„Le lit defait maar opnieuw opmaken..." Trefzekere gave vogeltekeningen „Profiel van een Christen" Merleau-Ponty: Alles vindt weerklank in geschiedenis Wereldrecord pillenslikken In elkaar geflanst en goedkoop gedrukt boekje over bouwen Francoise Sagan: 11 Veel vraag naar fietsroutes Leerzaam jeugdboek over de scheepsbouw JULI 1977 PAGINA Het prestige van de filosofie is niet in alle tijden even groot geweest. Het is al te gemakke lijk om beschuldigend naai de filosofen zelf te wijzen als oorzaak van het huidige ge ringe aanzien van de filosofie. De kans is dan trouwens groot dat je van de weerom stuit door filosofen van aller lei slag om de oren geslagen wordt met onmogelijke vra gen wat in de wereld oorzaak en wat gevolg is. Het prestige van de filosofie heeft te maken met de mate waarin zij verstaanbaar is. Het is onlosmakelijk verbonden met de bereidheid van het publiek om te luisteren, maar vooral de bereidheid van de filosofen om de markt op te gaan: oor en oog te hebben voor de noden van het pu bliek. Het is toe te juichen als een uit gever een serie laat ver schijnen van oorspronkelijke wijsgerige teksten die uitge zocht zijn voor een zo breed mogelijk publiek. Het dient de levensvatbaarheid van de wijsbegeerte als inderdaad een zo groot mogelijk publiek aan de discussie kan deelne men. Een onverstaanbare fi losofie zal ongetwijfeld lang zaam maar zeker in een steeds groter isolement geraken en daar afsterven. Terwijl een groot werkterrein braak ligt: vrijwel iedereen ondervindt de confrontatie met een groot aantal, vooral ethische, pro blemen. Een voordehandlig- gend voorbeeld is de abor tuskwestie. En nog steeds is onze houding tegenover de Derde Wereld niet duidelijk: hoe staan wij tegenover ar moe en geweld? Ethisch réveil Als exploitatie van de angst voor de vragen, de onzeker heid kennen we de "vertros sing": de werkelijkheid wordt ontweken in een meestal pas sief laissez-faire. De proble men blijven levensgroot overeind terwijl men stilletjes hoopt dat de bui maar snel overtrekt. Tegenover deze lafhartige houding lijkt'een roep om een ethisch reveil op zijn plaats; helaas lijkt het nogal lukrake réveil van de politicus Van Agt teveel op ef fectbejag. Slechts als de moed en energie opgebracht kan worden voor een algemene discussie is het mogelijk boven de proble men uit te groeien. In de Dixit-reeks van Het We reldvenster is kortgeleden een vertaling verschenen, compleet met korte inleiding en verklarende aantekenin gen. van Merleau-Ponty's. Voorwoord tot de fenomeno logie van de waarneming. De vertaler prof. Bakker is er goed in geslaagd om deze oor spronkelijke tekst uit 1945 toegankelijke te maken voor een groot publiek. Niet voor iedereen: daar is deze tekst toch wel te moeilijk voor. De keuze van het Voorwoord is een zeer zinnige geweest: er worden op beknopte wijze een aantal problemen in aan gekaart die nog steeds actueel zijn. Merleau-Ponty's opmer- Het toeval Een aardig voorbeeld van de concrete stellingname van deze Franse filosoof, die net als Sartre niet schroomde zich te mengen in de felste po litieke discussies, is zijn pas sage over de interpretatie van de geschiedenis. "Ik meende dat ik zweeg omdat ik moe was, een minister meende dat hij enkel een ge- legenheidsspeech hield en let op: mijn zwijgen en zijn woorden krijgen zin. want mijn vermoeidheid en zijn toevlucht tot gebruikelijke formuleringen zijn niet louter toevallig, maar ze drukken een gebrek aan belangstelling uit en dus toch een bepaalde stellingname tegenover de si tuatie. Bekijken we een bepaalde ge beurtenis van dichtbij, op het moment waarop ze wordt be leefd, dan schijnt alles het werk van het toeval te zijn: de eerzucht van die mens, een of andere gunstige ontmoeting of een plaatselijke omstan digheid schijnen van door slaggevende betekenis te zijn geweest. Maar de toevalligheden wegen tegen elkaar op, en plotseling hoopt die massa feiten zich op en tekent een bepaalde wijze van stellingname af in de menselijke situatie, een ge beurtenis waarvan de con touren duidelijk zijn bepaald en waarover men kan spre ken. Moeten we de geschie denis begrijpen vanuit de ideologie op de