Binnen 3 jaar zijn we rugbykampioen van Nederland
p i
Fransman Mellet
„Meer leraar
dan trainer
bij Leids DIOK"
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1977
LEIDEN - Een waarschuwing.
De toch niet onbekende Jar
Wals zei het een paar maan
den geleden nog. "Hoe is het?
Doe je nog wat bij een Leidse
club? Nee? Nou wees maai
blij, want met Leidse korfbal
lers is bijna niet te werken.
Teveel kankeraars".
Van die uiterst negatieve bena
dering van de ooit ook in Lei
den actieve korfbaltrairier
heeft Eric Filemon zich niets
aangetrokken op het moment
dat De Algemene bij hem
kwam,"een paar weken voor
de lopende competitie. „Met
de handen in het haar, want ze
hadden nog geen trainer. Of
ik ze niet kon helpen. Aange
zien ik al eerder vier jaar met
erg veel plezier bij die club
had gewerkt, heb ik het aan
genomen. Coachen op de
zondag, één avond per week
training geven. Net mooi voor
de liefhebberij,'want ik kon
het korfbal toch niet mis-
Toch zag het er lang naar uit dat
Filemon (27) verder zonder
zijn favoriete sport door zijn
schoolmeesters-bestaan zou
moeten, nadat het web van de
reglementen zich ragfijn
maar onbreekbaar rond hem
had gesloten.
"Ik had al voor me
zelf uitgemaakt dat ik niet
meer zou spelen, want die af
faire rond mijn overschrij
ving naar Luto had me toch
een danige knauw gegeven er
bovendien heb ik geen tijd
Een herinnering
Het beknopte verhaal van het
„spin-incident" van septem
ber 1976. Eric Filemon, tot op
dat moment al elf jaar ge
waardeerd eerste team-speler
van De Danaïden, blesseerde
zich bij een val van een bar
kruk tijdens het jagen op een
spin. Hij kon die zondag niet
korfballen, meldde dat aan de
trainer, maar vergat ook de
wedstrijdsecretaris in te lich
ten. Reglementair verplicht,'
dus volgde een schorsing en
een conflict dat De Danaïden
en Filemon zo ver uit elkaar
dreef dat de speler over
schrijving naar Luto vroeg.
„Gewoon een vlucht uit Lei
den". Hetgeen geweigerd
werd omdat hij al een bin
dend duel had gespeeld en
geen inschrijvingsbewijs van
de gemeente Amsterdam kon
.tonen.
Reglementair (alweer) juist,,
maar Filemon zegt nu nog:
„Als het allemaal een beetje
soepeler was afgehandeld,
had ik nu bij Luto gespeeld.
De gevallen waarin gerom
meld is met die overschrij
vingsreglementen zijn be
kend, er wordt bepaald niet in
alle districten consequent de
hand aan gehouden. Bij mij
wel. Mensen als Van Nierop
en mevrouw Triep maken de
dienst uit bij de afdeling
Rijn-Delfland en die zijn zeer
consequent. Ooit heb ik nog
eens een briefje gehad, of ik
een inschrijvingsbewijs van
Amsterdam kon komen.
Daarna heb ik over die zaak
niets meer gehoord. Zoiets
kan alleen maar in de korf
balwereld".
Een karakteristiek
De Filemon-typering van het
terrein waarop hij zijn lief
hebberij beoefent. „De korf
balwereld is één grote familie,
waarin een paar goede mid
denstanders de leiding heb
ben. Daarnaast lopen wat
kruideniertjes mee. Haal je
het even uit de speèltuinen-
sfeer, dan is dat gewoon".
Toch zegt Filemon geen rancu
neuze gevoelens mee te.dra
gen, wordt er volgens hem bij
persoonlijke confrontaties
met het inmiddels verjongde
Danaïden-bestuur niet moei
lijk gedaan. Ook niet door de
tegenwoordige voorzitter
Huug Kok, destijds clubblad
redacteur die zich driftig
anti-Filemon opstelde. Ook
niet door secretaris Sander
van Unen. „Die is zelfs nog bij
me thuis geweest om over het
hele geval na te praten. Vond
ik erg sportief'.
De directe confrontatie De
Danaïden-De Algemene,
zoals die had kunnen plaats
vinden in de micro
competitie, zou dan ook be
slist niet in het teken hebben
gestaan van de persoonlijke
wraak. Althans niet voor Fi
lemon. „Ik heb geen rancune'
zeker niet tegen de jonge spe
lers die nu in De Danaïden
spelen. Okay, ik heb toen ge
zegd dat ze teveel liepen te
zeiken in het veld. Dat is een
feit. Maar ik weet niet of het
nog zo is. Daarbij blijf ik het
jammer vinden dat ze gedui
keld zijn. Dat een stad met zo
veel korfbalploegen het zon
der hoofdklasser moet doen.
