EXTRA IMAANDAG 22 AUGUSTUS 1977 t)eze zomer is batikkleding ondanks koel weer meer in het Nederlandse straatbeeld te zien dan voorgaande jaren. Vrouwen dragen hessen en rokken, luchtige jurken met de vaak veelkleurige vrij drukke motieven. Batik-stof is te koop in typisch Indonesische winkels, maar ook in gewone Leidse kleding- en stoffenzaken. Op allerlei creatieve cursussen is gelegenheid om batik zelf te leren maken. Her en der in tijdschriften, .waar de knutselaar ster of hobbyist(e) tips krijgt om zijn of haar vrije tijd te vullen, staan handleidingen om te batikken. P Batik is bij ons bekend geworden doqr onze relaties met Indonesië, het vroegere Nederlandsch-Indië. Op het Indonesische eiland Java zijn een aantal centra waar de batik geproduceerd wordt. Batik is op* Java een veelgebruikte dagelijkse dracht en het is ook te zien en te koop op de andere Indonesische ei landen. Batikpröcéde Wat batik is? Een vorm van stofver- sieren. Het typische van batik komt goed tot uiting bij het procédé dat een doek ondergaat voordat het met recht een batik is. Het batikken voltrekt zich in een aantal stadia, waarin dé batik zijn motieven en kleuren krijgt, zijn geur; aspekten waarom een liefhebber een geba- tikte doek meer of minder waar deert. Het batikken berust op een uitspa ringstechniek. Het Javaanse werkwoord „mbatik" betekent let terlijk „met was tekenen". Stap voor stap gaat batikken als volgt met was wordt een patroon meestal aan beide kanten op de stof getekend. Het tekenen met (bi- jen)was vindt plaats na voorbewer king van de stof, zodat ze geschikt is voor de wasbewerking en het ver- fbad. Het aanbrengen van een motief ge beurt met een „canting" (uit te spreken als 'tjanting'), die meestal Verven Nadat een doek met was bedekt is hetzij door tekening hetzy door hem te stempelen, volgt de verving. Evenals bij het stempelen zijn het de mannen, die dit werk doen. Oor spronkelijk gebruikten de Javanen voor verving plantaardige kleur stoffen. Dagenlang waren zij dan bezig om een doek te verven. Elk batikcentrum van Java heeft zijn specifieke kleurengebruik, maar over het algemeen wanen er niet veel kleuren. De ververs van Midden-Java, de zogenaamde Vor stenlanden, pasten vooral blaUw van de indigoplant en bruin, ver kregen uit de bast van de sogaboom toe. Alleen die delen van de doek wor den door de verf geraakt die met was zijn bedekt. Meestal krijgt de lap een paar keer een verfbad om verschillende zuivere en meng- kleuren te krijgen. Nu men tegen komen zijn, waar men zogenaamde 'sitsen', 'kleedjes', in de dertiende eeuw naar Java ging exporteren. Op Java heeft men de techniek ver fijnd door het gebruik van de 'can ting'. Vrouwen gingen hiermee in tegenstelling tot India, waar man nen het ambacht beoefenden met een verfpenseel de was op de stof aanbrengen. Etiquette Eeuwenlang was, kleding gemaakt van batik bestemd voor mensen uit de gegoede kringen, voor de Ja vaanse adel. Het motief dat de ba tikkleding sierde, was ook gebon den aan de rang die iemand in deze gelaagde samenleving bekleedde. Er bestonden zelfs officiële verbo den op het dragen van bepaalde ba tikpatronen. De "semèn" bijvoor beeld, een motief waar veel plan tenranken de stof sieren, werd als dé dracht voor prinsen en prinses sen beschouwd. Een variatie ervan mocht weer wel door de lagere adel gedragen worden. Een ander voor beeld van de ranggebondenheid van een batikpatroon geeft het mo tief met schuine banen dat "parang rusak"( uit te spreken als roesak) heet. Dit bezat een vergelijkbare beladenheid: het zal zeker onbe hoorlijk geweest zijn, als een „de sa" vrouw (desa dorp) een batik met dit zogenaamde „parang" mo