Winkelprobleem
geen typisch
Leidse kwaal
Het succes van SP en
de angst van de CPN
ZATERDAG 21 MEI 1977
PAGIS A 21
Meningen op deze pagina
zijn viMir rekening
van de auteurs
winkelapparaat niet goed gaat. Het
gaat echter geenszins om ontwik
kelingen die zich alleen in Leiden
voordoen. Doordat Leiden zowel
door het onderzoek van de Stich
ting Leidse Binnenstad alsdat van
de projectgroep Binnenstad
voorop loopt, is voor Leiden eerder
en scherper zichtbaar gemaakt
welke processen zich voordoen.
Dezelfde verschijnselen zijn er ook
in bijvoorbeeld Delft, Groningen
en Amsterdam (niet toevallig ook
steden met controversen tussen
winkeliers en gemeentebesturen).
Een voor Den Haag gehouden re
cent onderzoek heeft uitgewezen
dat tussen 1967 en 1976 het aantal
winkelende mensen in het Haagse
stadscentrum met ruim een derde
is afgenomen.
Op een onlangs in Wenen gehouden
congres over de samenhang tussen
ruimtelijke ordening en stadsont
wikkeling enerzijds en de strijd om
de koopkracht anderzijds bleek het
een algemeen West-europees pro
bleem te zijn.
Welvaartsverhoging en (de daar
mee samenhangende) vorming van
nieuwe wijken en ontvolking van
de steden hebben de positie van de
winkelcentra in de oude steden
ernstig verzwakt en nieuwe win
kelcentra en weide-winkels doen
opkomen. Overal wordt de bereik
baarheid van de oude stad, vooral
voor de particuliere personenauto,
als een groot probleem gezien.
Verscherping
Standaardoplossingen voor de
problemen van het winkelapparaat
in de oude stadskernen zijn niet te
geven; van elke stad afzonderlijk
zal bezien moeten worden wat de
mogelijkheden zijn. Hierbij is uit
eraard van belang welk toekomst
perspectief voor de komende jaren
aanwezig is.
In Wenen was de verwachting dat
door de stagnatie in de bevolkings-
groeien de algehele economische
ontwikkeling de economische
groei voor het winkelapparaat in de
steden voorbij is. Voor de winke
liers betekent dit een verscherping
van de strijd om de koopkracht.
Vergroting van het marktaandeel
kan immers niet meer komen uit de
economische groei, maar gaat ten
koste van de concurrent.
Méér dan in het verleden zal de ind
ruk komen te liggen op een goed
management van de onderneming.
De kwaliteit van het management
is dan de bepalende factor voor de
levenskansen van een bedrijf.
Service
Een zeker optimisme was er in We
nen over de kansen voor het
midden- en kleinbedrijf. Dit was
gebaseerd op de verwachting dat
naast de prijs en kwantiteit óók de
kwaliteit en service in de toekomst
meer gewicht zullen krijgen. Door
hun grotere slagvaardigheid en
persoonlijke benadering, zijn de
kleinere bedrijven in het voordeel.
Voor het binnenstadsbeleid in Lei
den is het vam belang zich te reali
seren, dat we vooral bij bedrijven te
maken hebben met nationale en in
ternationale ontwikkelingen die
wij slechts voor een klein deel kun
nen beinvloeden. Dat betekent niet
dat de gemeentelijke invloed op
ontwikkelingen altijd onbelangrijk
is maar de gemeente heeft nauwe
lijks middelen om economische
processen te sturen: in feite alleen
door ruimtelijke ordening en het
verkeer.
Wat dat betreft is er een groot ver
schil met bijvoorbeeld volkshuis
vesting.
Voor het totale gemeentelijke be
leid is het van bijzonder groot be
lang een inzicht te hebben in de
ontwikkelingen die zich hebben
afgespeeld en nog gaan afspelen.
Dit vergroot de mogelijkheid om
bijvoorbeeld een structuurplan
voor de binnenstad te maken dat
ook beantwoordt aan de werkelijk
heid.
Gegevens
Helaas zijn er nogal wat gegevens
die we niet hebben. Zo hoorde ik
onlangs op een informatieve
bjeenkomst over de werkzaamhe
den in de Breestraat, dat de koop
avond in Leiden één van de best
lopende van Nederland is. De ge
meente heeft zo'n gegeven niet.
