Tussen de bedrijven door het
Academisch Ziekenhuis Leiden
in zes gezichten.
Academisch Ziekenhuis
Leiden
J.Bey
J.B.M.Verhey
G.M. Alkemade
H. Brouwer
AnnePrinse
BenOuImouden
Men kan op vele manieren kennismaken met het Academisch Ziekenhuis
Leiden, kortweg AZL. Er zijn minder plezierige en meer plezierige
mogelijkheden. Deze pagina beoogt het laatste! Met een zestal zieken
huismedewerkers werd een praatje gemaakt. Het was niet de bedoeling
dat het gezicht van het AZL uit de doeken gedaan zou worden. Wel krijgt
u wat meerzicht op een zestal mensen die in zeer uiteenlopende functies
op het ziekenhuisterrein werkzaam zijn. Ditmaal geen dokter, broeder of
zuster in de schijnwerper, maar een maatschappelijk werkster, een
veiligheidsbeambte, een direkteur. een schoonmaker, een analist en een
bedrijfsleider.
Hij staat vaak aan de ingang van het zie
kenhuis. Menigeen zal hem dan ook wel
kennen. J. Bey (50). veiligheidsbeambte an
nex brandweerman. Hij maakt deel uit van
de 30 man sterke bewakings-en brandveilig-
heidsdienst, die 24 uur per etmaal paraat
is. Bey werkt nu zes jaar bij het AZL (voor
die tijd was hij 28 jaar langgrpentehandelaar
in Leiden). Bey. een stevige prater, erkent
dat dat een hele overgang was. ..Als je zo uit
het vrije beroep komt en dan ambtenaar, dat
is gewoon niet te vertellen. Ik denk ook wel
dat mijn superieuren zich in hel begin nog
wel eens op het hoofd hebben gekrabbeld en
gezegd hebben: waar zijn we aan begonnen".
Bey is inmiddels gewend geraakt aan de
regels en regelingen die een gigantisch be
drijf als hel AZL overeind houden. Hij heeft
het er nu zelfs erg naar z'n zin. Het is een
druk en afwisselend werk waarbij wel eens
een verkeerd woord valt maar toch ook de
humor aan bod komt. Bey werkt afwisselend
in de ochtend-, middag- en nachtdienst. De
nacht is bij hem veruit favoriet, omdat het
dan vrij rustig is. Alhoewel hij het eerste bak
je koffie van de ochtenddienst „wel het lek
kerste bakje koffie van die dag" vindt. De
mensen van de ochtend- en middagdienst
hebben het er druk mee. s'Ochtends: post
ophalen, "bloed doen")ophalen), orientalie-
rondes lopen overhel terrein entot07.30uur
de telefooncentrale bedienen. „Om een uur
of acht zijn we weer compleet, een ploeg van
vijf man," zegt Bey. Bij de toelating van de
grote stroom auto's moeten we in het belang
van de veiligheid van patiënten en mede
werkers erg selectief zijn. We zijn hier dan
ook met drie man mee bezig. Want, zoals
bekend, kampt het AZL met een gebrek aan
parkeerplaatsen. Een paar maanden geleden
ieidde dat indirect zelfs tot een protest
demonstratie van artsen, verpleegkundigen
en laboranten. Bey toont daar begrip voor,
maar doet er tegelijkertijd ook een leetje
cynisch over. Met het parkeerprobleem zelf
wordt hij nog dagelijks geconfronteerd. En
dat is wel eens moeilijk. Laatst hadden we
Het is een grote overgang van een middel
groot ziekenhuis (400 bedden en 500 mede
werkers) naar een academisch ziekenhuis
met ruim 8(X) bedden en zo'n 3000 medewer
kers. Deze stap zotte algemeen directeur
van het AZL. drs. J.B.M. Verhey (52) zeven
jaar geleden, na elf jaar economisch direc
teur te zijn geweest van het St. Lambertus-
ziekenhuis te Helmond. Met zijn gezin heeft
hij deze overgang van het zuiden naar het
westen als niet gemakkelijk ervaren. Hij
zegt ervan: „het is hier een heel andere sfeer
van denken, veel formeler en ambtclijker".
