mm „Als Mj het niet „Ik ken genoeg gevallen waarbij de verzorgers te ver zijn gegaan... eAZ met oud- UVS-er F, m D'/ I KEES POUWIEL - FYSIOTHERAPEUT ZONDER KUNSTGREPEN' DINSDAG 23 AUGUSTUS 1977 LEIDEN/ALKMAAR - De eerste weken bij AZ'67 heb ben hun uitwerking op zijn zenuwgestel volledig ge- mist. "Het was net als in de tijd dat ik voor het eerst met de hoofdgroep van IJVS meetrainde" beschrijft de nog altijd broodnuchtere 4 Fred Filippo de periode van aanpassing. Dat hij vanuit de bijna volstrekte anonimi teit van het amateurgebeu- ren van de ene op de andere dag geconfronteerd is met collega's als Van Hanegem, Peters, Hovenkamp en Kist laat hem volmaakt koud. De 18-jarige Leidenaar haalt er la coniek de schouders over op. "Nou ja, het zijn tóch allemaal voetballers onder elkaar? Gf je nou bij een LVB-club komt of bij AZ". Een dagje AZ met Fred Filippo, de gymnasiumleerling (zes Bèta) die een tweejarig A-contract op zak heeft bij de Molenaars-club. Eerste training 's morgens om elf uur. Filippo wordt met een paar anderen, Metgod, Ursem onder handen genomen door hoofd trainer Jan Notermans die de ve detten van het eerste team pas 's middags verwacht. Toch staan ze er ook dan al, de Alkmaarders die AZ geen dag kun nen missen. Ze trotseren de regen om hun bespiegelingen af te steken taxeren de nieuwe talenten. Uit hun gedragingen blijkt dat ze zich daar elke dag posteren. Hoe? welDie dinsdag na het Amster dam 702-toernooi is er ook die 31- jarige fanaat die niet galaat overal te roepen dat hij een rasechte Aja- cied is. Toch blijkt hij dwars door de regen op zijn fietsje naar Alkmaar te zijn gekomen om de AZ-heren om een handtekening te verzoeken. Eerbe toon aan de nieuwe favoriet? Hij weigert het te bekennen. "Ajax is en blijft het namelijk he lemaal voor mij. Maar ik heb name lijk alle handtekeningen van de deelnemers aan het Amsterdam- toernooi. Van Liverpool, zie je, van Barcelona zie je, en van Ajax na tuurlijk. En omdat AZ ook' mee deed wilde ik die jongens allemaal tegelijk pakken. Effe gemakkelij ker, namelijk". In de auto naar Alkmaar is een wat lacherige sfeer ontstaan, omdat al snel blijkt dat je niet kunt inter viewen en sturen tegelijk. Dus zijn er een paar afslagen gemist en is Alkmaar op een gegeven moment in geen velden of wegen te beken- Hoewel hij een ontzettende hekel aan treuzelen heeft, blijft Fred Fi lippo ("Als ik maar op tijd ben. de rest interesseert me niet") vrolijk informatie spuien. "Het is toch wel gebleken dat ik een goede keus heb gedaan. Ik zit toch goed bij AZ? Daar kan ik alles leren, alles mee maken". Door Paul de Tombe W1M VAN HANEGEM zal er binnen twee jaar wel wezen"): ,Jk zou Fred best willen gaan coachen, als ik de tijd heb" En lekker wat geld meepakken Filippo geïrriteerd: "Geld, geld daar gaat het mij nog niet om. Dat denken jullie nou altijd maar ge lijk', maar volgens mij heeft ook een profvoetballer nog in de eerste plaats plezier in zijn werk. Ik ben van plan dat te houden ook want misschien wordt het mijn i baan wel. Eerst wil ik dat diploma hebben, want dat is belangrijker dan dat hele voetbal, daarna zie ik wel. Nee, full-prof zou ik niet willen worden, dan zo velen. Ik moet i een studie of z SPORT SPORT i ik me gaan ver- r iets bij hebben, Tenminste, als Als ik maar af- Vorig jaar heb ik drie weken een vakantiebaan gehad, waarbij ik elke dag hetzelfde werk moest doen. Gék werd ik ervan. Ik was volkomen afgedraaid". Heeft hij dat van voetbal nog niét gehad? Ook niet in de laatste ja ren bij UVS? Filippo: "Nee, zo kun je dat niet zeggen. Ik heb altijd fijn bij UVS gevoetbald. Alleen vorig seizoen baalde ik af en toe wel, maar dat hadden de