Ook hebben we weinig inzicht in de
distributie-politiek die met name
grootwinkelbedrijven voeren.
Waarom bijvoorbeeld wenst C&A
nu minder verkoopruimte dan een
paar jaar geleden?
Bij de beschouwingen over het be
vorderen van het economisch be
lang, met name wat het winkelap
paraat betreft, zal het ook nodig
blijken nader aan te geven waaraan
men precies denkt. Ten aanzien van
het winkelapparaat kan men een
aantal aspecten onderscheiden
(niet scheiden, want daarvoor han
gen zij te veel samen). Zoals:
het bedrijfseconomisch aspect.
Hierbij gaat het om de vraag of het
bedrijf rendeert (voldoende winst
maakt). Men kan vinden dat het nog
verschil maakt of de bedrijven ook
elders vestigingen hebben (bij
voorbeeld grootwinkelbedrijven)
of alleen in Leiden.
het werkgelegenheidsaspect.
Hierbij kan nog onderscheiden
worden het aantal arbeidsplaatsen,
de inkomens en de arbeidsvoor
waarden.
het consumentenaspect. De
overheid zal niet alleen oog moeten
hebben voor de koopkrachtige
consument maar vooral ook voor
de minder kpopkrachtige (ouderen,
degenen die zijn aangewezen op
uitkeringen etc.). Daarnaast is het
onderscheid tussen het doen en la
ten van de dagelijkse boodschap
pen in de nabije omgeving en het
recreatieve winkelen.
Besef
Ik hoop dat bij de discussies die
binnenkort zullen loskomen over
de verschillende "ontwikkelings-
schetsen" voor de toekomstige
ontwikkelingen van onze binnens
tad het besef aanwezig is dat Lei
den zich niet kan onttrekken aan
structurele ontwikkelingen en dat
de belangen waarvoor men opkomt
voldoende duidelijk omschreven
zullen worden.
Onlangs heeft de Stichting Leidse Binnenstad het rapport "Een analyse
van de bedrijven in de Leidse Binnenstad" gepubliceerd. Hierin krijgt
vooral de zorgwekkende Ontwikkeling van het winkel-apparaat in de bin
nenstad veel aandacht. Het rapport maakt eens te meer duidelijk hoe nood
zakelijk en verstandig het is geweest dat groeperingen als het Leids City
Centrum, het groot-winkelbedrijf, de ambulante handel, de middenstand
en andere economisch bij de binnenstad betrokkenen hun krachten ge
bundeld hebben.
Binnenkort zal de projektgroep
Vroor de Binnenstad Leiden, die een
structuurplan voor de binnenstad
voorbereidt, met de nota "Berich
ten uit de Binnenstadswipkel" ver
slag doen van de inspraók- en on
derzoekresultaten tot dusver. Het
onderzoek van de projectgroep zal
dan nog sterker dan dat van de
Stichting de problemen van het
winkelapparaat in de Leidse bin
nenstad laten zien.
Het zogenaamde "distributie-
planologisch onderzoek", dat thans
door het Centraal Instituut voor het
Midden- en Kleinbedrijf wordt af
gerond, zal een inzicht moeten ge
ven in het winkelgebeuren in de omvang van het winkelapparaat in
hele Leidse regio. Al deze gegevens de Leidse binnenstad en over het
maken het beter mogelijk om pla- wel of niet blijven weren van zoge-
nologische beslissingen te nemen, naamde "weidewinkels".
bijvoorbeeld over de wenselijke
Het publiceren van verschillende
onderzoeken heeft als nadeel dat er
regelmatig berichten in de pers
verschijnen die de indruk geven
dat het vooral in Leiden met het
Door
C. J. D. Waal
wethouder van Leiden
Globaal komt het erop neer dat de
Leidse binnenstad relatief veel
kleine winkels heeft met een ge
middeld lage vloerproductiviteit en
weinig specialisatie. Er zijn veel
éénmansbedrijven en kleine B.V.'s.
Er is en wordt weinig geinvesteerd.
Tevens treedt een vergrijzing op bij
de winkeliers.
Er zijn sterke aanwijzingen dat er te
veel winkels zijn in verhouding met
het aantal mensen dat van deze
winkels gebruik maakt (overbe-
winkeling).
