DE STRIJD
VAN DE
JALOERSE
PRINSESSEN
DOOR BERT PAAUW
DONDERDAG 16 JUNI 1977
PAGINA 19
OEGSTGEEST - "Ik zie het Kamer-werk als een grote uit
daging". Mr. Elida Wessel-Tuinstra uit Oegstgeest, één van
de vele nieuwe gezichten die de Tweede Kamer na de ver
kiezingen van mei telt, heeft duidelijk zin in haar nieuwe
baan. Al relativeert ze: "Ik heb niet bewust naar een
Kamer-zetel gestreefd. Als het niet doorgegaan was zou het
ook geen ramp zijn geweest. Maar in mijn vorige betrek
king als beleidsmedewerkster op het ministerie van on
derwijs stond ik zo dicht bij het Kamer-werk dat ik af en toe
dacht "Dat zou ik ook wel eens willen proberen".
Daar krijgt de politica van Democraten '66, gehuwd met de
in politieke kringen ook bepaald niet onbekende professor
Wessel dan nu alle gelegenheid voor. Ze zegt: "Ik heb altijd
al veel belangstelling voor de politiek gehad. Dat heb ik van
huis uit meegekregen. En als je eenmaal met het virus van
de politiek bent besmet dan laat het je niet meer los".
Werkelijke politieke activiteiten ontplooide Elida Wessel in
de jaren '65/'66, een periode waarin de Boerenpartij van
Koekoek nogal aansloeg. Elida Wessel: "Mijn man en ik
schrokken daar geweldig van. Kennelijk waren de mensen
een beetje uitgegekeken op de toenmalige politieke parti
jen en vond men in de Boerenpartij een uitlaatklep. Wij
wilden toen ook iets doen en zijn lid geworden van de Partij
van de Arbeid met de bedoeling die partij op te krikken.
De PvdA was in '65 een erg conser
vatieve en paternalistische partij.
Als je bijvoorbeeld een idee had
dan mocht je die spuien aan het
afdelingsbestuur. Het afdelings
bestuur gaf het door aan het dis-
trictsbestuur en het districtsbe-
stuur gaf het dan weer door aan
het hoofdbestuur. Er was toen
weinig of niets te merken van een
vernieuwingsgezinde instelling.
Mijn man had het al vrij snel be
keken en richtte met enkele an
deren D'66 op. Zelf ben ik wat
langer lid gebleven maar na een
tijdje toch ook overgestapt op
D'66. Wel maakte juist in die pe
riode de Nieuw Links-beweging
binnen de PvdA opgang maar de
ideeën van die beweging waren
mij wat te extreem."
Opporren
Eenmaal aangeland bij D'66 zette
mr. Elida Wessel zich volledig in
voor die partij. "In onze toenma
lige woonplaats Voorburg richt
ten mijn man en ik een afeling op
en dat deden we later ook in
Oegstgeest. Het klimaat was er in
die jaren echt goed voor. We por
den gewoon wat mensen op. Er
moest dan op een eerste vergade
ring wel stevig op elkaar worden
ingepraat maar als eenmaal de
vonk oversprong dan liep het
verder wel".
Bij de Staten-verkiezingen in 1970,
.die voor D'66 een zeer goed resul
taat opleverde, fungeerde Elida
Wessel als lijsttrekker in Zuid-
Holland. Na de verkiezingen
kwam Elicja Wessel ("In een
jonge partij heb je veel kansen")
aan het. hoofd te staan van een
negen man en vrouw sterke frac
tie.
Over die periode zegt ze: "Driejaar
heb ik met bijzonder veel en
thousiasme het Staten-werk ge
daan. Jammer genoeg begon
D'66 zich in het begin van de ze
ventigerjaren veel te veel te bin
den aan de PvdA. Ik ben altijd
een voorstander geweest van een
onafhankelijke koers Maar bin
nen D'66 sloeg de idee van een
progressieve volkspartij enorm
aan. Ik vond het nogal naief en
voorbarig om te dénken dat zo'n
volkspartij op korte termijn te
realiseren was. Ik kende de PvdA
nog en wist dat vernieuwingsge
zindheid daar niet zo geweldig
aansloeg ook al is er nu veel in die
partij verbeterd.