meesten. Het plezier gaat er ook af als je alleen maar achter een tegenstander aan moet lopen. Ik kan me best voorstellen dat de jongens nu eens écht wil len gaan voetballen. Toch wordt het misschien wel weer wel ze met Hannaart en Hens- kens een sterk centrum hebben. En de jeugd breekt door, hè. Zo'n Ron Bekooy. Die jongen heeft veel". Zojira hij echt doorbreekt ligt onmiddellijk een profclub op de loer. Of een amateurclub moet natuurlijk zelf onder tafel gaan betalen. Fred: "Maar dat gebeurt de eerste eeuw niet bij UVS. Dat redt het zó wel. Een mooi principe. Hoe ge makkelijk zou het niet zijn de één of andere sponsor te zoeken die honderd gulden per week aan de spelers geeft. Die is zomaar ge vonden, maar UVS wil gezond blijven. Het tweede wordt kampioen, veel jeugdelftallen ook. Kijk dan eens om je heenDan zie je clubs met eerste elftallen die erg hoog spelen, maar daaronder zit niks. Als dat een keer in elkaar klapt is het met zo'n vereniging gelijk ge beurt. Nee hoor, geef mij dan maar het principe van UVS, al loop je daarmee de kans te degraderen". De Ajacied in hart en nieren heeft zijn eerste handtekeningen, de ochtendtraining van AZ is afge lopen. Tijd om te eten. Normaal staan bij de club de broodjes ge serveerd, dit keer gaat Filippo Een spelletje biljart in de eetgele genheid eindigt in 33-33, de gok- bak verslindt later geld. Filippo ergert zich. "Ik kan eenvoudig niet tegen mijn verlies. Bij niet één spel. Wat dat betreft zit ik bij AZ natuurlijk goed". Hij deelt mee in de premies, ver keert in een bevoorrechte positie. Een andere scholier van zijn leef tijd zal toch beduidend minder kunnen uitgeven Filippo be seft het: "Maar ik ga ook niet met mijn geld lopen smijten. Alles gaat naar de bank". Hij heeft tot dan pas één keer ge speeld. Tien minuten als invaller in een wedstrijd tegen Olympi- que Marseille, tijdens een Frans toernooi. Voor het overige bleef zijn optreden beperkt tot het zit ten in de dug-out, altijd als re serve van het eerste team. Filippo: "Ik weet ook niet wat de bedoeling is. Of ik nou in het C-elftal moet gaan voetballen of niet. Ik zou graag spelen". Gaat hij dan snel doorbreken? Filippo (erg zelfverzekerd voor zijn leeftijd, "maar ik weet wat ik kan en wat ik niet kan"): "Dit jaar ze ker nog niet, maar op de lange duur hoop ik dat natuurlijk wel. Ik heb in elk geval de wil om me waar te maken, maar dat kan je natuurlijk niet uitstippelen. Doe ik ook niet. Ik heb geen dro men, blijf liever nuchter. Kan ik ook niet tegen al te grote teleur stellingen oplopen. Ik kan wel in eens wegvallen. Voorbeelden heb ik ook niet. Je moet nooit naar iemand anders kijken vind ik. Je moet alleen je eigen capaciteiten uitbuiten. Tot het uiterste. Verder kun je niet. Punt uit". De vedetten zijn gearriveerd, de middagtraining gaat beginnen. Heeft hij als jonge jongen nooit moeite gehad met de aanpassing bij ouderen als Van Hanegem? Filippo: "Dat heb ik toch ook bij UVS niet gehad? Daar speelde ik ook met Gerard Désar, op school mijn leraar en dus "meneer", in het veld gewoon Gerard. Het ver schil is alleen dat Willem een Eu ropese topvoetballer is, maar na een paar trainingen valt dat weg. Het voètbalsfeertje, hè. Straks zal ik ze trouwens wel min der zien. Als de school eenmaal weer begonnen is, train ik maar twee avonden in Alkmaar. De rest bij UVS. Toch zal ik ook dan wel intenser met voetbal bezig zijn, want er hangt meer van af. Maar hoog in mijn bol zal ik het op die manier niet krijgen". De rasechte Ajacied is druk bezig met het verzamelen van handte keningen als het oefenpartijtje is beëindigd. Hij gniffelt: "Ja ik heb 'm ook van Van Hanegem. Klasse nog, die ouwe". De