C. Paardekooper wist er alles van cBij elk feest hoort een feestelijk dessert. Zo'n dessert moet lekker zijn. °En lekker begint voor Menken»Landbouw bij het begin. MENKEN LANDBOUW De luchtige en duchtige mooi-maaier Huwelijk en vrijages: Menken landbouw heeft zo z'n eigen manier om zijn produkten uitzonderlijk lekker van smaak te krijgen. Het is voornamelijk een kwestie van een erg goed basis-produkt. Daarom wordt de melk iedere dag opgehaald bij eigen veehouders in de direkte omgeving: vers, zéér vers. En die melk blijft vers, gaat direkt in de koeling. Vandaar die veel be sproken lekkere smaak van al die menkenlandbouw produkten, waar je inderdaad de versheid afproeft: melk, karnemelk, boter, room, chipolata pudding, vla, magere vruchten yoghurt. sam W. P. HARTWIJK Nieuwe Beestenmarkt 7-11 - Leiden - Telefoon 126627 Noord Buurtseweg 15 - Zoeterwoude - Telefoon 1638 Erkende Flymo Specialist Uw droom tot werkelijkheid met boten SHETLAND - ALMAR SHAKESPEARE - FLETCHER GLASTRON - SILVERLINE REINELL - VEGA motoren CHRYSLER - MERCURY - YAMAHA OMTZIGT WATERSPORT f jP rO x COJ|LL W HoQe Rijndijk 83 ^3-^7 Zoeterwoude Tel 071-122255 Ook levering via uw handelaar of jachthaven. TECHNISCH BUREAU DEUTEKOM. ERKEND INSTALLATEUR Schenkelweg 67-03 - ZOETERWOUDE - Tel. 01715-1115 aanleg cn onderhoud van gas-, water- en elektrische installaties huishoudelijke artikelen storingen en onderhoud van automatische gas- en oliestookinrichtingen „Huwelijksaanzoeken en vrijages" was de titel van de lezing die de in 1968 overleden heer C. P. J. Paardekooper Sr. ooit eens voor de vereni ging "Oud Leiden" heeft gehouden. Omdat het speciaal de huwelijks aanzoeken uit het Zoeterwoude van de vorige eeuw betrof heeft de Stichting „Oud Zoeterwoude" deze lezing in zyn geheel afgedrukt in het mededelingenblad „Suetan" van september '73, waaruit we, onder dankzegging voor de gegeven toestemming gedeelten citeren. „Het ging er met huwelijksaanzoeken in de boerenstand vroeger dikwijls heel erg eigenaardig aan toe.Het gebeurde dat er op een zondagmiddag een tilbury het erf kwam oprijden. Een boerenzoon, soms van ver weg, kwam dan om de hand van een dochter vragen, van een meisje dat hij misschien heel niet kende en mogelijk ook nooit gezien had. Veelal waren er huwe lijksmakelaars in het spel. Natuurlijk niet zoals wij die nu in onze tijd kennen maar toch wel personen die beide partijen goed kenden en een tip hadden gegeven. Zo heb ik huwelijken gekend, waarin de goud smid of de kaaskoper de hand had gehad. Niet altijd echter had een eerste bezoek van de jonge man aan het meisje een derge lijk onaangediend karakter. Doorgaans hadden de jongelui op kermissen of feest- avondjes elkaar al eens eerder ontmoet en stonden dan dus niet als vreemden tegen over elkaar. Voorts moet dat om de hand vragen van de dochter niet als een direct huwelijksaanzoek worden beschouwd. Het was meestal bedoeld om aan de ouders van het meisje te vragen of zij het goed vonden dat de jongen en het meisje een vaste verkering begonnen. Een vaste ver kering als een vervolg op een reeds eerder plaatsgehadhebbende al dan niet heime lijke scharrelpartij. Soms kon het gebeu ren, dat of de jongen of het meisje een brui loft hadden van een broer of zus, of ook het 25-, 40- of 50-jarig huwelijksfeest van hun ouders of van een oom en tante. En het was nu eenmaal een meer of minder onge schreven wet in de boerenstand, dat een jongen of meisje, op die bruiloft uitgeno digd, vergezeld was van een meisje, res pectievelijk een jongen, om samen feest te vieren. Het geld speelde in de boerenstand bij huwelijken bijna altijd een grote rol. Vooral als het meisje een woning had ge ërfd of enige dochter was van een boer met een eigen woning dan werden er om zo'n meisje ware veldslagen geleverd. Ik kan in Zoeterwoude de woning nog aan wijzen waar 's zondagsmiddags wel drie tilbury's voorgereden stonden. Het was overigens wel een stuntelig gedoe als zo'n boerenzoon voor het eerst officieel op bezoek kwam, want niet altijd waren die jongelui van