Stuifmeel-om oud mee te worden? If mb® ®0(§][n)fë(t ffïIexMg) PAGINA 23 Ee.i Hollandse vedette Later, in de zitkamer van zijn vö- op een Belgische affiche kantieappartement met uit- Door Frans Happel Omdat een heen-en-weer-boot ergens in Zeeland wegens epn technisch ongemak wel weer kwam maar niet meer heen ging, hing er in het Belgische Blankenberge gedurende een paar uur dit briefje doelloos na- a'st een deurbel: „We zijn te- vinden bij strandpaal 17". De afzender heeft die dag over duidelijk langdurig nabij die paal vertoefd, want hij doet open met een hoofd dat door de inwerking van wind en zon een kleur heeft gekregen die het midden houdt tussen het rood van de spreekwoordelijke kreeft en dat van clownsneu- Maar door het specifieke lachje (een beetje rauw, kort repete rend) weten we toch meteen zeker dat het Johnny Kraay- kamp is. Die in de deuropening al begint met een gemoedelijke monoloog om onze excuses over het te laat komen en zo meer te doen wegsmelten. Hij zegt dat het eigenlijk allemaal prachtig uitkwam, want hij lag zo lekker in het warme zand en „dan zit jij daar maar met zo'n schrijfboekje in een kuil die misschien wel van een Duitser is Voorts, aldus Kraaykamp, treft het prima dat het toevallig net etenstijd is, wij zullen ook wel honger hebben gekregen van al dat wachten op. overvaren en daar er twee verdiepingen lager een klein leuk restaurantje is met verse vis en best vlees is er alle reden om het gezellig te houden. En dus zitten we tien minuten la ter met Johnny, zijn vrouw Mai (Kraaykamp's vierde echtge note. voor wie daar punctueel in is), zijn dochtertje van tweeenhalf, een buurmeisje uit het Noordhollandse Oudendijk en daar weer een vriendinnetje van. rond het formica waarvan in Belgie toch huiselijker tafel bladen worden gemaakt dan in Nederland. Het wordt een oprecht vriende lijk samenzijn. Is dat ncu de wat trieste komiek uit de verha len die jarenlang werden ge schreven over „Kraaykamp in de versukkeling"? Johnny Kraaykamp, ook wel bekend als „Leuke, leuke John" of als „Kraai" (een naam voor vrien den, maar als je over hem hoort praten rekent half Nederland zich daartoe, als het zo uit komt), ziet er patent uit. En dat komt niet alleen door dat zo merse rood. Hij is rustig, ont spannen, zit tegenover ons als een man die heel recent de prachtigste dingen van het le ven heeft ontdekt. Jij en jou „Laat dat ge-u en dat ge-meneer er maar af', zegt Kraaykamp. Hoewel we met de je- en jij- titulatuur zelden moeite heb ben, wil het deze keer niét me teen vlotten. Da's gek. Tens lotte is Johnny een jongen van de gestampte pot, met hem kun je lachen en tussen een Witz en een grol door moet er dan toch al gauw een sfeertje kunnen ontstaan van: we kennen elkaar al jaren en kom, we nemen er nog een. Maar, we treffen Kraaykamp zo in-genoeglijk met zijn gezin, het privé straalt er zo vanaf, dat er even het idee is dat buitenstaanders zich verwijderd moeten houden. Johnny deelt dat gevoel kenne lijk niet. Kabbelt Vlaams en Frans met de restaurateur over, zaken als gemengde salade en friet inplaats van doorde weekse aardappelen in het al gemeen en over zijn persoon- lijke maaltijd in het bijzonder. Die moet licht zijn, want die avond moet hij weer optreden. Jazeker, Johnny Kraaykamp •treedt op in Blankenberge, ie dere avond, juli en augustus, twee maanden lang. In „Het Witte Paard", een,soort gigan tisch Dreimadelhaus, waar bier, fris en wijn worden aan gedragen in glazen zo groot als bloemenvazen, consumpties - zo merkt de vrolijke gast pas achteraf - die rond vijftien gulden kosten. Buffelen „Zo.reageert Johnny op me dedelingen onzerzijds, .hebben de Mounties in Spanje zo'n succes gehad. Leuk voor Piet en Rene. Nou, het gaat hier ook wel lekker, hoor. Moeilijk, moeilijk, dat wel. Ik sta temidden van Belgi sche artiesten in een soort music-hallprogramma. En als je nou weet dat het Belgische publiek toch kritischer