Op paleis Het Loo komt
grootse verleden terug
Paleis Het Loo ligt er de
zer dagen onttakeld bij.
Een van de daken lijkt
geteisterd door een
windhoos. Diep in het
monumentale gebouw
zijn de keldergewelven
ontbloot. IJzervlechters
kruipen onder de open
gebroken vloeren. Brok
ken kalk vliegen van de
muren. Deuren zijn uit
hun hengsels genomen,
lambrizeringen wegge
broken, parketvloeren
opgestapeld. De grote
balzaal is al geheel ver
dwenen.
Grove vrachtwagens werpen
stofwolken op. Machines ra
telen dwars door de rust van
de lommerrijke stilte rond
het paleis.
Paleis Het Loo wordt grondig
gerestaureerd.
Precies in 1983, nadat bijna drie
eeuwen geleden de eerste
steen voor de bouw .van Het
Loo werd gelegd, zal de laat
ste hand worden gelegd aan
een restauratie die zijn
weerga niet kent in ons land.
De restauratie van Het Loo is
namelijk de omvangrijkste,
indrukwekkendste en kost
baarste die ooit door het rijk
is uitgevoerd.
Van een paleis voor koningen,
stadhouders, keizers en prin
sessen, dat in de donkerste
tijden van haar bestaan ook
nog dienst deed als oorlogs
hospitaal, wordt Het Loo ge
restaureerd tot een Rijksmu
seum, dat geheel en al gewijd
zal zijn aan de geschiedenis
van het Huis van Oranje.
Drukte
Het Loo staat een totale om
wenteling te wachten. Na de
metamorfose zal de stilte, die
als een erfenis van de 19de
eeuw rondom het paleis
heerste, zijn verdwenen.
Ervoor in de plaats komt de
drukte van drommen mu
seumbezoekers die het paleis
de levendigheid teruggeven,
die er ook in de 17de er. de
18de eeuw heerste. Ook toen
was er op het voorplein een
grote bedrijvigheid en
vormde de formele tuin een
bezienswaardigheid voor de
vele bezoekers.
Het verleden komt terug op Het
Loo. Het paleis krijgt geheel
en al het karakter uit de 17de
Alle stormen die over het paleis
in de loop der eeuwen hebben
gewoed, heeft Het Loo weers
taan. Zelfs de recente poli
tieke twisten, waarbij het er
om ging of Het Loo wel hele
maal moest worden „terugge-
restaureerd" tot de 17de eeuu
Kritici op de restauratieplan
nen meenden dat men niet zo
ver terug hoeft te gaan en dat
een restauratie tot de 19de
eeuw voldoende zou zijn. Mi
nister Van Doorn van CRM,
die zijn fiat aan de restaura
tieplannen moest geven, bleef
echter bij zijn standpunt en
legde alle moties naast zich
Onzekerheid bestaat nu nog
slechts over de vorm die de
tuin achter Het Loo moet
krijgen: die terugbrengen
naar de oorspronkelijke 17de
eeuwse geometrische lusthof,
met waterpartijen, vijvers,
fonteinen en beelden - of de
huidige 19de-eeuwse land
schapstuin gewoon laten be
staan.
De fracties van PvdA en WD in
de Tweede Kamer dienden
afgelopen donderdag een mo
tie in, waarin men de regering
vroeg van de tuin een land
schapstuin te maken. Minis
ter Van Doorn voelt daar
vooralsnog niets voor.
Intussen is in januari van dit
jaar de restauratie van Het
Loo van start gegaan. Twee
bedrijven, de projectontwik
kelaar Boele en Van Eesteren
uit Den Haag en het gespecia
liseerde aannemingsbedrijf
Woudenberg uit RHenen, to
gen aan de slag onder toezicht
van de Rijksgebouwendienst.
Na twintig jaar van voorberei
ding, onderzoek en overleg
werd tenslotte het sein op
groen gezet.
De verwachtingen zijn hoog ge
spannen. Niet in de laatste
plaats over de bezoekersaan
tallen, die dit toch wel unieke
museum na voltooiing van de
restauratie in 1983 zal trek
ken.
