ons kankert alleen Epi Drost. "Bij Nieuw gezicht FC Twente tegen angst' DINSDAG 9 AUGUSTUS 1977 PAGINA 11 SPORT SPORT SPORT SPORT Eindhoven - Frankrijk. Monsieur Riveres. Ereburger van Saint Etienne. Als La douce France, zijn tweede vaderland, terloops ter sprake wordt gebracht, krijgt zijn gezicht plot seling iets berustends. Droomt Kees Rijvers op die momen ten terug in vergeelde herinneringen, of blikt hij vooruit, naar de «nabije toekomst? Frankrijk. Voor Kees Rijvers be tekent het erkenning en waardering. Parmantig stapte hij vorig jaar het afgeladen stadion Geoffroy Gui- chard binnen. Het helse gefluit ver stomde. De aanhang van Les Verts juichte, zoals het vroeger had ge daan, toen Kees Riveres nog zelf het groen van Saint Etienne droeg. Maar het is een blik terug in de tijd. Naar de jaren vijftig, naar de drib belaar Kees Rijvers, en recenter, twee seizoenen terug, toen hij met PSV het landskampioenschap ver overde en doordrong tot de halve finale van de Europa Cup. Die Kees Rijvers is in Frankrijk nog steeds waanzinnig populair. Frankrijk? Over zijn vermoeide gezicht trekt een glimlach. Tussen die avond'in Saint Etienne en nu is er veel ver anderd. Zoals er in Eindhoven, in krap een seizoen, eigenlijk heel erg veel gewijzigd is. Weer die herinne ring. Kees Rijvers en Rinus Gosens bejubeld, omdat de Lichtstad er in één klap een Nederlandse voetbal kampioen en een nieuwe eredivi sieclub bij had. „Iedereen was ei genlijk verrast, plotseling waren ze allemaal doodsbang voor ons aan vallende voetbal." En ook met die opmerking trekt Rijvers de parallel met Eindhoven van Rinus Gosens. Zowel in het Philipsstadion als in het Gemeente lijk Sportpark werd de aanval ge dicteerd. Het is een herinnering. PSV strompelde vorige competitie wekenlang kleurloos in de mid denmoot en Eindhoven knokte van meet af aan tegen de degradatie. En beide trainers, predikers van of fensief voetbal, gingen langzaam maar zeker overstag. Rijvers, om dat hij zag dat het niet goed was, en Gosens op aandrang van zijn spe lers. Het resultaat is bekend. PSV perste er toch nog een alleraardig ste slotserie uit, net genoeg voor voetbal op Europa Cup-niveau, en Eindhoven zakte terug naar de eerste divisie. Het publiek in de Lichtstad stond weer met beide benen op de grond. Maar het is duidelijk, PSV's tacti sche ommezwaai heeft Rijvers pijn gedaan. Al stelt hij nadrukkelijk dat de omwenteling niet van de ene op de andere dag tot stand is geko men. „Ik ben er al twee jaar mee bezig om uit de voorzichtige stel lingen gericht op minder balverlies, te laten spelen. We liepen ons zelf voorbij, dat was onze grootste kwaal." Pijn Maar uit alles blijkt dat de pijn ook een andere oorzaak heeft. Als de naam van Ajax wordt genoemd, klinkt het bijna gekrenkt: „Ajax? Dat speelde specifiek defensief voetbal. Tot de ploeg kampioen kon worden, toen heette het ineens countervoetbal." Maar het lijkt er op dat Kees Rijvers niet heeft kun nen verkroppen dat Tomislav Ivic zo snel een antwoord vond op PSV's aanvallende voetbal. Ajax. Het noemen van de landskampioen wekt wrevel op. Op die momenten reageert Rijvers zelfs een beetje kinderachtig. Wijst verwijtend naar de periode dat de Amsterdammers massaal voor doelman Schrijvers bleven hangen en Geels op de helft van de tegenpartij eenzaam werk moest doen. Maar Ajax werd wel kampioen en daarmee behaalde de zo zwaar gehekelde Ivic een Per soonlijk triomf. Rijvers oordeelt echter anders. Di rect nadat hij zijn bewondering voor spektakelmakers als NAC, Roda JC en FC Utrecht kenbaar heeft gemaakt, verklaart hij: „Je kunt als trainer nog zo mooi klet sen, als je geen kwaliteit in het elftal hebt, ben je nergens. Als trainer blijf je afhankelijk van de klasse die er rondloopt." En al zegt Rijvers: „Waarom zou PSV geen kampioen kunnen wor den. er komen zo'n zes ploegen voor in aanmerking", tegelijk er kent hij dat zijn taktische omme zwaai moeizaam tot stand komt. „Het gaat langzaam, ja, waaruit blijkt dat het ook moeilijk is, om