Rollen omgedraaid in
Franse partijpolitiek
I vis
Sport
'Communistische
eenheid toneel'
y
DE SPORT
Fa. Verhoog
FRED VELTMAN
POLYESTER
VISB0TEN:
BOOT-CENTRUM
Zoeterwoude.
IZATERDAG 2 JULI 1977
AMSTERDAM - Door het lege Maagdenhuis, aan
het einde van de jaren zestig symbool van studen-
tenverzet, klinken onze voetstappen hol. Het is
kwart over vijf in de middag. Het gebouw is uit
gestorven. Achter zijn met stapels paperassen be
zaaide bureau windt Ruud Nijhof er zich over op.
„Het zijn mensen die voor 75.000 gulden op de
loonlijst staan. Daar mogen ze ook wel wat voor
doen".
R. E. F. M. Nijhof (32) is medewer
ker bij de centrale personeels
dienst van de Gemeente Univer
siteit van Amsterdam. In augus
tus zal hij voor het eerst in een
van de groene bankjes schuiven
van de vergaderzaal in de Tweede
Kamer. Voor DS'70 zal hij daar de
plaats bezetten die Wim Drees jr.
niet langer begeert.
Waarom? Waarom wil Ruud Nijhof
een karwei opknappen dat de
alom gerespecteerde Drees jr.
niet ziet zitten? Is het de niet te
versmaden vergoeding van
80.000 gulden per jaar die leden
van de Tweede Kamer ontvangen
die hem doet toehappen?
Hij wordt niet boos als wij hem de
vraag stellen. Integendeel. Over
zijn sympathieke, open gezicht,
opgesierd met een meer dan im
posante krullebol, trekt een lach.
Ruud Nijhof: „Als ik aan zoiets als
loopbaan-beleid zou denken,
moet ik mijn huidige baan hou
den. Dat zou kiezen zijn voor
ambtelijke zekerheid. Nu kies ik
voor het risico. Je snijdt je loop
baan af, waar een mogelijk kort
stondige verhoging van de in
komsten tegenover staat. Een po
litiek leven is vaak van tijdelijke
aard".
Hij heeft vermoedelijk gelijk. Ze
ker als je bedenkt dat Ruud Nij
hof op de nominatie stond voor
een forse interne promotie.
Waarom wordt hij dan wel de op
volger van Drees jr?
Nijhof: „Ik heb er wel een nachtje
over moeten slapen. Dat zal dui
delijk zijn. De doorslag heeft voor
mij gegeven dat ik, door mij kan
didaat te stellen, mij principieel
bereid verklaarde om eventueel
in de Tweede Kamer te gaan zit
ten. Niet die 80.000 gulden. Ik
vind dat meer dan iemand met
een normaal behoefte-patroon
nodig heeft".
„Voor Drees golden argumenten
om zijn zetel op te geven die voor
mij niet tellen. Hij trok zich de
verkiezingsuitslag aan. Vond dat
hij daar de consequenties uit
moest trekken. Daarnaast was
Drees principieel voorstander
van een kiesdrempel. Dat zou
partijen met een zetel (die DS'70
nu heeft) weren.
Ik heb besloten het wel te doen, al
zijn uiteraard de omstandighe-
Door
Geert van Someren
bekender binnen de partij. Daar
naast werd in 1972, terecht vind
ik, de lijst in eerste instantie ge
vuld met bewindslieden uit het
kabinet Biesheuvel".
Een van die bewindslieden was de
voormalige staatssecretaris me
vrouw Fia van Veenendaal, met
wie Nijhof bij de laatste kandi
daatstelling streed om de tweede
plaats op de lijst. Een advie
scommissie gaf de voorkeur aan
mevrouw Van Veenendaal, het
hoofdbestuur zag liever Nijhof op
twee. Nadat de ex-
staatssecretaris had gedreigd
zich geheel van de kandidaten
lijst terug te trekken, won zij de
strijd. Achteraf een overbodige
interne strubbeling, omdat ook
mevrouw Van Veenendaal be
dankte voor d(
fractie te mogen
Tweede Kamer.
Ruud Nijhof de komende
UTRECHT - "Rechtse autoritaire regiems zijn minder erg dan linkse
communistische dictaturen. Onder een rechts bewind wordt het privé-
leven van de burger minder ingrijpend aangetast, kunnen de dissiden
ten op meer internationale solidariteit rekenen. Bovendien is de levens
duur van rechtse regiems beperkt".
