Een half belicht portret
Leven van Willem
discreet beschreven
KLOKKEN EN
HORLOGES
"Albert Plesman, mijn vader"
Mysterie Muiderslot
uitvoerig beschreven
Toegankelijk
boek over
Rubens
Achter
gronden
van Maffia
verschijnsel
VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1977
Luchtvaart-historie
In de beroemde
Londen-Melbourne-race heeft de
Uiver van de KLM een noodlan
ding moeten maken op de ren
baan van de Australische stad
Albury. Het weer is verschrikke
lijk slecht en de baan drassig,
maar vele behulpzame handen
trekken de Uiver naar een droog
gedeelte.
Na het uitladen van de post en het in
Albury laten van de passagiers
zette gezagvoerder Pannentier de
reis voort De Uiver, een verkeers
vliegtuig wen tweede in de snel
heidsrace en eerste in de handi
capwedstrijd, waarvoor het toe
stel was ingeschreven. Een unieke
prestatie die Nederland in het
jaar 1934 op zijn kop zette.
DEN HAAG - De al weer bijna 25
jaar geleden gestorven Albert
Plesman heeft (terecht) grote
faam verworven als oprichter van
de KLM en pionier van de burger
luchtvaart. Veel minder bekend
zijn de activiteiten van Plesman
op het terrein van de internatio
nale politiek. Verwonderlijk is
dat overigens niet, want Ples-
man's optreden als de zakenman
met de brede visie in de interna-
tionale politiek is een bedenke
lijke mislukking geworden.
Deze veel minder bekende Ples
man wordt ook ten tonel^ ge
voerd in het onlangs verschenen
boek „Albert Plesman, mijn va
der", geschreven door diens
enige nog levende zoon, Albert
Plesman. Maar het beeld, dat zijn
zoon schetst van deze veel min
der bekende kant van zijn vaders
activiteiten, lijkt sterk af te wij
ken van de realiteit.
Plesman jr. vertelt in zijn boek over
een plan voor een internationale
samenwerking en vrede, dat zijn
vader al in de jaren veertig op pa
pier zette. Daarin kwam ook de
gedachte van de ontwikkelings
hulp voor. De schrijver wil daar
mee aantonen dat zijn vader ook
op het terrein van de internatio-
nale politiek een vooruitziende
blik had. Het plan werd in 1950
gepubliceerd. Plesman stootte op
forse weerstanden. Een zaken
man moest zich maar liever niet
met internationale politiek be
moeien, zo kreeg hij te horen.
Plesman's zoon verdedigt het plan
van zijn vader op alle fronten. Dat
is zijn goed recht, maar het is
ronduit misleidend dat hij in dit
kader met geen woord rept over
eerdere activiteiten van Plesman
op het terrein van de internatio
nale politiek. Dr. L. de Jong heeft
daaraan echter veel woorden ge
wijd, nu vijf jaar geleden, in het
vierde deel van de Nederlandse
oorlogsgeschiedenis.
Vredesboodschapper
Volgens De Jong heeft de stichter
en grote stimulator van de KLM
zich in de zomer van 1940 ontpopt
als een vredesboodschapper. Hij
heeft geprobeerd vrede tot stand
te brengen tussen Duitsland en
Engeland, waarbij de overheer
sende positie van Duitsland op
het Europese vasteland zou moe
ten worden erkend. De bezette
landen in Europa zouden vrijko
men maar zij zouden Duitsland
niet mogen tegenwerken.
Plesman sprak over dit vredesplan
zelfs met rijksmaarschalk Goe-
ring. Maar Hitler nam het plan
niet serieus en ook Engeland,
evenals de Nederlandse regering
in Londen, wees het af. Mede als
gevolg van deze activiteiten be
landde Plesman gedurende elf
maanden in een Scheveningse
cel, waarna hij door de Duitsers
naar het oosten des lands werd
verbannen.
Nee, dan toch maar liever gelezen
over de grote verdiensten van
Plesman, geboren in Den Haag
waar zijn ouders in de Balistraat
woonden, op "zijn" terrein: de
KLM en de luchtvaart. Zijn zoon
schrijft uiteraard over alle be
kende ups en downs van zijn va
der met vaak interessante pers
oonlijke details.
Roem, verguizing, persoonlijk leed.
