelen en velen droegen hun steentje bij. "Mèn Hein heit nou een goeie weekhuur en nou kan er voor Van der Werff wel een dubbeltje of een paar dubbeltjes van af. Maar, weetje, die groote heeren van de kelekte die komen bij ons arme lui niet, ze binne bang, geloof ik, dat ze bij ons meer vlooijen as geld kunnen mee nemen". "Talrijk waren de schamele bij dragen der kleine burgerij, die gevoegd bij hetgeen door de aan zienlijken hier en elders werd af gezonderd, zulk een som uit maakten, dat het welslagen van de zaak verzekerd scheen." Een subcommissie belastte zich vervolgense met het technische gedeelte en schreef een prijs vraag uit. In haar toelichting zette zij uiteen dat het niet gewenst was Van der Werff uit te beelden op de manier van Van Bree. Dit was voor een standbeeld geheel ongeschikt: de degen, die de bur gemeester naar zich zelf gekeerd houdt, zou bij een beeld onver mijdelijk aan een zelfmoordenaar doen denken. Op de prijsvraag kwamen acht ontwerpen binnen, te weten: een turfdrager, op de voet ge volgd door het schilderij van Van Bree. Van der Werff op een voetstuk, waarop reliëfs afgebeeld waren. een Stedemaagd. Van der Werff en een Leidenaar. Van der Werff voor een leeuw, die een Spanjaard laat verdrinken. Van der Werff hand in hand met de Stedemaagd. Van der Werff in parlementaire houding. Minerva met een krans. Het tweede ontwerp van J.Ph. Koelman en H.P. Vogel werd met meerderheid van stemmen door de met zeer veel moeite be noemde jury gekozen. Het beeld van Van der Werff zou op een voetstuk geplaatst worden, waarop een aantal taferelen uit het beleg in basreliëf afgebeeld zouden worden. Hiervoor waren de voorstellingen van de trouwbelofte, de pest, het ontzet en de dankzegging gekozen. Niet iedereen was enthousiast: men vond dat Van der Werff te veel domineerde, terwijl hij volgens prof. Fruin bij het beleg meer een navolger van de publieke opinie was geweest en het in hoofdzaak Van der Does en Van Hout waren die de Leidse bevolking tot vol houden hadden gedwongen. Ook de kosten spraken een woordje mee. Deze bleken veel hoger te zijn dan oorspronkelijk geraamd was. Het resultaat van een huis- aan-huis-collecte was teleurstel lend, ondanks de bijdragen van het vorstenhuis. Een loterij werd gehouden, toneel voorstellingen werden gegeven, een tentoonstelling werd inge richt. In 1884 was eindelijk het geld bijeen, terwijl er nog een ba tig saldo van 4,65 was, dat aan "een brave weduwe" ter hand ge steld kon worden. Ook de keuze van de plaats van het monument leverde nog grote moeilijkheden op. Zo wilde stadsarchitect Schaap de trap voor het Stadhuis wegbreken en daar het standbeeld plaatsen. Een ander zag een mogelijkheid in het dempen van het Rapenburg om dan het beeld tegenover de Universiteitsbibliotheek op te richten. Daarnaast kwamen de Hoogstraat, het Waaghoofd en het Pieterskerkhof in aanmer king. Eindelijk kwam in 1883 de toezeg ging van de regering om een stuk grond op de Ruïne af te staan, waar 3 augustus van dat jaar de eerte steen gelegd werd, ten ge volge van het slechte weer zonder feestelijkheden. Nog waren alle moeilijkheden niet overwonnen. Zo verschilde men van mening welke zijde van het beeld naar de zon toegedraaid moest worden. Hevige disputen volgden, waarbij er zelfs een sug gestie kwam Van der Werff op een spil te zetten en hem met de zon mee te laten draaien! Op 3 oktober 1884 vond de plech tige onthulling plaats in het bijzijn van de "Commissie tot Oprichting van het Gedenktee- ken van Leiden's Ontzet", die men aanvankelijk vergeten was uit te nodigen! Prof. dr. M. de Vries, voorzitter van deze commissie, hield de fees trede. In gloedvolle bewoordin De regeling van de op tocht bij de onthul ling van het monu ment in 1884. Zittend van links naar rechts: vice-president W. Metselaar, presi dent J. Goedeljee en eerste secretaris J.N. van der Mark. Links achter de tafel tweede secretaris P. Peeters en rechts 'eerste penningmees ter W.F. Hofkes. De andere heren zijn: tweede pen ningmeester J. Dirkse en de commis- Graaff en W.I. Bomli. gen riep hij herinneringen op aan de tijd van het beleg en de perso nen die daarbij zo'n grote rol ge speeld hadden. Ook wees hij erop van welk groot belang het ontzet niet alleen voor Holland, maar voor de gehele mensheid was. Na de onthulling gaf hij een be schrijving van het monument, waarop hij het standbeeld over droeg aan het gemeentebestuur, in de persoon van burgemeester De Laat de Kanter. Dit alles werd omlijst door het optreden van mannen- en kinderkoren. 's Avonds was het Stadhuis met gastoestellen verlicht, terwijl het gedenkteken zich in een elektri sche verlichting mocht verheu gen. Om tien uur werd op de Ruïne een groot vuurwerk ont stoken, dat vervaardigd was door een kunstvuurwerkmaker uit Rotterdam. Het was duidelijk geworden dat de standbeeldonthulling en de 3-Oc- toberviering van 1884 onder de bevolking lééfde. Jarenlang was die viering hoofdzakelijk in han den geweest van de studenten, waarbij de burgerij toeschouwer bleef. Door de enthousiaste wijze van feestvieren in 1884 kwam de Leidse onderwijzer Brouwer, lid van de Commissie voor de Volksbijeenkomsten, op het idee een vereniging op te richten, die zich met het organiseren van fes tiviteiten zou bezighouden. Op 13 mei 1886 werd in de Stadsge hoorzaal een vergadering bijeen geroepen. Ongeveer 160 perso nen woonden deze vergadering bij en de vereniging werd diezelfde dag formeel opgericht. In enkele dagen waren er meer dan duizend leden, 246 studenten slo ten zich aan, drukkers drukten tegen kostprijs, een sociëteit bood haar zalen gratis aan en ver schafte de consumpties tegen in koopprijs. Een ieder werkte mee om de feestviering in alle opzich ten te doen slagen. Gelokt door. het schitterende weer waren duizenden mensen op maandag 4 oktober 1886 op de been om te luisteren naar de "ko- raalmuziek" vanaf de Stadhuis toren. Vervolgens vond de ha ring- en brooduitdeling plaats. In het Waaggebouw werden 3400 broden en haringen uitgedeeld aan 1700 vrouwen die zich daar voor hadden opgegeven. In "Nut en Genoegen" aan de Pieterskerkgracht waren grote koffers met sigaren en een enorme voorraad bonnen voor bier aanwezig, die bestemd wa ren voor 1500 mannen. 's Middags vond de optocht van de Leidse verenigingen plaats. De stoet trok ook naar het monu ment op de Ruïne, waar een aan tal kransen aangehecht werd. 's Avonds kon men zich naar Zo- merzorg en het Schuttersveld begeven waar gemusiceerd en vervolgens vuurwerk ontstoken werd. Daarmee eindigde het grote, eerste officiële, feest van de pas opgerichte "3 October Ver eeniging".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 21