tief gedragen zou hebben. Als ze in dergelijke dracht bij de vorst ver scheen zou ze er begin vorige eeuw nog om gestraft zijn. Maar behalve de regels die golden bij het dragen van bepaalde batikpatronen, was de batik ook duur. Daarom droegen de meeste Javanen kleren gemaakt vhn inheems geweven stof. Inmid dels is er wel veel veranderd: rijk en arm in Indonesië schaft zich te genwoordig batik aan. Door veel vuldig huwelijk tussen adel en niet-adel verwaterden bovenge noemde verboden in de jaren veer tig in Indonesië. De invoering van stempelbatik in de vorige eeuw maakte batik voor grote groepen van de bevolking ook veel beter be taalbaar. En nu is batik op Java een gewone dagelijkse dracht en is het veel te zien en te koop op de andere Indonesische eilanden. Om de Indonesische identiteit te stimuleren is batik de laatste jaren zelfs tot officiële feestkleding ver heven. Ook scholen schrijven uni- maar tot op zeer beperkte hoogte een vrije expressieve kunst, en vroeger nog veel minder dan te genwoordig. Batikken was uitslui tend een ambacht. Men hield zich daarbij strak aan het gebruik van bestaande motieven, waarvan er wel vele waren. Zo maakte men bij voorbeeld het al eerder genoemde voor vorsten bestemde „semèn"- motief. De betekenis ervan is „uit bottende gewassen", omdat veel plantenranken op dit motief voor komen. In het midden beeldt men op dit „semèn"-motief vaak een grote vogel af van de mythische vo gel Garuda. Wel aardig is te beden ken, dat de Garuda ook voor het Indonesische nationale embleem staat. Men heeft hem eveneens ge kozen als naam voor de Indonesi sche luchtvaartmaatschappij The Garuda Airways. Een ander be staand motief, de „parang rusak", werd eveneens veel door de adel gedragen. Er zijn een paar vertalin gen voor de naam „parang rusak", en één ervan is „grillig uitge- schuurde rots". De reden voor deze vertaling is de volgende. De vroe gere sultan Agung zat eens aan het strand en zag daar hoe een rots tot een vreemde grillige tekening uit- geschuurd was door de golven van de zee. Met dit beeld in gedachten liet de vorst toen een patroon ba tikken, de „parang rusak". De „se mèn" en de „parang rusak" zijn maar twee voorbeelden van be staande batikpatronen, maar er zijn tientallen bestaande motieven en hun variaties. Elke streek van Java waar batik vandaan komt heeft zijn kenmerkende motieven, maar als je nu een batik bekijkt is vaak niet di rect te zeggen, waar hij vandaan komt. De fantasie van de ontwerper van batik komt tegenwoordig meer aan bod dan vroeger, toen hij bijna uitsluitend bestaande motieven weer namaakte. Öan volgt de onderdompeling in [het tweede vèrfbad. Soms krijgt de doek nog een derde en vierde kleur weer volgens bovenbeschreven wijze, dus eerst na afkrabben van was en eventueel weer opbrengen van nieuwe. Batikken is zo een vrij bewerkelijke, tijdrovende bezig heid. Nadat het hele procédé voltooid is, smelt men tenslotte alle was in heet water af en hangt de doek nog enige tijd te drogen. Op Java worden zo al eeuwenlang batikdoeken gemaakt, hoewel het stempelen pas vorige eeuw inge voerd werd. Oorsprong Batik-jurken, overal te koop. Toch moet men de vroegste oor sprong van dit batikken niet in In donesië zoeken. De bakermat van batik, zoals deze zich in Azië heeft •ontwikkeld, ligt volgens onderzoe kingen in China, omstreeks de zesae en zevende eeuw voor Chris tus. Vervolgens zou de techniek onder andere in India terechtge- De kwaliteit van de stof die men voor batik gebruikt, is ook belang rijk. Vanouds werd voor batik zo genaamde „cambric", katoen uit Europa geïmporteerd, omdat men de Indonesische katoen als te grof beschouwde. Tegenwoordig