Vrouw duidelijk
„tweederangs"
bij werkgevers
CARTER: ..KLEIN BEETJE HOOP..."
Jonge academici
(mnl./vrU
Onthullend onder
over „discriminatie"
voer voor feministen
Over aan banden leggen van verdere kernwapen-verspreiding:
MC wetenschappelijk medewerk(st)^
inspekteur m/v
DEN HAAG - Het Nederlandse bedrijfsleven
heeft in het algemeen géén hoge hoed op van de
werkende vrouw. Nog nooit tevoren is in een offi
cieel overheidsonderzoek zó onweerlegbaar dui
delijk aangetoond dat de vrouw letterlijk en fi
guurlijk wordt achtergesteld bij de mannen en
dat ze wordt behandeld als een tweederangs
werknemer.
Want hoe is het anders te verklaren
dat 85 procent van alle bedrijven of
instellingen zegt onderscheid te
maken bij de aanstelling van werk
neemsters op grond van hun sekse,
dat 28 procent verschil maakt bij
het uitdelen van bevorderingen en
loonsverhogingen, dat veruit de
meeste vrouwen werk verrichten
dat wat niveau betreft lager ligt dan
de baantjes van de mannen, en dat
naar schatting driekwart van alle
werkende vrouwen in ons land zijn
te vinden in beroepen waarvoor
geen scholing of hoogstens een ge
ringe ervaring is vereist?
Door
Theo de Jong
om? Een korte bloemlezing van de
motivaties, zoals de ambtenaren
die tijdens hun boeiende tocht op
tekenden:
"Vrouwen raken sneller over
spannen bij problemen"
„Vrouwen zijn te emotioneel
voor het bedrijfsleven"
„Voor hogere beambtenfuncties
hebben we liever mannen in ver
band met harde zakelijkheid"
„De klanten willen niet met
vrouwen praten over onze techni
sche produkten"
„Vrouwen zijn eigenlijk alleen
goed voor licht en niet-
verantwoordelijk werk"
"Voer voor feministen" had dan
ook een'betere titel kunnen zijn
voor het pas gepresenteerde over
heidsonderzoek, verschenen onder
de saaie titel: "Verslag van de loon-
technische dienst met betrekking
tot de uitgeoefende begeleidings-
taak inzake de wet gelijk loon voor
Wie zich de moeite getroost zich
een weg te kappen door de duffe
diagrammen en ellenlange percen
tagereeksen, wacht de verrassing
van een serie onthullende voor
beelden van discriminerend optre
den in het bedrijfsleven, dat toch
heet te zijn opgebouwd uit moder
ne, dynamische en voorkómende
personeelsmanagers, bedrijfs-
hoofden en directeuren.
Dat vrouwen inderdaad minder be
taald krijgen voor hetzelfde werk,
blijkt zonneklaar uit het onderzoek
van de Loon Technische Dienst
(LTD). De onderzoekers kwamen
tot hun conclusies door bezoeken
aan 899 bedrijven en instellingen
met in totaal 294.264 werknemers:
72.130 vrouwen en 222.134 mannen,
verdeeld over tien groepen van be
drijfstakken. In 412 van de 899 on
dervraagde bedrijven (met 143.000
werknemers) bleek het mogelijk
om functies te vergelijken bij man
nen en vrouwen.
De vrouwen verdienen minder -
gemiddeld zo'n 2 procent. En waar-
„Vrouwen horen niet achter ma
chines"
"Gehuwde vrouwen" tonen vaak
mindere inzet vanwege hun dub
bele functie".
„In de produktie passen de
vrouwen niet tussen de mannen,
dat geeft onrust"
„De mannen in het bedrijf heb
ben niet graag een vrouwelijke chef
boven zich"
en tenslotte: „Vrouwen zijn niet
ambitieus en besluitvaardig ge
noeg voor leidinggevende func
ties".
Loon
Waarom dat onderzoek naar ge
lijkwaardige beloning en behande
ling? Op 7 juli 1964 werd in de
Staatscourant gepubliceerd dat de
LTD tot taak heeft "mede te wer
ken aan de uitvoering van o.m. de
wet op de loonvorming, de wet mi
nimumloon en de minimum vakan-\
tietoeslag, de wet op het ter be
schikking stellen van arbeid
skrachten en de wet plaatsing min-
dervalide arbeidskrachten". Sedert
april-1975 is hieraan ook toege
voegd de wet gelijk loon voor
vrouwen en mannen, en verder is
de dienst belast met de uitvoering
van bijzondere, door de Minister
In personeelsadvertenties wordt steeds duidelijker oók om vrouwen ge
vraagd.Maar ze worden wèllager betaald en er zijn wél minder kansen
van Sociale Zaken, op te dragen ta
ken.