als je altijd offensief hebt gevoetbald, ineens behoudender te gaan spe len. Toch vond ik ons twee seizoe nen terug defensief sterker dan vo rig jaar. We moeten echter gaan proberen minder balverlies te lijden, niet alleen achter, maar ook op het middenveld in de buurt van de middenlijn. Er moet overleg komen. Dat is het wat ik zoek, meer overleg. Ons spel moet er op gericht zijn dat we de tegenstander op ei-' gen helft gaan uitspelen. Toegege-' ven, dat is een kunst apart. En moeilijk. Dat blijkt wel, want hoe lang doen wij er al niet over om die speelwijze onder de knie te krijgen." Zorg Maar de eerste zorg van de nu heel even weer wat vinniger pratende trainer, is het inpompen van zelf vertrouwen. „Ik zoek iets tegen de angst", verklaart hij, „de angst voor balverlies. Ik heb het onlangs in de oefenwedstrijden gezien, zo gauw de spelers zich vrijuit presenteer den ging het goed. Daar moet ik- naartoe werken." Een voor de hand liggende en meer op direct resultaat gerichte oplos sing is het aantrekken van een op volger voor de naar Zweden terug gekeerde Ralf Edström, en een spelbepalende middenvelder. Rij vers: „Watje zoekt is inderdaad een nieuwe Edström, maar dan de Eds tröm van twee jaar terug, en niet die van vorig jaar. Dan weer wel en dan weer niet spelen, het was een pro bleem. Een heel groot probleem ei genlijk. Maar vanaf oktober zoeken we al naar een nieuwe spits, maar ze zijn niet los te branden. Zelfs niet voor heel veel geld." En dan de spelbepaler, de persoon lijkheid in de ploeg. Rijvers: „Je moet in de ploeg op z'n minst een man hebben waar het om draait. Van Hanegem bijvoorbeeld, had ik er graag bij gehad. Het is een spelei die zijn hersens meebrengt, maai waar zijn medespelers bovendien wat van willen aannemen. Kijk maar naar AZ.". Maar PSV viste achter 't net, even als bij Jantje Peters, die ook al in de Alkmaarder Hout werd ingelijfd voordat PSV kon toehappen. „Pe ters had inderdaad ook gekund omdat het zo'n type speler is dit aanvalt, wanneer hij de diepte m kan gaan en blijft hangen, als dat nodig is. Zulke spelers kun je altijd gebruiken. Maar als ik Jan Peters per se had willen hebben, dan ge loof ik dat hij gekomen was. Dan zou PSV hem hebben gekocht." Bij het opsommen van PSV's ge miste aankopen heeft Rijvers weer die enigszins vermoeide trek op zijn gezicht gekregen. Plotseling lijkt hij dan jaren ouder. Hij spreekt het glashard tegen, maar er is weinig fantasie voor nodig om te vermoeden dat hij de zoveelste tak tische ommezwaai met opkomende tegenzin tot stand brengt. Een of twee fikse aankopen, zou de hele taktische omscholingscursus overbodig maken. Hij noemt na men, zoals de Westduitse spits Klaus Fischer en de Russische voetballer van het jaar Blochin. Spelers, die voor welke ploeg dan ook onbereikbaar zijn, en Rijvers weet dat. De geloofwaardigheid ontbreekt dan ook als hij zegt: „Wij hebben natuurlijk altijd nog een Van der Kuijlen waar het spel om kan draaien", maar voegt er bijna peinzend aan toe: „Tenminste misschien. Hij wordt ouder. Wie weet zal hij daardoor die functie gaan bekleden." Misschien. Tussen de vele tegen strijdige uitspraken door, speelt de onzekerheid een allesoverheer sende rol. De vraag is echter of Kees Rijvers, die heersende twijfel nog wel zo krachtig te lijf wil gaan. Als hem gevraagd wordt of hij zich vol gend jaar, tijdens de WK in Arge ntinië gaat oriënteren over de ont-' wikkelingen van het voetbalspel, klinkt het toonloos: „Ach, nee. 