die echte Don Juans. In tegendeel zij waren vaak heel erg verlegen en soms zelfs heel onnozel. Zo weet ik een geval van een jongen, die reeds op rijpere leeftyd was gekomen voordat het hem ge lukt was een vrouw te krygen, en die tegen zijn aanstaande schoonmoeder zei: „Ik ge loof wel, dat ik een goeie vrouw an je doch ter zal krijgen, maar of ik zo eigen met 'r zal worden als met me moeder, dat geloof ik toch niet". Het is eens gebeurd dat een boerenjongen zich op een zondagmiddag als huwelijkskandidaat op een boerderij kwam aandienen. De vader vroeg hem welke dochter hij begeerde, want hij had een tweeling ter beschikking. Toen één van de tweeling voor de dag kwam vroeg de jonge boer „Mag ik de andere ook eens zien?" Toen was de maat bij vader echter vol en hij kon met een „donder op vent, ik laat me dochters niet door jou uitzoeken", vertrekken. De vastenavondenfeesten waren geen ge legenheden om tot kennismaking te komen, want de jongelui waren veelal familie van elkaar. En al hanteerden happige jongelui de stelregel: Het vrijt allicht tussen neef en nicht, zijn er in Zoe terwoude bijna nooit huwelijken geslo ten tussen neef en nicht. Vooral in de Katholieke Kerk werd er altijd streng gewaarschuwd niet in de verboden graad te trouwen. Men achtte het daarom zeer gewenst dat mensen die neef en nicht van elkaar waren dit uitdrukkelijk lieten blijken in een gesprek. Daar werd ook streng de hand aan gehouden. Ik heb eenmaal in de gemeenteraad van Zoe terwoude gehoord dat het raadslid Jaap van Leeuwen tegen wethouder Kompier Thijsneef zei, en omgekeerd heb ik de wethouder wel eens neef Jaap horen zeg gen. Ik herinner mij dat mijn zuster hoewel ze niet tot de boerenstand behoorde, een brief kreeg van een boerenzoon, waarin stond: Beste vriendin. Met deze verzoek ik U of U sjenieïgheid heb om op het Zoeter- woudse feest ring met myn te rijje. Ik zal zorge dat de tilburrie mooi versierd wordt en datje niet voor schandaal zit. Als je het doet zeg het dan effetjes teuge me zus Ma rie, dan hoor ik het wel en dan kom ik aanstaande zondag wel aan je vader vragen of hy het goed vindt. Als dat ringrijden, waaraan kermishouden verbonden was, doorging, en de jongen er prijs op stelde de verkering voort te zetten, dan gaf hy zyn meisje na afloop van de kermis een grote suikerkoek ten geschen ke. Kreeg het meisje een koek, dan mocht de jongen de volgende zondagavond op de koek komen. En dan was het de gewoonte dat als het meisje de verkering niet wilde voortzetten - als de liefde dus maar van korte duur was geweest - de jongen het eerste sneetje, dus het korstje kreeg. Als niet de moeder, maar het meisje het korsie gaf, omdat ze geen „zinnigheid" in hem bleek te hebben, dan was het wel heel erg. Om dan thuis te komen en te moeten zeg gen: „ik heb verdorie het korsie gehad" was niet zo erg prettig. Nog erger werd het als hy dan in de eerst volgende dagen moest horen: „Wat heb ik gehoord, heb ie van Jaan van Onze Gerritte 't korsie gehad?" Vergeleken met nu was de verkeringstijd vroeger maar heel erg sobertjes. De vrijer mocht maar eens in de veertien dagen zijn lietje komen bezoeken. In de vasten tijd, dat was van Aswoensdag tot Pasen zeven weken lang - kwam de vrijer maar een keer. Overigens waren die vrijersbe- zoeken maar van korte duur, want de jongen kwam pas na melktijd en om half tien was het afscheid geblazen. De zon stond soms nog hoog aan de hemel als de jongen al weer op huis aan ging. Men stond nu eenmaal vroeg op en ging ook weer vroeg naar bed. Minnebrieven worden in de regel niet openbaar gemaakt. Toch is my wel een liefdesverklaring - zij het dan half afge schreven - uit de oude tyd bekend gewor den. Lieve juffrouw, Daar ik al lang iets met U in de pet heeft, wou ik je vragen of je zin nigheid heb om op de Zoeterwouse kermis mijn vrijster te wezen de Stompwijkse jongens zelle de pest wel in hebbe maar daar hoefje het niet om te laten want ik ben erg sterk en staan voor niets as 't om een meisje gaat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 12