Daarnaast zijn er natuurlijkandere verschil
len. „De aanwezigheid van een medische
faculteit, universiteit en andere organisa
ties waarmee je moet samenwerken, zorgen
voor een enorme ingewikkeldheid". Vanaf
zijn indiensttreden stonden hemen hel AZL
twee hoofddoelen voor ogen: „verwerkelij
king van de nieuwbouw en het komen tot een
betere integratie van het beheer van zieken
huis en faculteit". Het werd sukkelen met de
nieuwbouw, „maar", zo zegt de heer Verhey,
..omdat er toch wat moest gebeuren is in het
AZL in die 7 jaar voor rond de 70 miljoen
gulden «inclusief enkele lopende projecten»
opgeknapt, verbouwd en nieuwgebouwd,
zodat de omstandigheden vtxir patiënten,
personeel en studenten toch verbeterd kon
den worden". De gewenste integratie van
beheervan ziekenhuis en faculteit kwamniet
lot stand, „maar gelukkig is er een voortref
felijke samenwerking met de medische fa
culteit". Op de vraag of een ziekenhuis een
bedrijf is, antwoordt de heer Verhey: „zon
der meer ja. we zijn een dienstverlenend
bedrijfwe produceren diensten, zoals ook
hotels en recreatiebedrijven. De vergelij
king gaat natuurlijk niet helemaal op. Onze
dienstverlening is aan mensen in nood, aan
patiënten. Die patiënt is niet ons enige doel.
Het AZL biedt ook een stuk werkgelegen
heid en mogelijkheden tot zelfontplooiing
van het personeel en een gelegenheid tol
onderwijs aan studenten". Wat de heer
Verhey zelf enorm heeft aangetrokken in
het ziekenhuis-bedrijf is het mensgericht-
zijn ervan. Dat het om veel mensen gaat. il
lustreren enkele cijfers: in de klinieken van
het AZL worden jaarlijks 19.000 patiënten
behandeld en de poliklinieken produceren
ongeveer 270.000 consulten. Hiermee ko
men we bijna onvermijdelijk op het punt van
de kosten. „Degezondheidszorg en zekerde
academische gezondheidszorg is erg kost
baar". zegt de heer Verhey. „De kosten
stijgen zo erg dat de mensen zich ongerust
gaan maken. Een verschijnsel dat momen
teel in alle westeuropese landen speelt". De
heer Verhey schertst: „in Nederland geven
we bijna evenveel uit aan medicijnen als aan
frisdrank, en sommigen menen dat dit nog
meer gaat worden.' Weer serieus: „hel
typische probleem van dit bedrijf is dat de
consumenten constant het uiterste vragen,
en dat is bij ons erg duur. We kunnen natuur
lijk nog efficiënter werken. Dat proberen
we ook, maar het is absoluut een fabeltje
te denken dat wij minder efficiënt souden
zijn dan andere ziekenhuizen of overheids
bedrijven". Over Leiden is de heer Verhey
best te spreken „het is een fijne stad". Een
kritische noot plaatst hij bij de verhouding
tussen Leiden en ziekenhuis en universiteit.
Naar zijn mening is Leiden zo gewend aan
universiteit en ziekenhuis in haar midden,
dat het er wel eens de schijn van heeft dat
deze bedrijfstakken minder op prijs worden
gesteld. De heer Verhey: „Ik signaleer de
neiging dat de nadelen van bijvoorbeeld het
ziekenhuisbedrijf niet in juiste verhouding
worden gezien tot de voordelen ervan voor
de stad. Perslot van rekening is de universi
teit de grootste en het AZL de één na groot
ste werkgever!"