Dat kan eigenlijk niet. De af
faires rond het korfbal heb
ben ermee te maken, zaken in
de privé-sfeer. En dan kun je
in het veld nog zo hard vech
ten, als een aantal dingen
eromheen de prestaties
drukt, blijf je nergens. De te
rugval is toch typerend? Mis
schien is er in Leiden ook wel
te lang geteerd op oudere
speelsters en spelers. De to
tale verjonging had veel eer
der moeten plaatsvinden, dan
hadden we nu nog hoofd
klasse gespeeld. Dat is nie'
gebeurd. Uit angst. De krach
ten die ze^hebben, kennen ze
en ze willen behouden wat ze
kennen en hebben. Dat heeft
toch ook weer met dat
familie-sfeertje te maken. Het
is moeilijk om in je kamer een
nieuw kastje neer te zetten en
de oude bij de kraakwagen te
deponeren. Dat doe je niet
zomaar weg. Alleen als je voor
het blok wordt gezet. Maar
gedwongen verjonging is op
zich al ongezond".
Een bekentenis
Eric Filemon geeft het toe: „de
angst voor verjongen is er
misschien bij mezelf ook wel,
nu ik trainer ben. Er lopen in
het tweede team van De Al
gemene jonge jongens die ik
er niet inzet, omdat ik het da
messextet al heb vernieuwd.
Gedwongen ook, want een
paar dames waren in ver
wachting. Maar eigenlijk zou
ik ook die jonge jongens een
kans moeten geven. Doe ik
nog niet, want met dit spe
lersmateriaal kan ik een hoge
klassering bereiken. En daar
gok ik op".
"Ik kan me trouwens best voor
stellen dat bij anderen de ge
dachte gaat leven, dat ik het
juist na die affaire zal moeten
gaan maken. Zo voel ik het
zelf niet. "Ik zeg niet dat we
kampioen gaan worden en ik
zeg ook niet dat ik de korf
balwereld wil veranderen. Ik
zou alleen wel iets aan de
overschrijvingsreglementen
willen doen".
Een tegenwerping
Altijd kritiek hebben op dat
soort zaken is van de buiten
kant af natuurlijk erg gemak
kelijk. Wil je zoiets verande
ren dan zal je toch moeten
proberen op het niveau te
komen waarop dat mogelijk
is. Probeer kortom, zelf in het
bestuur te komen, dan heb je
het in de hand. Hoeft er ook
niet meer gepraat te worden
over de „oude knarren" die
nu de dienst uitmaken.
Filemon: „Vooropgesteld dat ze
niet blij met me zouden zijn,
geloof ik niet dat dat hoeft. Ik
geloof dat iedere buitens
taander die mijn zaak heeft
gevolgd, zoiets belachelijk zal
vinden. Het is toch gek datje
iemand in een puur amateu
ristische sfeer een jaar van de
velden kunt afhouden? In de
voetballerij heb je in decem
ber nog een kans om naar een
andere club te gaan, in de
korfballerij niet. Al heb je
maar tien minuten gespeeld
in een bindend duel, dan is-
dat al onmogelijk. Je zal maar
naar een club gaan, waar de
trainer je niet aanstaat. Sta je
er een heel seizoen naast.
Daarom pleit ik voor herziening
van die overschrijvingsreg
lementen. Laten ze nóg een
periode instellen voor de mi
cro. Dat zou een oplossing
kunnen zijn, maar of daar een
kans op is, hangt af van die
vergrijsde mensen. Misschien
is het oneerlijk om ze zo te ty
peren, maar ik heb er de tijd
en de gelegenheid niet voor
om zelf zo ver te komen. Ik
vraag me trouwens af of de
tientallen die wel willen, de
kans krijgen. De clubs zoii-
den zulke nieuwe mensen
naar voren moeten schuiven
en dat gebeurt niet. Al is er op
bestuursniveau wel een ver
jonging gaande".
,Ik hoop dat die tendens zich
voortzet, al zou ik niet weten
of er in de korfbalwereld ge
noeg jongeren lopen die ook
op districts- en landelijk ni
veau representatief zijn. Want
dat moet ik Van Nierop nage
ven representatief is hij in ie
der geval wél. Op sommige
punten zijn nieuwe gezichten
en andere inzichten echter
hard nodig. Shirtreclame zou
bijvoorbeeld best eens inge
voerd mogen worden. Als
speler zou ik dat helemaal
niet erg vinden.