Voorbereiding
„Maar tot de dag van de officiële
opening hebben we nog wel
even de tijd om ons" daarop
voor te bereiden", zegt de
man, die het Rijksmuseum
Het Loo, moet inrichten. Dat
is de kunsthistoricus dr. A. W.
Vliegenthart, die in 1972 tot
directeur van 1
werd benoemd.
Het lusthof Het Loo werd in 1684
door stadhouder Willem III
(1650-1702) gesticht.
Het werd gebouwd temidden van
een uitgestrekt jachtgebied op het
terrein van kasteel Het Loo, dat
sindsdien bekend staat onder de
naam Het Oude Loo. Aangenomen
wordt dat Jacob Roman de architect
van het paleis was, terwijl Daniel
Marot duidelijk de hand heeft
gehad in de interieurs en de tuinen.
De bouw van het paleis duurde zes
jaar.
Het Loo was oorspronkelijk omgeven
door Franse geometrische tuinen;
sierlijke patronen, waarin
buxushagen, gekleurde steenslag,
planten, fonteinen, cascades,
vormboompjes, beelden van marmer
en verguld lood en vazen.
Nadat Willem III en Mary Stuart in
1689 tot koning en koningin van
Engeland waren gekroond, werd Het
Loo uitgebreid.
Na de dood van de
stadhouder-koning in 1702 bleef Het
Loo tot 1795 in bezit van de
stadhouderlijke familie. In de
tweede helft van de 18de eeuw werd
het intensief bewoond, maar er
werden geen ingrijpende wijzigingen
aangebracht.
In de periode van 1795 tot 1806 werd
Het Loo door Engelsen, Fransen en
Nederlanders leeggehaald, terwijl de
tuinen geheel vernield werden.
In 1806 werd Het Loo zomerverblijf
van Lodewijk Napoleon (1778-1846),
koning van Holland.
De rood-bakstenen gevels werden
witgepleisterd, de schuifvensters
vervangen door empire-ramen, het
huis werd nieuw ingericht en de
tuhi en het park veranderd in een
groot landschapspark.
Na de vestiging van het Koninkrijk
der Nederlanden werd Het Loo
zomerverblijf van de regerende
vorst. Zowel koning Willem III
(1817-1890) als koningin Wilhelmina
(1880-1962) verbleven graag op Het
Loo.
In de periode 1911-1914 werd het
paleis ingrijpend verbouwd, omdat
de regering het te klein vond voor
officiële bezoeken. Het hoofdgebouw
twee paviljoens en de vleugels
werden verhoogd en aan de
oostzijde werd het gebouw uitgebreid
met een grote balzaal en nieuwe
personeelsvertrekken. Hierdoor
gingen de goede verhoudingen en de
symmetrie van het gebouw geheel
verloren.
Koningin Wilhelmina heeft Het Loo
tot haar dood in 1962 bewoond. Tot
een paar jaar geleden woonde
prinses Margriet en haar gezin in
een vleugel van Het Loo.
In 1956 werd aan de architect C. W.
Royaards advies gevraagd over de
mogelijkheid tot restauratie van het
paleis. In 1969 besloot de regering
Het Loo te bestemmen tot
Rijksmuseum, gewijd aan de leden
van het Huis van Oranje en hun rol
in de Nederlandse geschiedenis.
In januari van dit jaar werd gestart
met de restauratie onder leiding van
architect ir. J. B. baron van Esbeck
en de Rijksgebouwendienst. Voor de
restauratie is een bedrag
uitgetrokken van 63 miljoen gulden
(prijspeil 1976).
De officiële opening van het
Rijksmuseum Het Loo zal door
Koningin Juliana infiet voorjaar
van 1983 geschieden.
Paleis Het Loo met de 17de eeuwse Franse tui
nen. Zo zal het Rijksmuseum er na de voltooiing
van de restauratie in 1983 uit zien.
We treffen hem in een van de
voormalige dienstgebouwen
aan de Koningslaan, die voor
Het Loo langsloopt. We lopen
een donkere gang door vol
hertegeweien en staan dan
plotseling in de voormalige
intendantenkamer, waar di
recteur Vliegenthart zijn
kantoor heeft.
In deze omgeving, waar nog de
sfeer van drie eeuwen vor
stendom hangt, is het een ver
rassend modern ingericht
vertrek, waar het wit domi
neert. Een enkel stuk kost
baar antiek komt daardoor
des te fraaier uit.