is dan het Nederlandse, kun je mis schien begrijpen dat het iedere avond knokken is, echt knok ken, ik moet buffelen, helemaal voluit gaan om de zaal te pak ken". Is het werkelijk leuk, optreden in zo'n jodeltent in Blankenberge' Johnny: „Jawel. Het past ook in mijn leven, dat theater is. En als ik dan „theater" zeg heb ik het niet over de bekende artiesten- verhalen die prachtig vertellen dat er iets met je gebeurt als het doek open gaat. de decors in het licht schitteren, het orkest gaat schetteren en de hele ver dere faldera. Dan heb ik het over het publiek dat in de zaal zit, publiek waar je mee bezig kan zijn, of dat nu in Carre is of in Blankenberge, publiek datje kunt laten lachen, er is name lijk voor mij niks leukers te be denken dan mensen te laten- lachen". Het gesprek tijdens de maaltijd wordt onderbroken, omdat Johnny op iets hards bijt. Dat harde is een vulling, die zat in zijn voortand en de conversatie beperkt zich verder tot de tan darts die in Haarlem woont en dat is een heel eind rijden. om te proberen jou nou in vijf minuten te overtuigen van wat ik voel en geloof. Het is bij mij een groeiproces van jaren ge weest, de instelling die ik nu heb is echt niet geboren omdat m'n tante Gonnie op een zon dagmiddag toevallig goed op me werd. Ik ben begonnen met yoga, maar daar ging ik iets te ver mee, ej* waren momenten dat ik een beetje te lang op m'n hoofd stond en dat leidde bijna tot verlies van persoonlijk heid. Dat kan, weet je". Is dat te vergelijken met Toon Hermans die, toen hij na een voorstelling naar huis werd ge reden, op de achterbank van zijn auto lag en plotseling de ervaring kreeg dat hij naast- Toon Hermans lag. Uittreden zicht op niets anders dan zee, herinneren we Johnny aan een uitspraak die hij tien jaar gele den deed tegen Bibeb. tijdens een interview voor Vrij Neder land. Kraaykamp sprak toen over iemand die, naar zijn me ning, de dagen vulde met onno zele activiteiten en conclu deerde: .dat vind ik verspil ling van je geboorte". Nu: „Zoiets zou ik nooit meer zeggen. Ik ben milder gewor den. Maar het voornaamste is dat ik het leven anders ben gaan bezien. Ik heb in de laatste jaren veel gelezen over het le ven, de dood en over wat daar eventueel na is. Ik heb de over tuiging gekregen, het is een vaststaand feit voor mij, dat er hierna iets is dat doorgaat. Het heeft, geloof ik, geen enkel nut Moeilijk Geen televisie meer. Johnny „Het televisiebedrijf is anders geworden, moeilijker vooral, doordat er vooral in de top zo veel moeilijke mensen zijn ge komen. Ik wil daar voorlopig ver van blijven. Kraai, dacht ik, wat zal je je nog druk over tele visie maken als je je brood ple zieriger op een andere manier kunt verdienen?" De Bredase producent Tony Dime en diens Rotterdamse compagnon Theo Stuyvers (de directie van het Plezier Theater) benaderden Johnny Kraaykamp, zonder dat ze al een goed blijspel ge vonden hadden. Kraaykamp: „Ze wilden eerst weten, of ik er trek in had om mee te doen. Want: Johnny zeiden ze, jou moeten we hebben, we willen theater dat om te lachen is, dat Rebben we te weinig in Neder land en als jij ja zegt dan gaan we verder kijken". Kraaykamp en Dime gingen naar Londen, vonden het stuk „The Mating Game". Johnny sloot zich met de tekst drie uur op in een hotelkamer, snelde daarna naar Dime en deed de medede ling: „We hebben het, we kun nen wat mij betreft naar huis". Het is een voortreffelijk stuk, zegt Johnny. Hij heeft alle ver trouwen in succes, ook al „om dat Dime en Stuyvers twee hele gekke knakkers zijn, in dit vak. Ze werken zich uit de na ad, ze doen alles wat je maar voor mogelijk kunt houden om er een prima voorstelling van te maken. Heel bijzonder". Naïeviteit We keren terug bij zijn optredens in Blankenberge. Hij: „Toch niet hetzelfde als even voor de militairen in Nederland gaan staan. Maar of het nou Neder land of Belgie is, het wordt voor een artiest op de