Albert Plesman kende ze van zeer
nabij in zijn 'carrière. Neem die
oktoberdag in 1934 toen bekend
werd dat de Uiver veilig was ge
land in Melbourne. Een enthou
siast publiek stormde het kan
toor van Plesman binnen. Ieder
een, inclusief de minister van
verkeer en waterstaat zong uit
volle borst het Wilhelmus. „Een
moment dat hij nooit heeft verge
ten. Hij was zo intens dankbaar
dat alles goed was afgelopen. Hij
dankte God voor het behoud van
passagiers en bemanning. Hij
was ook geweldig onder de ind
ruk van de prestaties, die de be
manning had geleverd en met
name „koene" Dirk Parmentier.
Hij bewonderde hem geweldig".
„Moordernaar"
Maar ook: verguizing. In het daarop
volgende jaar verongelukten in
een ramp week drie KLM-
toestellen, de Fokker FXXII
Kwikstaart, de DC-2 Mariboe en
de DC-2 De Gaai. Plesman jr.:
„Hij werd door het publiek aan
het raam van de werkkamer in
het kantoor aan de Hofweg in
Den Haag geroepen, waar men
hem toeschreeuwde: „Moorde
naar". Ik heb van zijn naaste me
dewerkers gehoord dat zijn ge
zicht spierwit is geworden en dat
hij zich met tranen in de ogen van
het raam heeft afgewend".
In zijn persoonlijke leven troffen
hem harde slagen. Zijn zoon Jan
werd als piloot van een Spitfire in
1944 boven Noord-Frankrijk
neergeschoten. Zijn zoon Hans
was gezagvoerder van de Con
stellation Roermond, die in 1949
bij Bari, Zuid-Italié ten onder
ging. Plesman werd op wrede
wijze met dit verlies geconfron
teerd. „Hij was in Twente met va
kantie, samen met zijn vrouw. Hij
zag een oploop bij het kantoor
van een krant. Daar las hij: Con
stellation Roermond in Bari ver
ongelukt. De vlieger is de zoon
van Plesman....
Tijdens zijn gedwongen verblijf
van drie jaar tijdens de oorlog in
Twente zette hij zijn plannen
vobr de KLM van na de oorlog op
papier. Toen de Canadezen in
april 1945 Twente bevrijdden
wist Plesman precies wat hij zou
gaan doen. Hij vertrok direct naar
Londen, de eerste etappe van een
lange reis naar Amerika. Wat
daarna volgde is waarschijnlijk
Plesman's grootste prestatie.
Skymaster
Hij zag kans bij generaal Hap Ar
nold, de bevelhebber van de
Amerikaanse hlfchtmacht, veer
tien Skymasters los te praten. En
dat zonder een cent op zak en met
de wetenschap dat de KLM noch
de Nederlandse regering de dol
lars hadden om die vliegtuigen te
betalen. Later zijn daar dan ook
harde woorden over gevallen,
maar intussen gaf Plesman de
KLM daarmee wel een voor
sprong van jaren op andere
luchtvaartmaatschappijen. De
KLM kon immers direct aan de
slag met goede vliegtuigen, ter
wijl de Fransen het met zeer oud
materieel en de Engelsen het met
verbouwde bommenwerpers
moesten doen. Plesman jr. zegt
daarover nogal hoogdravend:
„Het is direct na 1945 dat de KLM
zijn grote aanloop heeft kunnen
nemen om te stijgen naar grote
hoogten".
Het boek dat Plesman jr. over zijn
vader heeft geschreven is aller
minst een kritische beschou-.
wing, dat zal duidelijk zijn. Het
vloeit over van bewondering voor
de „sterke man". Weliswaar sig
naleert de auteur terloops nog
enkele minder gunstige kanten
van het beleid dat zijn vader als
topman van de KLM voerde (niet
voor niets heette de KLM voor de
oorlog in de volksmond de Kleine
Lonen Maatschappij) maar hij
voegt daar dan onmiddellijk ver
ontschuldigingen aan toe.
Een nogal eenzijdige visie dus op
Plesman en diens werk, waaraan
helaas een werkelijk relativerend
besef nagenoeg geheel ontbreekt.
„Albert Plesman, mijn vader" is
eigenlijk een wat nostalgisch
werkje: hoe mooi destijds alles
was. Maar het valt sterk te betwij
felen of zo werkelijk recht wordt
gedaan aan de figuur van Ples
man en diens werk.
"Albert Plesman, mijn vader", uit
gave Nijgh en van Ditmar, prijs
25 gulden.
WIBO BURGERS
"Het mysterie van Muiden" (Het
Muiderslot) door Ton Koot met
tekeningen van Willem Hofker.
