T waalf de-eeuwse dijk
in Breestraat ontdekt
Beroep correct behandeld
Opknappen huis
na brand kost
erg veel
tijd
Vragen over
panden
aan
ontruiming
Morssingel
"Stadsarcheoloog in
Leiden broodnodig
Wandkasten
Districtsgeoloog Pruissers: "Unieke vondst"
WOENSDAG 22 JUNI 1977
LEIDEN - "Ja, er mag hier gerust van een unieke vondst
gesproken worden". Dat zegt distrietsgeoloog A.P. Pruis-
sers van de Rijks Geologische Dienst staand in de bouwput
op de hoek van de Breestraat en het Gangetje. Met de troffel
wijst hij op een donkergrijze kleilaag enkele meters onder
het huidige wegdek. Dat moet het allereerste dijklichaam
van de Oude Rijn zijn geweest. De waterkering waarmee de
allereerste bewoners van Leiden zich tegen het opdringe
rige rivierwater beschermden. Een dijk, die dateert uit de
twaalfde eeuw.
Mevrouw Suurrnond-Van Leeuwen geeft in het ondiepere gedeelte van
de put aan tot waar in de 14de eeuw huisvuil werd gestort om de dijk op te
hogen.
De vondst van deze "oerdijk" is van
groot belang, omdat daarmee weer
een belangrijk stuk in de histori
sche legpuzzel van Leiden is ge
vonden. Zekerheid dat de dijk ook
werkelijk in de bodem verborgen
zat bestond er tot dusver niet. Het
vermoeden bestond alleen, dat hij
ergens tussen de Langebrug en de
Botermarkt zou kunnen liggen.
Werkzaamheden ten behoeve van
een nieuwe riolering in de Brees
traat hebben aan die onzekerheid
een einde gemaakt.
Maandagmiddag werd de interess
ante bodemstructuur bij het Gan
getje voor de eerste maal ontdekt.
Geoloog Pruissers is daarna direct
aan het werk gegaan en heeft de
verschillende lagen blootgelegd.
Gisterochtend was dat werk vol
tooid en nam het Leids college van
B en W een kijkje in de bouwput.
Een fotograaf van de afdeling Mo
numentenzorg fotografeerde de la
gen in de loop van de dag in kleur.
Nadat geoloog Pruissers, daarbij
gesteund door mevrouw H.
Suurmond-Van Leeuwen, secreta
resse van de Archeologische Werk
gemeenschap Nederland, afdeling
Rijnstreek, zijn onderzoekingen
hadden afgerond werd dat deel van
de bouwput gistermiddag weer ge
sloten.
Verrassing
De vondst is een grote verrassing
voor geoloog Pruissers, die al twee
jaar bezig is met een wetenschappe
lijke studie over het ontstaan en de
ontwikkeling van de Rijn. De
vondst van het dijklichaam past in
de verhogingen, die elders zowel
aan de noordkant als aan de zuid
kant van de Oude Rijn zijn gevon
den. Aan de noordkant loopt die
verhoging via Lage Rijndijk, Haar
lemmerstraat en Morsweg naar de
"haak" bij de Vink, waar de Oude
Rijn afbuigt in de richting van de
zee. Aan de zuidkant past de vondst
in de Breestraat in de verhogingen
langs de Rijndijk, Haagweg, Hoge
Woerd en Hoge Rijndijk.
Geoloog Pruissers: "De oudste be
woning in deze streek is te vinden
bij de monding van de Rijn. Later is
men meer stroomopwaarts getrok
ken. In de vroege middeleeuwen
(6de en 7de eeuw) kwam men tot
Rijnsburg. De zogenaamde Karo
lingische verbreiding in de 8ste en
9de eeuw strekte zich uit tot Alphen
aan den Rijn. In die tijd woonde
men nog uitsluitend aan de boor
den van de Rijn. In de tiende en
elfde eeuw begon men behalve
stroomopwaarts ook landinwaarts
te wonen, zowel links al rechts van
de Rijn.