politiek, de re ligie of de economie? Al deze gezichtspunten zijn waar. mits men ze niet isoleert Merleau-Ponty meent dat er een betekeniskern is die zich in elk perspectief ontvouwt. Dat hangt samen met het idee dat alle perioden van de geschie denis uitingen zijn van een en dezelfde existentie: "episo des van een enkel drama waarvan we niet weten of het een ontknoping vindt". Dit is het onvermijdelijke gevolg van de totale samenhang tus sen de mens en de wereld. "Omdat wij aan-de-wereld- zijn, zijn wij veroordeeld tot zingeving en kunnen niets doen of zeggen dat geen weerklank vindt in de ge schiedenis!" TOM MAAS M. Merleau-Ponty: Voorwoord tot de fenomenologie van de waarneming, ingeleid, ver taald en geannoteerd door dr. R. Bakker; uitgave: Het We reldvenster, Baarn. Sinds in 1954 Francoise Sagan op haar zeventiende jaar met Conventioneel „Bonjour Tristesse", onder auspiciën van niemand minder dan Francois Mauriac, haar spectaculaire entree maakte in de Franse literatuur, heeft ze bijna ieder jaar met de regel maat van de seizoenen een nieuwe roman of toneelstuk aan haar oeuvre toegevoegd, en met haar jongste product, „Le lit defait", is het eerste dozijn nu vrijwel rond. Enkele jaren geleden deserteerde ze, na een tumultueuze rel, uit de roemruchte stal van uitgever Jul- liard die haar indertijd ook had ontdekt, om over te lopen naar de concurrende uitgeverij Flamma- rion. En de romancière van wie de boulevardpers wist te vertel len da ze door haar erkende gene rositeit alsmede door haar even onbetwiste als frequente bezoe ken aan alle Franse casinos en andere speelholen - waar ze nu al lang niet meer mag verschijnen - tenslotte toch wel helemaal aan de grond was geraakt, zag zich toen een nieuw contract aange boden, dat haar van alle dage lijkse en nachtelijke financiële beslommeringen bevrijdde, maar haar tevens verplichtte iedere lente een manuscript voor een nieuwe roman af te leveren. Aan die verplichting heeft ze zich, nu ze de vier kruisjes ook al weer heeft overschreden, niet alleen scrupuleus gehouden, maar zelfs nog een beetje meer dan dat. Haar jongste geesteskind telt nu im mers het record aantal pagina's van 299, en dat is zowat het dub bele van de gemiddelde omvang van de tien voorgangers. Een meerwaarde-in bladzijden die de uitgever, zomin als de schrijfster, wel geen windieren zal leggen. Want de prijs van een boek wordt uiteraard mede door zijn omvang en gewicht bepaald, terwijl een nieuwe Sagan altijd toch nog wel gegarandeerd goed blijft voor zo'n honderdduizend exempla ren. Het product ligt inderdaad nog steeds heel vast in de markt. Korte adem Literair gezien, leek de noodzaak van die verzwaring zich wat min der overtuigend op te dringen. De publiciteitscampagne spreekt van een .roman saganissime", maar Sagan is en blijft nu.juist eerder een schrijfster die 't beter niet in de superlatieven zou moe ten zoeken, door zich aan haar na tuurlijke en bescheidener di mensies te houden. De veel geroemde „petitie musique" van haar stijl en haar toon valt door gaans nog altijd wel te beluiste ren. maar voor de symfonische vormen blijft haar adem dan toch wel wat kort. Een Sagan moet je in een avond gemakkelijk uit kunnen lezen. Je hoeft je dan net nog niet te vervelen, al ben je twee dagen later het verhaal dan ook weer wel finaal vergeten. Dat verhaal is bij haar trouwens altijd hetzelfde, maar waar is ook dat over het onderwerp van de liefde waarbuiten Sagan nog nooit ge treden is, het laatste woord nog wel lang niet zal zijn gezegd. Bovendien voert de schrijfster in „Le Lit defait" dan nog twee hoofdpersonen ten tonele, die we in haar (overigens beste) roman. „Dans un mois, dans un an", al eerder hadden ontmoet. Ze zijn nu alleen ieder vijfjaar ouder ge worden. Hij: Edouard Maligras- se, een jonge provinciaal die als schrijver in Parijs vergeefs car rière probeert te makenEn zij: de gevierde actrice Beatrice Val- mont, die zo mogelijk nog be roemder is door het onwaar schijnlijk hoge aantal aanbidders en amants die ze aan de lopende band weet te consumeren. Onder wie derhalve natuurlijk ook voornoemde Edouarddie in deze nieuwe roman zijn offensief al