Dit stelt Jan Mirejovsky, die in 1968 na de Russische inval in Tsjechoslo-
wakije dat land ontvluchtte, bij zijn proefschrift "Een analyse van het
vrijheidsbegrip bij Rousseau, Hegel en Marx". Mirejovsky (36) promo
veerde hierop in Utrecht tot doctor in de wijsbegeerte. Hij was ten tijde
van de Russische inval journalist en was bang dat hij zijn baan zou
verliezen. Daarom besloot hy te vluchten.
Mirejovsky's oorspronkelijke idee voor een proefschrift was de beschrij
ving van de propaganda in een totalitair geleide staat. Hij vroeg zich af
wat de gemeenschappelijke noemer is, die mensen in communistische
landen beweegt om zogenaamd spontaan met het door de partij voorge
schreven spel mee te doen.
Als voorbeeld van het meespelen, noemde Mirejovsky tijdens eeri gesp
rek, waarin hij een toelichting gaf op zijn proefschrift, de verkiezingen.
De meeste mensen, ongeveer 99,5 procent doet er aan mee terwijl ze
weten dat het een spel is. De lijsten met kiesmannen staan allang vast.
Volgens hem doen de mensen mee om zo de carrièrekansen van hun
kinderen niet te verknoeien.
Het typerende van het communistische systeem is volgens Mirejovsky het
verschil tussen de facade en wat er werkelijk onder de mensen leeft.
Andere voorbeelden van "spontaan" gedrag noemde hij het meedoen
aan 1-mei-optochten, vrijwillige arbeid op zondag en in de vakantie, het
ondertekenen van protesten en resoluties en de onoprechte zelfkritiek.
"Iedereen moet meedoen aan een toneelstuk dat door de partij wordt
geregisseerd", zo typeerde hij het gedrag.
Vóór 1968 heeft hijzelf ook zijn steentje in dit spel bijgedragen zo zei h«.
"Ik was net als het overgrote deel van de bevolking laf. Als de mensen
hun lafheid zouden durven afleggen, stortte het systeem in elkaar
Aanpak
den waaronder ik in de Tweede
Kamer kom heel anders dan ik
voor de verkiezingen dacht. Ik
denk dat het mij toch een stuk
voldoening zal geven om wetge
vend bezig te zijn. Zeker als je
daardoor je inzichten kunt con
cretiseren", vertelt Nijhof.
De in het vlak bij Haarlem gelegen
Overveen wonende Nijhof stond
bij de voorlaatste verkiezingen in
1972 op de vijftiende plaats van
de kandidatenlijst van DS'70. Tot
en met de veertiende plaats pre
cies - vervuld door partijvoorzit
ter Staneke - kwam in de Kamer.
Nu was Nijhof derde genoteerd
op de lijst. Vanwaar die stijging?
Nijhof: „Dat ligt denk ik aan een
aantal factoren. Als secretaris van
het hoofdbestuur ben ik nu wat
Ruud Nijhof is niet van plan in de
voetsporen van Drees jr. te gaan
lopen. „Een ongewijzigd beleid,
leidt tot ongewijzigde resulta
ten", zegt hij onomwonden.
„Wisseling van persoon, betekent
wisseling van werkterrein. Ieder
een kenmerkt zich door een eige
nsoortige aanpak". Een aanpak
die voor Nijhof duidelijk afge
stemd is op zijn achtergrond. Hij
zit in de Universiteitsraad van de
Amsterdamse universiteit, een
raad die te vergelijken is met een
gemeenteraad en die er ook qua
werk niet voor onder doet, als
wordt bedacht dat de gemeente
lijke universiteit een budget
heeft even groot als dat van de s-
tad Utrecht.
Nijhof: „Die ervaring kan ik in de
Kamer benutten. Drees wordt
geïdentificeerd met een aantal
onderwerpen, energie bijvoor
beeld. Ik zal me meer bezighou
den met onderwijs en wetens
chapsbeleid. Je kunt toch niet al
het werk bestrijken in je eentje, al
word je gesteund door een aantal
partijgenoten. In de loop van de
komende rit moet ik dan kijken
of je als enkeling kunt functione
ren. Kijken of wat je doet enige
weerslag vindt. Haal je bijvoor
beeld de media. Dat is levens
noodzaak in de politiek".