Bij de behandeling van het wets
ontwerp gelijk loon voor vrouwen
en mannen in de Staten-Generaal is
door de minister van Sociale Zaken
toegezegd dat door de LTD onder
zoeken zullen worden uitgevoerd
naar de naleving van de wet. Van
die gelegenheid wordt dan tevens
gebruik gemaakt om inlichtingen
in te winnen omtrent het gevoerde
aanstellings-, opleidings- en pro
motiebeleid in de bedrijven. Dit
laatste met het oog op de op 9 fe
bruari 1976 tot stand gekomen
richtlijn van de Europese Gemee
nschappen betreffende de tenuit
voerlegging van het beginsel van
gelijke behandeling van mannen en
vrouwen ten aanzien van de toe
gang tot het arbeidsproces, de be
roepsopleiding, en de promotie
kansen ten aanzien van de arbeid
svoorwaarden.
Onder gelij ke behandeling wordt in
deze richtlijn verstaan: "het uitslui
ten van iedere vorm van discrimi
natie op grond van geslacht, hetzij
direct, hetzij indirect, door verwij
zing naar met name de burgerlijke
staat van betrokkene".
Banen taboe
De meeste markante uitslagen van
het LTD-onderzoek staan in de
aanhef van dit verhaal. Maar er is
méér: in de hoogste functieniveaus
(de "beste" banen met de meeste
verantwoordelijkheid en zelfstan
digheid én de hoogste betaling) zijn
vrouwen ónder-vertegenwoordigd,
en vormen ze nog geen vijf procent
van het totaal aantal werknemers in
die categorie.
De nog „hogere" banen zijn hele
maal moeilijk bereikbaar voor
vrouwen, en daar zijn de aantallen
zo klein, dat ze niet of nauwelijks
meetbaar waren voor het LTD-
onderzoek.
Zoals gezegd, 85 procent van alle in
het onderzoek betrokken bedrijven
of instellingen maakt onderscheid
bij aanstelling van werkneemsters
op grond van hun sexe. Als hoofd
motief wordt daarbij gehanteerd:
fysieke eisen (vuil, zwaar werk, zit
tend werk), en werkomstandighe
den (geen dames-toiletten, vrou
wen mogen geen nachtdienst ver
richten.)
In veel gevallen werden sociaal-
psychologische aspecten als motief
gegeven: weerstanden tegen ver-
andering bij de leiding, het person
eel, en de omgeving ten aanzien van
de huidige rolopvatting en verde
ling mannen/vrouwen. Organisato
rische aspecten (vrouwen werken
korter en beëindigen hun baan na
het huwelijk, dus gevaar voor con
tinuïteit van de werkzaamheden)
speelden wel, maar in mindere ma
te, een rol bij het aanstellingsbe-
leid.
Het minste onderscheid wordt ge
maakt bij het volgen van opleidin
gen. Ongeveer een derde deel van
de ondervraagde bedrijven kende
een voortgezette interne opleiding,
en slechts 14 procent van die cate
gorie maakte daarbij verschil tus
sen mannen en vrouwen.
Waren er nog meer uitingen van
afwijkende behandeling van man
nen en vrouwen? Volgens de LTD
vormden de verschillen een hele
waslijst.
Een greep daaruit vrouwen
krijgen het wettelijk minimumloon
maar mannen vragen een hogere
beloning er zijn aparte (lagere
loonschalen voor vrouwen, vrou
wen vallen niet (mannen wél) onder
een systeem van persoonlijke
beoordeling
vrouwen vallen niet (mannen)
wél) onder een systeem van dienst
tijdtoeslagen en van periodieken
vrouwen hebben een lagere
overwerktoeslag dan de mannen
vrouwen worden (langer) buiten
een klasse-indeling bij functie
waarderingssystemen gehouden
vrouwen werken wél (mannen
niet) in een tariefsysteem (stuk/uur
loon), mannen krijgen bij hun hu
welijk automatisch het vakvolwas
sen loon - vrouwen niet.
