Ook in Leiden PvdA winnaar In Alphen deed WD het niet zo goed als elders WinstPvdA niet zo hoog in gebieden met werkloosheid A i i Leidse politicologen analyseren uitslag ,1 i \CDA r' PB 35 30 15 10 '48 '51 '56 '59 '63 '67 5 '71 '72 '77 DIT WAS DE KEUS VAN LEIDEN I ALPHEN l 30NGE DRIE 67 71 '72 77 msnmssam "1 OUDE VIED v V Verloop van politiek getij l 1 DONDERDAG 26 MEI 19 LEIDEN - De PvdA heeft zijn aanhang vooral zien toene men in de grote gemeenten (boven de 100.000 inwoners) en op het z.g. verstedelijkte platteland mensen die buiten zijn gaan wonen). Op het echte platteland hebben de so cialisten zich niet noemens waardig kunnen doorzetten. Dit is een van de concliLsies van medewerkers van de vak groep politieke wetenschap pen van de Leidse universiteit die vannacht de verkiezingen analyseerden aan de hand van computergegevens. Be halve over vrijwel alle uitsla gen beschikten zij over de groeicijfers van de gemeen ten, gegevens betreffende de beroepsbevolking en cijfers over ontkerkelijking en werk- loosheidgebieden De Leidse politicologen merken verder op dat de winst van de PvdA in typische werkloos- heidgébieden (boven de zes procent) duidelijk achter bleef bij de landelijke trend. Het CDA deed het in die ge bieden relatief beter dan de PvdA. De CPN boekte hier hetzelfde verlies als landelijk het geval was. "Men heeft in de werkloosheids- gebieden dus niet gekozen voor een proteststem, zoals Grote winst D'66 in nienwe wijken In Alphen aan den Rijn heeft het CDA vrijwel in alle wijken de landelijke tendens gevolgd en enkele procenten gewonnen. Een uitzondering op die regel vormt de Hoge Zijde waar het CDA de verliezende lijn van de confessionele partijen voortzet te. Van die daling profiteerde de PvdA. Het is ook juist in de Hoge Zijde geweest dat PvdA hun grootste winst hebben geboekt. Daar verzamelde men 31 pro cent van de stemmen, tien pro cent meer dan bij de kamerver kiezingen van 1972. Een opvallende verschijnsel deed zich voor in Aarlanderveen. Daar won het CDA ruim vier procent en boekte ook de PvdA een winst van vier procent. Die vooruitgang ging daar ten koste van de WD. Overigens de WD heeft het in heel Alphen aan den Rijn niet best gedaan. Met uit zondering van de wijk Ridder- veld moesten de liberalen ver lies incasseren, ten opzichte van de landelijke tendens een drie tot vier procent. De grootste ver liezen werden geregistreerd in Aarlanderveen en de Lage Zijde. De PvdA plukte daar de vruch ten van. PPR en CPN in Alphen aan den Rijn volgden in grote lijnen de ontwikkeling, die de radicalen en de communisten ook op lan delijk gebied te slikken kregen: namelijk een flink verlies. D'66 daarentegen boekte een behoor lijke winst voornamelijk in Ridderveld. Die winst van de democraten werd afgehouden van de Partij van de Arbeid, want in Ridderveld wonnen de socialisten niet meer dan 1.8 procent. DS'70 werd ook in Alphen aan den Rijn weggevaagd. Gemiddeld kwam men niet verder dan 0.5 procent. Ook de PSP is vrijwel helemaal verdwenen. In Zwammerdam haalde men nog 0.9 procent, maar in Ridderveld ging men terug van 1.3 naar 0 procent. Wat Ridderveld betreft deed zich rond D'66 hetzelfde effect voor als in 1967 werd gesignaleerd. Toen wonnen de democraten in de nieuwe stadswijken op spec taculaire wijze en maakten een grote sprong. In Ridderveld ging D'66 ten opzichte van de gemee nteraadsverkiezingen van 1974 van 1.9 naar 8.4 procent. Daar mee steeg men boven de resulta ten van de Kamerverkiezingen van 1972 uit. Tenslotte is