Lugdunum verliest slag op middenveld Eerste verlies Roodenburg,'maar DHS mocht dan ook van alles...' Noord wij k-RCL: '2-1 Arbiter v. Dodewaard 9Wat zeuren ze toch9 HARDWERKEND LFC BOEKT VERDIENDE OVERWINNING De eerste aanval de beste voor UVS: 1-0 MAANDAG 19 SEPTEMBER 1977 NOORDWIJK-Eén onderwerp stond na afloop van het duel Noordwijk-RCL, centraal in alle gesprekken: het eerste Noordwijkdoelpunt. Direct na de,openingstreffer van Jan Willem Bogers storm den verontwaardigde RCL- spelers in de richting van scheidsrechter Dode waard. Bogers had van de Waddinx- veense spelleider namelijk een indirecte vrije schop mogen nemen en die had de Noord- wijkaanvoerder ineens langs doelman Bram Brandt "ge kruld". Tot verbijstering van RCL keurde Van Dode waard het doelpunt goed. Van Dode- waard: "Geen twijfel moge lijk. De bal ging er via het geconstateerd. Zou ik daar dan niet meer op af mogen gaan? Trouwens, mijn grensrechter heeft het ook zo gezien". Die vlaggenlst - 't Hart - haastte zich de uitspraken van Van Dodewaard te beamen: "ja hoor, die bal ging er via een RCL-speler in. Wie die speler was? Ja hoor eens, ik ken die spelers niet...." bal plofte via Hans Braat het doel in". Die laatste echter: "De bal kwam vlak onder de lat. Hoe zou ik daar moeten komen?!" Luister ook naar de verklaring van RCL-middenvelder Wally van Haver: 'kAls een scheids rechter zoiets niet goed kan beoordelen, waar is zo'n man dan in godsnaam mee bezig? Kijk, dat Cees Spaanderman zegt dat die bal via Hans Braat ■het doel inging, begrijp ik zelf nog wel. Zou ik in zijn plaats ook gezegd hebben." Niette min werd hier en daar bij Noordwijk eveneens aan de rechtsgeldigheid van de Bo- gers-treffer getwijfeld. Met name door Sjoerd Boot. Die speler had het voor rust alle maal rustig van de bank ("waarom ik niet direct mee mocht doen? Daar geef ik geen commentaar op") mogen be kijken. Zei de pauze-invaller: (voor Piet Alders) "Volgens mij is de bal door niemand aange raakt." Hans Braat tenslotte, na het doelpunt vooroplopend om te protesteren: "Natuurlijk is die bal niet aangeraakt. Kan ook niet, want de bal ging er vlak onder de lat in. Bij ons is niemand zo lang dat ie zonder trampoline bij de lat kan ko men. Nou, persoonlijk heb ik geen trampoline gezien. Maar wie weet, misschien de scheidsrechter wel GERARD VAN PUTTEN NOORDWIJK - Waarschijnlijk zou er niets aan de hand zijn geweest als Ben Heemskerk in de laatste minuut niet had gescoord. Was de 2-0 stand die Noordwijk-RCL daarvoor kende ook na negentig minuten nog intact geweest, dart had wellicht niemand meer gesproken over die eerste N oord wij k-treffer. Nu echter zaterdag in de laatste seconden van de eersteklasse-topper de 2-1 alsnog ten doop werd gehouden, werd de goal van Bogers naderhand hèt gespreksthema. Centraal stond de vraag of Noordwijks 1-0 nu wèl of niet als een geldig doelpunt betiteld moest worden. Héél RCL was er uiteraard van over tuigd dat afkeuring had moeten volgen na de indirecte vrije trap. Doelman Bram Brandt wilde zelfs wedden om zijn maandsalaris als PTT-besteller dat de bal niet meer was aangeraakt voor hij via lat en paal doel had getroffen. Noordwijk zelf vertoefde in het gebied tussen twijfel en zekerheid. Doelpuntenmaker Jan Willem Bogers aarzelde: „Ik weet het niet, ik heb het niet goed gezien. Daarom wachtte ik voordat ik ging juichen". Daar stond tegenover dat arbiter Van Dodeweerd resoluut was geweest in zijn beslissing. „Maar die is misleid doordat de bal terugkwam yzeren stand", meende Bram Brandt. Têgenstrijdigheden voldoende dus: daarom eersteen paar feitelijkheden. Noordwijk-RCL was voor de omstreden treffer al dik een half uur on derweg met als opvallendste