Rollenpatroon
Ondanks het streven van groepe
ringen als man-vrouw-
maatschappij blijkt het bedrijfsle
ven in Nederland overwegend nog
rotsvast te geloven in het rollenpa
troon van vrouw en man. Want uit
een aparte bijlage van het LTD-
onderzoek kopit naar voren dat er
weliswaar ruim vijf maal zoveel
mannen als vrouwen werken, maar
dat in bepaalde beroepen vrouwen
méér dan een verhoudingsgewijs te
verwachten aandeel hebben.
Het aantal vrouwen dat bij het NW
is aangesloten, stijgt gestaag: van
8.1 procent in 1972 naar 10.6 in 1975
en 11,5 in 1976. Naar schatting zijn
er in totaal ca. 100.000 vrouwen lid
van NW en NKV.
Elske ter Veld van het FNV-
secretariaat Vrouwelijke Werkne
mers vindt de resultaten van het
LTD-onderzoek „bedroevend".
„Zo'n uitspraak als „vrouwen zijn
eigenlijk alleen goed voor licht en
niet-verantwoordelijk werk" duidt
erop, dat sommige werkgevers
Elske ter Veld
bedroevend
van het standpunt uitgaan dat
vrouwen stommer zijn dan man
nen. Maar natuurlijk heeft het al
leen te maken met het aanstellings-
en promotiebeleid. Ze nemen daar
zélf geen verantwoording voor,
want het heet dat de mannen in het
bedrijf bezwaar maken tegen het
aanstellen van vrouwen, óf dat ze
niet vooruit willen lopen op de
maatschappelijke ontwikkelingen.
Zo kun je het natuurlijk altijd wel
op een ander schuiven."
Een vrouw kan niet hogerop ko
men, omdat zij niet ambitieus en
besluitvaardig-genoeg zou zijn
Je vraagt je af welke vrouw er bij
deze vooroordelen en bij dit onder-
nemersbeleid eigenlijk kans maakt
op een gelijkwaardige functie. Het
is geen kwestie van achterstand
van vrouwen, maar van pure dis
criminatie. Dit onderzoek toont
duidelijk aan dat het bedrijfsleven
te emotioneel over vrouwen
denkt."
Met deze feiten in het achterhoofd
blijft de FNV sleutelen aan de op
vattingen over vrouwen in het be
drijfsleven. Op 13 september a.s.
houdt het FNV-
vrouwensecretariaat een studie
bijeenkomst, bedoeld voor oudere
ongehuwde werkende vrouwen.
Voor de langere termijn wordt een
FNV-actieprogramma, betrekking
hebbend op de situatie van de
vrouwelijke werknemers, ontwor
pen.
Werkloosheid
Volgens de laatste gegevens van
het ministerie van Sociale Zaken
bestaat de Nederlandse beroeps
bevolking nu uit 3.8 miljoen zielen,
vanwie bijna 3 miljoen mannen en
822.700 werkende vrouwen. En uit
die cijfers blijkt dat bij de werk
loosheidspercentages de vrouwen
duidelijk niet op het tweede plan
komen. Want landelijk-gezien heeft
4.4 procent van de mannen geen
baan, maar liggen de vrouwen be
langrijk vóór en scoren een werk
loosheidspercentage van 6.6 pro
cent.
Zou dat dan omgekeerde discrimi
natie zijn?
WASHINGTON (AP) - De
Amerikaanse president
Jimmy Carter koestert op
het ogenblik "een klein bee
tje hoop" dat de versprei
ding van kernwapens aan
banden gelegd kan worden,
alhoewel "elke stap op
nieuw een uitdaging zal
zijn".
"Zes tot acht maanden geleden
overheerste het gevoel in de wereld
dat het niet tegen te houden was,
dat het al te laat was, dat de atoom
geest de fles uit was en dat niemand
in staat zou zijn om hem te vangen
en terug te stoppen", aldus Carter.
Anders
"Maar ik geloof dat wij er nu anders
tegenaan kijken, dat er een stille
hoop is dat de voortdurende aan
was van het aantal landen dat over
kernwapens kan beschikken be
perkt kan blijven. In plaats van vele
tientallen kernmogendheden lijkt
het me waarschijnlijk dat er niet
veel meer bij zullen komen".