„Ik ben weliswaar veel bezig in
het verleden, maar ik wil
graag in een moderne omge
ving leven, een sfeer van deze
tijd ademen", zegt de mu
seumdirecteur.
Vliegenthart krijgt straks, als
het museum over een paar
jaar zijn poorten officieel
opent, naar verwachting te
maken met minstens een half
miljoen bezoekers per jaar.
Het Loo zal daarmee, na het
Rijksmuseum en het Vincent
van Goghmuseum in Am
sterdam, meteen het drukst
bezochte museum van ons
land zijn.
De Koninklijke Stallen van Pa
leis Het Loo werden al in 1972
voor het publiek geopend.
Twee jaar later kwam daar de
Westvleugel van het paleis
bij. Voor dit koninklijke mu
seumpje, dat in feite relatief
gezien nog weinig te bieden
heeft, bleek de belangstelling
overweldigend. In het eerste
jaar kwamen er al 90.000 be
zoekers. Nu zo'n kwart mil
joen per jaar.
Directeur Vliegenthart merkt
op dat er voor dit museum
vrijwel geen drempelvrees
bestaat. Er komen hier men
sen, die anders nooit in een
museum komen. Opvallend is
voorts dat het voor bijna 100
procent Nederlanders zijn.
Dr. Vliegenthart: „Er bestaat in
ons land blijkbaar toch grote
behoefte aan een museum,
dat geheel gewijd is aan het
koningshuis. In ons land was
er tot dusverre geen verge
lijkbaar museum, zoals je die
in het buitenland wel hebt,
bijvoorbeeld Hampton Court
in Engeland en Fontain-
ebleau in Frankrijk. Daarbij
komt dat er in ons land heel
weinig koninklijke paleizen
zijn, die openstaan voor het
publiek. De mensen zijn daar
toch wel sterk in geïnteress
eerd".
Uitzondering
Het thema van het Rijksmu
seum Het Loo wordt de rela
tie tussen Nederland en het
Huis van Oranje. Het accent
komt daarbij te liggen op die
leden van het Koninklijk
huis, die het paleis hebben
bewoond of er korter of lan
ger verbleven. Alleen voor de
nog levende leden van Oranje
wordt een uitzondering ge
maakt.
Elk belangrijk koninklijk fi
guur krijgt zijn eigen vertrek
ken, die een indruk moeten
geven, hoe het leven zich daar
vroeger afspeelde.
Voor de bezoekers die wat
meer oog hebben voor details
of een gespecialiseerde be
langstelling hebben, komen
er in de zijvleugels exposities,
bijvoorbeeld over prehten,
speelgoed, uniformen, cor
respondentie, bouwtekenin
gen van Het Loo, alles natuur
lijk met betrekking tot het
koninklijk huis.
In de' andere vleugel komen tij
delijke exposities. Men denkt
hierbij aan tentoonstellingen
over kunstcollecties van le
den van Oranje, schilderije
nexposities, tuinen, de
politiek-economische toe
standen onder de verschil
lende Oranjevorsten, maar
ook eigentijdse kunst. Het ac
cent van het museum komt
echter op het hoofdgebouw te
liggen, het zogenaamde corps
de logis. Opvallend is dat dit
gebouw geen gangen heeft.
Alles communiceert via ka
mers, hallen en trappen. In
tussen vordert de restauratie
van dit corps de logis en de
paviljoens vlot. Werkelijk on
voorziene problemen hebben
zich nog niet voorgedaan. Dat
is vooral een gevolg van het
feit dat aan de restauratie een
zeer grondig historisch en
bouwtechnisch onderzoek
vooraf is gegaan. De geschie
denis van elk vertreK, elke
hal, elke ruimte van het paleis
werd in een dossier vastge
legd: wie hebben er gewoond,
wat heeft er in gestaan, hoe
was het gedecoreerd?