Ik heb in die periode m'n best ge
daan om D'66-ers te bekeren
maar het lukte niet. In maart '73
ben ik uit de Staten gestapt en
heb mijn lidmaatschap van D'66
opgegeven. Mijn man was er al
eerder uitgestapt, met pijn, want
hij was tenslotte één van de op
richters van D'66 geweest. We
hebben toen wel gezegd: Als D'66
weer een onafhankelijke koers
gaat varen komen we terug".
Professor Wessel richtte na z'n uit-
treden uit D'66 de Liberale De
mocratische Partij (LDP) op, een
partij voor 'links liberalen' zoals
Elida Wessel het omschrijft. Zij
zegt over deze partij die eigenlijk
nooit goed van de grond is geko
men: "Ik zag er ook wel iets in
maar ben er toch geen lid van ge
worden. Ik heb bewust een aantal
jaren emotioneel afstand van de
politiek genomen. Wel vond ik
het erg triest te zien hoe het
steeds verder bergafwaarts ging
met D'66.
OEGSTGEEST - Mevrouw Elida
Wessel-Tuinstra was voordat zij
tot Tweede Kamerlid voor D'66
werd gekozen beleidsmedewerker
op het ministerie van Onderwijs
Daarvoor was zij ook al in andere
betrekkingen op onderwijs
gebied werkzaam geweest: o.a.
als docente staatsburgerschap en
maatschappijleer aan een mid
delbare school, als docente socio
logie bij het hoger beroepsonder
wijs en als lid van de gemeente
lijke schooladviesdienst in Lei
den.
Ook ontplooide mevrouw Wessel-
Tuinstra,' die een rechtenstudie
aan de universiteit van Amster
dam voltooide, in de afgelopen
jaren diverse maatschappelijke
activiteiten. Zij was onder meer
lid van de adviesraad van de Sy
node van de N.H. Kerk; hoofdbe
stuurslid van de Protestantse
stichting voor verantwoorde ge
zinsvorming; lid van de Universi
teitsraad van de Erasmus-
universiteit in Rotterdam en nog
altijd lid van de adviesraad voor
de Leidse binnenstad. Bovendien
is zij al sedert de oprichting lid
van de stichting Man-Vrouw-
Maatschappij.
De uit het Overijsselse Ommen af
komstige inwoonster van Oegs
tgeest is gehuwd met professor
mr. J. Wessel, hoogleraar be
stuursrecht en bestuurskunde
aan de Technische Hogeschool in
Delften is moeder van een doch
ter (18 jaar) en twee zoons (16 en
14 jaar).
Ommekeer
De ommekeer kwam vorig jaar no
vember tijdens het congres van
D'66 in Utrecht. Elida Wessel:
"De daar door Jan Terlouw ge
propageerde onafhankelijke op
stelling gaf mij het geloof in D'66
terug. Ik ben toen weer lid ge
worden en heb me beschikbaar
gesteld voor een eventueel
Kamer-lidmaatschap".
Via de 'kandidaten-toernooien'
kwam mr. Elida Wessel in fe
bruari uiteindelijk terecht op een
negende plaats, een 'klassering'
waar ze erg blij mee was. Zegt ze:
"In februari was het nog een ta
melijk onverkiesbare plaats maar
de toch vrij hoge klassering gaf
me veel voldoening omdat ik er
uit afleidde dat men binnen D'66,
ondanks mijn bedanken in '73,
toch niet het vertrouwen in mij
had verloren".
De verkiezingsuitslag vorige
maand bracht D'66 acht Kamer
zetels zodat mr. Elida Wessel toch
juist niet tot het parlementaire
werk geroepen leek. Omdat
acht op de lijst, de
Meta van Beek bedankte,
kon de Oegstgeester politiea als
nog de Kamer binnenstappen.
Het bedanken van Meta van Beek
deed overigens enig stof op
waaien. Kamer-voorzitter Vonde
ling nam zelfs het woord 'onge
past' in de mond. Elida Wessel
kan de opmerking van Vondeling
wel rechtvaardigen "Als je je be
schikbaar stelt voor de Kamer
moetje het ook doen. Anders be
staat er het gevaar dat mensen op
een lijst gaan staan alleen met de
bedoeling «om stemmen te trek
ken".
Toch kan zij ook wel begrip op
brengen voor de stap van haar
partij-genote. Elida Wessel ver
klaart: "Meta van Beek had on
juiste informatie gekregen van
haar werkgever. Ze zou na haar
Kamer-periode niet meer kunnen
terugkeren in haar huidige be
trekking bij Sociale Belangen in
Den Haag. Gezien haar leeftijd
van 57 jaar vond zij dat te riskant.
