Ontwerpers vonden sleutel voor aantrekkelijke moderne stad IN BELGISCH LOUVAIN-LA-NEUVE Nieuwe studenten stad is nu al een aansprekende beziens waardigheid Door Piet Ruivenkamp De Belgische studentenstad der tig kilometer ten zuidoosten van Brussel is in de eerste plaats een stad voor voetgangers, die er een kleinschalige, gelede bebouwing om zich heen vinden. Plein universiteitshal met uitzicht op Hocaille in ontwikkeling. maar goed lukken met hoofdconceptie, die daarna vrij ingevuld. Bezwaren van de burger in de moderne stadsplanning rich ten zich vooral tegen een monotone systematigheid, welke de avon tuurlijke ontdekkingsreis in een stad uitbant. Evolutie gedegen Evolutie Het is opmerkelijk hoe er in klein gebied als Biereau in enkele jaren tijd niettemin een onmiskenbare verandering in visie te herkennen is. De eerste universiteitsgebou wen en de ruimten daartussen heb ben een starrer uitdrukking gekre gen dan het jongste verwezenlijkte gebied, dat soepeler en meer ont spannen is uitgewerkt tot speelse groeperingen. Al doende leert men. De gevoelens, die in de ademloze race met de techniek onder tafel waren geraakt moeten opnieuw bevroed worden. In een veel menselijker geworden leefomgeving verdragen goede en minder goede architectuur elkaar beter. Bij de vreemde in baksteen ge metselde bogen van de centrale universiteitshal kan men bijvoor beeld een vraagteken plaatsen. Zij dragen de holle monumentaliteit, die in de jaren dertig vaak de kop opstak. De jongste stijlopvattingen naast de meer rechtlijnige uitdrukkingen van de laatste decennia zijn samen gebracht in een bonte verschei denheid, die prettig oogt. De ont werpers hebben zich nauwelijks in excessieve versierkunst begeven. Omdat Louvain duidelijk een pres tige project is, dat geld mag kosten, is die opgelegde soberheid, welke fantasie natuurlijk niet uitsluit, des te meer te prijzen. Louvain-La-Neuve is nu al een zeer aansprekende bezienswaardigheid geworden, die de moeite loont om er op weg naar het zuiden te gaan kijken. Het groen in het heuvel landschap van Lauzelle heeft men bij de planontwikkeling zoveel mogelijk behouden. Als ook de jonge aanplant tot wasdom geko men zal zijn, mag vertrouwd wor den dat Belgie's Belgiè's stad een opvallende aanwinst is geworden. De voorkeur voor baksteen spreekt zonneklaar uit dit pleintje met ter ras dat in Louvain-La-Neuve een plaats heeft gekregen. Het stichten van steden is in onze bedaagde we reld geen alledaags werk meer. We hebben er al zoveel. Maar in België is dat enkele jaren geleden dan toch weer eens gebeurd, lang nadat het voor Charleroi in 1666 gepasseerd was. Het taalprobleem van onze zuider buren heeft een belangrijke rol ge speeld in dit nieuwe initiatief. Van oudsher was Leuven het grote Bel gische universiteitscentrum. Sinds de stichting van de hogeschool daar in 1425 werd er in het Latijn gedo ceerd, maar toen dat op de achter grond ging raken ging de Vlaams- Waalse rivaliteit meespreken. Tot ontstemming van de Vlamingen werd Leuven een Franstalig bol werk. En dat juist boven de taal grens! Dat kon natuurlijk niet du ren en in 1968 werd dan ook beslo ten voor de Franstaligen een eigen universiteit te bouwen in een nieuwe stad: Louvain-la-Neuve. Ten zuiden van het imposante bos gebied bij Brussel werd in een be koorlijk heuvellandschap een ge bied gevonden van een negenhon derd hectaren, waar de nieuwe stad een plaats zou krijgen. Tussen de spoorlijn en de autoweg naar Na men, dichtbij Waver kon in 1972 het eerste deel van de nieuwe universi teitsstad in gebruik worden geno- Hoewel vijf jaar later nog lang niet voltooid, is Louvain-la-Neuve (met heel duidelijk geen eigen Vlaamse naam) zover gevorderd, dat het een zeer boeiende ervaring is om eens poolshoogte te nemen wat de Bel gen daar het presteren zijn. Mis schien wel in de eerste plaats voor onze stedebouwkundigen, die door bij voorbeeld onze inpolderin gspassie meer met het verschijnsel nieuwe steden worden geconfron teerd dan onze zuiderburen. Trou wens ook de explosieve ontwikke ling van groeisteden vraagt een be nadering, die veel lijkt op het be ginnen van het nulpunt af. De Bij lmermeer en Ommoord zijn er de niet te herbergzame voorbeelden manifest te maken. Onze jongste nieuwbouw wij ken Innemend Louvain-la-Neuve dat zich tot dusverre nauwelijk aan hoogbouw heeft gewaagd, ziet er in dit stadium erg innemend uit. De algemene afkeer van nieuwbouw - die geen sfeer heet te bezitten - krijgt daar geen geen Het ziet er naar uit dat de Belgen de eersten zijn, die een formule hebben ge vonden welke bij velen een verzoe ning met een moderne leefomge ving kan opleveren. Eerlijk gezegd was dat juist van de Belgen niet direct te verwachten. Een al te grote vrijheid heeft vooral bij onze zuiderburen in landschap pen en steden de afstotelijkste wildbouw en potsierlijkheid opge leverd. Wellicht is het juist dat gevoel, dat wij Nederlanders verbonden ach ten aan een ietwat parmantige bourgeois-architectuur met het