Kromme laat zich uitvoerig las tig vallen zonder ergernis. Zegt: "Filippo? Ik denk dat hij een hele goeie wordt, maar hij moet nog veel leren". Daar is Van Hanegem toch voor? "Ik heb nog weinig tijd gehad voor hem, maar als ik die straks wel heb zou ik hem graag een beetje willen coachen, want hij kan snel komen. Technisch is hij niet zo begaafd, maar dat heb je ook niet nodig als voorstopper. Binnen twee jaar moet hij er zijn, dan zal- ie er wel wezen ook". Technisch directeur Hans Kraay: "Ik ben zeer tevreden met Filip po, die gaat het binnen afzienbare tijd maken. Daarom zit hij ook al tijd op de bank. Hij kan zó ingezet worden. Een groot talent. Wil hij spelen? Gaat ook gebeuren. In het C-elftal". Hoofdtrainer Jan Notermans. "Een goede voetballer. Sterke mentali teit, sterk aan de bal. Als hij het niet gaat maken, wie moet het dan gaan maken?" Op weg naar Leiden hoort Filippo de lof die over hem is uitgestrooid koud aan. Hij analyseert: "Ik heb inderdaad weinig techniek, daar moet ik nog aan werken. Sterk aan de bal ben ik niet. Dat is één van miin zwakkere punten". Gegeneerd bijna dwaalt hij af. "Henskens, die is wat dat betreft veel sterker. Die schiet links en rechts, heeft wel een goede tech niek, is sterk in de lucht, heeft een puike tackle. Die heeft alles om prof te worden. Ik heb gewoon geluk gehad dat ze op mij gingen letten. Dat komt omdat ik pas 15 was toen ik in het eerste kwam, omdat ik in verte genwoordigende elftallen heb gespeeld. Hij was al wat ouder, heeft er wat wedstrijden naast gestaan omdat hij als aanvaller niet kon aarden. Nu pas heeft hij zijn vaste stek gevonden. Als ze op hem gaan let ten, zou elke profclub hem zo maar inlijven". Maar tenslotte groeit hij toch een beetje. "Ja, want ze hadden ook kunnen aeggen: die Filippo? Komt er nooit. Het is toch leuker als Van Hanegem dan zoiets zegt". ZOETERMEER - Als een oase ligt het buurtje tussen de Zoetermeerse flats ingeklemd. Een woonwijkje, opgetrok ken uit wit steen, waarbij elk optrekje (kenmerkend) is' voorzien van een helmvormige koepel. Vermoedelijk heeft de architect „zijn ontwerp" daarmee een symbolische pro tectie tegen de opdringende hoogbouw willen geven. Eén van die - als experiment ont worpen - huisjes wordt bewoond door Kees Pouwiel, fysiotherapeut van professie en daarnaast spe ler/verzorger bij UVS. Pouwiel (30) werkt in „Neerlands Groeistad nummer één" op een groepsprak- tijk voor fysiotherapie, tezamen o.a. met Ed van Breukelen (als fysio therapeut ook verbonden aan Feyenoord en het nationaal hoc keyteam) en de tennisser Nick Fleury. Door Gerard van Putten Het zal daarom geen opzien baren, dat door die intensieve contacten met de sportwereld, diverse top sporters zich regelmatig in Zoe- termeer laten behandelen. Temeer, omdat vele sportlieden een soort panische angst hebben gekregen voor lieden die 'zich op werpen als' verzorger na ooit eens - zij het met de nodige inspanning - een ver bandje te hebben aangelegd. Die ongediplomeerd en dus niet gehin derd door kennis van zaken „in de weer gaan" met onduidelijke zalf jes, crèmes en oliën. Kees Pouwiel daarover: „Een goede verzorger moet kunnen wijzen op een sportmassage- diploma. Voor een dergelijke veel omvattende taak is dat een eerste vereiste.Massage is namelijk naast een goede „warming-up" ongeloof lijk belangrijk. De afvalstoffen worden er door verwijderd en de spieren arbeidsklaar gemaakt. Het veroorzaakt een goede doorbloe ding. Bovendien kan een verzorger voor de wedstrijd met een „babbel" voor een goede psychologische begelei ding zorgen. Hij moet bij niet al te ernstige blessures ook eerste hulp kunnen bieden. Van ernstige kwetsuren moet