Detective: chauffeur Rijnhout Assistent: PTT-er Bartels Rotterdam mers wülen M paard ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1977 EXTRA PAGINA 17 LEIDSCHENDAM - Het is de nacht van 23 op 24 september 1940. Zes Tsjechen, in dienst van de Royal Air Force, keren in hun Wellington-bommenwerper terug van hun vernietigende vlucht bo ven Berlijn. Zij maken deel uit van het 311-de squadron, een Brits Op halve kracht volgt de piloot min of meer de Hollandse kustlijn-, met het voornemen de riskante oversteek naar de veilige thuis haven te bekorten. De Tsjechen zijn zwijgzaam; het zweet staat in hun handen. Hun 750 kilo zware boodschap hebben zij weliswaar geheel volgens plan op de plaats van bestemming af geleverd, maar de met de minuut groeiende waarschijnlijkheid daarvoor de immer angstvallig verzwegen tol te moeten betalen, beklemt hen. luchteskader, dat geheel uit Tsjec hen bestaat. Vijandig luchtdoelgeschut be schadigt de rechter van de twee motoren en boven Terschelling gaat de daarbij behorende propel ler verloren. Duitsers bij de in Leidschendam neergestorte Enge lse bommenwer per. Nadien moet het vliegtuig in Valkenburg nog zijn gerepareerd. Dat verhaal is het nog ontbrekende stukje van de leg puzzel. Buiklanding Even voor vijven, in de vroege och tend, kijken zij verschrikt op. Links van hen laat ook de enige nog overgebleven schroef weten aan zijn laatste omwentelingen bezig te zijn. De witte klippen van Dover zijn nog mijlenver verwij derd. De overlevingskansen van het zestal dalen nu met de secon de. Het is donker en er hangt een dichte mist boven het, althans veronderstelde, Holland onder hen. Om exact zes minuten voor vijf Ne derlandse tijd strijkt de Welling ton als een reiger neer in de Dui- venvoordse polder, in de noord- hoek van Leidschendam, vlak bij de spoorlijn. De buiklanding slaagt wonderwel en zonder te weten waar zij precies zijn, vor men de bemanningsleden twee groepen van drie die vervolgens schielijk hun kist verlaten. Een kort vaarwel en ze zijn opgeslokt door de mist. De eenzame ach terblijver, in het Leidschen- damse weiland, is de Wellington L-7788. Proloog Zijn wazige gedaante vormt de pro- loog van een dramatisch myste rie, waarvan tot op heden nie mand een redelijk klinkende op lossing heeft kunnen aandragen. Daardoor zijn talloze, pas na de oorlog hardop gestelde vragen onbeantwoord gebleven. Wat is er met de Wellington na de noodlanding gebeurd? Waar zijn de bemanningsleden heenge gaan? Is het waar dat de Tsjechen in Wassenaar en Voorschoten krijgsgevangen zijn gemaakt. Waarom zou dat dan pas twee da gen na de landing zijn gebeurd? Is het juist dat de L-7788 daarna een bijzondere functie heeft ver vuld voor de Duitse luchtmacht? Kan het zijn dat de Wellington nog vier jaar lang zijn diensten heeft bewezen onder vreemde vlag? Is het vliegtuig voor dat doel geschikt gemaakt op het vliegveld Valkenburg? Hebben de zes Tsjechen de oorlog over leefd? Zijn er Nederlanders, die bij één en ander een rol hebben Rijnhout (rechts) en Bartels bij de plaats waar de L-7788 in 1940 een geslaagde buiklanding maakte. antwoorden te kunnen schrijven heet Bart Rijnhout. Zijn "dear Watson": Jacques Bartels. Bei den zijn van de naoorlogse gene ratie. Bart is een dertigjarige bus-chauffeur, in dienst van de HTM, bij velen bekend van lijn 23, Jacques is 29, zoon van een generaal, beleidsmedewerker bij de dienst Onderwijscontacten van de PTT. Hun eerste ontmoeting vond plaats op een bijeenkomst van een groep van amateur- oorlogsgeschiedkundigen, die inmiddels is uitgegroeid tot de Vereniging Bulletin 1939-1945. Die vereniging vult thans met succes de gaatjes op die onver mijdelijk vallen in het werk van het Rijksinstituut voor