De president ziet geen enkel land
dat het niet eens is met zijn doel:
totale en ordelijke nucleaire ont
wapening.
Volgens Carter hebben de Ver
enigde Staten "een ijzersterk pro
gramma opgesteld dat op twee
principes is gebaseerd: het ene
houdt in dat het aanbod van nu
cleaire brandstof voor energie
opwekking altijd voldoende is, en
het andere bestaat uit strikt toe
zicht op nucleaire afval en de voor
raden verrijkt uranium ten einde
gebruik daarvan voor het maken
van kernbommen te verhinderen".
Steun
Carter zegt dat hij de steun van de
Sovjet-Unie en China heeft gekre
gen voor beleid om de verspreiding
van kernwapens tegen te gaan, en
ze tenslotte geheel uit te bannen.
Maar hij hoopt op nog meer sa
menwerking met de twee commu
nistische giganten.
Volgens hem is de Sovjet-Unie tot
nu - "bijzonder tegemoetko
mend" geweest bij de steun die zij
verleend heeft, aan Carter's voor
President Carter: buitengewoon moeilijke taak
stellen met betrekking tot nu
cleaire brandstof, ander belangrijk
'materiaal en nucleaire kennis.
Maar hij is teleurgesteld over Mos-
kou's verwerping van een voorstel
voor "een drastische vermindering
van de kernbewapening". "Dit te
bereiken is voor ons nog steeds een
heel reëel doel", aldus Carter.
De Chinese leiders zijn het met Car
ter eens wat betreft zijn wens om de
kernwapenvoorraden geheel af te
schaffen. Hij vertelt dat hij deze
zaak heeft besproken met de Chi
nese ambassadeur Hoeang Tsjen.
De Chinezen willen volgens Carter
de zaak in drie etappes benaderen.
In de eerste plaats willen zij een
topconferentie over het onderwerp.
lijk zal zijn, bestaan uit het bereiken
van een basis van overeenstem
ming tussen ons en de Sovjets".
Volgens de president zullen andere
landen "sterk beïnvloed worden
door wat wij doen. Wij zijn bereid
om nu al alle proeven met kernma
teriaal stop te zetten, zowel met
kernwapens als vreedzame kern
proeven, als de Sovjet-Unie dit ook
doet".
Ten tweede zouden de kernmoge
ndheden moeten beloven dat ze
niet als eerste kernwapens zullen
gebruiken. Tenslotte zouden de
kernwapens totaal afgeschaft moe
ten worden.
"Ik vind dat een goed idee, een
juiste benadering", aldus Carter.
"De eerste stap moet, zoals duide
"Ik denk dat wij met elkaar goede
vooruitgang hebben geboekt over
dat specifieke onderwerp. Een ver
bod op kernproeven zal, zoals ik het
zie, wel tot stand komen. Of het
verbod alle vormen van proeven zal
treffen kan ik niet zeggen, maar wij
zijn bereid om voor een bepaalde
periode alle proeven op te schorten
in de hoop dat de andere kernmo
gendheden zich bij ons zullen aan
sluiten nadat ze zien hoe goed alles
zich voor ons en de Sovjet-Unie zal
uitwerken".
Over de voorgenomen leveranties
van opwerkingsfabrieken door
West-Duitsland en Frankrijk aan
Brazilië en Pakistan merkt Carter
op dat zijn regering de mogelijk
heid en de hoop dat deze contracten
ongedaan kunnen worden gemaakt
niet heeft opgegeven. Opwerkings
fabrieken 'maken van het afval van
gebruikt uranium weer nieuwe
brandstof voor kerncentrales,
waarbij plutonium beschikbaar
komt. Plutonium is een produkt
dat slechts door mensen gemaakt
kan worden, en dat toepassing
vindt in atoombommen.
"Wij kunnen de Fransen, Duitsers,
de Brazilianen en de Pakistaners
niet dwingen, en dat willen we ook
niet", zegt Carter, "maar ik koester
toch hoop dat er een manier gevon
den kan worden om de verkoop van
die opwerkingsfabrieken te ver
hinderen".
Daarbij is hij een sterk voorstander
van het versterken van de be
voegdheden en van het in Wenen
gevestigde internationale age
ntschap voor kernenergie (IAEA)
als een permanent orgaan voor nu
cleair toezicht.
