In Cambodja is een mensenleven geen cent waard CDA niet tegen andere 'samenlevingsvormen Enthousiasme van ome Jan daalde tot ver beneden de nullijn.... Cambodjaanse leider Khieu Samphan'( links): "Het is ongelooflijk zo bezorgd als jullie westerlingen je maakt over oorlogsmisdadigers" Verste verte iets te maken hadden gehad met het verslagen leger- van het oude regime. Twijfel De verhalen zijn vaak zo gruwe lijk dat er twijfel over de geloof- Door Lodewijk Bronsdijk waardigheid ontstaat. Maar de le zingen van zoveel verschillende journalisten, komen te zeer over een. Zoals de verhalen dat de nieuwe heersers „om kogels te sparen" hun tegenstanders door bajonetsteken doodden, hen le vend begroeven met behulp van „In 5 jaar oorlog zijn er meer dan een miljoen Cambodjanen om gekomen. De huidige bevolking van Cambodja bedraagt vijf mil joen. Voor de oorlog was dat aan tal zeven miljoen", verklaarde de Cambodjaanse leider Khieu Samphan eind vorig jaar tijdens de conferentie van niet- gebonden landen in Colombo. Als er bij de strijd een miljoen mensen is omgekomen, wat is er dan met het andere miljoen ge beurd?, vroeg men hem. Khieu: „Het is ongelofelijk zo bezorgd als jullie westerlingen je maakt over oorlogsmisdadigers". De uitspraak is tekenend voor het cynisme en de meedogenloos heid, waarmee een schimmig lei derschap dat zich verschuilt ach ter de naam Angkar („De Organi satie") na de val van Pnom Penh in april 1975 de wreedste en in grijpendste gedaanteverwisse ling sinds mensenheugenis in een land heeft veroorzaakt. In een rede ter gelegenheid van het twee-jarig bestaan van het „nieuwe" Cambodja verklaarde diezelfde Khieu Samphan vorige maand ondermeer: „Alles wat we tot stand hebben gebracht, heb ben we met onze handen gedaan. Met onze handen kunnen we al les". In het licht van onlangs ver schenen boeken over het „De mocratische Kampuchea" krijgen zijn woorden echter een uiterst bittere bijsmaak. Een citaat uit het boek „Murder of a Gentle Land" van de journa listen John Barron en Anthony Paul: „De mensen zagen er uit als geraamten met een dun laagje ongezonde huid er overheen. On geveer vijftien procent van de groep waarin Ngy werkte, was gestorven en van de oorspronke lijke 215 mensen waren er nog maar tien sterk genoeg om hun werk te doen. Tien mannen wa ren geexecuteerd, onder wie drie voormalige soldaten, die kame raad Mon heel naief de waarheid over hun verleden hadden ver teld. Op een morgen verscheen een communistische patrouille op het land en nam hen mee het bos in. Later zag Ngy daar hun lijken, doorzeefd met kogels. Spionerende kinderen ontmas kerden twee inspecteurs van po litie die ze toevallig hoorden pra ten over hun vroegere werk. Bei den werden met schoffels dood geslagen". Uittocht In vraaggesprekken met vluchte lingen herleeft de episode nadat de Rode Khmers na vijf jaar oor log de nog resterende bolwerken van het corrupte en ingestorte re gime van maarschalk Lon Nol hadden ingenomen. Dat die met honderdduizenden zieke en hon gerige vluchtelingen over stroomde steden ontlast moesten worden, was duidelijk. Dat de Rode Khmers er in slechts twee etmalen in slaagden om er verla ten spooksteden van te maken, kwam door hun volstrekte geb rek aan enig medogen. Ze ont ruimden ook de ziekenhuizen, waar de zieken-, gewonden en verminkten uit de bloedige ein- dslag lagen. „Honderden mannen, vrouwen en kinderen in pyjama hinkten, hobbelden en strompelden het ziekenhuis uit de straat op, waar de middagzon de temperatuur tot rond de veertig graden had doen stijgen. Familieleden of vrienden duwden de bedden van patiënten die te gewond, te verminkt of te zwak waren om te lopen en som migen hielden infuusflessen om hoog". „Een man droeg zijn zoon wiens benen net waren afgezet. Het verband om de twee stompen was rood van het bloed en de zoon die omstreeks de 22 jaar moest zijn schreeuwde: „Zo kun je me niet laten leven! Maak me dood! Maak me alsjeblieft dood", aldus een ooggetuige in het boek van Barron en Paul. Honderdduizenden hebben die tocht van de steden naar het plat teland niet overleefd. Ze stierven aan hun verwondingen, door be smettelijke