ge bruikt men ook veel Japaanse en Amerikaanse katoen. Veel sneller dan met de „canting" komen de waspatronen met een stempel op de witte katoen. Men gebruikt hier voor een fijnbewerkt koperen stempel met een willekeurig ba tikmotief. In tegenstelling tot de getekende batik, waarvan het werk meestal aan vrouwen voorbehou den is, zijn het mannen die doeken stempelen. Dit stempelen gaat op de volgende wijze. De man drukt een fijnbewerkt roodkoperen stempel op een met warme vloei bare was doordrenkt stempelkus- sen. Het met was bedekte stempel zet hij vervolgens op de te bedruk ken stof, die op een plat kussen ligt. Om een motief precies te laten aan- n T. sluiten moet de drukker de ene afd- De Ijanting rxik precies naast de andere zetten; hij moet daarbij zorgvuldig te werk gaan. Voor een mooie afdruk let hij ook goed op de juiste temperatuur van de was. een vrouw hanteert. Zo'n „canting" ziet eruit als een stokje met een Veel gestempelde batik maakt men bakje van dun rood koper, waar een Qp Java tegenwoordig ook per me- Bij moderne batikschilderijen, die sinds 1965 in Indonesië in opkomst zijn, is de kunstenaar zelfs helemaal vrij het motief te maken, dat hij wil. De „schilder", het zijn vaak man nen, werkt wel met een penseel of kwast. Het batik-stempel Plastisch wordt het uiterlijk van dit apparaatje beschreven in Javaans raadsel: Het heeft de kelk van een bloem, de snavel van een roofvogel, vijf volgen hem over het witte veld, en overal laat hij bloedsporen ach ter De „vijf' zijn de vingers van de hand die de „canting" vasthouden, de bloedsporen zijn de roodbruin tot bruinachtige bijenwas-lijnen, het witte veld is de stof, de witte katoen. De tekening van een motief vraagt een vaste geoefende hand. Wasdruppels vallen snel op plaat sen waar ze niet moeten vallen. Moderne industrie Nieuw voor Java en weer sneller dan stempelen is de methode, waarbij nien de patronen fotogra fisch op de stof drukt aan de hand van een copie van een gegeven mo tief. Dit is de „silk scfeen" metho de. Bij deze manier van batikken ;komt de was, eigen aan het tradi tionele ambacht niet meer te pas. Op Java is deze wijze van drukken een opkomende industrie die on dergebracht is in bedrijven, vaak opgezet door Chinezen. Deze mo derne industrie vormtreen bedrei ging voor de beoefening van het traditonele ambacht. Door de lief hebber wordt batik op deze wijze gemaakt wel als onecht en vals be- woordig veel met chemische ver fstoffen werkt hoeft men de doek slechts een vijftal minuten in een verfbad onder te dompelen. Dit in tegenstelling tot vroeger toen één verving dagenlang duurde. Voordat een doek een tweede ver fbad krijgt, krabt een man met een mesje eerderopgebrachte was af. Hij doet dat op die plekken van de stof die bij een volgend verfbad wél kleur moeten krijgen. Een vrouw tekent vervolgens met was op die geverfde gedeelten van de lap die beslist niet blootgesteld mogen wordèn aan zo'n tweede verving. Door Vera Gaikhorst formen voor met blouses van batik. Iedereen draagt het motief dat hij wil, maar er is nog wel sprake van een étiquette: dansers bijvoorbeeld hebben tijdens voorstellingen een kledingstuk met batikmotieven passend bij hun rol in de dans. Ba tik heeft ook nog steeds een cere moniële funktie: een Javaans bruidspaar en de ouders dragen op het huwelijksfeest een met zorg uitgekozen batik. Motieven By een batikdoek van dichtbij valt op, dat de motieven gestyleerde af beeldingen zijn. Vele generaties ba- tiksters hebben de Indonesische natuur als belangrijk voorbeeld ge nomen. Maar de stylering brengt met zich mee, dat de planten- en dierenwereld zelden natuurge trouw afgebeeld is. Dit is een