PARIJS (SP) - De rollen in de Franse partijpolitiek zijn
plotseling omgedraaid: de gaullisten hebben zich opge
worpen als vredestichters tussen de regeringspartijen, ter
wijl socialisten en communisten in de oppositie elkaar nu
net zo verketteren als kort geleden de gaullisten hun eigen
coalitie-partners.
Oorzaak van die rolverwisseling: de
parlementsverkiezingen van
maart volgend jaar. Geschrokken
van de bar slechte resultaten bij
de gemeenteraadsverkiezingen,
drie maanden geleden, probeert
de gaullistische leider Jacques
Chirac zijn partij weer met de re
geringspartners (Republikeinen
en Centrum-Democraten) te ver-
De drie partijen maakten door de
heftige onderlinge vetes zo'n
slechte indruk, dat de kiezers er
door werden afgeschrikt.
Bij de oppositie is het net ander
som: de goede resultaten bij de
verkiezingen hebben de socialis
ten zoveel zelfvertrouwen gege
ven, dat zij zich beschouwen als
leiders van het Volksfront, tot
woede van de communisten. Die
zetten nu alles op alles om te be
wijzen dat ze er wel degelijk bij
horen. Dat gebeurt vooral door de
socialistische leider Mitterrand
dwars te zitten.
Met de gedachte „nu of nooit" heeft
de Parijse burgemeester Jacques
Chirac zijn gaullistische trots op
zij gezet en de overige regerings
partijen een „pact" voorgesteld
om de verkiezingscampagne in te
gaan. De partners gaan daar vol
gende week over onderhandelen.
Voor Chirac staat de „eenheid in
verscheidenheid" voorop: de
partijen houden elk hun identi
teit, maar onthouden zich van
aanvallen op de ander. Bij de ge
meenteraadsverkiezingen ge
beurde dat niet. Op een verkie
zingsbijeenkomst van president
Giscard d'Estaings Republi
keinse Partij in Parijs werd de
naam „Chirac" met zoveel gefluit
en boegeroep ontvangen, dat bui
tenstaanders wel moesten den
ken dat de toekomstige burge
meester een communist was.
Haat
De geschiedenis van de onderlinge
haat gaat terug tot de presidents
verkiezingen van 1974. Toen
kwam met Giscard d'Estaing
voor het eerst in bijna twintig jaar
het hoogste ambt niet in handen
van een gaullist. Jacques Chirac
werd weliswaar premier, maar
Door René ter Steege
het boterde niet tussen de eerste
en de tweede man van Frankrijk.
Chirac en de gaullisten verweten
de president een „slappe hou
ding" tegen links, die bij elk ver-
kiezingsonderzoek werd getipt
als overwinnaar. Chirac trad eind
vorig jaar af als premier en pro
beerde sindsdien de vernieuwde
gaullistische partij RPR aantrek
kelijker te maken voor de kiezers.
Maar hij deed dat vooral door te
wijzen op het gevaar van een „col
lectivistisch" (links) Frankrijk en
door president Giscards gezag te
tarten. Gezien de laatste verkie
zingsuitslag is die taktiek een
mislukking gebleken. Daarom
streeft Chirac nu naar de eenheid
die het Volksfront bij de gemee
nteraadsverkiezingen zoveel
winst opleverde.
Die saamhorigheid bij links heeft
sindsdien echter de ene deuk na
de andere gekregen. Na de aan
vankelijke jubelstemming had
den de communisten toch hun
bedenkingen: in vergelijking met
de socialisten hadden zij betrek
kelijk weinig winst geboekt. De
gemeenteraadsverkiezingen
hadden nog eens bewezen dat het
gemeenschappelijk regerings
in de uitgestrekte polder heerst die ochtend een wel-
dadige rust. Het geroezemoes van de stad is ver verwij
derd. De stilte wordt alleen zo nu en dan doorbroken
door het gezang en het gefluit van de vele vogels. Een
scholekster vliegt luid piepend over onze hoofden als
we - met de hengels over onze schouder - het weiland
in lopen. Uit de scheervluchten, die hij uitvoert, is af te
leiden, dat hij ergens in de buurt zijn jongen verborgen
houdt en bezoek van wie dan ook niet erg op prijs stelt.