gegeven dat niemand het initiatief wilde nemen. Ruimte geven om zelf ruimte te krijgen, was het gelijkluidende parool. Vandaar dat de partners in het zaterdagtreffen zich behoudend over het veld hadden bewogen. Een situatie meteen recente geschiedenis. Noordwijk wenste niet voluit te gaan omdat het vorig seizoen puur aanvallend de boot had gemist op eigen terrein (1-2), RCL hield in omdat het weinig zin had in nog zo'n lesje als het toen in Leiderdorp had gekregen (1-3). Gevolg van het louter tactische spel van de twee aJdus (gedeeltelik tegen hun zin) geprog rammeerde ploegen, was geweest dat de wedstrijd zich nauwelijks had kunnen ontplooien. Meer dan een paar afstandsschoten van Van Dyk en Heemskerk waren in die periode niet te noteren. Dat Noordwijk toen niettemin sterker leek, kwam doordat RCL meer moeite had met het omschakelen van defensie naar aanval en bovendien nogal gemakkelijk corners weggaf. Stil staande situaties waarin Noordwijk erg gevaarlijk kan zijn. Het bleek toen Ab Braat en Dick Witteman, met van Gemerden in de, RCL-basis voor de geblesseerden Jan van Duyn en Ton Ederveen, ge zamenlijk Piet Alders hadden geblokkeerd. Na de indirecte vrije trap van Bogers snorde de bal via hout naar 1-0. Aangeraakt of niet? Dat was de grote vraag. Feit was wel dat de treffer het duel injecteerde. Zodanig zelfs dat er naderhand een paradoxale conclusie werd getrokken, verwoord door RCL-aanvoerder Leo Holl: „In vergelijking met vorig seizoen vind ik ons sterker geworden en Noordwijk zwakker." Hij ba seerde die mening vooral op de sterke periode na de rust. Noordwijk had de tegenstander toen weliswaar eindelijk in de gewenste positie, want RCL moest pressie gaan voetballen, maar de Eelman-ploeg wist er voor alsnog geen gebruik van te maken. Gewoon omdat het Leiderdorpse team in die fase vloeiend en doelgericht combineerde. Holl vergat echter in zijn voordeel te betrekken dat RCL pas kón, toen het echt móést. Bovendien bleek de nieuwe kracht van de Leiderdorpers alleen daar, waar tevens de oude zwakte werd getypeerd. RCL bleek nog steeds niet gewend aan een snelle vleugelspits die ook kan voetballen en Wilbert Witteman leek op zijn beurt nog niet gewend aan het niveau. Noordwyks verzwakte punt leek toen dat het zich het spel moest laten opdringen zonder tot weloverwogen uitbraken te kunnen komen, maar juist daardoor werd blootgelegd waar aan kracht is gewonnen. Henk van Buy ter acteerde als doelman ronduit voortreffelijk. Ook hij was evenwel kansloos bij een inzet van de sterk voetballende Dick Witteman, maar werd toen gered door de lat. Voetbal-verstand Typerend was dat ook uitgerekend in de periode dat 1-1 zwaar dreigde het voetbal-verstand zegevierde bij Noordwijk. Daarvoor was het teveel afhankelijk geweest van de toevallige gerichtheid van lange trappen en de ijver van spits Bröring, maar na pakweg 75 minuten snelde John van Dijk weg in een doordachte tegenstoot. Zijn trekbal en een grof misver stand tussen Hans Braat en doelman Brandt stelden Suttorp in staat het inmiddels attractief geworden duel te beslissen. Dat Heemskerk nog 2-1 scoorde na een fraaie vrije trap deed alleen de discussie rond de eerste treffer weer opvlammen. „Die was ongeldig", morde Huguenin. „Een regelrechte blunder". „Maar die scheidsrechter stond binnen de zestien meter en was erg reso luut, dus telt-ie", meldde Eelman droog. PAUL DE TOMBE. Het omstreden doelpunt van Noordwijk in de maak. De niet zichtbare Jan Willem Bogers heeft de bal uit een indirecte vrije trap verzonden in de richting van het RCL-doel. Daar zal het voorwerp even later in de bovenhoek „inslaan". Wie de bal dan wel aangeraakt zou moeten hebben is hoogst onduidelijk. SCHIEDAM - Zijn snorpunten we zen zo mogelijk nog mistroostiger naar omlaag dan normaal al het geval is. Het was weer zover", sprak Roodenburg coach Pieter Versteegh na afloop van het duel DHS-Roodenburg Dan zuchtend: "Die 2-1 nederlaag vind ik nog niet eens zo erg.Maar de wijzewaarop dat verlies tot stand is gekomen; niet te geloven toch Alles mocht vandaag. Die scheids rechter deed niets. Richard Klein is helemaal platgeschopt"Zich ver ontschuldigend: "Heus, ik ben niet zo'n trainer, die bij een nederlaag memeen uitroept, dat de scheids rechter daar de oorzaak van is. Maar als zo'n vent is staat is om tegen Richard Klein te roepen, dat hij zelf overtredingen uitlokt, om dat hij de bal te lang bij zich houdt, dan is hij voor mij niet capabel om een wedstrijd op dit niveau te flui ten". Een oordeel, dat hier en daar wat ongenuanceerde kreten be vatte, dat zeker. Niet ontkend mag echter worden, dat de essentie er van maar al te waar was. Arbiter Achterberg had namelijk in het hele duel aanslagen op ledematen met de mantel der liefde bedekt. Ern stige overtredingen luchthartig weggewuifd. In die sfeer kon DHS het aanvankelijke Roodenburg- overwicht (ontstaan door een ruimere technische bagage) ruim schoots met fysiek geweld com penseren. De Schiedammers kon den daardoor vooral na rust voort durend pressie uitoefenen op het doel van Nievaart. hi die periode had het Leidse centrale verdedi gingsduo Van Kooperen en De Groot (beiden gehavend door een knieblessure) de grootste moeite om de niet aflatende spits Roozen in te tomen. Moesten Jan Kromwijk en Peter van Houten zich slechts be palen tot het afstoppen van het als maar diepgaande DHS-middenrif. Roodenburg kon in die fase geen moment gevaarlijk worden. Peter Dubbeldeman werd volledig lam gelegd door linksback Leemen, werk" van voorstopper Kersemeijer en Wouter Holverda zakte na een goed begin diep weg. Versteegh "Begrijpelijk toch. Die nummer 4 (Kersemeijer) schopte alleen maar 'stukken vlees omhoog en wat Hol verda voor een tegenstander had Nou bar, gewoon". Versteegh doelde daarmee op invaller Holster. Die laatste was na een half uur ingezet voor rechtsback Van Goghdie in het geheel niet opgewassen bleek te gen Holverda. DHS-trainer Rob Ja cobs, zijn wissel toelichtend: "Van Gogh had teveel moeite met die linksbuiten. Daarom heb ik hem gewisseld voor Holster. Die kan een mannetje uitschakelen"Versteegh schamperend: "Die trainer heeft die nummer 14 alleen maar ingezet om Holverda waterpas te schoppen. Dat is hem gelukkig niet gelukt; wel werd Wout ineens minder gevaar lijk". Ware woorden, want Hol verda was in het begin een groot probleem voor de DHS-defensie ge weest. De linkerflankspeler had Van Gogh dolgedraaid en al spoedig met een kopbal het houtwerk getroffen. Dit bleek uitstel van executie, want een lange pass van André Ooyendijk belandde via Peter Dubbeldeman op het hoofd van DHS-libero Sla, die prompt zijn eigen doelman Sparla pas seerde (0-1). Roodenburg kon hierna nog even domineren, tot DHS-trainer Jacob Holster opriep om zijn "schoffelwerk" uit te voe ren. Naarmate het duel vorderde kwam DHS steeds meer uit ver drukking. Piet Roozen trof na een sublieme combinatie eerst nog het houtwerk, maar even later schoot diezelfde speler koelbloedig de ge lijkmaker in (1-1). DHS ploegde na rust onverdroten voort. De inspan ningen resulteerden uiteindelijk in een tweede treffer van invaller Van Kralingen, wiens eerste trap na een vrije schop meteen raak was. (2-1). Woter Holverda na afloop: "Wat een schoffelaars, hè? Nou ja, in ieder geval krijgen we volgende week weer eens een tegenstander (Blauw Zwart), die wél voetbalt GERARD VAN PUTTEN LEIDEN - Terug in de frisse lucht, weggeplukt