Bovendien heeft ze veel voldoe
ning in haar h.uidige baan".
Een voldoening die Elida Wessel
ook hoopt te vinden in haar par
lementaire baantje. In de fractie
van D'66 zal zij zich onder meer
gaan bezighouden met bepaalde
sectoren van het onderwijs: "Ik
ga mij bezighouden met het
volwassenen-onderwijs en het
onderwijs aan werkende jonge
ren. Ik zal, proberen mee te hel
pen om het onderwijs wat dichter
bij de werkelijkheid te brengen,
het onderwijs is teveel in een iso
lement geraakt. Bepaalde ont
wikkelingen zijn toch min of
meer aan het ministerie van on
derwijs voorbijgegaan. Neem de
Moeder-MAVO. Het succes daar
van kwam als een grote verras
sing. Bij het ministerie had men
de behoefte aan een dergelijke
vorm van onderwijs duidelijk
niet onderkend".
Emancipatie
Ook het emancipatie-beleid be
hoort tot "de portefeuille" van
Elida Wessel. Zij toont zich een
warm voorstander van het voor
stel van haar partijgenote Paula
Wassen, voorzitster van de
Emancipatiecommissie, om een
minister voor Emancipastie-
beleid aan te stellen. Zij meent:
"De aanstelling van een eman
cipatieminister zou de erkenning
betekenen van een maatschappe
lijk belang. In die zin zou het dan
ook een groot psychologisch ef
fect hebben: op hoog niveau
wordt het emancipatie-probleem
erkend. Het klimaat voor een
emancipatie-minister is er nu ook
rijp voor, dankzij de Moeder-
MAVO, dankzij de Emancipatie
commissie en dankzij het Jaar
van de Vrouw.
Het besef is gegroeid dat de vrouw
in een achterstand-situatie ver
keert. Driekwart van alle mini
mumloners bestaat uit vrouwen,
voor vijftig procent van de meis
jes is de MAVO/HAVO het ein
donderwijs en zo zijn er meer
voorbeelden te geven". Ik heb in
1966 een artikeltje over de positie
van de werkende vrouw geschre
ven. Dat zou nu zo weer gepubli
ceerd kunnen worden. Het enige
wat veranderd is is dat meer
mensen het zouden lezen en dat
er waarschijnlijk serieuzer op zou
worden gereageerd. In '66 werd
het als vriendelijk gebabbel ter
zijde geschoven".
Elida Wessel benadrukt dat een
eventueel -aan te stellen bewinds
vrouw (man) ministeriële be
voegdheden moet hebben. Zij
zegt: "De emancipatie moet in
het overheids-beleid worden ge-
integreerd. Je moet oppassen dat
een emancipatie-commissie^ of
een emancipatie-bewindsman
geen zoethoudertje is. Daarom is
een staatssecretariaat niet vol
doende. Er moet iemand komen
die toegang heeft tot de minister
raad om bij alle ministers aan te
dringen op de uitgangspunten
van de emancipatie. Neem bij
voorbeeld het personeelsbeleid
van de overheid. Dat is een on
derontwikkelde zaak. Er heerst
nog het automatisme dat de man
in leidende functies wordt be
noemd. Maar ook in de adviesli
chamen van de regering en in de
Kamer zitten te weinig
Daarom vond ik de actie bij de
laatste verkiezingen 'Stem eens
op een vrouw' zinvol. Alleen wil
ik er wél aan toevoegen 'Stem op
een goede vrouw'. Je moet niet
alleen op een vrouw stemmen
vanwege het vrouw-zijn".
Overigens voeren in de D'66-fractie
in de Tweede Kamer mannen de
boventoon met aanvoerder Jan
Terlouw als de gezichtsbepa
lende figuur. Elida Wessel: "Ter-
louw is gewoon een zeer goede
politicus, niet alleen aardig en
sympathiek. De opmerking dat
D'66 vooral dankzij het gezicht
van Terlouw gewonnen heeft bij
de laatste verkiezingen is volgens
mij onjuist. Tenslotte was Ter-
ïouw ook al fractievoor
zitter toen het niet zo goed
ging met D'66. Dus de goede
verkiezings-uitslag kan niet al
leen aan hem gelegen hebben. De
onafhankelijke opstelling en de
open en eerlijke wijze van poli
tiek voeren van D'66 hebben daar
ook toe bijgedragen. Wij zijn één
van de weinige partijen geweest
die duidelijk hebben gezegd dat
er de komende jaren nog maar
weinig mogelijkheden voor in-
komensgroei voor iedereen zijn".