Oorlogs documentatie. Beiden kunnen gerekend worden tot de weinige Nederlandse des kundigen van het militaire oor logsgebeuren. Jacques houdt zich bezig met land en zee, Bart met de lucht. Samen bezitten ze ongeveer 3000 geschiedkundige boekwerken, duizenden foto's, tienduizenden documenten. De werkmethode van het tweetal maakt de vergelijking met de hoofdpersonen van de detective schrijver Sir Arthur Conan Doy le, zeer waarachtig. Ofschoon juist compagnon Jac ques fysiek het best te situeren valt in Holmes' aktiecentrum aan de Londense Bakerstreet 221b, speelt voor het overige juist Bart de rol van de onstuitbare en on vermoeibare speurneus. Sinds het kortstondige pietepeuterige in elkaar zetten van wat plastic vliegtuigen, vele jaren geleden, heeft hij namelijk dê dagelijkse tijd waarin hij met zijn liefhebbe rij bezig is, verlengd tot bijna acht De laatste vier jaar heeft hij van de gigantische legpuzzel, bestaande uit ongeveer 9000 vliegtuigen die in de Tweede Wereldoorlog zijn neergestort, voornamelijk het grillige stuk L-7788 in zijn han den gehad. Dat hij in diezelfde periode, en- passant, kans zag van een knappe duizend andere Kisten de plotse linge uitschakeling met zeer veel nauwkeurigheid te reconstrue ren, dat hij mede daardoor nu met stelligheid tientallen plaatsen op de kaart kon aanwijzen waar nog gecrashte vliegtuigen moeten liggen, menige zelfs met de stof felijke resten van de beman ningsleden aan boord, de officiële instanties niet willen vrijgeven dan singsverklaring, dat hij kan wijzen op zijn uitpuilende kasten ordelijk gerangschikte oorkon dedossiers, dat alles geeft hem nauwelijks voldoening. De geschiedenis van de L-7788, waarvoor geldt dat slechts enke len eraan zijn begonnen en nie mand de navorsing heeft vol tooid, die geschiedenis wenst hij binnen afzienbare tijd te kunnen openbaren. Tipgevers Er kan geen twijfel meer over be staan, of hij krijgt het verhaal ook rond. Het vijfhonderdtal brieven dat hij dit jaar al heeft verstuurd en met name de stapel antwoor den erop maken dit volstrekt duidelijk. Tot zijn tipgevers behoren be ruchte SS'ers en SD'ers, Ameri kaanse archivarissen. Tsjechi- 1 sche weduwen, Nederlandse fo tografen, luchtmachtofficieren, enzovoort, enzovoort. Het fana tisme waarmee hij te werk gaat, kan nauwelijks beter worden ge ïllustreerd dan door de aanwe zigheid van een kopieerapparaat in zijn huiskamer, dat hij speciaal met het oog op zijn vrijetijdsbes teding heeft aangeschaft. Van het boek dat hij straks open zal doen over die éne Wellington is helaas nu nog geen kopie ver krijgbaar. Alleen de flaptekst, de proloog, geeft hij vrij. "De rest zal", zegt hij zelfbewust, "zo be langwekkend zijn dat het onver standig zou zijn er nu al iets van te zeggen. Mijn werk is namelijk nog niet helemaal af'. Tenslotte maakt hij/ duidelijk waarom hij dan heeft besloten om toch zijn stilzwijgen even te verbreken. "Ik zit nog met een kleine schaduw, ergens midden in het verhaal, en daar wil ik licht op. Die schaduw wordt gevormd door het vliegveld Valkenburg. Als er mensen zijn die mij wat ge gevens of foto's kunnen geven die betrekking hebben op het herstel van de Wellington L-7788 op Valkenburg, laten ze dat dan aan mii bekendmaken". "Mijn adres is Gravin Juliana van Stolberglaan 472, Leidschendam, telefoon (070) 277601. Een ieder die mij terwille is zal in mijn boek, dat dan spoedig zal kunnen verschijnen, worden genoemd, dat beloof ik". Geheimhouding 'Watson' Jacques Bartels peinst. "Desgewenst geheimhouding verzekerd", voegt hij er dan veel betekenend aan toe. Het doel is duidelijk: de tot op he den totaal onbekende geschiede nis van een op het eerste gezicht vrij willekeurige oorlogskist moet en zal een