uit de door slierten waterdamp benevelde kleedgelegenheid waar hij mistroostig voor zich uitstarend op een massagetafel was neergezakt, kwam, zjj het met de nodige tegenzin, de be kentenis er toch uit. Waf wegwerppogingen om de zaak te verbloemen gingen er nog aan vooraf, "Maar zo gaf hij als al lerlaatste toe: "die 1-0 voor LFC was toch wel verdiend. En na nog een diep ademhalen: "Mij persoonlijk kan het niet eens zoveel schelen, die nederlaag. Per slot van rekening heb ik, in vergelijking met vorige week, alweer een heel ander,veel be ter Lugdunum gezien. Maar voor de boys vind ik het lullig. Een gelijk spel had het zelfvertrouwen enorm kunnen opvijzelen". Ruud de Groot besefte evenwel best, dat ook in deze de wens de vader van de gedachte is, dat het verschil tussen willen en kunnen ontzettend groot kan zijn. Want hoe hij inzet en verdediging ook prees, hij kon en wilde ook niet verhullen, dat de slag op het middenveld door zijn ploeg ruimschoots was verlo ren, de werklust van jongens als Pracht, Van Egmond en Sjardijn ten spijt. "Te jong, te onervaren nog", concludeerde de Lug- Üunumvoorman. "Van miin voor- De bedoeling van De Groot om LFC, via John Verschoor en Piet Gubler het spel te laten maken, de aanval vervolgens bij eigen straf schopgebied pas op te vangen en by balbezit daarop het grotere loopvermogen van Sjardyn en Pracht uit te buiten ging inderdaad knap de mist in. Want de drie jeugdige Kikkers interpreteerden hun opdracht vo)komen onjuist door, bang als zij waren, ook bij balbezit niet van de zijde van hun directe opponenten te wijken. Het eigen initiatief werd daardoor vol komen ondergeschikt gemaakte aan de uitschakeling van de tegen stander. Met als gevolg, dat Lug- dunums' aanval nauwelijks gevoed werd met bruikbare ballen, zodat de ploeg geen vuist kon maken, terwijl aan de andere kant het hardwerkende LFC door opko mende vleugelverdedigers én door het technisch vernuft van de mid- De goed spelende LFC-doelman Wim Visser plukt de bal boven het hoofd van Jaap Schilthuyzen weg. Spies, denveJders zich volop ruimte wist 'Gubler en Pracht volgen het duel. Ondanks de daaruit voortvloeiende veldmeerderheid kwamen, mede omdat de Lug- dunum-verdediging tot veel in staat bleek, de kansen van LFC voort uit zogenaamde 'stilstaande' situaties. Zo ook de, naar later zou blijken, winnende treffer van de absolute uitblinker in deze goedbezochte derby. Cock van Weerlee. Deze on vermoeibare werker liet na een kwartier spelen de bal uit een vrije trap van zo'n 35 meter afstand, in eens naar de goal draaien. De zicht baar verraste Erades kon het gevaar niet meer keren: 1-0. Een prive- blumdertje van diezelfde Erades had LFC vlak daarop definitief op winst kunnen zetten, maar Kruyff verzaakte zijn plicht. Dat deed aan de andere kant ook de vrijwel 'on zichtbare' Schilthuyzen na een voorzet van Lugdunum-hoop- voor-de-toekomst Rinus van Es. Samen met de kopbal van Pracht, net voor tijd, de enige, reële moge lijkheid die Lugdunum kreeg. Ook wat dat betreft was LFC beter. Want Van Weerlee raakte nogeens onderkant lat, terwijl ook Zuma en nogmaals Kruyff dichtbij een tref fer waren. En dat had Ruud de Groot inderdaad allemaal ook wel gezien AD VAN KA^M LEIDEN - Zo doortastend als er geopend was, zo be sluiteloos werd UVS nader hand. De eerste aanval van de wedstrijd bleek al direct de beste. Geen Spartaan speler had de bal nog aange raakt in de Kikkerpolder of de stand was daar gister middag al 1-0. Na de schitterende treffer van Theo van Seggelen (kniehoog schot van 16 meter, origineel aangege ven door Frits van der Heiden) werde de belofte van de ouver ture echter niet ingelost. UVS viel zwaar terug, werkte in 89V2 