In elk ziekenhuis
bedrijf'. Dagelijks r
nog iemand. Bracht een kind dat wat inge
slikt had. Hij had z'n auto dwars voor de
ingang van het gebouw gezet Zo iemand,
helemaal over z'n toeren, heeft natuurlijk
maar één ding voor ogen en dat is m'n kind
zo vlug mogelijk bij de dokter. Later heb ik
hel met die man uitgepraat. Rustig. Dat zijn
problemen die er gewoon zijn. En die zijn
niet te voorkomen." „Als je met een beetje
tact op kan treden, dan ontwijk je daar aller
lei andere problemen mee", is het devies van
Bey. die overigens ook wel eens in de maling
wordt genomen. „Ze zeggen dan: ik hoef
alleen even m'n vrouw af te halen, maar later
zie je hun auto op het terrein geparkeerd
staan. Als die auto's opgespoord worden.'
worden ze alsnog verwijderd." „Toen ik hier
pas was. wist ik niet wie hier werkte en wie
niet." vertelt Bey. „Ik hield dus een keer
iemand aan. En die begint me daar van: hier
en daar. ik werk hier al 25 jaar. ken je me
nou nog niet. Ik zeg: ik werk hier pas veer
tien dagen. En ik heb wel es gehoord dat hier
zo n 3500 mensen werken. Veel mensen
praten als ze het over ons hebben over por
tiers maar er wordt bij ons veel aandacht aan
de opleiding besteed. De meeste van m'n
collega's hebben een EHBO-diploma, 1 of 2
veiligheidsdiploma's, en 3 of 4 brandweer-
diploma's. Ook het binnenloodsen van heli
kopters met gewonden behoort tot onze
werkzaamheden". Dat was Bey. Hij staat
vaak aan de ingang. s'Ochtends. s'middags
of s'nachts
patiëntenzorg talloze analytische werk
zaamheden plaatsvinden- onderzoek van
bloed, urine, ontlasting e.d. Er zijn weinig
mensen die niet eens kennis hebben ge
maakt met dergelijke onderzoekingen. Het
spreekt voor zich dat de laboratoria in het
AZL het onderzoeksmateriaal en de aan
vragen voor onderzoek snel willen ontvan
gen. De ziekenhuisafdelingen vragen op hun
beurt weer snel op de hoogte gebracht te
worden van de uitslagen Die snelheid is
voor onderzoek en behandeling van de
patiënt van belang. Eén van de laboratoria
van het AZL is het Centraal Klinisch Che
misch Laboratorium, inde spreekt aal CKCL
genoemd. De heer G.M Alkemade (45) is
hier werkzaam als coördinerend hoofdana-
list. Hij heeft een lange staat van dienst bij
het AZL: ongeveer 21 jaar waarvan 15 jaar
CKCL. Al tijdens zijn opleiding tot analist
leerde hij als stagiaire het AZL kennen en
kwam na voltooiing van de opleiding hier in
dienst. In de afgelopen jaren heeft hij vele
veranderingen meegemaakt. Vooral op
komst en invoering van de automatisering
heeft veel veranderd. De heer Alkemade
vertelt dat de huidige chef de laboratoire.
dr. W. v.d. Slik, in het begin van de zestiger
jaren een zgn. auto-analyzer opstelde in het
lab. Een apparaat dat zelf de feitelijke
werkzaamheden van een analist overneemt.