vermogen tot warme zuidelijke le venskunst geweest, dat de beslis sende doorbraak tot stand heeft helpen komen. Geen kneuterige kitsch, die is vrij wel totaal afwezig, noch een vlucht naar de historie alwaar onze be ruchte Delftse school dertig jaar ge leden toe bereid was. De charmes van het verleden zijn slechts ge bruikt om ze in een modern idioom te vertalen. En dat zijn gezonde signalen, at de nieuwe studentenstad in zijn eerste aanzet weet te veroveren zal door heel wat burgers ongetwijfeld wor den toegeschreven aan de opval lende terugkeer van de baksteen. In> vele tinten tussen zandgeel en mauve net zozeer als in de leven dige stapeling draagt dat bij tot een animerende sfeer in het straat beeld. Maar dat Louvaih-la-^euve een baksteenstad aan het worden is, bepaalt niet alleen haar charme. De stijlen in de leer zullen trouwens opmerken dat die baksteen vaak niet constructief maar meer als de coratief element is gebezigd. Dal Oogmerk bij het stichten van Louvain-la-Neuve was met een geïsoleerde studentengemeen- jschap vanuit een campus-gedachte, maar het nor male leven te verweven met een studentenmaatschappij. Het wil zeggen dat indeze vestiging, als zij eenmaal voltooid zal zijn, vijftien duizend van de vijftigduizend in woners studenten zullen zijn. Of de synthese zich ideaal zal voltrek ken moet de toekomst leren. De bebouwing is gedacht binnen ongeveer een cirkel met een door snee van twee kilometer bezuiden het bos van Lauzelle. De kern wordt met de voornaamste ge meenschapsvoorzieningen een dal gesitueerd, d.w.z. op een be- tueerd, dat wil zeggen op een be- tonniveau daarboven,want daar onder slokt de „city" het trein- en autoverkeer op en zijn ook grote parkeervoorzieningen gedacht en nu gedeeltelijk uitgevoerd. Lou vain is namelijk voor alles een- loopstad. Zeker in de kern, maar daarbuiten is een zeer bewuste scheiding tus sen rij- en voetgangersgebieden gemaakt. De angst voor een kil ver blijf op betonplaten blijkt in het centrum elke grond te i Belgen hebben trouwens op dat be ton met een stevige laag mastiek een dek van vierkante mergelsteen aangebracht, die men door het hele gebied heen heeft toegepast. Van de vier sectoren rond de nu snel groeiende kern, Biereau, Lau zelle, Hocaille en Bruyeres is de eerste al een heel eind in de richting van voltooiing en de een eind op weg. Profijt De ontwerpers hebben van het heuvelachtige karakter net als van de bestaande andere landschaps mogelijkheden in water en groen zoveel mogelijk profijt getrokken. Dat echte hoogbouw in Louvain nauwelijks voorkomt is door het re- lief in het terrein daardoor nauwe lijks een bezwaar. De meest posi tieve kant in de opzet, zoals die zich in Biereau laat herkennen, is de verrassende schakeling van steeds weer andere ruimten, die de wande laar een montere afwisseling van gewaarwordingen in een snel tempo garanderen. Planologie is tenslotte de kunst van het ritmische rangschikken van de ruimten. De architectuur speelt daar natuurlijk een rol in mee, maar als de algemene conceptie goed is, kan een totaalplan veel verdragen. De architecten zijn er niet zelden vindingrijk geweest. Hoe zij ook weer naar de traditionele baksteen hebben teruggegrepen terugge geven ook de weer in de mode ge raakte schuine daken in liefde heb ben geadopteerd, men kan ze be zwaarlijk verwijten dat zij zich aan neo-cultuur bezondigen. Maar ook de rechthoekigheid, zelfs het beton is uiteraard niet buiten spel geble ven, zij het doorgaans in kleine, ge schakelde massa's. Lijkt dat op het eerste gezicht alles bijeen een on gebreidelde diversiteit op te leve ren: men moet zich daar toch niet in vergissen. Zoiets kan toch alleen Ommezwaai Vrijwel nergens is het in de buurt van de grote Westeuropese metro polen gelukt nieuwe centra te creeëren, waar men in brede krin gen enthousiast over was. De Westerse wereld heeft zich tien tallen jaren gewarmd aan het idee, dat de mens zich opgetogener kon voelen bij steeds grotere bouwsels, by steeds indrukwekkender ma ten. Toen de maan metterdaad be reikt was rijpte het besef, dat de to venaarsleerlingen in verhouding tot hun scheppingen wel erg klein aan het worden waren. De ontwer- persn ontwerpers druk bezig de maximale mogelijkheden van nieuwe technieken uit te bouwen gaan van lieverlee de menselijke maat toch weer herontdekken. De resultaten daarvan zijn op vele plaatsen merkbaar, al is de volle overtuiging nog niet doorgebro ken, en blijven de gezichtloze bouwmassa's in beton en staal hun machtige plaats eisen. Daar is ook niet alles tegen. Het gaat er maar om dat met gulden tussenmaten een relatie tot de mens wordt ont wikkeld. In een harmonie van groot en klein die niet onmiddellijk af stoot. Er dreigt zelfs een nieuw ge vaar dat de hang naar kleinscha-' ligheid in het andere uiterste om slaat. Grondverslindende laagbouw, die in twee dimensies niet in staat is T~" de ruimte in drie en meer dimensies en van terrasjes.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 19