In Leiden kwam aan het eind van
de twaalfde eeuw de .eerste stad
sontwikkeling op gang. Die speelde
zich voornamelijk af in het gebied
ingeklemd tussen Breestraat,
Steenschuur en Rapenburg. De
eerste woningen moeten gestaan
hebben ongeveer op de plaats waar
nu het wegdek van de Breestraat
ligt. Zij waren als het ware aange
bouwd tegen het dijklichaam, dat is
aangetroffen op de hoek van de
Breestraat en het Gangetje. Naar al
ler waarschijnlijkheid loopt de dijk
onder het trottoir en onder de be
bouwing van de noordkant van de
LEIDEN - In de Sluisstraat staat
een woning nu al enkele maan
den. in de steigers. De jeugd
maakt er gretig gebruik van en
gebruikt de steigers als speelob-
ject. Maar omwonenden zijn
bang dat er vandaag of morgen
een ongeluk zal gebeuren.
Vorig jaar december, vlak voor
Kerstmis, ontstond er brand in de
woning. De oorzaak is niet vast
gesteld; maar de gevolgen waren
wel dat het huis tijdelijk onbe
woonbaar werd voor de familie
die er al twintig jaar verbleef: het
gezin De Graaf, echtpaar met drie
kinderen.
Na de brand werd het dak van de
woning spoedig gerepareerd, zo
dat in ieder geval de omliggende
woningen geen hinder van lek
kages zouden gaan ondervinden
(doordat het vocht zich via de
aangetaste binnenmuren zou
gaan verspreiden).
Maar daarna gebeurde geruime tijd
niets. Waarom niet? De woning is
eigendom van de woningbouw
vereniging Tuinstadswijk.
Secretaris Meerburg zegt: "Na de
eerste reparaties begon het spel
met de ver-zekeringen, Zo gaat
dat nu eenmaal. De mensen den
ken misschien dat het een
broodje van de bakker is, maar ik
heb meteen gezegd dat het op
knappen wel eens een jaar zou
kunnen gaan kosten".
En zo heeft een behoorlijk aantrek
kelijke woningwetwoning met
een redelijke huurprijs een half
jaar bijna onbeheerd gestaan.
Maar het "spel met de verzeke
ringen" lijkt nu gespeeld. Sinds
kort heeft de woningbouwver
eniging een bevestiging binnen
van de verzekeringsmaatschap
pij dat er geld op tafel zal komen.
Het geld is nog niet binnen,
"maar het betekent dat de aan
nemer binnenkort weer in de
woning aan het werk kan", aldus
Meerburg.
De bewoners zijn intussen onder
gebracht in een woning van de
Leidse Woningstichting op de
Agaatlaan. Vierhoog op een flat,
een situatie die ze niet als prettig
ervaren, temeer daar de huur nog
honderd gulden hoger is dan in
de Sluisstraat. Mevrouw De
Graaf zegt bovendien niet de ze
kerheid te hebben of het gezin
bovendien in de Sluisstraat kan
terugkeren.
"We hebben gehoord dat de wo
ningbouwvereniging dat volgens
de wet niet verplicht is".
Secretaris Meerburg bevestigt het
ontbreken van een wettelijke
verplichting. "Er wordt geen
huur voor de woning betaald. De
wet zegt als iets weg is, is er geen
huurder meer. Maar dat is een
formele zaak. Moreel voelen we
ons natuurlijk wel gebonden om
met de familie De Graaf weer in
zee te gaan".
Geoloog Pruissers wijst in het diepe gedeelte van de bouwput op welke hoogte de dijk in de twaalfde eeuw moet
hebben gelegen. Het donkere gedeelte daarboven is het vroegere looppad.
Breestraat door. Opgravingen in de
Koornbrugsteeg zullen daarover
definitief uitsluitsel kunnen geven.