minuut de slechtste partij van het nog jonge seizoen af, maar slaagde er wel in de punten thuis te houden. De verdienste van de Leidse defen sie of de onmacht van de Am sterdamse aanval? De 1-0 bleef intact door een mixture van beide gegevens. UVS verdedigde rommelig, chaotisch, maar wel afdoende; De Spartaan nam alle offensieve risico's die er te nemen waren, zette zelfs extra spitsen in, maar bleef weinig inventief en ef fectief doorworstelen in de voortdurende stormlopen. Zelfs kregen de Leidenaars bij uit braken nog de beste kansen om meer treffers. Koos Hannaart stuurde een strafschop echter naar de paal en dat hout stond eenmaal ook een Frits van der Heiden-treffer in de weg. Nerveus Die mogelijkheden tot vergroting van de marge, die dan wel erg ge flatteerd zou zijn geworden, kwamen voor UVS overigens pas in de tweede helft. Pas toen kreeg de Leidse ploeg wat meer greep op de wedstrijd, want daarvoor was er bijna constant gebalan ceerd op de grens van besluite loosheid en nervositeit. De ze nuwen gierden vrijwel direct na de bliksemsnelle 1-0 door de rijen, waarmee getypeerd werd dat een snelle goal ook een aver echtse uitwerking kan hebben. "Je weet het maar nooit", bena drukte trainer Gérard Désar na derhand nog eens. 'Mooi natuurlijk dat ze zo snel sco ren. Schitterend zelfs, maar wat krijg je dan? Ze willen de voor sprong vasthouden, de tegen partij raakt extra geprikkeld en neemt meer risico en de nervosi teit sluipt binnen. Onverklaar baar". Laag niveau Drie, misschien vier keer had UVS aan de wurgende omknelling van de partner kunnen ontsnappen in de eerste helft. Te weinig om de zo noodzakelijke rust terug te vinden, "dus" zakte de Leidse ploeg snel af naar een dit seizoen nog met bereikt laag niveau. Daarop werd uiterst rommelig uitverdedigd, werd erg veel bal verlies geleden en werd vrijwel elk persoonlijk duel verloren. Op het middenveld werd boven dien niet kort genoeg gedekt, zo dat de Amsterdammers daar doorlopend konden bouwen aan een nieuwe serie aanvallen. Het was voor UVS daarom maar goed dat in het eenrichtingsverkeer de lengte-as Hannaart-Henskens (zeer sterk) - Van Seggelen-Van der Heiden het hoofd koel hield, waardoor er bij tijd en wijle toch nog opgelucht geademd kon worden. Paal Pas toen UVS bij balverlies man-op-man ging spelen kreeg de ploeg wat meer ruimte. Na de pauze leidde dat tot grotere mo gelijkheden, dan De Spartaan tij dens heel dat lange beleg had kunnen creëren. Alleen de Amsterdamse aanvallers Westerkamp, Haagsma en mid denvelder Huisman waren in kansrijke positie gema noeuvreerd (ze schoten op de be slissende momenten steeds te kort in de drukte die voor doelman Sloos heerste), terwijl UVS daarna in verschillende één-tegen-één-situaties terecht kwam. Van Seggelen, anders toch bijzonder sterk in zulke ge vallen, en Van Putten konden dat niet uitbuiten. Hielden steeds in om nog een collega op te zoeken, hetgeen leidde tot een buiten spelgoal van Van Putten en een strafschop. Veroorzaakt door de teruggehaalde Huisman, die Bert Kort na 65 mi nuten naar het gras joeg. De unieke mogelijkheid op 2-0 werd echter gemist door achtereenvol gens Koos Hannaart (hij mikte op de paal) en Frits van der heiden, die de bal in de herkansing hoog over joeg. Wel was die laatste speler, die zich elke wedstrijd be ter ontwikkeld, daarna nog een maal dichtbij een treffer, maar omdat de paal ook die in de weg stond verkeerde UVS tot het einde toe in spanning. De Spar taan met de extra-aanvallers Ba- chofner en Zinkstok moest het echter laten bij dreigen alleen. De eerste de beste aanval bleek daardoor tenslotte goed voor twee punten PAUL DE TOMBE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 11