„De mensen op het lab keken er met af
schuw naar" zegt de heer Alkemade. Dat het
ding goed en snel werkte kon uiteindelijk
niemand meer ontkennen. Bij wijze van
proef werd begonnen met zgn. ureum-
bepalingen. waarmee een analist een dag
bezig was. Na twee uur was de analyzer met
i werd (met de hand) de bepalingen uit één buisje bloed worden
loolbord geschreven. Aan verricht en er is apparatuur op komst waar-
g konden de analisten hun mee 20 bepalingen kunnen worden gedaan,
en met die op het school- Naast automatisering vindt er ook nog wel
lo werd de automatisering wat 'handwerk' plaats, in het zgn. manueel
laboratorium. Het is niet zo, vertelt de heer
Alkemade, dat de analist(e) overbodig
wordt. Voordat de analyzers hun werk doen
vindt het voorbereidende werk plaats door
analisten. De werkzaamheden van de heer'
Alkemade zelf liggen voornamelijk op het
organisatorische vlak. Hij vertelt dat het
CKCL een centraal lab is met daarnaast een
vijftal deel-laboratoria (dependances): bijv.
in gebouw heelkunde, in de vrouwenkliniek
en bij neurologie. De ziekenhuisafdelingen
liggen nu eenmaal niet onder één dak en dat
maakt de verbrokkeling noodzakelijk. Tus
sen de dependances en het 'moederlab' is
dan ook een intensief verkeer nodig. Een
uurtransport zorgt ervoor dat het materiaal
snel op z'n plaats is. Een speciale 'natte'
receptie in het CKCL ontvangt het mate
riaal en maakt het klaar voorde verwerking.
Een 'droge' receptie behandelt alle aanvra
gen om laboratoriumonderzoek. Ook hier
vindt veel plaats d.m.v. automatisering.
Binnen de CKCL-Organisatie is verder een
toxicologisch laboratorium, dat zich bezig
houdt met laboratoriumdiagnostiek van ver
giftigingsverschijnselen en de bepaling van
geneesmiddelen in het bloed (om een opti
male dosering te berekenen). De verschil
lende sectoren van hel CKCL kunnen niet
goed zonder een goede coördinatie. Daar
voor zorgt de heer Alkemade. Voor vragen,
problemen, communicatie met de afde
lingen e.d. is hij het centrale punt. Werk
dat hij met veel genoegen doet. Een ander
onderwerp is het vakbondenwerk. De heer
Alkemade is lid van het Ambtenarencent rum
(centrale voor hoger onderwijs personeel).
Hij is één van de vertegenwoordigers in het
overleg dat de plaatselijke centrales regel
matig met de AZL-directie hebben. Hij be
treurt het dat de ziekenhuiswerkers slecht
georganiseerd zijn. Bijvoorbeeld onder de
verpleging zijn zeer weinig vakbondsleden.
Volgens hem speelt de idee een rol dat het
rijk meer zekerheden biedt. Met de AZL-
direciie kan redelijk worden onderhandeld.
Al zijn er wel eens onderwerpen die een
hele lange behandelingstermijn vragen.
childers. Daar
timmerlieden i
r dan
ngroep
instrumentmakers en electronici die v
ingeschakeld voor reparatie van de meest
het AZL zullen verfijnde apparatuur. En het AZL heeft daar
nogal wat van staan. Op het eerste gezicht
lijkt de technische dienst van het AZL het
zelfde als alle andere bedrijfstechnische
diensten. Maar Volgens bedrijfsleider H.
Bouwer (43) is er een duidelijk verschil. Hij
.Je bent een stuk diei
opzichters. Er dienst verlei
Dat
inkt het klimaat
hier
erkt, ook heel anders dan
Anne Prinse (25) is maatschappelijk
werkster in de kindcrkliniek van het Acade
misch Ziekenhuis. Ze komt uit Brabant,
deed de Sociale Academie in Breda. Zolang
ze hier werkt (ruim 3 jaar), woont ze in
Leiden. Ze vindt het een gezellige stad. Wel
kent ze, door haar werk. de problemen van
de mensen in de sociaal-zwakke wijken en de
woningnood. Anne koos voorhet maatschap
pelijk werk binnen het AZL omdat het afwis
selend werk leek, waarbij je met veel en
verschillende mensen te maken hebt. Het
AZL heeft een dienst medisch maatschap
pelijk werk, met maatschappelijk werkers
op de verschillende afdelingen. De afdeling
kindergeneeskunde heeft er 6 (waarvan 2
part/time), de meeste van alle afdelingen.