Boringen
Het dijklichaam is opgebouwd uit
klei, dat afkomstig is uit de bedding
van de Oude Rijn. Boringen tot een
diepte van zes meter hebben de af
gelopen dagen uitgewezen, dat zich
onder het dijklichaam mariene klei
bevindt. Een bewijs, dat de bed
ding van de Rijn in vroeger dagen
nog breder moet zijn geweest of een
andere loop heeft gehad.
Volgens geoloog Pruissers valt uit
de bodemstructuur, die is blootge
legd, af te leiden dat de dijk destijds
een loopvlak moet hebben gehad.
Een dun zwart laagje duidt erop dat
er vroeger stro moet hebben gele
gen. Ook al weer uit de bodemlagen
kan worden geconcludeerd dat in
de dertiende eeuw een begin werd
gemaakt met het storten van huis
vuil om de oude dijk op te hogen. In
die huisvuillaag worden onder
meer botten, scherven en mest
aangetroffen.
De ophoging van de dijk is volgens
geoloog Pruissers nodig geweest in
verband met de peil verhoging van
de Rijn in de dertiende eeuw. Die
werd niet veroorzaakt door een
verhoogde afvoer, want de Oude
Rijn functioneerde maar tot in de
12de eeuw. Daarna werd het water
via de Lek en de Maas naar zee af
gevoerd en raakt de Rijnarm in ver
val. Nee, juist de geringe afvoer was
er de oorzaak van dat het zeewater
steeds verder het land kon bin
nendringen. Dat was zelfs tot in
Koudekerk merkbaar.
Vuil
.Geoloog Pruissers; "Je zou kun
nen zeggen dat Leiden zich in die
jaren opbouwde uit het vuilDe op
hoging ging door tot in de veer
tiende eeuw. De top van de dijk
werd toen voorzien van een ver
harde laag vermoedelijk bestaande
uit asresten en slakken. Er zijn ook
wat zwerfkeitjes in gevonden.
Door de grote landhonger van de
Leidenaar werd het dijklichaam
steeds meer verbreed en werd het
Rijnwater steeds verder terugge
drongen. In de vijftiende eeuw
hebben ze daar een stokje voor ge
stoken. Was dat niet gebeurd, dan
zou de Rijn in Leiden waarschijn
lijk helemaal verdwenen zijn", al-
dtfs de heer Pruissers.
LEIDEN - De - historisch gezien - zeer belangrijke vondsten die de
afgelopen dagen tijdens de rioleringswerkzaamheden in de Brees
traat werden gedaan, roept de vraag op of er in Leiden geen stad-
sarcheoloog moet komen. Zeker nu de gemeente voor de komende
jaren nog een (aantal plannen in petto heeft, waarbij delen van de
binnenstad ,,op de schop" gaan.
Tot dusver is het oudheidkundig bodemonderzoek in Leiden geba
seerd geweest op de vrijwillige en enthousiaste medewerking van
een aantal deskundigen, amateurarcheologen en gemeenteamb
tenaren. Van een werkelijk gecoördineerd beleid is op dit moment
geen sprake. De provincie beschikt voor heel Zuid-Holland over
één archeoloog, die gezien de vele vondsten lang niet altijd ter
plaatse kan zijn.
Dat de vondsten in de Breestraat en bij het Gangetje konden worden
gedaan is onder meer te danken geweest aan de activiteiten van
mevrouw H. Suurmond-Van Leeuwen. Als secretaresse van de
Archeologische Werkgemeenschap Nederland, afdeling Rijn
streek en als bestuurslid van de Vereniging Oud Leiden, nam zij
vrijwillig een coördinerende taak op de schouders. Ook directeur
Vos van de Dienst Gemeentewerken leverde voor hij op vakantie
ging een belangrijke bijdrage.