Het fel groene pas gemaaide
gras ligt als een veel meer dan
kamerbrede loper in het land
schap en vormt met als enige
kleurdissonant de wegren
nende hazen een breed pad
dat leidt naar ons einddoel:
een zeer fraaie poldersloot
waaraan het typisch Hol
landse landschap helaas
steeds minder rijk is. Een ma
tige westelijke wind legt een
lichte kabbeling over het wa
ter.
In de herfst en de winter een
uitgelezen plek voor de ge
marmerde snoek, of de ge
streepte rover met zijn fel
rode vinnen: de baars. De
poldersloot van nu ziet er heel
anders uit. Geen brede water
gang, maar een bijna volledig
dichtgegroeide sloot. Alleen
in het midden is nog een
kleine smalle geul, die vrijge-
bleven is van een forse plan
tengroei. De rest van het pol
derwater is in beslag geno
men door de waterlelie en de
gele plomp en hoe al die an
dere fraaie waterflora mag he
ten.
Het is er niet diep in de sloot. Op
de meeste plekken staat niet
meer dan driekwart meter
water, en soms is het zelfs nog
minder. Dat gegeven en de
heldere lucht met een fel
schijnende zon betekent voor
ons hengelaars, dat we zéér
voorzichtig moeten manou-
vreren. Eén stap te dicht langs
de oever, één wat al te fors
uitgevoerde pas kan er voor
zorgen dat de argwaan is ge
wekt bij de vis waarop we het
vandaag gemunt hebben: de
ruisvoorn.
Een fraaiere vertegenwoordiger
van de inheemse visstand is
nauwelijks denkbaar. Vooral
die oergezonde exemplaren
die in het poldergebied hui
zen waar we vandaag vissen.
Een stuk nog ongerepte na
tuur waar nog altijd een vol
ledig biologisch evenwicht
bestaat en waar zich dan ook
ruisvoorns bevinden, die al
leen in de dromen van menige
sportvisser voorkomen.
Exemplaren van dertig cen
timeter en meer.
Vissen die hun fraaie goudkleu
rige schubbenpantser paren
aan een tomeloze kracht. Vis
sen met knalrode vinnen en
de korte bovenlip ten teken
clat men er de voorkeur aan
geeft om aan de oppervlakte
te azen. Een insect, die op dit
water belandt behoeft zich
dan ook geen enkele illusie
meer te maken. Enkele oge
nblikken later, zal zijn leven
eindigen in een wijdopenge-
sperde bek van een flinke
ruisvoorn. En het enige sig
naal dat wijst op de harde na
tuurwet eten of gegeten wor
den, zijn een paar snel uit
een waaierende kringetjes in
het waterÓppervlak.
In zo'n polder is het heerlijk vis
sen. Met de vliegehengel,
maai zeker ook met de vaste
hengel. Tenminste, als de
man die die hengel hanteert
de nodige voorzichtigheid
aan de dag legt. Want de ruis
voorn is een zeer schuwe vis.
Vooral de grotere exempla
ren. Bij het minste geringste
onraad dat ze bespeuren zijn
ze gevlogen.
Vandaar ook dat we deze rooie
rijer bevissen met zo licht
mogelijke materialen. Dat be
tekent een werkelijk veder
licht pennetje, dat ook met
een rrynimale loodbelasting
al de juiste stand heeft inge
nomen. Trouwens die lood-
bevestiging is een wat andere
dan normaal. Voor deze gele
genheid bevestigen we de
verzwaring direct onder de
pen. Reden? Het aas wordt
dan ook een natuurlijker
wijze gepresenteerd. Het
zweeft als het ware naar de
bodem, wat de aantrekkings
kracht zeker moet vergroten.
Ln de polder waar we vandaag
vissen doet zich het typische
verschijnsel voor, dat de ruis
voorn daar meer belangstel
ling blijkt te hebben voor de'
made dan voor de vlok;. Als
mogelijke oorzaak daarvan
houd ik het erop, dat in deze
poldersloten zo weinig gevist
wordt, dat de vis meer ver
trouwd is met een natuurpro-
dukt: de made, dan met eer*
produkt dat ergens door een
of andere warme bakker in
zijn oven is klaargestoomd.