Dat is geen wonder: het vroegere hoofd van
de afdeling, professor Veeneklaas. heeft erg
bevorderd dat men naast de belangstelling
voor ziektes van de kinderen, aandacht ging
besteden aan de psycho-sociale aspecten
van ziek-zijn voor het kind en zijn ouders.
Op de kinderkliniek heeft de maatschap
pelijk werkster in hoofdzaak te maken met
de ouders van de patiënten: de kinderen
worden, naast arts en verpleging, begeleid
door observalrices. Waarom maatschappe
lijk werk in een kliniek waar de kinderen
toch langs medische weg moeten worden
beter gemaakt? Anne; „Soms kunnen de
klachten waarmee een kind wordt opgeno
men verband houden met de situatie thuis.
Als een klein kind spuugt bijvoorbeeld, kan
dit allerlei medische oorzaken hebben.
Maar er kunnen ook psychische oorzaken
zijn. bijvoorbeeld een druk kind kan een
moeder nerveus maken. Klachten als astma
en bronchitis kunnen verergeren door slech
te huisvesting. Wanneer de arts denkt dat
de klachten verband houden met de situatie
thuis, vraagt hij de maatschappelijk werker
eens met de ouders te praten (om te zien hoe
deze situatie is) en eventueel adviezen of
hulp aan te bieden. Ook zijn hier in de kin-
derkliniek vaak kinderen opgenomen met
ziektes die een langdurige behandeling
noodzakelijk maken. Dit brengt voor de
ouders veel zorgen mee. In bijna alle geval
len praat dan de maatschappelijk werkster
hierover met de ouders, meestal worden
daarna verdere afspraken gemaakt. De
meeste ouders blijken het namelijk prettig te
vinden om naast de contacten met de artsen
en de verpleging, ook met iemand te pralen
die met de behandeling en de verzorging van
het kind minder te maken heeft. Je kunt
ouders steun bieden door middel van ge
sprekken over de ziekte, over hun zorgen,
over de aanpak van het zieke kind, over de
aanpak van de andere kinderen die soms,
ongewild en ongemerkt, aandacht tekort
Da:
ordet
oudei
geholpen bij het verkrijgen van reiskosten
vergoedingen. bij problemen met de verze
keringsmaatschappij of het ziekenfonds.
Voor kinderen die langdurig in de kliniek
verblijven en die geen bezoek krijgen, bij
voorbeeld omdat ze uit het buitenland
komen, worden bezoekouders gezocht.
Omdat binnen het AZL nog geen onderwijs
mogelijkheden zijn voor zieke kinderen bin
nenkort zal dit wel het geval zijn), organiseert'
Anne dit zo nodig ook. meestal in overleg met
de gemeente waaruit het kind afkomstig is.
Om het werk goed te laten verlopen, is regel
matig contact nodig met de andere kliniek
van buiten het ziekenhuis. Geprobeerd
wordt om alles zoveel mogelijk in overleg
met elkaar te doen en de bemoeienissen
naar ouders en kind op elkaar af te stem
men. Je kunt namelijk als maatschappelijk
werker nog zogoed werken, binnen een kli
niek is het voor de ouders en de kinderen
belangrijk dat de sfeer goed is. en die moet je
immers met elkaar maken.
el hebben." Sassenheimer
in 1974 in het AZL nadat hij
iderhevi
daarvan gelooft Brouwer dat
.•en en ander met de dienst zuil
nt. meent hij. de technische
kenhuizen zullen een steeds
belangrijker plaats gaan innemen. „Ik denk
Twaalf jaar geleden woonde hij nog in
Marokko, in het plaatsje Goulmin, pro
vincie Errachidia, vlak bij het Atlasge
bergte. We praten met BenOuImouden (41
die door een groot schoonmaakbedrijf al
zo'n 6 jaar gedetacheerd is bij het AZL.