Functie
"Er staan grote problemen voor de
deur. Daarom is er een regering
nodig die steunt op een hechte
parlementaire basis. Voor D'66
zie ik in een regering met PvdA
en CDA een duidelijke functie,
mede omdat D'66 niet wordt ge
hinderd door een grote achterban
en geen nauwe banden heeft met
bepaalde belangengroeperingen
zoals de vakbonden. De inbreng
van D'66 zie ik vooral op twee ge
bieden. Ten eerste het bevorde
ren van de individuele
ontplooiing van de mens. De
PvdA ziet de mens teveel als
groepspersoon terwijl 't CDA op
grond van haar christelijke over
tuiging teveel van overheidswege
wil regelen, bijvoorbeeld op het
gebied van de zedelijkheidswet
geving.
Verder zal D'66 zich sterk moeten
maken voor een nieuw
industrie-beleid, gericht op het
behoud van een schoon milieu
maar ook op winst voor de on
derneming.
De ideeën van de PvdA op dit punt
spreken mij niet zo aan. Daar
wordt teveel de nadruk gelegd ap
het werk om het werk en boven
dien hebben de PvdA-
denkbeelden een remmende
werking op de ontwikkeling van
de technologie. En juist de tech
nologische ontwikkeling kan bij
een gericht industriebeleid goed
worden gebruikt.
De ideeën van D'66 over een nieuw
industrie-beleid kun je kerna
chtig samenvatten met de slogan
die wc wel tijdens de verkie
zingscampagne hebben ge
bruikt: Een gezond bedrijfsleven
in een gezond milieu".
Zo'n dagblad
correspondent zit niet
voor niets in Rome. On
langs gaf de man van
o.a. de NRC een sub
liem verhaal. Als de be
trokken prinsessen niet
zo oud waren zou menig
damesblad ervan smul
len. In 't kort komt 't
hier op neer. Prinses
Pallavicini (63) liet be
gin deze maand in haar
paleis de Franse bis
schop Lefebvre een le
zing geven over de Kerk
na het concilie.
Lefebvre is in katholieke kring
zeer berucht omdat hij met
name in de liturgie elke ver
nieuwing afwijst. Hij heeft
alle banvloeken over zijn
hoofd uitgestort gekregen die
Rome voor zulke lieden in
petto heeft.
Maar waarom nodigt die eige
nwijze prinses hem nu uit,
vraagt U. Wel ze is boos omdat
de paus alléén nog de adel
lijke titels geldig verklaard
heeft van de z.g. pauselijke-
families (d.w.z. de families
waarvan er leden momenteel
rechtstreeks in dienst zijn van
het Vaticaan, zoals de prinsen
Allessandro Torlonia en
Aspreno Colónna de twee as
sistenten van de pauselijke
troon).
Prinses Isabel Colonna (90 jaar,
U leest 't goed) hield op het
zelfde moment dat de recalci
trante Lefebvre zijn lezing gaf
een receptie bij haar thuis ter
ere van mgr. Benelli, waar-
schijlijk, maar dat bedenk ik
nu, omdat Benelli zojuist
door de Paus tot het kardina
laat verheven is.
Dat alles gebeurt nü, in 1977.
Een stel jaloerse rijke prin
sessen die hun ordinaire
middeleeuwse ruzie uitvecht
ten rond twee prelaten tlie
ook met elkaar overhoop lig
gen. Als treffende bijzonder
heid wil.ik nog-vermelden,
dat paus Paulus.graag Benelli
als zijn opvolger zou zien. Dat
is in Rome een publiek ge
heim. Vandaar ook die on
verwachte kardinaalsbenoe
ming. Want 't is gebruikelijk
dat de nieuwe paus gekozen
wordt uit de-kardinalen.
Concilium
In felle tegenstelling tot dit
flauwe, misselijke gedoe, dat
eigenlijk niet waard is er
enige aandacht aan te beste
den. staat in een officieel do
cument. Ik vond het in "Con
cilium", internationaal tijd
schrift voor theologie, 13de
jaargang, nr. 4.