hij echter wel afblijven. Sim pel voorbeeld: stel dat iemand een ernstige kneuzing met „Midalgan" (een zalf, die de bloedcirculatie aanzet) gaat behandelen. Bij zo'n kneuzing ontstaat een bloeduit storting. Wanneer nu „Midalgan" wordt gebruikt, dan wordt de bloe duitstorting - en daarmee de el lende - alleen maar groter". Het behoeft derhalve geen betoog, dat blessures van een meer gecom pliceerde omvang een meer intens ieve begeleiding vereisen. Door een fysiotherapeut, bijvoorbeeld. Pouwiel: „Het punt is, dat een fy siotherapeut eerst dan aan het werk gaat, wanneer een arts of een Sport Medisch Adviescentrum (S.M.A.) daartoe de opdracht is gegeven. Een blessure wordt dan door middel van natuurkundige prikkels behandeld. Met speciale apparatuur worden daarbij elektri sche, warmte of koudeprikkels op gewekt. Denk echter niet, dat met een dergelijke behandeling het ge nezingsproces versneld wordt.Het herstel wordt er slechts door on dersteund. Het verschil is echter, dat een speler na behandeling direct speelklaar is." Kees Pouwiel werpt zich op als een warm pleitbezorger voor een ver antwoorde medische begeleiding: "Als je bijvoorbeeld zo'n Nico Jansen tegen RWDWM ziet trekke benen, dan voel ik dè-weerzin in mij opkomen. Ik persóonlnk zou geen 'verantwoording willen nemen voor bepaalde behandelingen1" van ern stig geblesseerde spelers, louter en alleen, om ze direct speelklaar te krijgen. Ik zou dat niet met mijn beroepsethiek in overeenstem ming kunnen brengen. Anderen hebben daar blijkbaar minder moeite mee. Zonder in ge wetensnood te geraken, zetten die de spuit in een ernstige blessure. Of verbandmeesters, die kwetsuren gaan bandageren. Kijk, bandage ren kan uitermate nuttig zijn. Ie mand, die pas van een blessure is genezen, kan zo'n tere plek uit voorzorg het beste laten bandage ren. Dat geeft steun. Maar je moet niet spelers gaan bandageren, die die blessure nog hebben. De pijn wordt dan wel verzacht, maar door de belasting verergert de blessure." Als hij het projecteert op de situatie bij UVS ervaart Kees Pouwiels de begeleiding daar als ideaal. Boven dien is met trainer Gerard Désar overleg mogelijk. Pouwiel: „Te ver doorgevoerde oe feningen kunnen wel degelijk blessures in de hand werken. Vorig seizoen werd er bij ons veelvuldig over poortjes gesprongen. Op een .gegeven moment klaagden diverse spelers over spierpijn. Na overleg met Désar zijn die oefeningen in frequentie drastisch verminderd. "Een bewijs, dat bij UVS met hét be lang van de speler rekening wordt gehouden. Bij ons luidt het parool: eerst de gezondheid van de speler, daarna het belang van de club". Kees Pouwiel erkent, dat de com binatie van speler/verzorger een arbeidsintensieve taak is. „Mis schien heeft dat mijn ontwikkeling als voetballer tegengehouden, 's Zondags bijvoorbeeld, ga ik om 8 uur al naar het veld. Tegen 6 uur 's avonds ben ik pas weer thuis. Ik heb dat voor de club over, omdat ik het bij UVS enorm naar mijn zin heb. Temeer ook, omdat er van mij niet wordt verlangd bij gebless eerde spelers kunstgrepen toe te passen." Voorbeelden Pouwiel doelt hierbij met name op gevallen, die in „Betaald Voetbal land" veelvuldig kunnen worden gesignaleerd. Bepaalde merkwaar dige zaken, die duidelijk het dag licht niet kunnen verdragen. Waar geen moment aan het belang van het individu, doch slechts aan het resultaat wordt gedacht. Pouwiel: „Ik ken genoeg voorbeel den van gevallen, waarbij men dui delijk te ver is gegaan. Het pro bleem is, d at ik ze - helaas - niet met bewijzen hard kan maken. KEES POUWIEL neemt UVS'er Hans van Egen onder - deskundige - handen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 11