Het drijfzand tussen Nederland en de40.000 De straffen zuilen niet helpen; de chaos is te groot ~flE0339B' ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1977 PAGINA 17 ASSEN - Het is op de middag van de eerste procesdag: door een raam op de eerste verdieping van het zwaar bewaakte gerechtsgebouw in Assen kijken we naar de Zuidmolukse kinderen, hun spandoeken, het doordruppelend treiteren. Een politieman naast ons zegt verbeten: "Deden ze maar echt wat. Dan kon je er op los. Dan kon je eens zienHij kijkt ons wat geschrokken aan en mompelt: "Wat denk je, hoe je je voelt, als je op 25 meter afstand van alles ziet en hoort, in de zeik wordt gedrukt en je je orders hebt om te doen alsof je gek bent". ja 5 die Nog geen uur later hebben de bouvier met gehelmde agent - zij beheersten het niemands land tussen de opgestuwde jeugd om de hekken rondom het gebouw - hun op en neer route verlaten. Binnen een handvol minuten is het gebeurder wordt geslagen, de hond hapt, drie Zuidmo lukse snotneuzen worden nie mandsland ingesleept. Een vouwfietsje vliegt door de lucht, de stillen grijpen van alle kanten in, nog twee jongeren worden afgevoerd. Winkelrui ten, verderop, gaan aan scher ven. Dan worden de Zuidmo lukse groepjes hardhandig ont rafeld. De oorzaak, een handvol knal- kurken. die naar de agent met hond zijn gegooid. We. luisteren binnen verder: Tommie P. (18), - op het mo ment dat hij vier dagen lang 105 kinderen en bijna drie weken lang vier onderwijzers gijzelde - net geworden). "Waarom, |jj$ Afstanden om moedeloos van te worden: Het lichtjaar tussen de commissie van tien, onder lei ding van prof. dr. Kubben en Tommie P., de ontelbare licht jaren tussen drs. Mantau en het .Zuidmolukse schreeuwertje dat aan het eind van de middag op het politiebureau moest uit leggen waarom hij met knal erwten naar een agent had ge gooid. Het is echt om moede loos van te worden. In de gangen van het gerechtsge bouw praten we met ir. Manu- sama. Hij hoopt dat dit proces niet alleen duidelijkheid zal brengen over de reeks van da den in de trein en de school. Maar ook daar buiten. Over verantwoordelijkheden, kon takten, plannen. Maar hy zal niets horen. De opzet is helder: het ten laste gelegde moet wor den bewezen. Verder niets. Voor feiten, theorieën, poli tieke bindingen en kontakten is geen plaats in de rechtszaal. Als we dè president wat uren la ter weer spreken, haalt hij zijn schouders op. Het licht dat hij wenst, zal niet schijnen. Ir. Manusama, leider van de RMS. In zijn handen een wand bord met een afbeelding van zijn voorganger, mr. dr. (Jhris- tiaan Soumokil die op 12 maart 1966 in Indonesië werd geëxecu teerd. Op de foto rechts de verdedigers van de Zuidmolukse overval lers, mr. C. Kousemaker (links) en mr. P. de Ruiter. De tweede dag 's Avonds zitten we in een hotel ruimte te praten met de advo caten van de acht beklaagden. Aan de tafel met mr. Kousema ker en mr. De Ruiter zitten ook Pieter Tuny en Pode Meteko- hy. Pieter heeft de zaterdag ochtend van de bevrijding een broer verloren. Beiden hebben broers in de gevange nis sedert Wijster. Beiden wor den nog steeds verhoord. Maar volgens geruchten kan justitie bewijzen voor medeplichtig heid aan de kaping geen ge stalte geven. We praten over de Zuidmolukse gemeenschap, over de interne storingen en breuken, het drijf zand tussen de Nederlanders en de veertigduizend. Mr. Kousemaker: "Als deze rechtzaak voorbij is moet er een einde komen aan het vooron derzoek inzake Tuny en Mete- kohv. Nederland kende mr. Droessen, de advocaat van de Zuidmo- lukkers. Waar komen deze twee vandaan? "Ik ken Droessen al lang en ik heb me ook al vroeg geïnte resseerd voor de problemen van de Zuidmolukkers. Ik kende ze ook uit myn eigen stad. Breda", zegt mr. Kouse maker. De kaping van Wijster schudde Nederland wakker en binnen de Zuidmolukse wereld groei den vragen, tegenstellingen en hoop op uitspraken van wat de Zuidmolukse wereld altijd maar weer de Nederlandse Re gering noemt. De commissie van tien was een resultaat. Nog geen anderhalfjaar later kapen acht jongens en een meisje weer een trein. De overleven den vertellen dat ze het mede hebben gedaan omdat ze niets van die commissie