DINSDAG 13 SEPTEMBER 1977 In Frankfurt gaat deze week de eerste Europese autotentoonstelling van het nieuwe seizoen open. Daar zal het publiek voor de eerste maal kunnen zien welke potjes de fabri kanten voor het modeljaar '78 op het vuur hebben ge zet. Veel verbeteringen, veranderingen en aanvul lingen van reeds be staande modellen. Wat in de meeste gevallen ge paard gaat met grotere of kleinere prijsverhogingen. Natuurlijk zal er ook het nodige nieuws op de proppen komen. Opel bijvoorbeeld verschijnt met een geheel nieuwe Re- kord-serie. Concurrent Ford laat er zien hoe de in Duits land gebouwde Granada-serie grondig werd gemoderni seerd. En VW-dochter Audi brengt een nog niet eerder ge toonde versie van de Audi 100 in de openbaarheid. Met fast back en grote achterdeur. Kever er uit Het is een voortdurend gaan en komen op de automarkt. De meeste modellen verdwijnen na verloop van jaren vrijwel ge ruisloos van het tapijt. Maar soms betekent zon afscheid toch het einde van een bepaald tijdperk. Zoals het afscheid van de kever, zovele jaren het popu lairste raspaardje van Volks wagen. Bijna twintig miljoen zijn er geproduceerd. Tegen het einde van dit jaar wordt echter naar alle waarschijnlijkheid het punt bereikt waarop het niet meer lonend zal zijn om er in Duitsland de kever te blijven bouwen. Er wordt nog wel geen definitieve streep onder gezet - in Mexico zal men voorlopig nog kevers blijven maken - maar voor Eu ropa is hiermede toch een einde gekomen aan een eens zo in drukwekkende triomftocht. In het totale autobeeld is het vert rek van de BMW 1502 natuur lijk veel minder markant, maar voor de Münchense fabriek moet het toch ook een beetje weemoedig afscheid zijn. Het is 'n streep onder de succesvol ste serie die BMW ooit heeft gemaakt in haar meer dan zes tigjarige historie. Ze hielp hard mee het merk uit de crisis van het begin der jaien zestig te ha len. Toen na een bijna tienja rige geschiedenis de 02-serie in 1975 werd vervangen door de huidige 3-serie beleefde de 1502 nog_ een korte bloeipe riode. Maar die is nu afgelopen. Het model is voorgoed uit de pro- duktie genomen. Ford. Granada: de Taunus in het groot Opel Rekord In Frankfurt dus drie grote middenklassers. Bij Opel in dertig jaar tijds het tiende Rekord-model. Technisch is er niet zo bijster veel veranderd 'maar het aanzien is grondig gewijzigd. Waarom zou men technisch ook veranderen als het oude in de loop der jaren zich zo betrouwbaar heeft ge toond? Maar men heeft- geheel passend in het kader van de roep om energiebesparing - wel gestreefd naar grotere zuinigheid. Door de areodynamische carros serie hebben de constructeurs volgens de fabrieksopgave tien procent minder luchtweer- stand kunnen bereiken, wat naast 'n wat grotere topsnel heid ook 'n brandstofbesparing van vijf procent zou opleveren. Bovendien zou men tot beter wegcontact en minder zijwind gevoeligheid zijn gekomen. Door een langere, laag aflo pende motorkap, een eveneens verlengde daklijn en een kor tere hogere achterkant kreeg de nieuwe Rekord een wig vormige carrosserie. De koffer ruimte werd vergroot tot 480 li ter. Verdere uiterlijke kenmer ken: grotere koplampen en achterlichten en tot in de zij kant doorlopende richtin gaanwijzers. Zoals bij Opel gebruikelijk zijn er weer vele versies mogelijk: twee deuren of vier deuren. Standaard uitvoering of meer luxe in De Luxe en nog meer in de Berlina. En desgewenst al lerlei „Sportieve" attributen in het S-pakket. Er zijn ook ver schillende motoren mogelijk: van 1,7 liter (60 pk-topsnelheid 146 kilometer) via de 1,9 liter (75 pk-155 km) naar de 2 liter (90 pk-165 km). De nieuwe 2 liter inspuitmotor is de krachtigste uit de serie. Uitgerust met het Bosch L-Jetronic inspuitsys- teem