Maar in de korfbal wereld wordt
niet beseft wat je allemaal
kunt doen met het geld dat
dat oplevert.
Daarmee kun je de jeugd oplei
den, maar ook het kader. De
paar maanden dat ik bij Luto
Door
Paul de Tombe
trainde heb ik het gezien. Al
lemaal, van groot tot klein in
eenzelfde trainingspak met
de naam van een diamantair
achterop. Elk team had ook
een begeleider en zo hoort het
ook.
Maar in Leiden loopt de spon
soring hard terug. Landelijk
trouwens ook. De bedrijven
hebben er geen belang meer
bij, ze bereiken het publiek
niet. Korfbal op het veld is
ook niet spectaculair. In de
zaal wel. Micro is fascinerend.
Ze zijn er ook al jaren over be
zig alleen micro te spelen.
Maar je krijgt de korfballers
de wei niet uit. Ik heb het zelf
ervaren. Ik had erg lang niet
meer gespeeld, deed een paar
weken geleden mee in een oe
fenduel van De Algemene en
ik voelde het direct: je gaat
Een terugblik
De toptijd van De Danaïden aan
het begin van de jaren zeven-
tig in een notedop. „Toen we
door zijn gestoten naar de
hoofdklasse en na vijf wed
strijden tien punten hadden.
Tweeduizend man langs de
lijn bij elke wedstrijd, een
volle bak bij microduels. Ca
meramensen die in de stro
mende regen of in de deuro
pening stonden te filmen. Een
prachtige tijd. Die komt nooit
meer terug in Leiden. Die
jongeren krijg je niet meer zo
gek om zo hard te trainen.
Duin op duin af, Voorschoten
in de rondte. Dat zie ik ze niet
meer doen. Het is al teveel als
je in de Leidse Hout zegt dat
ze drie keer om de vijver heen
moeten. Ze zijn niet meer
vooruit te branden. Ja, als ze
ervoor betaald worden, dan
willen ze erover denken".
„Vroegervroeger trainde je
voor de wedstrijden samen in.
Gewoon, uit jezelf. Tegen
woordig moet je ze de sigaret
uit de mond halen, ze wegsle
pen uit de kantine, de dames
achter de make-up tafel van
daan trekken. Alles moet op
het laatste moment gebeu-
Een vergelijking
„Bij Luto heb ik het anders
meegemaakt, daar wordt het
veel professioneler aange
pakt. Ook met de zaken rond
het korfbal. Eens in de zoveel
tijd kwamen spelers en
speelsters uit de selectie bij
elkaar.oStoom afblazen. Dan
werd er recht voor z'n raap
gescholden, maar dan waren
ze het kwijt ook en daarna
speelden ze weer een bere-
wedstrijd. Hier in Leiden
blijven ze zuigen en zeuren
over een zaakje. En maak je
dan in de wedstrijd een fout,
dan wordt er onmiddellijk ge
roepen: Zie je wel, dat krijg je
ZOETERMEER - "Attentie,
pas op voor onverlichte ob
stakels. Stadswijk in aan
bouw De tekst op het
waarschuwingsbord moet
door een onverbeterlijke op
timist zijn uitgedacht. Want
met de beste wil van de we
reld kan in de Zoetermeerse
uithoek "Segwaert" geen
toekomstige stadswijk wor
den herkend. Het heeft meer
van een uit de krachten ge
groeide zandverstuiving waar
toevallig wat huizen op zijn
geplant.
William Mellet, de
trainer van de Leidse rugby
club DIOK heeft er zichtbaar
moeite mee. De Fransman is
druk met de verhuizing bezig
en heeft het gemak van een
fraai geoutilleerde eenge
zinswoning al vele malen met
de ongemakken van het veel
vuldig opwaaiende zand moe
ten bekopen. Op het bedrukte
gelaat verschijnt echter een
glimlach als DIOK ter sprake
komt. Plots zijn de verhui
zingsbesognes vergeten.
"DIOK? Dat is een club met
mogelijkheden. Een selectie
van bijzonder goede kwali
teit".
Mellet (30) laat de rommel de
rommel. Zijn passie - het
rugby - is te belangrijk om
nog aan andere dingen de
denken. Hij zegt van DIOK
een team te willen maken, dat
kan spelen, zoals het rugby
eigenlijk gespeeld zou moe
ten worden.