hoorden. De cirkel is rond. We lopen in krin gen. Wat voor betekenis en verwachting mag je dan aan de uitkomst van dit proces hech ten? Niets, Max Papilla is in dezelfde hemel opgenomen"' als Chris Somoukil. Zo voelen velen van de veertigduizend dat. De straf fen zullen niets helpen, de chaos ig te groot. Er wordt ge praat, vooral door de jongeren, eindeloos veel. De gesprekken worden soms gesmeerd door goede wil, maar tussen alle ge sprekken in al die wijken, tus-s sen de Nederlanders en Zuid molukkers, tussen afspraken en beloften, leeft de werkelijk heid een eigen leven. Een ket tingbotsing, waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Dit proces tegen Izaac T., Tom mie P., Gustaav T., Willem S., Edward L., Rudi L., Junus R. en Anis P. moet er zijn; omdat mensen van hun vrijheid wer den beroofd en wapens werden gedragen. Dat staat buiten kijf. Maar het proces laat vele vra gen onbeantwoord. Wat is er beloofd in ruil voor de vrijlating van de kinderen. Wanneer zal de dood van de twee passagiers geen geheim meer zijn. Het nieuwe wachten is al weer begonnen. Wat zal het Kamerdebat opleve- We spreken die avond nog heel lang met z'n drieën - mr. Kou semaker is naar zijn kamer ge gaan om aan het pleidooi te werken - lang over de verwach tingen. De Zuidmolukkers in de trein hadden een land in gedachten, eigenlijk drie: Vietnam, Jemen en Benin. Er is wat gelachen om de buitenlandse kontakten van de RMS'ers. Maar het avon tuur, dat begon bij Westerling, via Bense liep naar Charpentier in Frankrijk en van hem naar nooit genoemde Vietnamezen, heeft veel teweeg gebracht, vooral in Assen en Bovensmil- de. Charpentier is dood, de lijn naar Vietnam lijkt geknapt, maar Benin bestaat en erkent. Mevrouw Somoukil nam een brief mee naar de trein, waarop die kans werd beschreven. Ze •k De rokende puinhoop van de kleuterschool in Assen, in brand gestoken tijdens de procesweek werd later verhoord en bijna gearresteerd, zoals later ook de opstellers, Tuny en Metekohy met wie we nu praten. Mr. Kou semaker: "Medeplichtigheid door die brief? Het is niet hard te maken". Eerst naar Benin en dan naar Indonesië om te vech ten, het mag door menigeen als belachelijk worden afgedaan; de gedachtën bestaan en heb ben een kaping gevoed. We lopen naar een ander hotel, alles in de binnenstad is rustig, in het licht van vele lampen staan rijen busjes, rupsvoertui gen, bewakers. Een klap en deze stil gezettefilm kan verder afrollen. De klap komt. krijgt een politieman een kogel in zijn buik, scRolen branden af; de knalerwten van de eerste dag waren echt kinderspel. De derde dag s Morgens vroeg lopen we naar het gerechtsgebouw, de contro les, het fouilleren, en de grap pen die we steeds weer uitwis selen over een gevaarlijke vul pen of iets dergelijks. Karei Wielenga, die in de trein van Wijster zat en nu voorzitter is van het Landelijk Comité Zuidmolukkers staat te praten met opbouwwerker Ruud Me tekohy uit Lunteren en prof. Bandet: Voor de buitenwereld vinden uitersten elkaar ki het geschil dat nu al jaren brandt. Als we in de eerste schorsing weer naar buiten kijken blijkt dat de cirkel om het gebouw nu veel groter is geworden. We moeten lachen om een beeld dat ons te binnen schiet. Achter de hoge gaashekken staat een tiental politiemensen in bur ger. In een soort achterhaalde campingkleding. Opvallend onopvallend. Ineens denken we aan Westside Story, van wege de hakken en de kleding. Beginnen de muziek te fluiten en zien de stillen in gedachten vingerknippend en in choreo grafische harmonie achter de hekken bewegen. Hun baas eerf* van de laatste Nederlanders met een houtje-touwtjes-jas noemen we de rest va het pro ces officer Krupke. Beneden het raam liggen mensen met scherp achter borstweringen van zandzakken. Binnen vertelt Roos Oostveen de rechtbank hoe kwaad ze is ge worden toen ze geblinddoekt. met een strop om de hals buiten de trein moest gaan staan. Ze was niet van plan te sterven voor het RMS-ideaal en ook niet voor Van Agt heeft ze de kapers toegehuild. Ze vertelt ook hoe ze Ans Monsjou verliet, op het moment dat de wereld verging. We vragen aan George Flappe, ook een jongen uit de trein, waardoor Rosemarie Oostveen nog zo lang