't is. wat te ver weg. En bovendien, wat kan er nog voor nieuws vandaan komen?" Kees Riveres. De pittige dribbelaar van weleer is uiteraard al lang een vergeeld verleden. Kees Rijvers, de oefenmeester nog niet. Al klinken zijn strijdlustige uitspraken plotse ling veel bezadigder. Maar Frank rijk is dan ook heel wat dichterbij dan Argentinië. Spitz Kohn te betalen of werden res, die Spitz Kohn vooral niet weggekocht), deels vanwege het afhaken van oudere spelers (Willem de Vries, Eddie Ach terberg) en gedeeltelijk door ide aansluiting van blessu- noopte jonge, onervaren spe lers in te zetten. Dat Twente te snel verjongde, wees de aan vankelijk troosteloze situatie onderaan de ranglijst uit in het Kick v.d. Vall ENSCHEDE - Het driejaren plan, zoals FC Twente-trainer Spitz Kohn dat vorig seizoen voor ogen had, krijgt gestalte. Twente krijgt een nieuw ge zicht. Jonger van uiterlijk, maar met misschien wat min der fraaie lijnen. Hoewel, de kwaliteit van dat nieuwe uit erlijk moet ook Spitz Kohn nog maar afwachten, omdat, zoals hij zegt, „je nooit kan voorspel len hoe een talent zich ontwik kelt". Daarom houdt Kohn ook rekening met de mogelijkheid dat FC Twente over twee jaar kwalitatief mogelijk nog meer te bieden zal hebben dan het Twente uit de tijd, waarin de vedetten (Piet Schrijvers, Rene Notten, Johan Zuidema, Jan Jeuring, Rene en Willy van de Kerkhoff) nog voor het op scheppen lagen. Maar die tijd is voorbij. Nog slechts vier routiniers (Epi Drost, Kick van der Vall, Cees van Ierssel en Theo Pahlplatz) herinneren aan de UEFA-Cup-fïnales te gen Borussia Mönchenglad- bach. De rest van de spelers is nieuw. FC Twente moest vorig seizoen in versneld tempo ver jongen. Deels uit financieel oogpunt (de vedetten waren Hij is een van de vier routi niers, die FC Twente nog rijk is: Kick van der Vall, 31 jaar, tien jaar geleden haalde Kees Rijvers hem weg bij Feyenoord, keerde na een seizoen FC Amsterdam met spijt in zijn hart terug naar Twente, waarna hij bezwoor Enschede nooit meer te zul len verlaten. Zelfs niet als hij straks is uitgevoetbald. Kick van der Vall heeft de kust vaarwel gezegd, voor altijd. Twen- te's trainingskamp in Kijkduin bracht hem even terug naar zee en strand, waarvan hij zegt het nauwe lijks te missen. Hij voelt zich „Tuk ker". Begon in Enschede enige tijd geleden een boetiek, waaraan hij Zich na zijn voetbalcarrière volledig Kvil wijden. „Twente is een stuk van mijn leven geworden", zegt hij. „Ik heb er alles opgebouwd. Na tien jaar Enschede ga je, ondanks dat ik in mijn hart Rotterdammer ben ge bleven, niet zo gemakkelijk meer terug. Ooit hoopte ik bij Feyenoord te bereiken wat ik nu heb. In het begin zag het er ook naar uit, maar het is er niet van gekomen". Naast Coen „Hét had er alle schijn van dat Kick van der Vall op jeugdige leeftijd een vaste plek in Feyenoords eerste zou veroveren. „Met Wim Jensen kreeg ik als eerste een jeugdcontract. Ik speelde in die tijd nog naast Coen Moulijn. Henk Groot had ik uit het eerste verdrongen. Daarna was het voor mij eruit en erin. Dat knauwde aan mijn zelfvertrouwen, wat ik bij Rijvers hervond. Hij zei altijd tegen me; „Als jij draait, draait het hele elftal". Zoiets doet je goed. Ik speelde toen nog als meest aanval lende middenvelder, nu ben ik de meest verdedigende. Vind ik niet erg. Alleen kom ik niet zo veel meer aan scoren toe, maar dat deden Ar nold Muhren en Frans Thijssen voor me in het afgelopen seizoen. Door Piet Ocks Ze werden topscorers. Kenmer kend trouwens voor de ploeg. De aanval kwam nauwelijks tot sco ren. Komt misschien ook wel om- datje gewend was in de top van de eredivisie mee te draaien en als je dan plotseling onderaan belandt, moetje anders gaan spelen. Moetje omschakelen en eigenlijk tegen je natuur in voetballen. Dat heeft enige tijd gevergd. Ook door die jonge jongens, die al zo weinig zelf voorbije seizoen. Kohn moest te geforceerd te werk gaan, wat uiteindelijk tocli nog re sultaten afwierp: een negende plaats in de eindrangschikking In gedrang Deze lijn wil Spitz Kohn door trekken, maar daarbij beseft hij dat de opbouw, die hij voor ogen heeft in het gedrang komt als hij op korte termijn succes wil nastreven. Vandaar dat hij een onlangs geopperd idee om Frans Thijssen in te ruilen voor de Ajacieden Rene Notten en Johan Zuidema resoluut van de hand wees. „Wanneer Twente dit seizoen prestatief zou moeten werken, dan zou zo'n ruil zinvol zijn geweest. We zitten echter in een periode van opbouw. Als ik dan nu ou dere spelers aantrek, zit ik vertrouwen