ziektes, honger en uitputting of ze werden afge maakt omdat ze de kolonne niet konden bijhouden. Daarna volg den de systematische slachtin gen van allen die ook maar in de bulldozers, doodknuppelden of een langzame verstikkingsdood lieten sterven door een plastic zak over het hoofd te trekken en die dicht te binden. Niet alleen iedereen maar ook al les wat aan de tijd voor april 1975 herinnerde, moest verdwijnen. Honderdduizenden boeken wer den verbrand of in de rivier de Mekong gegooid en hele bibliot heken gingen in vlammen op. Vorige maand deelde Khieu Samphan mee dat zijn regime de strijd tegen het analfabetisme heeft aangebonden en boeken heeft verspreid om de bevolking te onderwijzen „in de principes van de Organisatie". Over dege nen die onder het oude regime werden opgeleid zei hij: „Ze we ten niets en ze presteren niets. Ze denken alleen aan buitenlandse hulp en luisteren naar buiten landse orders". Maar veel intel lectuelen zijn er niet meer over in Cambodja, want ook van hen heeft „De Organisatie" zich al kort na de machtsovername op dezelfde manier ontdaan als van de voormalige ambtenaren, sol daten, officieren, bestuurders en politieagenten. Werktuigen Van massale executies lijkt nu geen sprake meer. Iedereen die op enigerlei wijze een gevaar voor de Rode Khmers zou hebben kunnen vormen is immers geli quideerd. Cambodja is nu een volstrekt agrarische maatschap pij waar voormalige stedelingen in kleine „nieuwe dorpen" van 's morgens vroeg tot 's avonds laat het land bewerken en vervol gens nog eens urenlang „ge schoold" worden in de principes van „De Organisatie". Mensen zijn als werktuigen: als ze op zijn, gooi je ze weg. Elk teken van verzet - en dat kan een morrende opmerking zijn - wordt gestraft. Vaak onmiddel lijk geexecuteerd. Besmettelijke ziektes teisteren de bevolking, maar humanitaire hulp uit het buitenland wordt door de leiders volstrekt afgewezen. Khieu Samphan zei vorige maand dat de voedselrantsoenen verhoogd zouden worden en dat het voeden van de bevolking hoge prioriteit heeft. Volgens vluchtelingen heerst er echter nog steeds honger, hoewel Cam bodja voor het eerst sinds jaren weer rijst exporteert. Chaos Het gebrek aan manschappen en kader van het nieuwe regime, dat zich geplaatst zag tegenover de enorme chaos van het oude regi me, wordt als een van de verkla ringen aangevoerd waarom Cambodjanen hun eigen landge noten zo massaal afslachten. Volgens deze theorie was de Rode Khmer ten prooi aan een verschrikkelijke vervolgings waanzin toen zij na jaren van strijd in de jungle opeens gecon fronteerd werd met een over macht van mensen en proble- Waarnemers zijn het erover eens dat van georganiseerd verzet te gen de Rode Khmer op dit mo ment geen sprake meer is. Van een verzachting van het ijzeren regime is echter evenmin sprake. De stroom van tienduizenden vluchtelingen uit „Democratisch Kampuchea" begint op te dro gen. Vluchtelingen die de laatste tijd Thailand nog wisten te berei ken, vertelden over stapels rot tende lijken langs de vluchtpa- den. die van allerlei valstrik- bommen waren voorzien. Maar ook deze verhalen over Cambodja's dramatische lot zul len langzamerhand verstommen naarmate 4e vluchtelingen stroom opdroogt. Khieu Samphan had dan ook on gelijk, toen hij zei dat de westerse wereld zich zo „ongelofelijk" veel aantrok van het lot der „oorlogs- misdadiegers". Niet ten onrechte constateren Barron en Paul aan het eind van hun relaas: „Niemand demon streerde op de Pennsylvania Avenue, de Champs Elysees of de Trafalgar Square tegen wat de vrede voor Cambodja heeft bete kend". Gezin - emencipatie - andere samenlevings vormen en het CDA als de grote sta-in-de-weg voor vernieuwingen? Dit is, meer dan af en toe, de tendens van de uiting van afkeer tegen het CDA. De recente advertentie on dertekend door homofie len en hen, die de tekst ondersteunden, was daarvan een duidelijke uiting. In discussies in forum, scholen en in zalen wordt vaak de gedachte of sug gestie geuit, dat het CDA zelfs elke andere samen levingsvorm dan het ge zin te lijf zou gaan. Dit is onjuist. Niet alleen is geen enkel artikel in het program gericht