Uitgegeven door Nijgh en Van
Ditmar, Den Haag-Rotterdam.
Prijs f 62,50.
Ton Koot was van 1948 tot 1972
slotvoogd van het Muidersloot,
één der beroemdste, zo niet het
beroemdste kasteel dat er in Ne
derland te vinden is. In die perio
de, waarvan de jaren vlak na de
oorlog bepaald niet de gemakke
lijkste zijn geweest, heeft Koot er
met kracht voor geijverd om het
slot zijn oude luister te laten be
houden: hij heeft zelfs nog kans
gezien de populariteit er van te
vergroten.
Koot is ook de eerste slotvoogd die
de geschiedenis van het kasteel
heeft geschreven. En hij heeft dat
geheel in stijl gedaan: geen
vluchtige paperback, maar een
boek zo gedegen van opzet en zo
fraai van uitvoering dat het vele
decennia mee kan.
De titel van Koots werk doet wat
jongensboekachtig aan: "Het
mysterie van Muiden". Wat is er
nog voor geheimzinnigs aan een
van de meest bekende kastelen in
ons land? Koot stipt die zaak in
de eerste regels van zijn boek aan:
ondanks al het historische gespit
kan niemand een onomstreden
antwoord geven op simpele vra
gen als wanneer het slot precies
werd gebouwd, door wie en
waarom. De naam van Floris V is
er nauw mee verbonden, maar de
documenten die als bewijsstuk
ken moeten dienen laten ruimte
voor eniee twijfel.
Na grondig onderzoek van dr.
Renaud in de jaren vijftig wordt
als vaststaand aangenomen dat
het eerste slot in Muiden is ge
bouwd om en nabij 1285. Het
werd tot het maaiveld gesloopt
omstreeks de moord op Floris V
in 1296. Daarna heeft de bewuste
Hans Vlieghe: "De schilder Rube
ns", geïllustreerd met 158 repro
ducties, waarvan 40 in kleur (uit
gave Het Spectrum BV
Utrecht/Antwerpen, prijs
39.50).
In de'maalstroom van publicaties
in dit Rubensjaar springt het
boek van Hans Vlieghe eruit door
zijn grote documenterende ver
diensten. De opzet van het boek,
waarbij men het werk van een
kunstenaar plaatst in het cultu
rele en maatschappelijke klimaat
van zijn tijd, is natuurlijk meer
vertoond, maar bij Vlieghe is de
verwerking van de veelheid van
gegevens zeer direct toegesneden
op de verklaring en interpretatie
van de behandelde schilderijen.
Het praten over de schilderijen zelf
beslaat dan ook twee/derde van
het boek, daarbij hanteert dr.
Vlieghe de-hemel-zij-dank niet
het gewichtige stijltje van menig
kunsthistoricus op het catalo
guspad.
Sommige reprodukties in zwart
wit zijn wat iel en ook de kleuraf
beeldingen doen onvoldoende
recht aan Rubens treffende colo-
riet. Dat is het enige dat aan te'
merken valt op dit afgewogen,
wetenschappelijke en tegelijk
zeer toegankelijke boek.
HAN MULDER
grond zo'n tachtig jaar braak ge
legen. In het laatste kwart van de
veertiende eeuw is men het kas
teel op de oorspronkelijke fun
damenten weer gaan opbouwen.
De tachtigjarige oorlog door
stond hét zonder al te grote pro
blemen.
Koot gaat uiteraard uitvoerig in op
de gloriejaren van het kasteel, de
periode toen P. C. Hooft (1581-
1647) slotvoogd was en de cultuur
er in grote bloei kwam te staan.
Maar ook over de wat minder
spectaculaire jaren laat hij het
licht schijnen.
Koot heeft een uitstekend leesbaar
historisch verhaal geschreven (al
leen over zijn eigen tijdperk had
hij wel iets dieper kunnen gra
ven) over het Muiderslot en Wil
lem Hofker heeft er een aantal
sfeervolle tekeningen aan toege
voegd die vooral de mensen die
ooit het slot hebben bezocht zeer
zullen aanspreken.
RUUD PAAUW
De Maffia is het misdaatsyndicaat
dat journalisten en romanschrij
vers het meest heeft geïnspireerd.
Weinigen hebben zich echter ver
diept in de ware achtergronden
van het verschijnsel, zeer vele
verheffen het tot het ideaal van de
misdaad of het meest afschrik
kende voorbeeld van waartoe
misdaad kan leiden.