bühne in het algemeen alsmaar moeilijker, vind ik. De naïviteit verlaat de mensen. Ik wou maar dat ik in de tijd van Buziau of Derby had geleefd. Toen werd er an ders tegen een artiest aangeke ken. Ze stonden op een troon, nu komen twee toevallige zan geressen al in de krant omdat ze hun haar wat langer dragen. De televisie heeft de mensen kriti scher gemaakt en tegelijkertijd ook verveelder". Hij had het over naïeviteit die er minder is. Prima toch? Johnny: „Ik heb het over een an der soort naïeviteit dan jij. Ik bedoel dit: de jongens van de VPRO hebben er bijvoorbeeld een handje van om tijdens een interview hele lange stiltes te laten, in de hoop dat de geïn terviewde dan maar gaat zitten doorpraten al heeft hij de vraag al beantwoord. En nou zag ik een man in zo'n interview, die in zo'n stilte gewoon bleef zit ten kijken, als een blije hond die een been krijgt. Dat noem ik naïeviteit en die naïeviteit mag nooit weggaan. Want elke zo genaamd slimme jongen strui kelt daarover, let maar eens goed op". Zou Johnny Kraaykamp in het theater dan ook een naïeve ko miek genoemd kurjnen wor den? Het twinkelt in die wijdopen, blauwe ogen. Dat korte lachje. Dan zegt hij: „Ik ben 't aan het worden, geloof ik". Johnny, heel beslist „Nee! Dat is uittreden, heel wat anders". Hij grist een paar boeken van een plank, laat de kaften zien en zet die boeken dan snel weer terug. „Nogmaals het heeft geen zin om er dieper over door te pra ten en dan ook nog van jou te verwachten dat je me begrijpt. In ieder geval, ben ik in een le venssituatie beland dat er een bevrijding over me gekomen is, ik bezit nu een wetenschap, een geloof dat ik nodig had om ver der te kunnen gaan. Anders was ik op dat dooie punt van toen blijven hangen, had ik nooit een helder z' :ht gekregen op mijn eigen fouten, op de de valuatie van Kraai. Jij reageert net zoals veel andere mensen waarmee ik over deze materie spreek. Je kijkt geïnteress eerd, maar je denkt wat moet ik hier nou mee? Iemand zei me eens: Kraai, ik wou dat ik kon geloven wat jij gelooft". Hij kijkt even naar buiten. Dan: „Laten we het daar maar op houden". De tijd van Johnny en Rijk, van Johnny en Tonny (Huurde- man), van Johnny op televisie, in welke opstelling dan ook, is voorlopig voorbij. Met ingang van 3 oktober a.s. zal Johnny voor het eerst sinds acht jaar weer als acteur in het theater staan. Johnny van 52 gaat sa men met Johnny van 23, zijn zoon, de hoofdrol spelen in „De verlegen versierder" (The Ma ting Game), een blijspel dat in vrije produktie wordt uitge bracht door het kersvers opge richte Plezier Thèater. Een Duitse geleerde, dr. Antonius Curtze uit de Taunus, was naar Enge land gekomen om uit te leggen hoe het precies zat met oud worden en jong blijven. We waren in een opka mer in een 15e-eeuwse herberg in Stevenage, 60 kilometer buiten Lon den, als gast van een grote Engelse fabrikant van artsenijmidde len, drankjes, zalfjes en pillen. Dr. Curtze toonde ons een stel EEG's (electro-encephalogrammen, zeg 'maar hersenfoto's) van rhesus-aapjes en wees aan: hier ziet u een statistisch beduidende stijging van de hersena- ctiviteit. Het aapje voelt zich beter, meer ontspannen, kortom „lekker der". En wisten we hoe dat kwam? Door stuifmeel! zei de geleerde. Door een toediening van 300 mg per kilo lichaamsgewicht bij de bijenkorf weggehaald stuifmeel. Stuifmeel? Dat is toch dat spul, dat de bij op zijn achterlijf van de ene bloem naar de ander brengt en zodoende dagelijks duizenden bevruchtinge- n tot stand brengt? Juist, zei dr. Curtze: en als de bij dan na zijn vluchten om honing te vergaren weer thuis komt in de bijenkorf, dwarrelt dat stuifmeel van zijn lijtje naar beneden en hoopt zich op de bo dem van de korf op. Een appelbloe sem alleen al produceert 100.000 van die kleine korreltjes stuifmeel, zei de geleerde triomfantelijk, een Fink- sterroos zelfs 3,6 miljoen! En wat een rijkdom dat