Sinds vorige week maandag worden de verrichtingen in de Brees
traat gadegeslagen door districtsgeoloog A. P. Pruissers. „Ik doe
dit soort opgravingen als er geen archeoloog beschikbaar is. Dat
gebeurt in nauw overleg met de Rijksdienst voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek. Eigenlijk had ik hier al weg moeten zijn, want
het werk elders stapelt zich op, maar ja, als je zulke vondsten
doet
Geoloog Pruissers is van oordeel dat Leiden zit te schreeuwen om
een stadsarcheoloog, maar de eerlijkheid gebiedt hem te zeggen
dat hij die de eerste vijf jaar niet ziet komen. Ook wethouder Waal
(Stadsontwikkeling) zou graag zien dat Leiden zich een stadsar
cheoloog zou kunnen permitteren. Al was het maar samen met een
paar andere gemeenten. Maar financieel zit dat er op korte termijn
niet in.
Een lichtpuntje in de duisternis kan de oprichting van een begelei
dingcommissie zijn, die het college in Leiden op het punt van de
historische vondsten gaat adviseren. Een dergelijk adviescollege
staat op punt geboren te worden.
Inmiddels is dr. ïr. A. H. van Oerle gevraagd om voorzitter te worden.
Van Oerle geniet grote bekendheid onder meer door zijn om
grijke werk over de ontwikkeling van Leiden tot de 17e eeuw
Verder zouden daarin o.m. zitting hebben directeur gemeente
werken ir. H. H. Vos, directeur van het Leids gemeentearchief mr
W. Downer, een vertegenwoordiger van de Archeologische Werk
gemeenschap een aantal deskundige hoogleraren op dit gebied en
districtsgeoloog Pruissers.
Behalve de waardevolle adviezen van deze groep mag verwacht
worden, dat ook zij bij het Leids college de spoedige aanstelling
van een stadsarcheoloog zullen bepleiten.
BRAM VAN LEEUWEN
■k De woning in de Sluisstraat, die vorig jaar vlak i
brand werd getroffen.
LEIDEN - PSP-raadslid Hilda Pas-
schier en PPR/D'66-raadshd Lau
rens Beijen hebben het college
schriftelijke vragen gesteld over de
plannen tot ontruiming van de wo
ningen aan de Morssingel in ver
band met de sloop. Zoals bekend
zullen op die plaats nieuwe flatwo-
ADVERTENTIE
oneindig aan
elkaar te bouwen
en variabel van j
indeling
Interieurverzorging bv Jan
Leiden Bentveld
Werkbezoek
industrieën
LEIDEN - Een groep bestaande t
ambtenaren van gemeente, provin
cie en rijk, staten- en raadsleden en
bestuurders en medewerkers van
semi-overheidsinstellingen zullen
vrijdag een werkbezoek brengen
aan een aantal industriële vestigin
gen in de Leidse regio. Dat is een
initiatief van de Lcidsche Vereeni-
ging van Industrieelen in samen
werking met het gemeentebestuur
van Leiden. De bedoeling is om
contacten tussen overheid en in
dustrie te verbeteren en te verste
vigen.
Staatssecretaris Klein over kwestie gezakte Leidse studente:
afgeweken van het
ri de panden drie
maanden voor het bouwrijp maken
van de grond te ontruimen.
"Waarom moeten de bewoners van
de Morssingel op 25 juli a.s. de pan
den ontruimd hebben?" zo vragen
de raadsleden zich af. "Geldt de
mondelinge toezegging "dat de
"Onpartijdige
voorlichting"
LEIDEN Het Leids college van B
en W wijst het WD-verwijt van de
hand dat er in de gemeentelijke ad
vertentie die op 20 mei jl. in deze
krant werd geplaatst partijdige êeen bezwaar" zullen afgeven
LEIDEN/DEN HAAG - Staatsse
cretaris Klein (Onderwijs en We
tenschappen) is van oordeel dat het
beroep dat vorig jaar september
door de Leidse studente Therèse
Schijffelen-Miedema werd inge
steld tegen de beoordeling" van een
door haar afgelegd tentamen inlei
ding staatsrecht, correct is behan
deld. Hij antwoordt dit op vragen
van de Tweede-Kamerleden drs. M.