De Italiaanse journaliste Gaia Sor-
radio heeft een serieuze poging
gedaan het verschijnsel Maffia te
analyseren, en niet helemaal
zonder succes.
Zonder zich te verliezen in helden-
dan wel duivelsverhalendoorha
len wat niet van toepassing wordt
geacht) probeert ze nuchter aan te
geven wat De Maffia - voorzover
men van "De Maffia" kan spre
ken -feitelijk is.
Al schrijvende komt zij tot de con
clusiedat in ieder geval geenszins
van een misdaadsyndicaat ge
sproken kan worden en zeker niet
van één grote leider, één peetva
der. De Maffia, zo meent Gaia
Servadio, is een mentaliteit, een
volksaard liever, gegroeid op een
politiek onrustig eiland, dat
voortdurend van eigenaar wis
selde en waar de bevolking
daarom zijn eigen kant op ging-,
met de spreuk "lijfsbehoud" in het
vaandel. Een eiland bovendien
dat nauwelijks selfsupporting is
en dus ih alles ajhankelijk van de
(handels)banden met het moeder
land. En wie in zo'n geval de han
delskanalen heeft heeft de macht.
En dat alles vermengd met de Ita-
..liaanse volksaard.
Politiek, handel en misdaad lagen
op dat eiland - Sicilië - dicht bij
elkaar en zijn daardoor nauw
verweven geraakt. Toen de Ita
lianen - en ook de Sicilianen -
Amerika ontdekten en daarheen
verhuisden namen zij hun volk
saard - "De Maffia" mee. Die
volksaard bleef in het nieuwe we
relddeel hetzelfde, maar de met
hoden pasten zich aan aan de
nieuwe omgeving.
Gaia Servadio "De Maffia" (Mafio-
so>. in een vertaling van mr. R.
Misset als paperback verschenen
bij uitgeverij Het Spectrum in
Utrecht.
HANS MEIJER
Georg Schindler: "Klokken en horloges", Prismaboek, geïllustreerd, 208
bladzijden (uitgave Het Spectrum b.v. Utrecht/Antwerpen, prijs
7.50).
plokken en horloges zijn het doelwit van een snel stijgende groep verza
melaars. Zij hebben dan ook bij de categorie antiek een unieke eige
nschap: zij dienen fraai te zijn, maar hebben daarnaast als tijdsaanduider
een permanente taak. Aan het steeds ingenieuzer innerlijk van klok en
horloge leest men als het ware de grote stappen voorwaarts van mecha
nica en instrumentmakerskunst af. Het handige boekje van Schindler
draagt zeer veel informatie aan om zich in het regenwoud van het antiek
een weg te kappen.
Jammer is dat over de Hollandse en Friese klokken in het boekje niet zo
heel veel te vinden is; daarvoor moet men nog altijd bij het voortreffelij
ke, maar dure werk van de Leidse arts Selling terecht.
Ook in de sfeer van klokken heeft de gigantisch gestegen vraag tot steeds
driester vervalsingen geleid. Schindler waarschuwt ervoor. Zo zegt hij
dat er tegenwoordig speciale werkplaatsen bestaan, waar nieuwe "'an
tieke" uurwerken gemaakt worden. Bij oude klokken en horloges dient
men dus terdege te weten, hoe laat het is.
Han Mulder.
"Willem III, Emma en Sophie"
(Geluk en ongeluk in het huis
van Oranje) door Jacqueline
Doorn. Uitgegeven door Euro
pese Bibliotheek, Zaltbommel.
Prijs f 45.00.
Jacqueline Doorn houdt zich als
autrice voornamelijk bezig met
het grondig inventariseren van
de levens van Oranjes uit ver
voorbije jaren. Eerder schreef zij
"Rusland en Oranje", een schil
dering van de levensstijl van
Anna Paulowna, de echtgenote
van koning Willem II. Het nu ver
schenen werk, waarvan de gege
vens door uitgebreid en nauwge
zet speurwerk bijeen werden ge
sprokkeld, kan als een vervolg
daarop worden beschouwd.
Er kan geen twijfel aan bestaan:
Jacqueline Doorn is een schrijf
ster die diep respect heeft voor al
die vorstelijke personages die zij
met haar pen gestalte poogt te
geven. Zij laat ze in hun waarde,
in hun grandeur. Maar dat bete
kent niet dat ze alleen maar oog
heeft voor de fondanterie van het
hofleven.