in het eerste hoofdstuk hei-vat. Zelf is hij intussen, behalve vijf jaar ouder, nu ook nog erg bekend geworden als succesvol drama turg van de avant-garde, al is die Door Frank Onnen jonge roem dan toch ook weer niet de enige verklaring van zijn verhoogde kansen op het amou reuze front. Gedurende die 299 pagina's wordt de geduldige lezer dus getuige gemaakt van alle aanvallen, dis puten, verzoeningen, liefdesver klaringen, huiselijke scenes, overspelletjes en natuurlijk niet te vergeten voor hun eigen om helzingen en vrijpartijen, mari- vaudages waarvan de ondertoon niettemin wel een nuance dieper, menselijker en soms zelfs tragi scher is geworden. En zo worden tenslotte de beide geliefden zich, na enkele obligate en wederzijdse slippertjes, dan toch bewust dat ze nu De Grote Liefde hebben gevonden. Mij persoonlijk best, maar 't had ook wel wat sneller gekund. En als „lichte bestelling" (om Jan GreshofFs uitdrukking te ge bruiken) weegt „Le lit defait" precies zo'n honderd en vijftig pagina's te zwaar. De intrigue kon, zoals men ziet, dan toch wel nauwelijks conventioneler, het decor is eveneens overbekend, en als Sagan's melancholieke mu ziekje voor de daartoe gevoelige lezer haar effect nog altijd wel sorteert, dan vloeien haar toch ook heel wat volzinnen en passa ges uit de pen die met cliche's aan elkaar werden geregen en waarin soms de schone Franse taal zelfs enig geweld werd aangedaan. De titel „Le lit defait" werd door Francoise Sagan aan een gedicht van Paul Eluard ontleend. Maar dit verstoorde bed zou de roman cière eigenlijk beter toch nog eens opnieuw op moeten maken. Wat de boekhandel overigens niet belet van deze (onverbidde lijke) bestseller natuurlijk toch weer vele duizenden exemplaren te verkopen. En dat zal tot haar laatste ademtocht best zo ook wel blijven. Francoise Sagan: "Le lit defait". Flammarion. Het woord "christen" is een etiket, dat velen zichzelf graag opplakken. Dat wil dan o.a. zeggen, dat zij niet aan zichzelf denken maar veeleer klaar staan voor de medemens. Toch is die etikettering als het zich daartoe zou beperken niet juist. Christen zijn is nl. meer. Een van degenen, die dit het duidelijkst heeft verwoord is de bekende theoloog Hans Küng in zijn omvangrijke en veelzijdige meester werk "Christen zijn", dat wij in deze krant uitvoerig hebben besproken. Hij wilde echter nog duidelijker zijn: vandaar zijn dezer dagen verschenen boek "Profiel van een christen". In dit boek legt hij in 20 stellingen de centrale thema's uit zijn eerder aangehaald werk voor een ieder begrijpelijk Het antwoord van Küng op de vraag wie zich christen mag noemen is kort en bondig. Wie humaan, sociaal of religieus probeert te le ven, is daarmee nog.geen christen. Hij is dat pas als hij zijn menselijkheid, zijn sociaal functioneren en zijn godsdienstig beleven tracht af te leiden van Christus". Hij wil dat nog wel wat verduidelijken en merkt dan ook vervolgens op. "Jezus Christus, overigens niemand anders dan de historische figuur Jezus van Nazareth: geen priester, geen revolutionair politicus, geen ascetisch monnik, geen vrome moralist, zelf maakt het christendom tot christendom". Hij besluit dit thema "wie is christen?" met „Christen-zijn wil zeggen: nu, in deze wereld, in navolging van Christus echt menselijk le ven, handelen, lijden en sterven, in geluk en ongeluk, in leven en dood geschraagd door Gods hulp en beschikbaar voor de mede- Met het aanslaan van stellingen hebben andere theologen slechts ervaringen opgedaan in de Kerk. Küng realiseert zich dat terdege. "Ik 11 hoop - in een andere wereld, in een andere kerk - er beter af te komen". Ook in deze profielschets van een christen zet de schrijver zich af tegen de ontmythologise ring van "links" - Christus was meer dan een revolutionair - en tegen het mythisch denken van "rechts" (dogma's). Hij opteert voor een "radicale middenweg". Dit boek is een welkome aanvulling op "Chris ten zijn" en een gemakkelijke leidraad voor discussie. Kortom een onmisbaar boek voor ieder, die wil weten waar hij zij het over heeft als hij/zij spreekt of schrijft over Christen dom. Küng besluit met omstandig uit te leg gen