levert hij een vermogen van 110 DIN-pk, wat goed is voor een top van bijna 180 km per uur. En natuurlijk blijft de 2.1 liter dieselmotor met een vermogen van 60 DIN-pk op zijn speciale plaats in het programma. Een nieuw ontworpen luchtfilter moet ertoe bijdragen dat het nog altijd wat storende motor geluid verder wordt geredu ceerd. De prijzen worden binnenkort bekend gemaakt. In het Rotter damse hoofdkwartier wordt er erg lang en breed over ge sproken. Ford-Granada Gelijk met de Opel-Rekord komt ook de uiterlijk grondig gewij zigde Ford Grananda voor het voetlicht. Ook hier zijn de ver anderingen in hoofdzaak uiter lijk, want aan de beproefde mo toren van de vorige serie heeft Ford niets veranderd. Die zijn zo overgezet in het nieuwe pak, dat ontwerpers en computers voor deze Granada hebben uit gekozen. We willen niet zeggen dat de au toconstructeurs vroeger een natte vinger in de lucht staken om te voelen waar de wind vandaan kwam. Maar veel meer dan tegenwoordig moesten ze toch nog op hun gevoel afgaan. Natuurlijk is ook vandaag de dag nog niet exact te meten wat de smaak van de toekomstige koper zal zijn. Maar als je maar genoeg gegevens in het heden daagse Orakel van Delphi stopt kan men er toch een vrij goed gemiddelde uithalen. De computertechniek was bij de geboorte van de eerste Granada - nu zo'n vijfenhalf jaar terug - nog niet zo ver gevorderd dat zij een rol van enige betekenis kon spelen. Nu kunnen de constructeurs er niet meer buiten willen zij voorkomen dat zij een kostbare buil vallen. Enfin, de ontwer pers en de computers zijn te zamen en in vereniging geko men tot een Granada, waarvan de lijn ons sterk doet denken aan een vergrote Taunus. Wat wel geen toeval zal zijn. Want ondanks het succes van de Fiesta is deze Taunus nog altijd Fords populairste model in Eu ropa. Ook de Granada oogt royaal, ruim en heeft een mo dern strakke styling met een lage gordellijn en 'n groot glas oppervlak. Van binnen goede stoelen, een imposant maar niet te pompeus dashboard met veel plekjes om kleine dingen op te bergen. En natuurlijk ook bij Ford weer de nodige uitvoeringen. Luxe op maat te bestellen met een schier eindeloze stoet accessoi res, inclusief airconditioning (2400 gulden). Er zijn maar liefst vijf motoren te kiezen: 1.7 literV4-75DIN pk-top 147 km 2,0 liter 4 lijn - 99 pk-165 km 2,3 liter V 6 - 108 pk-168 km 2.8 liter V 6 - 135 pk-182 km 2,81. V 6 injectie - 160 pk-194 km Prijzen vanaf 18.904 tot 39.731. Eén versie is echter compleet nieuw: met een 2,1 liter vier ci linder dieselmotor met een vermogen van 63 pk en een top van 137 km. Verkrijgbaar voor 22.756. Het is de eerste perso nenwagen van Ford met die selmotor. Maar wat wil men: vorig jaar werden in Europa meer dan een kwart miljoen au to's met dieselmotor verkocht. Men verwacht dat dit aantal over twee jaar is verdubbeld. Nou wil Ford daar best wat van meepikken. Er werd zaken ge daan met Peugeot, die al jaren een lichte, sterke en blijkbaar betrouwbare dieselmotor maakt. Die werd gereed ge maakt voor inbouw in de Gra nada en daarmee stapt Ford dus ook de dieselmarkt op. Aan het einde van deze Ford- story nog een nieuwtje: de Fiesta wordt deze maand ook Qpel Rekoj-d: de tiende in dertig jaar Volvo 262 C: Bertone-Coupé vol luxe verkrijgbaar met een 1300 cc motor. Goed voor een vermo gen van 66 DIN-pk en een top van 158 km per uur. Natuurlijk is de hele constructie aange past aan die fut-vergroting. Audi 100 Avant VW-dochter Audi staat ook al met een nieuwe middenklasser in Frankfurt' de Audi 100 Avant. Door de schuine achterkant en de grote achterdeur is de gelij kenis met de Volkswagen Pas sat opvallend. De verstrenge ling van de twee merken gaat steeds duidelijker vormen aannemen. Dat neemt niet weg dat deze Audi 100 Avant een fraai stuk automobiel is om te zien. Technisch is er geen ver schil met dp normale Audi 100. Er gaan immers dezelfde moto ren in: de vier cilinder 1,6 liter 85 pk motor (160 km), de vier cilinder 2 1. 