in het Academisch ziekenhuis van Groningen heeft gelegen. Hij antwoordt ons bits. Zijn ogen zijn kwaad. Het gaat ons geen barst aan. Als het om de Zuid molukkers gaat en alles wat daarmee te maken heeft loopt iedereen op eieren. In de middagpauze praten we even met Baudet, die later in de hoogste versnelling pratend zal uitleggen dat Nederland en de Nederlandse regering zo niet moeten doorgaan. In de middagpauze staan de ge trouwen met pamfletten: ge weldloze weerbaarheid, bond van dienstplichtigen, landelijk comité Zuidmolukkers. De stapel groeit maar door. Een Door Tom Olink eind verder op in het Pattimura-gebouw stencilen Zuidmolukse jongeren hun vi sie. Iedereen is bezig, de schijven draaien, velen zijn vol goede wil. 's Avonds rijden we naar het Pattimura-gebouw aan de rand van de Zuidmolukse wijk. Het Bevrijdingsfront, jongeren van Bovensmilde, opbouwwer kers, de Permuda,Mansjarakat, ze willen wat zeggen, hebben we gehoord. Als we binnenko men zegt Nous Soulissa dat de communicatie weereens heeft gefaald en dat het'niet door gaat. Morgen pas. We komen toch in een lang gesprek te recht met Sammie Pormes. Op de achtergrond rotzooien kleine Zuidmolukse jongens met telefoon en wat stoelen. We praten en praten weer, over de kansen van SPP-RMS, de ge miste kansen tijdens het Badan-congres, over de wil van een aantal jongerengroeperin- gen wat meer samen te doen, het werk in de wijk, de steun voor de oudjes, die op de tv ver slagen zien van het proces en er geen barst van kunnen ver staan. We praten en praten. We praten ook over de nacht vol schoten en vlammen die net is geweest. Pormes vertelt dat ze hebben besloten een bijeen komst in het Pattimura- gebouw en een tocht naar de rechtzaal de volgende dag af te gelasten om verdere wrijvin gen te vermijden. Dat Metiari bij de hoge bestuurders is ge weest samen met de wijkraad en heeft gezegd dat de ouders hun kinderen zullen binnen houden. We drinken koffie en pils en ne men om elf uur afscheid. In de Zuidmolukse wijk is het inder daad stil. De afspraak met de politie - als jij niks doet doe ik ook niks - lijkt te werken. We gaan naar het hotel om aan djt verhaal te beginnen. Om half twee horen we een helikopter, verderop boven de wijk en als we het raam opendoen stottert een automatisch wapen in de verte. Aaneengeregen schoten: Jezus, het is weer zo laat. Op weg naar de wijk staan we ver dwaasd te kijken naar de voor- bijrollende pantservoertuigen, de ziekenwagens en de zwaai lichten. De schoten in de verte, het geraas van de rupsbanden over het asfalt: de film loopt weer op volle snelheid. Het zijn beelden, die eigenlijk bij iets veel groters, iets echters horen, denken we. Zoals oorlog. De politie blijkt een inval te heb ben gedaan in het Pattimura- gebouw. Op zoek naar wapens. Er is gevuurd. Er is terugge schoten. Een kogel sloeg op enkele centimeters boven het ledikant met een slapend kindie in. We gaan naar het politiebureau. Wachten op .commentaar. Sammie Pormes komt ook binnen. De journalisten praten met hem. Dan maakt een adju dant op hoge toon een einde aan het gesprek. Pormes, wie heeft jou het recht gegeven hier een persconferentie te geven? En later tegen ons zegt hij dat de Nederlandse pers hem te genvalt: "U gaat toch niet pra ten met een Zuidmolukker,' hier! Terwijl dit allemaal ge beurt in Assen". Buiten op straat staan Pormes en Nous als kinderen te lachen. We rijden terug en denken: Noord- Ierland ligt niet zo ver meer af. De slaapkamerlichten gaan ai niet meer aan als de pantser wagens voorbijrazen en heli kopters onder de sterren han gen. Schoten in Assen en Bo vensmilde: normaal. Vierde dag De eis van tien jaar windt niet meer op, vragen blijven over eind, we hadden gedacht aan een verhaal over de betekenis van dit proces. Uiteindelijk komen we tot de conclusie dat er niets over valt te zeggen. De reeks is uitgebreid: Wassenaar Vredespaleis, Consulaat, Wijster, Amsterdam, De Punt, Bovensmilde. Er wordt steeds vlugger gepraat in de hoop nog op tijd te ko men. Steeds meer gepraat. De goede wil spoelt weg met het wantrouwen. Het wantrouwen groeit aan beide kanten en maakt alies moeeliik.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 17