hadden. Ze kwamen in een ploeg die niet draaide. Daarbij, we hebben geen echte knokkers, zeker niet op het middenveld. Als wij achter de tegenstander moeten gaan aanlopen, komen we fysieke kracht te kort. Maar als wij het in itiatief hebben, tikken we ze weg. Dat zag je tegen clubs als Juventus en Ipswich Town voor de UEFA- Cup, we speelden ze zoek Te snel „Dit Twente is natuurlijk minder dan het Twente uit die tijd. Er is te veel routine vertrokken. Kwalita tief weet ik het nog niet. Kan je nog moeilijk over oordelen, omdat je moet afwachten hoe die talenten zich ontwikkelen. Maar spelers als Hallvar Thoressen en Piet Wild schut hebben het in zich om de top te halen. Halverwege de competitie kwam toch de kwaliteit boven drijven, waardoor we van de onder volgend jaar met hetzelfde probleem. Kan ik weer op nieuw beginnen". „We kunnen geen kwaliteit kopen. Daarom zijn we helemaal van onderaf aan moeten beginnen. Voor Twente de enige manier om - eventueel - terug aan de top te komen". Vorig seizoen haakten weer drie spelers van de oude kern af (Jan Jeuring, Kalle Oranen en Eddie Achterberg). Na dit seizoen wordt bekeken wie van de vier overgebleven rou tiniers nog voldoende waarde voor Twente hebben om het contract andermaal met een jaar te verlengen. Manager Ton van Dalen: „Oudere spe lers bieden we altijd maar een eenjarig contract aan". Daar bij behoort ook Kick van der Vall. ste plaats nog naar de negende konden oprukken". yHet klinkt misschien onwaar schijnlijk, maar de sfeer is altijd goed gebleven. Typisch het werk van Kohn. Omdat je die situatie on deraan niet gewend was, tastte dat de stemming als je weer had verlo ren wel eens aan, maar sprake van een vijandige houding was er nooit. Dat is nou zo'n typerend verschil met Ajax of Feyenoord. Als daar iemand slecht speelt en je verliest, gaan ze elkaar lopen katten. Bij ons kankert alleen Epi Drost. Maar dat mag-ie. Dat doet-ie al jaren en zal die nooit afleren ook. Al staan we met vijf-nul voor. Alleen als-ie zelf zo'n bekende blunder begaat hoor je hem niet. Dan laat-ie z'n kop hangen. Moet ik alleen maar om hem lachen. Ik weet dan precies hoe hij zich voelt. Ik ken hem door en door. Maar wat wil je, we zitten al negen jaar op een kamer als we in het buitenland zijn. Ik weet precies wanneer hij die riskante trucs gaat uithalen. Bal op zijn achterhoofd doorkoppen naar de keeper, over een balletje heenstappen. André van Gerven wordt er soms knetter gek van. Als hij er dan iets van zegt antwoordt Epi droog: „Ik wou je uittesten Niet erg „Ik vind het nooit zo erg als het dan eens een keer mislukt. Je moet al tijd je sterkste punten uitbuiten. En als Epi Drost zo voetbalt, is-ie op zijn best. Hetzelfde heb je met Frans Thijssen. Hij passeert soms zo'n vijf man achter elkaar, terwijl ik dan helemaal vrij bij hem sta. Laat maar gaan. denk ik dan, als hij dat doet, weet ik dat hij barst van zelfvertrouwen". „Voorlopig wil ik nog niet aan stoppen denken. Zolang je nog waarde hebt voor de ploeg, moetje doorgaan. Dat is bepalend en nietje leeftijd. Het lijkt me ook moeilijk om zomaar abrupt te stoppen. Zoiets kun je niet van de ene op de andere dag. Die sleur verveelt wel eens, zeker als je de hele wéék traint en je verliest zondag weer op het nippertje. Waar doe ik het eigenlijk voor, denk je dan wel eens. Maar je raakt gewend aan dit leventje, zoals iedereen aan zijn werk went. Elk beroep heeft toch een bepaalde sleur. Ik wil gewoon doorgaan zo lang ik kan. Het middenveld vergt veel energie, ik weet 't, maar spelers die op hun techniek en inzicht spe len houden het over het algemeen langer vol dan die beukers, die het louter van hun inzet en kracht moe ten hebben. En als het met me afge lopen is, trek ik me terug in mijn boetiek. Ga ik misschien een ama teurclubje hier uit de buurt trainen. Nee, geen betaald voetbal. Zit je weer elke week in de spanning. Ik kan me zo voorstellen dat ik blij zal zijn als ik daar vanaf ben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 11