De president gaat akkoord met een
regeling om gegevens met andere
landen uit te wisselen over Ameri-
ka's uraniumvoorraden en ura-
niumwinning - maar hij sluit elke
suggestie voor internationaal eige
ndom van of controle op de Ameri
kaanse uranium mijnbouwaktivi-
teiten uit.
Hij denkt dat er behalve de vijf be
kende mogendheden die kernwa
pens bezitten nog enkele landen
zijn die er ook over beschikken
maar hij noemt geen namen.
Verbod Carter is het niet eens met die we
tenschapsmensen die de cijfers van
de Amerikaanse overheid over hel
aanbod van uranium in twijfel heb
ben getrokken, en die hebben ge
suggereerd dat er inde komende 10
tot 15 jaar een tekort
zal komen.
Door
Arthur I. Gavshon
"Niemand heeft gegevens die 100
procent betrouwbaar zijn", zegt de
president, maar hij voegt eraan toe:
"Ik denk dat een juiste schatting
van de vraag daarbij kan helpen. Ik
denk dat als we die cijfers verge
lijken met een aanbod waarvan we
redelijk goed verzekerd kunnen
zijn in de toekomst, er in de ko
mende 15 tot 20 jaar geen tekort aan
uranium zal optreden.
"Tegen die tijd zal er uiteraard een
nieuw soort hypermoderne
reactor-technologie noodzakelijk
zijn .volgens mij zullen we daar
over tegen die tijd op een veilige
manier kunnen beschikken".
De president, die aan de universi
teit kernfysica bestudeerde en in
zijn tijd bij de marine aan de ont
wikkeling van kernonderzeeërs
werkte, zegt dat hij nog nooit een
kernproef heeft bijgewoond. Hij
vertelt dat hij in zijn diensttijd bij
de marine maandenlang werd on
derricht over de omvang van de te
verwachten schade die een ker
nexplosie zou aanrichten. "De voor
de hand liggende conclusie is dat er
zodra er in een gebied een kernex
plosie heeft plaatsgevonden geen
enkele manier is om de schade te
beperken".
Op de vraag waarom hij zo'n priori
teit toekent aan het tegengaan van
de verspreiding van kernwapens,
zegt Carter.
"Het is moeilijk om daar een ant
woord op te geven. Ik denk dat het
onder andere komt door mijn be
roepsmatige kennis van kernener
gie. Een andere factor is de grote
indruk, die de honger van onze
burgers naar een vermindering van
de dreiging van vernietiging door
kernoorlog op mij heeft gemaakt.
Toen ik de vooruitzichten voor het
tenminste tegengaan van de ver
dere verspreiding van kernwapens
bestudeerde, leek me dat geen ho
peloze zaak. In ons eigen Ameri
kaanse Congres werden in die tijd
veel initiatieven genomen over dit
onderwerp, en ik heb daar in grote
mate op voortgebouwd
De president erkent dat er moei
lijkheden liggen op de weg naar een
doeltreffend systeem dat de we
reldwijde verspreiding van kern
wapens moet tegengaan. "Het is
duidelijk dat het een buitengewoon
moeilijke taak zal worden", zegt
Carter. "Niets eraan is makkelijk.
Iedere stap die we zetten op weg
naar een vermindering van de drei
ging van een grotere verspreiding
zal op zichelf genomen alweer een
uitdaging zijn".
De president roert ook het voorstel
voor een internationaal nucleair
evaluatieprogramma aan.
Vooruitgang
"Ik denk dat we in de toekomst
zonder twijfel enige vooruitgang
zullen boeken. Of het succes vol
komen zal zijn kan niemand nu al
zeggen. Men twijfelt aan onze be
doelingen. Enkele landen hebben
ons ervan beschuldigd dat wij met
de Canadezen en de Australiërs
overwegen om een kartel te vormen
dat andere landen niet zou willen
voorzien van de uranium die ze als
brandstof nodig hebben.
"Dat is absoluut niet waar. We heb
ben er geen bezwaar tegen dat an
dere landen doorgaan met het ont
wikkelen van hun kernenergiepro
gramma's, vooropgesteld dat de
veiligheidsmaatregelen die mis
bruik van uranium voor kernwa
pens moeten tegengaan, afdoende,
zijn".