We moeten echter voorzichtig zijn
met het trekken van conclusies.
Het gaat bijvoorbeeld niet alleen
om winkels in de Leidse binnens
tad, maar ook om de andere win
kels in Leiden en de buurgemeen
ten. En het gaat niet alleen om de
inwoners van Leiden (100.000),
maar ook om die van de buurge-
meenten (plm 60 a 70 000) "Sterke aanwijzingen dat er in Leiden teveel winkels zijn in verhouding tot het aantal mensen".
LEIDEN - Winter '76: het houten speeltuingebouwtje
aan de Maredijk vult zich langzaam met buurtbewo
ners die een plaatsje zoeken aan de in een vierkant
opgestelde tafels. De koffiepot gaat rond.
Het herhaaldelijk tikken van een lepeltje tegen een
kopje doet het vrije gediscussieer der aanwezigen
overgaan in een aarzelend gefluister en vervolgens in
stilzwijgen.
De blikken zijn gericht op de
top van het vierkant, waar een
vertegenwoordiger van de
BHW (Bond van Huurders en
Woningzoekenden) kort en
duidelijk het doel van de bij
eenkomst uiteenzet: de eis aan
de gemeente om een hoorzitting
te organiseren, waar de bewo
ners de kans zullen krijgen hun
grieven uiteen te zetten tegen
de voorgenomen vestiging van
een garagebedrijf annex spuite-
rij in de wijk en waar garanties
moeten worden gegeven om de
daarmee samenhangende ge
luidshinder tegen te gaan.
Voorjaar '76: Een drukkende
warmte die middag doet de ra
men van het gebouw van het
Leidsch Dagblad aan de Witte
Singel wijd open staan. Tegen
drie uur dringt het schrille ge
luid van een megafoon de bure
len binnen. De bezorgers halen
niet, zoals op dat tijdstip ge
bruikelijk, binnen hun kranten
op, maar scholen buiten op het
parkeerterrein samen rond de
man met de megafoon: een ver
tegenwoordiger van Arbeid
ersmacht, die voor alle duide
lijkheid nog even de eisen for
muleert: betere secundaire ar
beidsvoorwaarden voor de be
zorgers en dat betekent onder
meer het optrekken van de fiet
sen vergoeding en de wachtgel
den, uit te betalen als de krant
later komt.
Winter '77: Voor het enige jaren
geleden in oude luister her-
stele^ gebouw van het Hoog
heemraadschap van Rijnland
aan de Breestraat lijkt de carna
valsmaskerade al een aanvang
te hebben genomen.
Onder het toeziend oog' van
enige breed lachende orde
handhavers van de gemeente
politie delen heren, getooid mei
uit acceptgirokaarten be
staande petten, pamfletten uit
waarin wordt opgeroepn de
milieubelasting/verontreini
gingsheffing te weigeren.
Binnen voorkomt Rijnland-
voorlichter Kosman dat twee
vuilniszakken gevuld met dui
zenden bij tegenstanders ver
zamelde girokaarten, op de ge
blokte marmeren vloer van de
hal wordt gedeponeerd. Rijn
land gaat daarbij niet in op een
verzoek van het MAN (milieu
Actie Centrum Nederland) om
over de zin van deze heffing in
debat in de Stadsgehoorzaal.
Voorjaar '77: De bezwaren van
de omwonenden van de Splin
terlaan in Leiderdorp over de
asbèstlozing van het bedrijf van
de gebr. Kruyt nemen niet al
leen duidelijke vormen aan als
de kwestie in de Gemeenteraad
en in de Tweede Kamer door
vragen van leden aan de orde
komt, maar doen dat ook als de
VIB (Voorkomen is Beter) in
een brief aan Leiderdorp een
medisch onderzoek eist naar de
gevolgen van die lozingen bij
buurtbewoners.
Een doorsnee zaterdag: Op de
marktroute ter hoogte van de
Donkersteeg wordt "De Tribu
ne" aan de passant te koop aan
geboden. Het partijblad van de
Socialistische Partij, waarin het
afgelopen jaar uitvoerig is be
richt over genoemde en andere
activiteiten van BHW, MAN,
VIB en Arbeidersmacht.
"Tribune"
Vier actiegroepen waarvan het
werk een concretisering beoogt
van de stadpunten van de So
cialistische Partij, die dit jaar op
lijst vijftien bij /ie kamerverkie
zingen zal debuteren.