verrassend de grote daling van het aantal kiezers dat in Alphen aan den Rijh op de PPR stemde. Ten opzichte van 1972 was er aan de Hoge Zijde een daling van 4.1 naar 1.8 pro cent en aan de Lage Zijde van 4.3 naar 1.8 procent. In Ridderveld ging men zelfs terug van 6.8 naar 2.0. Een verlies dat nog groter is in vergelijking met 1974 want toen haalde de PPR in Ridder veld nog 7.7 procent van de daar uitgebrachte stemmen. vroeger vaak het geval was", aldus de Leidse politicologen. "Men heeft zich uitgesproken voor een regering met het CDA. Het feit dat het werkge legenheidsbeleid van het ka binet in handen van CDA- ministers was (Lubbers, Boersma) heeft hierbij waar schijnlijk een rol gespeeld". ft De winst van het CDA kwam niet uit de grote steden, zoals vorige keer het geval was, maar voornamelijk van het platteland. Verrassend laag noemt de Leidse werkgroep het percentage katholieken in het CDA. "Gebleken is dat de deconfessionalisering in kat holieke kring zeer sterk door gaat". Het élan is volgens haar in de CDA-campagne gebracht door jonge intellec tuelen uit protestantse gelede ren. met name de ARP. Het CDA heeft vooral stemmen gewonnen van kleine christe lijke partijen (RKPN, GPV). Conclusie van de Leidse werk groep: "Het CDA is nog steeds een confessionele partij en geen politieke middenpartij". De WD won vooral op het verstedelijkte platteland, de aanhang nam ook wel toe in de grote steden, maar aan zienlijk minder. In de forens engemeenten bleef de VVD ongeveer gelijk. Het verlies van de CPN deed zich vooral voor in zijn harde kernen (de grote steden). Ook elders verloor zij, maar min der. De PPR kreeg vooral de ha rde klappen op het verstedelijkte platteland en de forensenge meenten Precies die gebieden waar de radicalen vorige keer sterk naar voren kwamen. In juist die gebieden waarde PPR verloor, streek D'66 de winst op. Ook de VVD boekte in deze sector winst. DS'70 verloor overal even hard. De stedelijke aanhang ging voornamelijk terug naar de PvdAde rest vermoedelijk naar de VVD. Tot slot wijst de werkgroep op het stemgedrag van de groep werklozen met middelbaar onderwijs"Volgens de Leidse politicologen is deze groepe ring "gevlucht in een protest stem". Zij heeft zich afgekeerd van de PvdA. Haar stemmen zijn naar de kleine partijen gegaan, vooral naar de RKPN. LEIDEN - In het computercen trum van de Leidse universiteit analyseerde een werkgroep van Leidse politicologen de uitslagen van de verkiezingen. Ondanks de storing aan een der te lexen, wat het werk enigszins ver traagde, had de werkgroep de con clusies vóór middernacht gereed. f" NPvjA f VVD /- vCPN In deze grafieken is het wel en wee afgebeeld van de meest invloed rijke partijen (zowel positief als negatief) tijdens alle tien naoorlogse Kamerverkiezingen in procenten. De benaming „oude vier" voor CDA, PvdA, VVD en CPN is niet helemaal juist. Het CDA is eigenlijk een zeer jonge partij, die als zodanig ditmaal voor het eerst meedeed. Voor de CDA zijn met be trekking tot voorgaande verkiezingen de behaalde resultaten van KVP, ARP en CHU samengeteld omdat het CDA uit een bundeling van deze vroegere partijen bestaat. Er zijn trouwens meer feitelijk onjuiste vereenvoudigingen inge voerd. Aanvankelijk bestonden PvdA en VVD ook niet onder die naam en vlag. Alleen de CPN is sinds 1946 onder die naam uitgeko men. De simplificaties zijn echter verantwoord omdat anders een grafisch beeld van de ontwikkelingen in de politieke verhoudingen in de tien naoorlogse Kamerverkiezingen niet