Documentatie
Over het paleis en de tuin zijn
uit de loop der eeuwen zoveel
gegevens en studies overge
bleven, dat men zeldzaam
goed gedocumenteerd aan de
slag kon gaan bij de restaura
tie. Stap voor stap, via oude
documenten, prenten en
soms onverwachte ontdek
kingen, is het spoor terugge
zocht of teruggevonden; naar
hoe het ooit geweest is.. Veel
materialen die bij de afbraak
van andere delen tevoor
schijn komen, worden op
nieuw gebruikt. Soms moe
ten oude materialen nage
maakt worden. Zo is er bij
voorbeeld bij een steenfa
briek een forse partij hand
vormstenen besteld. Onder
de 19de-eeuwse beschilde
ringen komen gemarmerde
panelen te voorschijn. Hou
ten plafonds blijken na
schoongemaakt te zijn, fraaie
schilderijen. Achter betim
meringen treft men vurehou-
ten deuren aan, die geschil
derd zijn als palissanderhout.
In de kelders van het nabij gele-
Het Loo ligt er dezer dagen ont
takeld bij. De restauratie, die nog
zes jaar in beslag zal nemen, is de
grootste aller tijden.
gen kasteel Het Oude Loo trof
men een aantal zeldzame
tuinbeelden aan, die eens in
de tuin van Het Loo stonden.
Op de zolders van Het Loo
vond men het complete inte
rieur van de indertijd geheel
ontmantelde jachtkamers
van Prins Hendrik.
Van de tuin is door prenten, be
schrijvingen en vondsten
zelfs nog meer bekend dan
van het paleis. Onder het zand
is nog een groot deel van de
funderingen van kanalen,
fonteinen, bassins, paden en
terrassen teruggevonden.
Door
Jan Kees Kokke
Als Van Doorns plannen door
gaan zal de tuin worden om
sloten door muren, waarvan
de fundamenten ook al ge
vonden zijn. Ten tijde van de
aanleg in de 17e eeuw was
deze muur nodig om de tuin
tegen de zandverstuivingen
te beschermen. Dit deel van
de Veluwe was toen namelijk
nog een betrekkelijk kaal ge
bied, met hier en daar wat
lage begroeiingen.
De muur, die indertijd een we
zenlijk onderdeel vormde van
de tuin, komt nu goed van pas
om het publiek „binnen de
perken" te houden. Men heeft
liever niet dat de bezoekers
uitzwermen over het hele 650
hectare grote koninklijke
park van Het Loo. Voorts
wordt voorkomen dat
nieuwsgierigen direct een
blik werpen op de aanpalende
bungalow van prinses Mar
griet en kasteel Het Oude
Loo, dat een logeerruimte van
koninklijke gasten is gewor
den. Het koninklijk huis heeft
in dit opzicht zekere eisen ge
steld aan haar privacy.
Bruikleen
Voor de inrichting- van het
Rijksmuseum Het Loo zal
voor een belangrijk deel ge
put worden uit het materiaal,
dat koningin Juliana in brui
kleen heeft gegeven. Voorts
zal de collectie van het Oranje
Nassau Museum, dat thans
nog gevestigd is in het Prin
senhof in Delft, in zijn geheel
naar Het Loo komen. Tens
lotte beschikt directeur Vlie
genthart nog over een aan
koopbudget.
„Je ontdekt hier en daar nog
wel eens wat, je krijgt van
deze of gene een tip en we
krijgen in toenemende mate
aanbod uit particuliere ver
zamelingen."
Directeur Vliegenthart heeft nu
al wat plannen voor festivitei
ten, die het museum moeten
verlevendigen. Zo denkt hij
aan speciale concerten, zoals
er bijvoorbeeld vorig jaar een
op Het Loo werd gegeven
door de pianist Walther
Crommelin. Men had een oud
programma gevonden van
een concert dat op 6 mei 1876
voor Koning Willem III was
gegeven. Precies 100 jaar later
werd dit onlangs op dezelfde
plaats opnieuw gespeeld. Vo
rig jaar vonden de wereld
kampioenschappen vier
spannen plaats op Het Loo.
„Net als vroeger heerste er toen
weer een grote bedrijvigheid
van paarden en koetsen. Daar
leent deze omgeving zich uit
stekend voor. Zo was het
vroeger, en zo moet het weer
worden. De levendigheid, die
er in de 17de eeuw op het pa
leis was, komt weer helemaal
terug", aldus dr. Vliegenthart.