ge volg van religieuze invloeden in het verleden, afkomstig van het Hin doeïsme én vooral de Islam. De oorspronkelijke Javaanse patronen ontwikkelden zich zo tot de gesty leerde motieven die nu op de batik (met de traditionele motieven te zien zijn. Het wastekenen is oOk Mode Behalve dat een batikdoek op zich zelf al het aanzien waard kan zijn, is hij meestal als gebruiksartikel be doeld. De batikmode bij ons schrijft zomerjurken voor, rokken, hessen, een zonnehoed. De Indone siër is vanouds gewend de batiklap tot kleding te verwerken zijn het anders dan bij ons. Een vrouw wik kelt een doek van ongeveer twee bij één meter om haar middel. De stof reikt tot op de enkel. Deze dracht heet „kain panjang". Als de stof over de breedte aan elkaar genaaid is, weer strak om de middel aange trokken en tot de enkel reikt, heet het een sarong. (Overigens: een sa rong draagt men in heel Indonesië, al of niet van batik gemaakt). Mannen dragen batik ook wel op deze manier, maar minder dan vroeger. Heel praktisch is het gebruik van de „slendang". Hij dient als draag- doek voor kleine kinderen, en een beetje aarzelend ziet men deze ge woonte ook wel overgenomen in Nederland. Een vrouw knoopt de „slendang" op de schouder vast en het kind hangt op de heup. Allerlei boodschappen en marktwaar ver voert de bevolking ook wel op deze De hoofddoek van batik dient op het platteland wel als bescherming tegen de zon. De wijze van draperen verschilt naar regio en van oor sprong ook naar rang en stand van 1c Java met de belangrijkste batikcentra. PAGINA 15 Deze zomer is batikkle ding ondanks het koele weer meer in het Nederlandse straatbeeld te zien dan voorgaande jaren. Hier een paar voetgangers in respec tievelijk een batikjurk en t-shirt. Foto: Jansen Tila- nus. Over de hele wereld speelt de vogel een belangrijke rol als symbool en als ornament. Zo ook in Indonesië, waar hij dikwijls de ziel van de afge storvene symboliseert. Vaak is de soort vogel te her kennen. Een zeer bijzondere plaats neemt de 'garuda' in, een mythische vogel en nu zelfs Indonesisch nationale em bleem. Zijn er op batik één of twee vleugels tegen over el kaar afgebeeld, dan stelt het motief meestal zo'n 'garuda' voor. Uitgebeeld als zonnevogel of - arend is de 'garuda' tegenge steld aan de slang die een symbool van wateren en on derwereld is. Een enkele keer komt ook wel eens een vogel met twee koppen op batik voor. Je zou dan kun nen zeggen: deze vogel hoort niet alleen tot de bovenwereld maar ook tot de onderwereld. De pauw is ook nogal eens af gebeeld, een vogel die evenals de 'garuda' in de Hindoeïsti sche mythologie terug te vin den is. Hij is vaak op Chinese zijde, met name op de shawls ofgebeeld. de drager. Naald en draad komt by de oorspronkelijke Indonesische batikkleding vrijwel nooit te pas: men drapeert en knoopt, wikkelt, vouwt en het zit goed zolang het nodig is. Nu is in Indonesië wel meer kle ding van batik te zien, die lykt op dat wat wy gewend zyn te dragen. Hawaii overhemden Deze ontwikkeling begon in de Tweede Wereldoorlog toen men bij gebrek aan textiel zijn oude batik verknipte en er zogenaamde Ha waii overhemden van ging maken. De burgemeester van de Indonesi sche hoofdstad Jakarta heeft nog niet zo lang geleden batikover hemden zelfs tot algemeen aan vaarde dracht voor officiële gele genheden verheven. De interesse van de toeristen van de laatste jaren wakkerde ook de fabricage en het gebruik aan van alle mogelijke kle dingsstukken van batik. En tegen woordig is ook in Indonesië vrijwel alles te krijgen van batik tot en met zwembroeken, bikini's en badslip- pers toe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 15