Hij: "Ik wil elke speler op het
technische en tactische ge
bied verder helpen. Nu al is de
basis aanwezig om het ko
mend seizoen minstens als
derde te eindigen. Kampioen
worden? Nee, dat zie ik er nog
niet in zitten. De ploeg is nog
niet aan een titel toe. Maar let
gaan het aanstaande
wel voor een paar
leuke verrassingen zorgen.
Kampioen AAC verslaan bij
voorbeeld".
Dan grimmig: "En het jaar
daarop wordt het nog beter.
Ik garandeer je dat DIOK
binnen drie jaar kampioen,
van Nederland is".
Mellet barst dus van ver
trouwen. Ziet het duidelijk in
DIOK zitten. Een club, die
Mellet trouwens al kende,
want twee jaar terug heeft de
Fransman er een jaar ge
speeld.
William Mellet: "Ik kwam toen
voor het derde team uit. Een
paar landgenoten van me
speelden er al. Ik trainde toen
helemaal niet; wilde gewoon
mijn partijtje meeblazen.
Voor mij had het toen geen
zin om te trainen, omdat een
goede coaching ontbrak. Ach,
als ik toen had gewild had ik
echt wel in het eerste terecht
gekomen".
Het lijkt een beetje op snoeverij,
maar dat is het niet. Mellet
heeft in Frankrijk een ver
dienstelijke carrière achter de
rug. Niet dat hij, zoals som
mige perspublicaties wilden
doen geloven, ooit speler van
het Franse nationale team
was, maar wel fungeerde hij
als steunpilaar van de derde-
divisieclub l'Aigle uit een
Normandisch provincie
plaatsje.
Mellet: "Die derde divisie in -
Frankrijk moet je niet onder
schatten. Daarin wordt een
stuk beter gespeeld dan hier
in de hoogste divisie. Mooie
tijd was dat. We zijn toen jaren
achter elkaar gepromoveerd.
Vanuit een lage regionale klasse
belandden wij uiteindelijk in
de derde divisie".
William Mellet: vertrouwen
in de toekoinst van DIOK
Door Gerard van Putten
Het Franse rugby. Mellet's ogen
twinkelen, als hij daaraan
denkt. "Bij ons is rugby de na
tionale sport geworden.
Vroeger was dat voetbal.
Maar door een conflict tussen
de radio en televisie enerzijds
en de voetbalbond aan de an
dere kant, werd het voetbal
door die media geboypot.
Geen woord werd er meer
over gerept. Alle aandacht
ging naar het rugby uit. En de
i raakten enthousiast.
Op scholen, waar vroeger het
voetbal tot de lichamelijke
opvoeding behoorde, werd
die sport van het lesrooster
geschrapt en vervangen door
het rugby. Ikzelf ben 15 jaar
terug op school ook met de
rugbysport in aanraking ge
komen.
Ik studeerde voor sportleraar
en leerde toen de eerste be
ginselen". Mellet. die voor
dien een enthousiast beoefe
naar van turnen, atletiek en
voetbal was, ging zich volle
dig op de rugbysport concen
treren.
Mellet "Toen ik eenmaal het
rugby had ontdekt, kon ik mij
er niet meer van losmaken. Ik
vond in die sport alles, wat ik
bij andere sporten niet had
aangetroffen. Begrijp me
goed, ik heb niets tegen voet
bal. Integendeel. Maar wel is
het zo, dat een voetbalteam
uit een verzameling indivi
dualisten bestaat. Let maar
eens op, ook na een training of
wedstrijd. Ze weten niet hoe
gauw ze naar huis moeten. Bij
het rugby is dat lotaal anders.
Daar wordt na afloop nog ge
zellig wat gebabbeld. Het is
dan net of de hele club één
familie is. Heerlijk, die sfeer".
Mellet, in-het dagelijks leven
sportleraar op de Franse
school in Den Haag, kan zich
daarom mateloos opwinden
over bestaande vooroordelen
ten opzichte van de rugby
sport. "Ruby is nota bene de
minst gevaarlijke sport, die er
bestaat. Toch zijn er hele
volksstammen, die beweren,
dat de kans op blessures bij
die sport ontzettend groot is.
Neem nou van mij aan, dat dat
niet zo is. In mijn hele carrière
ben ik één keer geblesseerd
geweest en dat was nog een
ongelukje.
Waarom rugby niet gevaarlijk
- is? Omdat je weet, dat een te
genstander tegen je op kan
botsen. Je bent daarop ge
woon voorbereid en je accep
teert dan een dergelijk licha
melijk contact ook makkelij
ker dan bijvoorbeeld bij
voetbal. Daarin weetje nooit,
wanneer je een trap krijgt.