Het is maar een veronderstel
ling en ik geef mijn mening
graag voor een betere.
We vangen die ochtend met de
made soms kapitale exempla
ren. Vissend langs de rietkan
ten, en in de schaarse plekjes
die de waterplanten nog heb
ben vrijgelaten. Nauwelijks
hebben de maden het water
geproefd of het ragfijne pen
netje begint opnieuw met zijn
vreemde capriolen. Want het
is werkelijk een lust voor het
oog om te zien, welke fratsen
zo'n ruisvoorn allemaal met
een pennetje uithaalt. Het ene
ogenblik wordt het omhoog
geduwd tot aan het kurkje,
het volgende ogenblik ver
toont de pen een treffende ge
lijkenis met een dansmeester
en weer een ogenblik later
verdwijnt de pen met een
flinke snelheid schuin naar de
diepte.
De aanslag betekent voor de
ruisvoorn het sein om een be
gin te maken met een fors
robbertje vechten. Ondanks
onze pogingen om de vis zo
snel mogelijk naar de kant te
dirigeren, teneinde het af
schrikken van de soortgeno
ten te voorkomen, lukt dat bij
de grotere exemplaren pas na
enige tijd. Ze proberen een
weg naar de vrijheid te banen
door hun toevlucht te zoeken
in het riet of de wirwar van
waterplanten.
Dat rumoer is er de oorzaak van
dat op één plek toch niet meer
dan twee a drie grote ruis
voorns gevangen kunnen
worden. Het kabaal jaagt die
grote op de vlucht en alleen
de minder argwanende kleine
ruisvoorntjes worden dan
nog een prooi van onze vis-
lust. Verkassen betekent dat
het fascinerende spel op
nieuw kan beginnen. Als we
aan het slot van de dag weer
teruglopen door de polder
zijn we van één ding over
tuigd: de
pracht sportvis.
programma, in 1972 getekend
door socialisten, communisten
en linksradicalen, vooral een
succes voor Mitterrand was. Ten
tijde van ondertekening immers
stemde slechts vijf procent van
de Fransen op de socialistische
partij, nu meer dan dertig. De
communisten echter hebben hun
aanhang in vijf jaar zien slinken
van vijfentwintig naar twintig
procent.
Na de gemeenteraadsverkiezingen
doet de communistische partij
(PCF) er alles aan om zichzelf te
bewijzen. Ze leverde Mitterrand
onlangs een lelijke streek door op
eigen houtje een uiterst radicaal
economisch hervormingsplan te
publiceren, juist toen de socialist
op de televisie in debat moest met
premier Barre. Die kreeg nu on
verwacht een stok om zijn tegen
stander te slaan. Mitterrand
moest wel bekennen dat hij de
communistische plannen net zo
onwerkelijk vond als de premier.
Schrik
De PCF blijft erbij dat het Gemee
nschappelijk Programma na vijf
jaar eens moet worden aange
past. De communisten willen
meer nationalisaties van grote
bedrijven dan in 1972 is vastge
steld. Mitterrand, overtuigd dat
zo'n maatregel de kiezers af
schrikt, moet daar niets van heb
ben en wil het Programma alleen
maar wat bijschaven.
Hij zei dit verleden week openlijk
op het congres van zijn partij in
Nantes en voegde er nog aan toe
dat de communisten eens moes
ten opschieten om de aanpassing
van het programma voor 14 juli,
de nationale feestdag, klaar te
hebben. De communisten waren
woedend over die, wat zij noem-*
den, arrogantie en stelden de-,
monstratief een bespreking met
de socialisten uit.
ADVERTENTIE
De enige speciaalzaak voor al uw
HENGEL
SPORTARTIKELEN
Haarlemmerstraat 11, tel. 124020
't Is geen visserslatijn, maar voor al
uw hengelsportartikelen kunt u beter
terecht bij:
Leldseweg 14, Voorschoten
telefoon 01717-2430
Lage Rijndijk 36-40
Leiden, tel. 122293
HET AANGEWEZEN
ADRES VOOR AL
UW HENGELSPORT
OVERNAADSE JOL 1450,-;
NOORSE JOL 2450,-; ELAN vis-
s!oep4750,-; Crescent visboten
43 0 f 1995,-.
Hoge-Ri|ndi|k 93 - 0-71-126966