115 pk motor (179 km) of de vijf cilinder 2,2 liter 136 pk motor met K-Jetronic inspuitsysteem (190). In ver band met het aanlopen van de produktie zal alleen die laatste versie voorlopig in beperkte aantallen naar ons land komen. De eersten worden begin vol gende maand verwacht. Wie belangstelling heeft: voor de Avant-uitvoering moet een meerprijs van 1392.40 worden betaald. De gewone Audi-100 staat geprijsd tussen de 22.892 en de 35.000 gulden. Volvo Het Zweeds/Nederlandse merk Volvo heeft het dit jaar vooral in verbeteringen aan het inte rieur gezocht. Nagenoeg alle modellen hebben van binnen wijzigingen ondergaan. Zo kregen de 66-modellen de zelfde open vaste hoofdsteu nen als alle andere modellen. Dat gebeurde ook met de 343. Maar daarin werd tevens de au tomatische transmissie verbe terd. Door installatie van een zogenaamd Tacho-relais wordt onnodig „terugschakelen" van de automaat bij lagere snelhe den voorkomen. Direct voor deel: rustiger en zuiniger. In de 240- en 260-serie werden nieuwe stoelen met bredere rugleuningen en lagere zittin gen gemonteerd en extra op- bergmogelijkheden langs de beide voorportieren. Het 1978-model van de 240-serie is onmiddelijk te herkennen aan gril. En dan staat in Frankfurt natuur lijk de nieuwe luxe coupé van Volvo, die al enige tijd geleden werd geïntroduceerd. De coupé werd gebouwd in sa menwerking met de Italiaanse ontwerper Bertone. Een wagen volgestopt met luxe. Hij is pas tegen het einde van het jaar te leveren. Dan moet men er 58.750,- vppr neertellen. Datsun Cherry Datsun heeft in tegenstelling tot de meeste merken de prijzen van enkele modellen (zoals de Cherry 100 A 2-deurs en de 120 Y 4-deurs) met een dikke hon derd gulden teruggeschoven. De Cherry-serie werd tevens uitgebreid met een nieuw type, de 120 A semi-automaat. Dit model is uitgerust met een semi-automatische wisselbak. Men schakelt daarmee normaal zonder gebruik te hoeven ma ken van een koppelingspedaal. De semi-automaat heeft drie versnellingen, waarvan de derde een overdrive is (meer prijs 800 gulden). Van alle Cherry-modellen is de gril ver anderd. Mitsubishi-diesel Hoewel het nog niet in Frankfurt te zien zal zijn is er ook weer nieuws van de komeetachtige Mitsubishi. Ten opzichte van vorig jaar steeg de totale auto verkoper in ons land in het eerste halfjaar met een kleine twintig prócent. De Japanners deden hef nog beter, zestig procent vooruit. Het grootste aandeel in die groei werd geleverd door Mitsubishi: niet minder dan 141 procent. Dat succesvolle Japanse merk gaat binnen afzienbare tijd ook al met een diesel de boer op. Voor de ontwikkeling van de dieselmotor is men. uitgegaan van de "80-motor" met de twee tegengesteld draaiende balans assen. De fluisterende mo tor", zoals hij wordt genoemd. Doel is natuurlijk te komen tot een geruisarme en soepele die selmotor. Deze motor wordt inmiddels al op de weg getest. Het is de be doeling in Japan volgend voor jaar de eerste Sigma met die selmotor af te leveren. Ver moedelijk zal dat een 2 liter mo tor zijn. Maar voor de export zal men wel een 2400 cc kracht bron kiezen. Wanneer die hier zal komen is nog niet bekend. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: we hebben een tijdlang kun nen rondrijden in zo'n ko lossale Amerikaanse slee en het was een machtige ervaring. Naar Europese begrippen een bul lebak van een kar met zijn vijfen- halve meter lengte en zijn bijna twee meter breedte. Maar hij bleek desondanks verrassend gemakkelijk te hanteren. En het was één groot brok weldadig aandoend comfort. We reden een Chevrolet Caprice Classic, het populairste model van General Motors met in Ame rika zo'n jaarlijkse afzet van een slordige miljoen stuks. Daar ste ken de nog geen duizend grote Amerikanen, die General Motors vorig jaar in ons land aan de man kon brengen maar uiterst pover bij af. Dit jaar gaat het echter wat beter. In de eerste zes maanden van dit jaar werd dat aantal van duizend al overtroffen. Het lijkt een hele verbetering, maar op de totale automarkt blijft het nog al tijd kruimelen in de marge. Natuurlijk staat de prijs een grote afzet in de weg. Maar daarnaast zullen de indrukwekkende afme tingen ook wel afschrikken. Al thans in onze ogen indrukwek kend. In Amerika was men het nog groter gewend. G.M. heeft er namelijk net dertig centimeter afgeknabbeld. In het kader van de wettelijke bepalingen, dat de Amerikaanse auto's over een jaar of twee zuiniger moeten rijden. Dus werd een aantal modellen kleiner en lichter gemaakt. Maar dat merken we hier niet of nau welijks. Het gaat er niet om, wat er af ging maar wat overbleef. En dat is nog altijd een uiterst impo nerend vehikel. Imponerend echter niet alleen door zijn afmetingen maar ook door zijn prestaties. Onder die schijn baar eindeloze motorkap zit na melijk een achtcilinder kracht bron met een cilinderinhoud van niet minder dan 5735cc. En die kolos produceert volgens de fa briek een vermogen van 170 SAE-pk. In de praktijk betekent dat, dat dit kolossale brok ge bundelde energie de twee ton wegende wagen in net even meer dan elf seconden uit stilstand naar een snelheid van 100 kilome ter per uur kan jagen. En als men het gaspedaal blijft indrukken komt de naald van de snelheids- meterdichtinde buurt van de 180 te hangen. Dat zijn respectabele cijfers. Maar het opvallendst daarbij is dat dit alles zo soepel en zo geruisloos gaat en de wagen dan niets aan comfort inboet. Hij blijft als een blok aan de weg kleven. De aan vankelijk wat week overko mende maar allengs meer ge waardeerde vering blijft alle on effenheden gladjes wegstrijken. Daarbij komt nog, dat er van ge- luidsproduktie nauwelijks sprake is. We hebben hier al eens meer ge zegd dat juist de stilte in een auto zo'n belangrijke bijdrage levert tot zijn comfort. Zelden hebben wij dat duidelijker ervaren dan in deze Chevrolet Caprice. Tot aan een snelheid van zo om en nabij de 120 kilometer is de motor na genoeg geluidloos. Ongelooflijk stil zelfs. En dat is vooral bij uren lange ritten een regelrechte ze gen. Nu was onze testwagen ook uitge rust met airconditioning. Dat is een luxe, waarvoor men grof moet betalen. Een bedrag van 2240 gulden liegt er niet om. Maar het is een verrukking. Een con-' stante temperatuur in de auto ongeacht de temperatuur buiten. Zelfs na uren achter het stuur stapt men nog geheel fris uit de wagen. Om dan pas te ontdekken hoe warm of koud het buiten wel En als de auto langere tijd in de zon heeft gestaan zet men de aanjager even aan en binnen enkele minu ten is er van de anders zo lang aanwezige beklemmende hitte niets meer over. Het is waarlijk wonderlijk te ervaren hoe ge makkelijk onder zulke omstan digheden langere afstanden zijn te overbruggen. Maar ja, het valt natuurlijk wel onder het hoofd stuk "veel-duurdere-luxe". Wat dat betreft houden de Ameri kanen er toch een geraffineerd verkoopsysteem op na. Als men deze Chevrolet Caprice Classic geheel standaard uitgevoerd koopt dan kost die "kale" wagen ruim 29.000 gulden. Daar krijgt men die kolossale kar voor men de enorme motor en met alle pret tige "vaste" eigenschappen, zoals de comfortabele vering, de stuurbekrachtiging (die de be sturing vederlicht maakt, soms zelfs een beetje te licht), de ge makkelijk te doseren