waarom hij in de Kerk wil blijven. Voor mij overbodig, want iemand die zo over Christus en Christendom schrijft bèhoort tot de Kerk, iedereen verder ten spijt. "Profiel van een christen". Hans Küng. Gooi en Sticht, f 8,90. Theo Kroon "Wie dit leest is gek". Dat is de naar mijn smaak enige juiste ondertitel die te bedenken is bij het Guiness Book of Records, waarvan de wereld inmiddels de drieëntwintigste editie heeft mogen aanschouwen. De beide heren Mc Whirter - die het eerste boek samenstelden en dat tot op de dag van heden hebben volgehouden - moeten een ongelooflijk gevoel voor humor gehad hebben want naast het vastleggen van de sportieve prestaties moet hen ongetwijfeld voor de geest hebben gestaan tot wat voor ongekende prestaties van de mensheid dit zou leiden. Als er geen Guinnes Book of Records was geweest hadden wij - en daar ben ik van overtuigd - nimmer wereldrecordpogingen achteruitkrui pen, grammofoonplaten draaien en paal-, dak- spriet-, stoel- en tafelzit- ten gehad. Nu zijn niet alleen artsen, maarook de beide meergenoemde samenstellers er de oorzaak van dat er een wereldrecord pillenslikken (226.934 stuks) bestaat en wie had dan ooit geweten dat er mensen bestaan wier "hik" op een afstand van 1.6 kilometer hoorbaar is. Wat moetje nou met zo'n boek, nadat je er enkele avonden soms luidbrul- lend van de lach mee hebt doorgebracht en je al je kennissen er bij diverse gelegenheden de meest opzienbarende dingen uit verteld hebt? Het enige watje dan eigenlijk nog kunt doen is de volgende editie kopen, opdat je nog weer sterke staaltjes kunt vertellen. Vermoedelijk is zo ook het boek aan een record-verkoop van meer dan 25 miljoen exemplaren gekomen. Dat gebeurde in 22 jaar, hetgeen bete kent dat per jaar meer dan een miljoen boeken verkocht werden. Norris en Ross McWhirter, "The Guiness Book of Records", in een bewer king van ir. B. D. Swanenburg en J. Swanenburg - Lopes Dias, versche nen bij uitgeverij Luitingh in Hilversum. Prijs 29.90. Hans Meyer Een zeldzaam onzinnig werkje, zo mag "Het Elsevier boek over bouwen" wel betiteld worden. Liefdeloos en slordig in elkaar geflansd, goedkoop gedrukt en slecht geschreven. Een positief punt: bouwen hebben de samenstellers geïnterpreteerd als een ruim begrip en zodoende komen niet alleen gebouwen aan de orde, maar alle mogelijke constructies tot aan satelieten toe. Het moet gewoonweg onbeschaamd genoemd worden hoe Elsevier dit werkje presenteert aan de "jonge leergierige lezer". In tegenstelling tot wat de uitgever beweert is de tekst namelijk verre van helder, met een aantal slordige (onnodige) fouten, en zijn de tekeningen minder infor matief dan ze op het eerste gezicht lijken. De Engelse samenstellers hebben zorgvuldig vermeden enige fundamen tele opmerking over het bouwen te maken, ze hebben op geen enkele manier geprobeerd om de "jonge leergierige lezer" iets duidelijk te maken over het waarom en hoe van het bouwen. In plaats daarvan wordt de lezer overstelpt met allerlei dure technische woorden naar de beteke nis waarvan hij mag raden. ien voorbeeld: de operatiekamer (over de keuze van de besproken bouw sels zou ik eigenlijk ook nog een hartig woordje moeten zeggen, zo willekeurig). Een slechte tekening waarin het perspectief niet klopt; de drukker heeft vergeten bij een aantal verklarende woorden bij de teke ning de verwijzende streepjes te plaatsen zodat de jonge lezer zelf maar uit moet zoeken waar nu die "steriele zijde van de autoclaaf' is. Alles in dit werkje is er op gericht de jonge lezer af te bluffen. Wie niet beter weet zou na het lezen van dit geschrift de indruk hebben dat dankzij de moderne techniek de ideale maatschappij tot stand gebracht is. Al het nieuwe komt er even goed en mooi af. Dat moet beschouwd worden als een niet juiste voorstelling van zaken. TOM MAAS Het Elsevier boek over Bouwen, uitgave van Elsevier in de serie over natuur, schepen, vervoeren bouwen Oorspronkelijke uitgave Hamptpn House Productions; vertaling: J. J. Hoedeman; gedrukt in Italië, prijs f 14,90. Het Vogelboek van Philip Burton en Peter Havman is ongetwijfeld een van de mooiste naslagwerken die er in Nederland voor de