Integendeel. Jacqueline Doorn
gaat geen conflict en geen schan
daal uit de weg. Maar de verhalen
die zij vertelt getuigen eerder van
haar discretie dan van een zucht
tot onthullen. Van Willem III zegt
ze herhaaldelijk dat hij een moei
lijk man was om mee om te gaan,
opvliegend,- vaak tactloos en on
evenwichtig. En in het boek ko
men situaties voor waaruit die
gevolgtrekkingen kunnen wor
den gemaakt.
En toch kan men zich niet aan de
indruk onttrekken dat ze hem
wat netter afschildert dan hij
verdient. Een veel grimmiger
beeld van Willem III, juist door
de onthullende detaillering,
komt naar voren in het boek
"Maar Majesteit" van Paul van 't
Veer, geschreven op basis van de
door hem in het Rijksarchief ge
vonden dagboeken van de toe
nmalige minister Weitzel.
De collectie-Weitzel is, kennelijk
als gevolg van de nogal ontluiste
rende publikatie van Van 't Veer,
weer "gesloten" verklaard. Jac
queline Doorn heeft haar wel
mogen inzien onder het gebrui
kelijke voorbehoud. En ze vindt
dat dit zich zo ver uitstrekt dat ze
van citaten uit "Maar Majesteit"
heeft afgezien. Jammer, want
Willem III zou er nog iets steviger
door zijn geportretteerd.
Hoe de inborst van de vorst was,
wordt overigens toch wel duide
lijk uit een detail dat de schrijf
ster tegen het einde van het boek
Vertelt. Willem III krijgt een aan
val van razende woede als een pa
leiswacht op een dag verzuimt
voor hem het geweer te presente
ren. (De koning zou zich in een
gesloten rijtuig zonder konink
lijk embleem hebben bevonden).
De bewuste wacht krijgt van hem
persoonlijk acht dagen cachot,
waarvan vier dagen op water en
brood en vier dagen kromslui-
ting.
Jacqueline Doorn noemt een der
gelijk optreden de erfenis van
zijn (Willems) grootvader, de
halfzachte tsaar Paul, "die in hem
nog altijd springlevend aanwezig
is". Goed, de gewoonten in die
tijd waren wat botter dan nu,
maar toch, aldus de schrijfster,
"men staat allerwegen paf over
zo'n ongehoorde hardheid".
Ze zegt er echter direct bij: "In feite
zijn het maar milde straffen ver
geleken met wat tsaar Paul in
vroeger tijd bijvoorbeeld aan zijn
ongelukkig rijpaard durfde op
leggen toen het arme dier met zijn
vorstelijke berijder op de rug ge
struikeld was. Het paard werd
veroordeeld tot slagen met de
knoet totdat het dood was en de
tsaar was persoonlijk bij de exe
cutie aanwezig om toe te zien dat
het volgens zijn wens werd uitge
voerd".
Dat gaat in Nederland heel wat an
ders, voegt Jacqueline Doorn er
aan toe. Van kromsluiten komt
niets omdat de regimentscom
mandant de veroordeelde weg
moffelt in een hospitaal.
Ramp
Het eerste huwelijk van Willem III
met Sophie is ronduit een ramp.
Het werd ook op heel die onbe
kookte manier gesloten die aan
vele diep-ongelukkigeN vorste
lijke trouwerijen ten grondslag
lag. Zijn tweede echtverbintenis
sluit de koning als hij 62 is met de
20-jarige Emma. Elf jaar houdt
dat huwelijk, waarvan de sfeer
door toedoen van de jonge Emma
in elk geval beter is dan het eers
te, Stand. Dan overlijdt Willem III
(1890).
In zijn laatste maanden was de ko
ning "verward". Staatsstukken
tekende hij op zeker moment niet
meer met "Willem", maar met
"Daniel in de Leeuwenkuil" en
"Paus Leo XVIII".
Jacqueline Doorn heeft het leven
van Willem III keurig en met
enige terughoudendheid be
schreven, al mag men (nogmaals)
daaruit niet de conclusie trekken
dat ze veel achterhoudt. Wat haar
boek echt onderhoudend maakt,
is voor alles het sfeerbeeld dat ze
geeft van het reilen en zeilen van
al die op elkaar inwerkende figu
ren van koninklijke bloede. Hun
meeleven, hun naïviteit, hun we
reldvreemdheid, isolement en
tragedies, maar ook hun door
traptheid, hun berekendheid,
botheid, verwaandheid en on
voorstelbare gezeur.
RUUD PAAUW