uniek document worden. Nu nog wordt er ge heimzinnig gezwegen over een, wat men gemakkelijk kan ver moeden, hoogst interessant stuk oorlogsdocumentatie. Het grote aantal bezoeken, dat de "detecti ve" de laatste tijd heeft gebracht aan militaire en justitiële instan ties, vormt daarvan een duide lijke indicatie. In en rond de Duivenvoordse pol der in Leidschendam hebben 34 jaar geleden zes Tsjechen en vele, nu nog, onbekenden een stukje oorlogshistorie gemaakt: het mysterie L-7788. De bus chauffeur Bart Rijnhout en zijn PTT-vriend Jacques Bartels zijn de oplossing zeer nabij. Door RAYMOND TIM MERMANS Op de kleine weide in Diergaarde Blijdorp vallen ze nauwelijks op. Soms leunen ze gezapig tegen het hek, waar ze zich laten aanhalen door kinderen die er gewoon het zoveelste leuke beest in zien. Op een bordje naas! het tralie- werk staat hun moeilijke naam: Przewalskipaard. Eronder een korte beschrijving van het dier, waaruit de bezoeker kan opma ken dat het het laatst overgeble ven wilde paard in de wereld Zomaar een leuk beest, met als curiositeit dat het de enige nog levende voorouder is van het paard-van-de-melkboer? Het lijkt erop, maar in feite verte genwoordigen de zes Blijdorpse dieren een droevig stuk geschie denis. Een van die verhalen waar je je als mens voor kunt schamen, maar die toch verteld moeten worden. Omdat er in dit ene geval misschien, heel mis schien, toch nog iets aan te doen Hoopje mest Er zijn er nog krap driehon derd, allemaal rondstappend op weilandjes in dierentuinen over de hele wereld. In Mongolië, het land waar ze het laatst ge signaleerd zijn, laten ze geen spoor meer zien. Er wordt nog wel gezoch tmaar de vondst van een hoopje mest dat misschien van een Przewalskipaard zou kunnen zijn is een grote zeld zaamheid. De dieren zelf-als ze er nog zijn - blijven in elk geval buiten het bereik van verrekij kers en helicopters. Er zijn tijden geweest dat heel Azie en zelfs een deel van Eu ropa het domein waren van de roodachtige paarden met hun rechtopstaande manen. De Przewalskipaarden hebben echter tot hun ongeluk 'n reus achtig sterk karakter: Ze zullen zich nooit door de oprukkende mensheid laten overmeesteren. Blijkbaar sterven ze liever uit dan zich tot huisdier te laten maken,en het ziet erop het ogen blik naar uit dat ze die drasti sche maatregel gaan nemen. In een souterrain in een Rotter dams achterafstraatje werken drie mensendie er hun levens werk van hebben gemaakt om moeder natuur voor deze ramp te behoeden. Het zijn het echt paar Jan en Inge Bouman en hun vriendin Annette. Sinds een aantal jaren hebben ze bijna al hun tijd gewijd aan het bestu deren van het Przewalskipaard en aan het zoeken naar moge lijkheden om deze diersoort in stand te houden. Vanaf 21 maart van dit jaar doen ze dat als ,JStichting tot behoud en ter bescherming van het Przewals kipaard". Een uniek groepje mensendat uit pure sociale bewogenheid en Liever uitsterven dan huisdier worden belangstelling voor paarden is begonnen en dat de zaken nu ri goureus en wetenschappelijk aanpakt. Jan Bouman: „We komen alledrie uit de sociaal maatschappelijke hoek. An nette is kleuterleidster, mijn vrouw orthopedagoge, en ikzelf heb een functie gehad in het dub- en buurthuiswerk. Op die manier zijn we eigenlijk ons hele leven betrokken geweest bij mensen, die op de een of andere manier hulp nodig hadden. De stap naar bedreigde diersoor ten is dan natuurlijk niet zo- groot". Bouman dat je voortdurend moet proberen de problemen van het Przewalskipaard onder de aandacht van zoveel moge lijk mensen te brengen.Geluk kige kinderen gaan eens in de week een uurtje paardrijden, en dan na afloop lekker in de auto van pa terug naar huis. Maar over het wezen van het