duidelijk kan zijn. Let wel, dat de percentageschaal (verticale schaal) van de grafiek van de jonge drie" viermaal groter is dan die van de „oude vier". LEIDEN - In overeenstemming met de landelijke tendens is ook in Leiden de Partij van de Arbeid de grote overwin naar geworden bij de verkiezingen. In totaal vergaarde men 41,3 procent van de ruim 65.745 uitgebrachte stemmen. Ten opzichte van de Kamerverkiezingen in 1972, toen de PvdA 34,1 procent behaalde was dat een winst van 6,8 procent. In vergelijking met de gemeenteraadsverkiezingen was de winst geringer: 3,7 procent. Volgens een nog officieuze telling zou de uitslag betekenen dat de Leidse raad, die volgend jaar in plaats van 37 dan 39 raadsleden zal gaan tellen, twee PvdA-ers meer zou krijgen dan nu het geval is een stijging van 15 naar 17 zetels. Winst zou er ook zijn voor de WD (van 7 naar 8) en voor D'66 (van 1 naar 3). Verlies zou er zijn voor de PPR en de PSP, die elk een zetel zouden moeten prijsgeven. Winst CDA Opvallend is dat het CDA ten op zichte van de Kamerverkiezingen in '72 (wanneer men KVP, AR en CH optelt) een klein winst heeft ge boekt maar ten opzichte van de gemeenteraadsverkiezingen van 1974 heeft verloren. De WD boekte in vergelijking met de ka merverkiezingen van 1972 een forse winst (van 14,2 naar 18,4, maar ten opzichte van de gemeenteraads verkiezingen van 1974 was die winst niet meer dan eentiende pro cent. En dan was er in Leiden ook de we- dergeboort van D'66. Ruim 5100 kiezers stemden op die partij, de PPR zag haar aanhang gereduceerd tot 17 en de CPN daalde tot onder de 1600. Dat was 2,4 procent, een schril contrast ten opzichte van 1972 toen de CPN in de sleutelstad nog 6,4 procent van de stemmen vergaarde. De opkomst van de kiezers was in overeenstemming met de lande lijke tendens groot. Bijna 87 pro cent bracht z'n stem uit, en dat was ruim drie procent meer dan bij de Kamerverkiezingen van 1972. Het centrum Vannacht werd er op het analyse centrum van de Leidse universiteit druk gerekend aan de Leidse ver kiezingsuitslagen. Volgens^ een eerste nog globale becijfering is de spectaculaire winst van D'66 voor een belangrijk deel gekomen uit de binnenstad en in mindere mate uit de Merenwijk. Het Boerhaavedis- trict vertoonde een duidelijke WD-winst. Opvallend was daar het inlopen van de PvdA. Dat ging in de eerste plaats ten koste van de kleine partijen, die vrijwel elk ter rein verloren, maar waarschijnlijk ook ten koste van het CDA, aldus het analysecentrum. In Zukl-West was er een forse winst voor ae PvdA ten opzichte van het CDA en de WD die zich in rede lijke mate consolideerden. De winst ging ook hier ten koste van de kleine partijen. In de Merenwijk is de PvdA de grootste partij met 37 procent, WD is tweede met 25 procent en CDA derde met 22 procent. STEMMEN PROCENTEN STEMMEN PROCENTEN 1972 1977 1972 1977 1972 1977 1972 1977 11923 13836 20.1 21.1 CDA 7902 9599 38.9 35.4 20213 27153 34.1 41.3 PvdA 4030 7295 19.9 26.9 8426 12103 14.2 18.4 WD 3494 6122 17.2 22.6 4000 1712 6.7 2.6 PPR 970 526 4.8 1.9 3800 1588 6.4 2.4 CPN 392 132 1.9 0.5 2785 5155 4.7 7.9 D'66 876 1652 4.3 6.1 3821 679 6.4 1.0 DS'70 895 155 4.4 0.6 502 524 0.9 0.8 SGP 629 704 3.1 2.6 539 195 0.9 0.3 BP 220 91 1.1 0.3 699 283 1.2 0.4 GPV 470 217 2.3 0.8 1460 1256 2.5 1.9 PSP 168 146 0.8 0.5 652 169 1.1 0.3 RKPN 112 90 0.6 0.3 475 1092 0.8 1.6 Overiee 133 391 0.7 1.5 59295 65745 84.4 86.8 Totaal Opkomst 20291 27120 85.2 87.7 \D'66 A»PR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 2