"Tribune" verscheen om die
reden onlangs in een oplage van
honderdduizend exemplaren
en bevat een gesprek met Ro
bert Long ("De enige Neder
landse zanger die voor zyn me
ning uitkomt"), een column
van ex-Nieuwe Revue hoofdre
dacteur Ton van Dijk ("Schrijf
eens een stukje over bazen, daar
heb jij wel ervaring mee') en ge
sprekken met SP- kamerkan
didaten, waaronder Remi
Poppe (lijsttrekker en MAN
voorzitter en Joke van Balle
gooien (tweede op de lijst en be
stuurslid van de VIB).
Zelfs niet-koffiedikkijkers ge
ven de SP in elk geval één zetel
in een nieuw te formeren Ka-
Weliswaar schoorvoetend, want
tromgeroffel zal bij de verwel
koming op de Lange Vijverberg
niet klinken.
Een dergelijke ontvangst
wachtte de SP driejaar geleden
in Nijmegen en Oss ook niet. De
enige twee plaatsen in het land
waar na de gemeenteraadsver
kiezingen van '74 zetels vrij
kwamen.
Dat de kaarten inmiddels an
ders geschud liggen, wordt
duidelijk als wordt teruggeblikt
naar '74 en de manier waarop
toen de stemmen voor de SP
binnenkwamen. Het Brabantse
Oss, een industriestadje, waar
Arbeidersmacht de voorliggen
de jaren herhaaldelijk actief is
geweest en waar ook "Ons me-
dies centrum" is gevestigd, een
groepspraktijk waar 3 artsen
tegen het salaris van een fa
brieksarbeider hun werk doen.
Daarmee werd vorm gegeven
aan de maatschappijvisie van
de SP op een manier die vrij on
bekend is in de politiek, die aan
slaat bij uiteenlopende bevol
kingsgroepen en daardoor
stemmen oplevert.
In Leiden werd geen zetel in de
gemeenteraad gehaald. Wél
werd duidelijk dat de sympat
hie bij die verkiezingen gecon
centreerd was in drie wijken: de
Merenwijk, De Kooi en Noord,
juist de drie plaatsen waar de
Bond van Huurders en Woning
zoekenden actief was geweest.
Nu, driejaar verder is het aantal
activiteiten van de aan de Socia
listische Partij verwante actie
groepen nog. verder uitgebreid.
De strijd van het MAN tegen de
milieuheffing, maar vooral het
werk van Voorkomen is Beter
vindt in brede kring weerklank.
Uiteraard zijn niet alle 50.000
VIB-leden potentiële SP-
stemmers, maar de SP-formule
om politiek bedrijven te com
bineren met voor de kiezer dui
delijke buiten-parlemantaire
acties is er ongetwijfeld één met
aantrekkingskracht.
De houding van de anderen par
tijen ten opzichte van de SP
heeft zich onder invloed van de
groeiende weerklank ook ge
wijzigd. De strijd tegen de SP
wordt door de WD en CDA
rustig aan de progressieve col
lega's overgelaten. In SP-
kringen is men er bijvoorbeeld
van overtuigd dat met name de
oudere PvdA-kiezers in de SP
veel meer herkennen van de
strijd zoals die in het verleden
door de SDAP is gevoerd.
Werkelijk beducht is men bin
nen de CPN, die de SP als
een volwaardig concurrent is
gaan beschouwen en die acties
van bijvoorbeeld Arbeiders-
macht in "De Waarheid", het
CPN-partijblad, nog liever
doodzwijgt dan er over bericht.
Duidelijk
Waar de CPN bovendien nog
lonkt naar regeringsverant
woordelijkheid in een volgend
kabinet Den Uyl, huldigt de SP
het duidelijke standpunt: "Den
Uyi stemmen is Van Agt kie
zen". Daarbij uitgaande van de
gedachte dat binnen die coalitie
de partijfilosofie: "de macht
over de produktiemiddelen en
het kapitaal moet niet bij de
werkgevers of het parlement
liggen, maar bij de arbeiders,
zoals een werkelijk socialisme
dat als doel heeft" in elk geval
niet serieus genomen wordt.
TON VAN BRUSSEL
"De Leidse binnenstad heeft relatief veel kleine winkels.