is! „Letwel", zei hij, „ieder stuifmeelkorreltje, dat7 tot 15 mikron groot is (en dus voor het oog onzichtbaar) heeft een concen traat van hoogwaardige biologische actieve stoffen. Het korreltje bezit eiwitten, vet, koolhydraten, vitami nen, gisten, mineralen en hormonen. Het eiwit van stuifmeel is van bijzon dere waarde omdat het tien verschil lende aminozuren bevat. Bij de vita minen zien we de groepen A, B, C en D, zowel als de voor een levensver lengend effect zo belangrijke vita mine E". Levensverlengend? Juist, want daar was het bij de voordracht van de Doc tor om te doen: met stuifmeel kun je oud worden, heel oud. Kijk maar naar die streken, die in de wereld beroemd zijn om hun grote aantal honderd plussers: in de Kaukasus van de Sovjet-Unie, in de Vilcambavallei in het Andesgebergte, in de Himalaya- vallei van Hunza in Pakistan - daar zijn mensen zelfs 150 jaar oud ge worden. En al die mensen in die drie zo kenne lijk gezonde streken'hadden iets ge meen: in hun voeding nam bij allen honing en het door de bijen daarin verstopte stuifmeel een voorname- plaats in. Voila. Oud worden, lang leven - niet iedereen is er op gesteld, maar het merendeel der mensheid tekent er toch wel voor. Mits natuurlijk dat lange leven er een is, dat in goede gezondheid genoten kan worden. Een zeer kostbaar goed is dat en het is dan ook met een te recht wantrouwen, dat de medische wereld naar de steeds nieuwere mid deltjes van de farmaceutische indus trie kijkt, waarmee dat lange en ge zonde leven beloofd wordt. Gezond leven, dat moetje zelf doen, is het goed-ouderwetse advies: pas op je voeding, tel de calorieën, voorkom stress en er is geen pil ter wereld, die het scheppen van deze basisvoor waarden voor een lange en gezond le ven van je kan overnemen. Maar zo'n pil zou er wel bij kunnen helpen. En weer bracht dr. Curtze zijn stuifmeel te voorschijn, geconcentreerd nu in een klein smaakloos pilletje, dat sinds een jaar of drie onder de naam B-Pollen in de handel is. Onderzoekingen in Frankrijk, Spanje, Rusland en Engeland zouden tonen dat de regelmatige inname van Pollen (stuifmeel dus) een stofwisselingver- beterende uitwerking heeft en een merkbare teruggang van het bloed- vetgehalte. Ook werd geconstateerd dat zich bij mensen een verbetering van het denkvermogen, hoger con centratievermogen en een verminde ring van depressieve stemmingen voordeed. Deze neveneffecten zouden ook op in beelding kunnen berusten: men ge looft in het pilletje en - ook al zou het slechts een stukje kalk zyn - het werkt; men noemt dit l^et „placebo effect" en iedere huisarts weet daar- wel mee om te gaan. Vandaar dat de fabrikant van B-Pollen meteen wetenschappelijk bewijs van de werkzaamheid van zijn stuifmee- lpreparaat voor de dag wilde komen. Twee jaar geleden werd daartoe aan het Huntington Instituut voor We tenschappelijk Onderzoek opdracht gegeven. Een groep rhesus-aapjes met goede ge zondheid kreeg het stuifmeel toege diend en de EEG's toonden het aan: al tien minuten nadat de dieren het B-Pollen hadden ingenomen, trad die opmerkelijke toename van de herse- nactiviteiten in. „Het resultaat van het Huntingtonon- derzoek is van grote betekenis", zei dr. Curtze ons. „Het is quatsch als ik zou zeggen dat je met stuifmeel een hoge leeftijd bereikt. Dat er oude mensen zijn is een eigenschap van die mensen. Men kan het leven niet ver lengen. Maar met zo'n stuifmeeipre- paraat kan er wel aan bijgedragen worden dat iemand gezond blijft of zijn gezondheid terugwint". En dat stuifmeel... geen zorg dat er niet voldoende voorhanden is, als ieder een op de regelmatige consumptie ervan zou willen overgaan. In de Sovjet-Unie is laatst berekend dat bi jen in een zomer tot 200.000.000 kilo van het spul verzamelen. Vooral in maisvelden is het zwaar sjouwen voor het bijtje: een maiskolf scheidt 20 mil joen stuifmeelkorrels af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 23