"Concilium" wordt geredigeerd
door 33 theologen, waaron
der. Yves Congar (Parijs), Pe
ter Huizing, Bas van Iersel,
Anton Weiier, Edward Schil-
lebeeckx (Nijmegen), Hans
Küng (Tübingen), Karl Rah-
ner (München), Herman
Schmidt (Rome). De titel van
het nummer luidt: "Trekt de
Kerk zich de armoede van de
wereld aan?" Het bedoelde
document bevat een verkla
ring van anonieme bisschop
pen, opgesteld aan het eind
van het 2de Vaticaans Conci
lie. Zij noemen het hun „ver
plichtingen".
Ik vat het document samen
zonder aan de inhoud ervan
tekort te doen.
1. Wij willen leven zoals ons volk
leeft wat betreft kleding,
voedsel, de middelen van
vervoer en al wat hiermee
samenhangt.
2. Wij nemen voorgoed afstand
van alle schijn van rijkdom en
alle werkelijke rijkdom,
vooral in kleding (rijke stof
fen, opvallende kleuren), bis
schoppelijke kentekenen van
kostbaar metaal.
3. Wij willen geen roerende of
onroerende goederen bezit
ten; geen bankrekeningen die
op onze naam staan.
4. Wij willen geen administra
teurs zijn maar herders en
apostelen.
5. Wij weigeren mondeling of
schriftelijk te worden aange
sproken met titels die duiden
op macht en aanzien (eminen
tie, excellentie, monseig
neur).
6. Wij willen in ons gedrag elke
schijn vermijden van het ge
ven van privileges, voorrang
of zelfs maar voorkeur aan
Door
Piet Wesseling
rijken en machtigen (b.v. het
aanbieden van diners of het
aannemen van uitnodigingen
daartoe).
7. Wij willen vermijden iemands
ijdelheid te strelen om zo gif
ten te ontvangen.
8. Wij willen al onze aandacht
besteden aan de apostolische
en pastorale hulp van hen die
in moeilijkheden verkeren en
van hen die economisch zwak
of onderontwikkeld zijn.
9. Wij zullen trachten de zg.
werken van liefdadigheid om
te zetten in maatschappelijke
dienstverlening op basis van
liefde en gerechtigheid.
10. Wij zullen er bij onze rege
ring op aandringen om wet
ten op te stellen en uit te voe
ren die vereist worden door
de gerechtigheid, de gelijk
heid en de harmonische en to
tale ontwikkeling van elke
om zo te komen tot een
nieuwe maatschappelijke
orde die beantwoordt aan de
waardigheid van de kinderen
der mensen en de kinderen
van God.
11. Wij verplichten ons aan te
dringen op het vormen van
economische en culturele
structuren die geen proleta
riaat kweken in een steeds
rijker wordende wereld maar
die arma massa's helpt om uit
hun ellende te raken.
12. Wij verplichten ons om in
pasotrale liefde ons leven te
delen met priesters, religieu
zen en leken, zodat ons ambt
een werkelijke dienstverle
ning wordt.
13. Teruggekeerd in ons bisdom
zullen wij ons besluit bekend
maken aan de mensen van
ons bisdom en hun vragen om
ons te helpen met hun begrip,
hun medewerking en gebed.
God helpe ons om trouw te
blijven.
Vragen
Voorwaar een document waar
je even stil van'wordt. Ik heb
de tientallen verwijzingen
weggelaten voor elk onder
deel van deze verklaring naar
teksten uit het evangelie.
Maar voor iedereen is dit zon
der meer een zeer evangelisch
werkstuk.
Hoe komt het dat niemand van
mijn kennissen er ooit van
gehoord blijkt te hebben?
Was er geen enkele Neder
lander onder die anonieme
bisschoppen? Nee, want in
punt 13 staat, dat ze hun be
sluit bekend zouden maken.
Zouden de 7 Nederlandse
bisschoppen het eens zijn met
deze verklaring? Zo niet,
waarom dan niet? Moeten we
die anonieme bisschoppen
heel ergens anders zoeken?
Ik vermoed dat Helder Camara
een van hen is. Waarom wordt
hij hier telkens zo feestelijk
en blij ingehaald met uitbun
dige episcopale deelname
wanneer men het niet eens is
met zijn visie op het ambt?
Dit zijn toch wel aardige vragen
voor pater Alfred v.d. Weijer
wanneer hij weer eens voor de
KRO/RKK praat met Johan
nes Kardinaal Wiilebrands.
Meningen op
deze pagina
weergegeven zijn
voor rekenipg
van de auteurs