Daarvoor was hij eveneens in Leiden werk
zaam bij een bedrijf dat later de poorten
moest sluiten. Ben's vrouw en kinderen (vijf)
wonen nog in Marokko. Volgens-Ben is het
Hollandse klimaat niet zo geschikt voor ze.
r nog wel eens
dal
erkoi
Ben
gebeui
:ijr|bHij*zegë Je
tg dat soms wel niet zeggen, maar ik zie het
kenhuis als een bedrijf. Hel beter maken
n de patiënt moet natuurlijk vooropstaan,
tar je moet, vind ik. het werk rond dat
die patiënt wel als bedrijf
:search en onderwijs heeft
hands niet van plan voorgoed naar
Marokko terug te gaan. Hij heeft hel hier
uitstekend naar z'n zin en verlangt er niet
meer naar om zijn eigen vak. dat van hor
logemaker. weer uit te gaan oefenen. Hij
was twaalf jaar geleden helemaal niet van
plan zich in Nederland te vestigen. Dooreen
vakantie leerde hij ons land kennen en hij
wilde toen graag blijven. Inmiddels kent hij
veel mensen, vindt het wonen in Leiden
prettig en houdt erg van zijn werk. Hel
eigenlijke schoonmaakwerk doet hij niet
veel meer. Hij is in de gebouwen kinderge
neeskunde en oogheelkunde voorman. Dat
wil zeggen dat hij toezicht moet houden op
het werk van de daar aanwezige schoon
makers. Ben is zich er goed van bewust dat
de kliniek niet goed kan functioneren zon
der goede schoonmakers. Elke ruimte stelt
weer zijn speciale eisen: er zijn verschillende
soorten ziekenkamers die geheel anders
schoongehouden moeten worden dan een
kantoorruimte. Op sommige kamers moet
de schoonmaker een masker voor hebben,
een speciale jas etc. Ook wat betreft het
materiaal moet er telkens op worden toe
gezien dat schoon sop wordt gebruikt, om
bijv. verbreiding van infectie tegen te gaan.
Voordat een schoonmaker aan het werk
gaat. kijkt Ben of de schoonmaker zelf
schoon is (een vereiste!) en of werkkast en
materialen schoon zijn. De schoonmakers
werken aan de hand van een door Ben
gemaakte werklijst voor de dagelijkse werk
zaamheden. Een paar jaar geleden heeft hij
in zijn vrije tijd een schoonmaakplattegrond
gemaakt, waarop alle voor de schoon
makers van belang zijnde punten zijn aan
gebracht. De leiding van hel schoonmaak
bedrijf stelde dit initiatief zeer op prijs. Dein
Amsterdam gevestigde directie zond Ben
een geschenkbon van honderd gulden met
de complimenten! Op het diploma van de
cursus ziekenhuisonderhoud dat hij enkele
jaren geleden kreeg is hij begrijpelijkerwijs
trots. In een voor hem toch nog wel vreemde
taal werden onderwerpen onderwezen als
hygiëne, desinfectie, schoonmaakmetho-
den. Deze kennis komt erg van pas bij het
inwerken van nieuwe schoonmakers. Er
doen zich allicht wel eens taalmoeilijkheden
voor, maar Ben gaal ervan uit dat niet alle
informatie direct over hoeft te komen:
„niemand weet alles aan het begin, ge
leidelijk aan komen ze alles te weten".
zien. Ook l.a.v.
de technische di
te doen. In tegenstelling'tot u
wordt gesteld, vind ik da
drijfstcchnisch gezien een g
doelmatigheid wordt bereikt.
diei
n aiidt
plu
rk. Minder positief vindt hij „hel opjt
duvel krijgen", voor zaken, welke meesta
na een gesprek ongegrond blijken te zijn
Maar als men zich ervan bewust is dat d<
variatie groter is dan elders, dan kan je hie
toch wel prettig werken."