paard, over zijn karakter, zijn ajkomst daarover komen ze ■yolden iets te weten. In dierentuinen gebeurt dat wat Przewalskipaarden be treft ook niet, want die dieren vallen gewoon niet op. Het zijn paarden, een beetje anders dan andere paarden, maar het zijn geen dieren waar je je aan ver gaapt". De geschiedenis van het Prze walskipaard - althans het be langrijkste deel daarvan - vangt aan omstreeks de eeuw wisseling, als de Poolse kolonel Przewalski in dienst van de Russische tsaar in de buurt is van de Mongoolse grens. Van nomaden krijgt hij een schedel aangeboden, die afkomstig is van een wild paarderas. In Le ningrad, waar de militair het ding laat onderzoeken door een geleerde met de naam Polia- kow, blijkt dat het inderdaad gaat om een tot dusverre onbe kend soort. Er worden expedi ties op touw gezet;de beroemde circusdirecteur Carl Hagen beek en andere dierenverza- meiaars zien gouden tijden aanbreken. Onbewust van het feit dat zij het Przewalskipaard voor zijn ondergang behoeden zorgen zij ervoor, dat zevenen twintig dieren levend in Europa aankomen, waarvandaan ze hun weg vinden naar talrijke dierentuinen. De paarden gaan zich voort planten. Moeizaam, maar met het uiteindelijke resultaat dat hun aantal in de loop der jaren van 27 is toegenomen tot offi cieel 254. Daarbij komen dan nog wat niet-geregistreerde exemplaren, zodat de totale stand op bijna driehonderd mag worden geschat. Al sinds jaar en dag wordt in Praag een stamboek uitgege ven, dat het reilen en zeilen van het Przewalskipaard bijhoudt. Volgens de Rotterdamse paar- denredders is het een lofwaar dig initiatief, maar het gaat niet ver genoeg. Het wapen dat zij in de strijd hebben gebracht bestaat uit een wetenschappe lijk opgezet kaartsysteem, waarin alle levende en gestor ven Przewalskipaarden in ge vangenschap hun eigen dossier hebben. Zo is van elk. dier na te gaan hoe lang het geleefd heeft, wie zijn voorouders waren (tot aan twee van de 27 gevangen dieren toe), waar het leeft en wat het voor nazaten heeft voortgebracht. Fok-plan om Przewalski's vrijheid te hèrgeven... Via dit systeem berekenen Jan en Inge Bouman de „inteeltcoef- ficient", een wiskundig gege ven, aan de hand waarvan in een oogwenk kan worden uitge zocht wat de ideale huwelijk spartner voor een geslachtsrijpe merrie zal zijn. Vooral dat laat ste heeft de Rotterdammers in ternationale vermaardheid be zorgd. Regelmatig kloppen die rentuinen uit alle landen van de wereld bij ze aan, om te vragen welke hengst voor de gezondste nakomelingen kan zorgen. „Wij kunnen op die manier zorgen voor een goed fokbeleid, en op die manier het aantal exempla ren opvoeren", zegt Jan Bou- De bedoeling van al dit werk is ook, dat de dieren op den duur weer in het wild uitgezet zullen kunnen worden. Jn het begin zal dat natuurlijk in reservaten moeten gebeuren, semi- reservaten eigenlijk, waar toch wel sprake is van een soort bege leidingaldus Jan Bouman. .Alsdan blijkt dat ze het zelf wel kunnen vinden gaan ze hele maal de wijde wereld in. Voor het zover is moeten we ook nog wel het een en ander gaan doeri aan studie van het gedrag van de dieren. Tien generaties ge vangenschap hebben wel dege lijk invloed daarop,en het vergt heel wat werk om erachter te komen hoe de paarden zullen reageren als ze hun vrijheid te rugkrijgen". Toekomst Voorlopig zijn dit allemaal nog toekomstbeelden. Geld zal er moeten komen, vooral van het Wereldnatuurfonds, waar Jan Bouman zijn verwachtingen op heeft gericht. Als dat lukt zou het volgens deze enthousiaste die renliefhebber wel eens kunnen gebeuren, dat het Przewalski paard over een jaar of zeventig, tachtig is gered van de onder gang.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 17