Beinema (ARP), A. J. Hermes
(KVP) en drs. G. van Leijenhorst
(CHU).
Mevrouw Schijffelen was voor haar
tentamen, dat behoort bij het kan
didaatsexamen Nederlands/nota
rieel recht deel II, gezakt. Zij
verklaarde haar beroep ongegrond.
Over deze uitspraak heeft mevrouw
Schijffelen nadien ook in deze
het echter niet eens met een aantal krant haar misnoegen geuit. Zij
vragen die tijdens het tentamen
waren gesteld. Bovendien vocht ze
de beoordeling aan. Uiteindelijk objectief kan oordelen.
ging de studente in beroep bij een T J
vaste commissie van beroep van de
juridische faculteit, die is ingesteld
op grond van artikel 40 van de Wet
Universitaire Bestuurshervor-
ming. Deze commissie, die louter
bestaat uit leden van de faculteit,
Klein zegt verder dat de juridische
faculteit de rechtsgang en de sa
menstelling van de beroepscom
missie naar behoren heeft geregeld.
mening dat de commissie
zijdig is samengesteld en dus niet Overigens merkt de staats sec reta
in zijn antwoord wijst staatssecre
taris Klein erop dat hij niet kan
oordelen over de uitspraak van de
Wel zegt hij het oordeel
nog op dat de zg.
de bestuurshervorming (een lande
lijke commissie) bezig is een advies
op te stellen over geschillenrege
lingen en rechtsbescherming,
deze bij de wet ingestelde Daarbij zal ook aandacht worden
te moeten respecteren besteed aan de behandeling van be-
als een "onaantastbaar eindoor- roepen, zoals dat
deel". Schijffelen.
voorlichting zou zijn gegeven. De
WD-raadsleden Kuijers en
Schoute meenden uit de tekst te
kunnen afleiden dat men de presta
ties van het nu zittende program
college onder de bezielende leiding
van het huidige kabinet extra heeft
benadrukt. In het antwoord zeggen
B en W het een raadsel te vinden
hoe de WD-ers hebben kunnen le
zen dat het ging om "dit college" en
het "huidige kabinet". "De adver
tentietekst spreekt met opzet
slechts over algemene teksten als
"regering" "parlement", "gemee
nte" en over "zaken, die regering en
parlement regelen", aldus B en W.
Het college zegt dat alle adverten
tieteksten zijn geschreven door de
betrokken afdeling van de gemee
ntesecretarie en dat die teksten on
gewijzigd zijn afgedrukt in de ad
vertenties.
en dat er "niet eerder ontruimd zou
worden dan nodig was" niet meer?
Ook vragen de raadsleden zich af
waarom ze niet in kennis zijn ge
steld van een dergelijk onderzoek
naar de restauratiemogelijkheden
van de bestaande panden. Wethou
der Waal zou dat in een in mei ge
houden commissievergadering
hebben toegezegd. Beide raadsle
den willen door B en W geïnfor
meerd worden over de planning
van de Morssingel en vragen zich af
of met de ontruimingsplannen niet
pas begonnen had moeten worden
nadat de raad akkoord gegaan is
met het nieuwe bestemmingsplan.
Tenslotte wordt in de vragen op de
mogelijkheid gewezen dat Gedepu
teerde Staten geen "verklaring van
lang er nog bezwaarschriften met
ernstige bezwaren tegen de sloop
lopen. De kans bestaat in dat geval
dat de panden nog jarenlang leeg
zullen staan.
ADVERTENTIE
Friese staart- en stoeltjes-
klokken, Zaanse- en
Schippertjesklokken.
Div. stijlklokken,
moderne schoorsteen- en
wandklokken.
Interessante collecties
antieke klokken.
Horloger
v. d. WATER
Haarlemmerstraat 181