remmen, de onvoorstelbare bagagebak, de "onbetaalbare" stilte en de waar lijk grandioze automatische ver snellingsbak. Maar compleet met de bijna dertig "accessoires", die aan onze test wagen waren toegevoegd moet men voor dezelfde auto tiendui zend gulden meer betalen. Een verschil van een klein Europees wagentje. Maar dan heeft men ook alles wat men zich kan voor stellen. Om enkele dingen te noemen: elektrisch te openen ruiten, elektrisch verstelbare en gescheiden voorstoelen, elek trisch te bedienen buitenspiegels een verstelbare stuur, een "cruise control" (om de wagen op een bepaalde snelheid vast te pinnen), een digitaal klok enz. enz. Een zwaar met toeters en bel len beladen kerstboom, om zo te zeggen. Compleet in donkerbruine metallic lak met een lichtbruin vinyl dak. Dat laatste kost even 1100 gulden méér, maar voor ons hoeft dat be slist niet. Integendeel. We zagen dezer dagen een witte Caprice op de weg. Toen pas konden we con stateren dat deze auto ook nog aantrekkelijk om te zien kan zijn. Trouwens, veel meer van al die tierlantijnen hoeven voor ons niet. Maar die airconditioning is onbetaalbaar Intussen betekent zoiets wel, dat men de wagen als het ware op maat kan laten maken. Vanuit een "kaal" standaardproduktkan men hem geheel naar wens laten aankleden. Dat heeft voordelen. Maar Bruin moet het wel kunnen trekken. De wagen is nergens echt goed koop. Want met tweeduizend kilo schoon-aan-de-haak moeten er natuurlijk ook fikse acceptgiro's naar Apeldoorn worden gestuurd om een stevige bijdrage te leve ren aan de wegenbelastingpot. En de verzekering vraagt even eens het een en ander om het kostbare vehikel heel op de weg te kunnen houden. Bovendien staat men heel geregeld aan de benzinepomp. Al heeft de tank een inhoud van niet minder dan tachtig liter, men staat er maar al te vaak. Het gewone gebruik ligt in de buurt van de één op zes, normale ben zine weliswaar. Heel rustig rij dend kan men op langere afstan den in de buurt van de één op zeven komen, maar daarmee houdt het op. En het is niet zo gemakkelijk al die paardekrach- tén in toom te houden. De wagen is immers zo verradelijk stil. Dan heeft men het niet zo snel in de gaten dat men zo hard gaat. Die stilte heeft nog een nadeel. We zeggen niet dat het bij alle Che- vrolets zo is, maar ons testexem plaar had de neiging na het star ten een enkele keer af te slaan. Normaal is dat niet zo erg. Men hoort het direct. Uithuilen en op nieuw beginnen. Bepaald vervelend was het echter toen we met deze uitsterst stille Chevrolet op een helling stonden en er zbiets gebeurde. Die twee duizendkilo's wilden wel weg. Dat de motor niet draaide hadden we niet meteen in de gaten. Tot het te hard ging. Toen wilden we rem men. Maar de elektrisch bekrach tigde remmen reageerden niet. Helemaal niet. Toen hebben we de met de voet te bedienen hand rem uitbundig gezegend. Na een harde trap kwamen we met gie rende banden gelukkig nog tot stilstand. Maar het water stond ons wel even in de handen. Een benauwend lesje. Daarna was het even wachten voor we inscha kelden. Maar ook deze ervaring kan niet wegnemen, dat we dit produkt uit de befaamde Impala Capri ce-serie een kostelijke, zij het kotstbare automobiel vinden. Door het zakken van de waarde van de dollar enerzijds en het stijgen van de prijzen van de Eu ropese wagens anderzijds zijn de verschillen beduidend kleiner geworden. Er is een tijd geweest dat de Chevrolet in Nederland de best verkochte wagen was. Dat was voor de oorlog. Zover zien we het niet meer komen. Maar het zou ons niet verbazen als ze lang zaam ma^r zeker hun marktaan deel zouden gaan vergroten. Na deze testperiode zouden we dat best kunnen begrijpen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 11