niet- professionele vogelliefhebber te verkrijgen is. Overvloedig veel schitterend illustratiemateriaal maakt het doorbladeren tot een groot genot waarbij de afbeeldin gen tegelijk zeer instructief zijn. Enige algemene hoofdstukken over bijvoorbeeld de vogeltrek en de bouw van de vogel geven de nodige informatie voor de "be ginneling". Ook de verdere inde ling van het boek is afgestemd op de beginnende vogelliefhebber. Het is een opmerkelijke indeling: de vogels zijn name'ijk gerang schikt naar onderlinge gelijkenis. Het boek is dus helemaal geba seerd op de praktijk van de niet- deskundige: men kan in het boek de groep vogels opslaan die in grote lijnen lijkt op de gezochte vogel en tussen al die gelijkende vogels zal men het waargenomen exemplaar aantreffen. Een dergelijke indeling zal onge twijfeld een gruwel zijn voor wie het allemaal netjes wetenschap pelijk verantwoord gegroepeerd wil zien, maar voor een eenvou dige beginner is het zeer hand- De hele informatie is afgestemd op de amateur; dat wil niet zeggen dat de informatie karig of ge brekkig is, maar met ongewone helderheid geschreven zonder met onverklaarde woorden in te gaan op allerlei specialistische details. Voorzover er dan nog vaktermen gebruikt worden, zijn die in de verklarende woorden lijst opgenomen. In het degelijk uitgevoerde boek zijn 300 vogel soorten opgenomen, waarbij de erg zeldzame achterwege zijn ge laten. Welbewust achterwege ge laten om het determineren te vergemakkelijken. Men hoeft zich zo niet in verwarring te laten brengen door allerlei informatie over vogels die maar eens in de twintig ïaar gesignaleerd worden. Voor bijna elke vogelsoort is een hele bladzij gereserveerd. De kleurenillustraties van Hayman zijn werkelijk weergaloos: heel trefzeker is elke vogel in een groot aantal karakteristieke hou dingen afgebeeld. Verder wordt met een aantal symbolen aange duid waar en wanneer de afge beelde vogel aan te treffen is. Een systeem dat na enige oefening goed te gebruiken is. Een kleine tekst geeft de overige informatie. Terwijl dit naslagwerk voor de be ginner een goede en meer dan voldoende introductie is, ook de gevorderde vogelliefhebber zal er nog veel van zijn gading in aan treffen, zal het boek ook voor de professionele vogelaar zijn waarde behouden door het koste lijke illustratiemateriaal. TOM MAAS Het Vogelboek. Philip Burton en Peter Hayman: uitgave Zomer en Keuning, Wageningen; 260 blad zijden in groot formaat; f 57,50. Er bleek regelmatig nog zoveel vraag te zijn naar de elf fietsrou tes die vorig jaar zomer in deze krant hebben gestaan dat een uitgave in boekvorm voor de hand lag. Onder de titel "Op de fiets geniet je voor niets" heeft de ENWB de routes gebundeld in een eenvoudige maar aantrekke lijke uitgave. De door de heer H. J. Dingjan uit gestippelde tochtjes zijn verluch tigd met een aantal foto's en een ruim aantal instructieve afbeel dingen van de flora die men on derweg tegen kan komen. Het In stituut voor Natuurbeschermin geducatie heeft de natuurbe schrijvingen geleverd. Door de Leidse STAG-drukkerij is het werkje van 32 bladzijden keurig verzorgd. Handzaam is de bijge leverde fietskaart (uitgave Meulenhoff-Bruna). Het in kartonnen kaft gestoken werkje is verkrijgbaar bij diverse Leidse boekhandelaren en voorts te bestellen bij de ENWB-Leiden 4.90 storten op giro 3769485) Rijn- en Schiekade 107 TOM MAAS "Op de fiets genietje voor niets", 11 fietsroutes uitgegeven door de ENWB-Leiden, 4.90. Tot de meer leerzame jeugdboeken - een vreselijke term maar soms toch noodzakelijk - behoort het Elseviers boek over schepen. Een boeiend boek dat een verre van volledig, maar daarom niet min der bruikbaar, overzicht geeft van de hoofdlijnen in de scheepsbouw sinds de Egypti sche papyrusboot. David Scharp geeft aan de hand van zeer overzichtelijke tekenin gen en rake beschrijvingen die gelukkig veel meer zijn dan een droge opsomming van feiten, een knap overzicht van de grote lijnen in de scheepsbouw tot nu toe. David Scharp, "Het Elseviers boek over Schepen", verschenen bij uitgeverij Elsevier in Amster dam. HANS MEIJER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 19