Dat is veel erger".
Mellet is dus rugbyfanaat. Hij
geeft dat toe, zegt ook, dat hij
er voortdurend mee bezig is
en hij vindt het daarom ook
teleurstellend, dat "zijn"
sport in dit land te weinig
aandacht krijgt.
Hij: "Ik fieb begrepen dat de
kranten in Leiden nog wel
wat aandacht aan het rugby
besteden. Maar ik, die buiten
Leiden woon, ben op andere
kranten aangewezen. En dan
moetje die grote bladen eens
zien... Ergens onderin staan
de uitslagen van de ereklasse,
dat is dan alles".
"Publiciteit is voor ons erg be
langrijk. Kijk maar hoe het in
Frankrijk is gegaan. De jeugd
stroomde toe. Daaruit kwam
een ontzagwekkende hoe
veelheid talent naar voren.
Dat talent is hier in Nederland
ook. Helaas zijn er in Neder
land gewoon te weinig capa
bele trainers voor die jeugd".
Mellet komt dan vanzelf op
zijn favoriete gespreksthe
ma, het coachen: "Het is iets
fascinerends. Ik kan er niet
meer buiten; het is een deel
van mijn leven geworden. Als
ik maar ergens coach kan zijn,
dan is het goed. Het punt is
alleen, dat ik het bij DIOK
nog niet ben. Daar ben ik
meer leraar dan trainer.. Dat
komt, omdat ik met taal
problemen kamp. Mijn Ne
derlands is te gebrekkig om
iets aan "coaching" te doen.
Te vaak moet ik naar de juiste
woorden zoeken. Ik moet me
bij de tactische besprekingen
dan ook behelpen met een
schoolbord. Als een school
meester sta ik dat dan vol te
kalken. Bovendien deel ik
aan iedere speler een samen
vatting van de tactische be
spreking uit. Hierin wordt de
voor een wedstrijd te volgen
tactiek nog eens haarfijn uit
gelegd. We zijn al sinds begin
augustus bezig en trainen
tweemaal per week. We heb
ben nu al een goede conditie.
Dat is ook niet, waar het bij
DIOK aan schort. Wat wel
ontbreekt is de ervaring.
Daarom ben ik zo blij met de
komst van oud-international
Brian Rietveld. Een ervaren
speler, die zijn kennis graag
aan zijn medespelers over
draagt. Omdat hij goed in de
groep valt, accepteren ze
zonder morren zijn aanwijzi-
gingenWilliam Mellet heeft
vastomlijnde plannen over de
toekomst van DIOk Hij zal
daarbij geen enkele bemoeie
nis van derden accepteren.
Duidelijk stelt hij dan ook:
"Teams samenstellen en be
geleiden is mijn \^erk". De
nieuwe DIOK-trainer wil het
spelniveau bij zijn club in alle
opzichten verbeteren: "Ik wil
dat iedere speler in de toe
komst weet, hoe hij in een be
paalde situatie moet hande
len. Rugby is een intelligen-
tiespel. Bij DIOK kan je hier
en daar duidelijk zien dat
de routine ontbreekt. Daarbij
wordt in Holland vaak te in
dividualistisch gespeeld. Te
dikwijls wordt maar één ding
gedacht, namelijk dat de bal
zo snel mogelijk achter de lijn
moet worden gedrukt. Ik wil
een soort middenweg vinden,
waarbij een speler het afspe
len en het zelf gaan afwisselt.
Sommigen hebben het daar
nog wel eens moeilijk mee.
Simpel voorbeeld: Laatst
speelden we met het
tweede team een oefenwed
strijd tegen HRC. Er was bij
ons een speler te weinig, dus
heb ik meegedaan. Ik heb
toen getracht ze te laten zien
wat rugby werkelijk is. We
hebben die wedstrijd op een
bepaalde manier gespeeld.
Wij hoefden niet te winnen, het
was allemaal meer bedoeld
om een tactiek aan te leren.
Komen er na afloop een paar
spelers naar mij toe, die zei
den, dat dit geen rugby was,
zoals de Nederlander het wil
spelen.
Ze hadden willen aanvallen en
zoveel mogelijk punten wil
len scoren. Er werd nog bijge
zegd, dat het spel, zoals het
die dag gespeeld moest wor
den, voor hen niet zo hoefde.
Tja, als zo wordt ge
dacht, hoe wil je dan in gods
naam ooit enige vooruitgang
bereiken???"