tégen andere samen levingsvorm, sterker nog, er is nooit enig voorstel in die richting gebracht, noch mijns inziens in iemands CDA- hoofd opgekomen. Daarente gen is wel in het program voor de a.s. kabinetsperiode het partijstandpunt vastgelegd over de wenselijkheid ge koppeld aan mogelijkheidom voor samenlevingsvormen, die als huishouden erkend willen worden, zowel de voor als de nadelen van toepassing te laten zijn. Dat is dus echte gelijkschake ling. Al is het inderdaad op dit moment vaak gebruikelijk om andermans standpunten eerder te beoordelen en te veroordelen op wat er niet staat, maar wat men zelf als de zwart-wit consequentie eruit leest. Zo wordt het pleiten van bijv. homofielen om zonder dis criminatie behandeld te wor den bv. bij sollicitaties, pro moties, huisvesting etc. door velen ervaren als een bedrei ging, een aantasting van het gezin. Eenzelfde reactie ver oorzaakt de afwijzing van verscheidene jongeren om de partnerkeuze vast te leggen in het op het stadhuis gesloten huwelijk. Omgekeerd wordt de bevesti ging van hen, die voor het huwelijk, het gezin als leef vorm kiezen, ervaren als ac tief gericht te zijn tégen het bestaan van andere samenle vingsvormen. Door Til Gardeniers lid KVP-fractie Tweede Kamer Geen garantie De overschatting - soms ook van politici - van wat poli tieke besluiten in wetten of regelingen inhoudelijk tot stand kunnen brengen (m.i. is dat nul) speelt hierbij een grote rol. Artikelen van het Burgerlijk Wetboek die de rechten en plichten van huwelijkspart ners vastleggen, geven geen enkele zekerheid, of garantie voor de inhoud, de kwaliteit daarvan. Het bepaalt alleen, waarop men elkaar kan aan spreken, wanneer het niet goed gaat. Belangrijk is dat de rechten en plichten jegens het kind of kinderen uit dat hu welijk wettelijk worden gere geld. Ook de fiscale en sociale wetge ving van de meest voorko mende vorm van samenle ving biedt geen garantie voor de inhoudelijke kwaliteit van het gezin. Emancipatie En nu de emancipatie. Vele ar tikelen in het CDA program gaan hierover, waarvan die gericht op wijzigingen in het onderwijs van importantie zijn. Het belangrijkste is, dat in artikel 3 na de constatering, dat het gezin een onmisbare pijler van onze samenleving is, (waarin het meest geëige nde opvoedingsklimaat voor kinderen geschapen wordt en waardoor de noodzakelijke basis voor wettelijke regelin gen wordt verschaft) staat: ge lijke kansen voor man en vrouw, een in bovenstaand licht (dus uitgaand van het gezin) doeltreffende uitwer king van het emancipatiebe leid is gewenst. Misschien is een dergelijk arti kel niet opvallend genoeg voor een socialistisch of libe raal programma. Wel voor het CDA. Hiermee wordt gesteld, dat de politieke inzet wordt gegeven om de traditionele rol van de vrouw in het gezin te verbreden. Naar onze me ning is het overbrengen van deze gedachte en in maatrege len uitwerken, naar het over grote deel van gehuwde vrouwen, het meest belang rijk om de emancipatiege dachte waar te maken. Dit werkt nl. door in de opvoe ding van de kinderen zowel door de ouders die vanuit die emancipatiegedachte invloed uitoefenen op het onderwijs als in het gezin. Betekent dit standpunt het verwerpen van oude waarden? Allerminst! Het is het antwoord op de rea liteit van het veranderend ge zin. Het gezin 1977 is qua leef tijdsopbouw, kindertal, in wonende ouders, materiële mogelijkheden en huishou delijke inrichtingen niet te vergelijken met dat van de vorige generatie. De vrouw, die huwt, weet van meet af aan, dat het gezins verband met opgroeiende kinderen slechts enkele tien tallen jaren omvat. De contac ten met de samenleving door betaalde of onbetaalde inzet buiten het gezin zullen niet al leen positief werken voor de ontplooiing van alle talenten van de vrouw, maar mede van invloed zijn op het opvoe dingspatroon. Alleenstaanden Het programma-artikel waarin (zoals eerder vermeld) de an dere samenlevingsvormen worden genoemd, vraagt alle reerst bijzondere aandacht voor velerlei groeperingen, al leenstaanden, zoals onge- huwden, weduwen, weduw naars, gescheiden - allen met of zonder kinderen, al of niet in gezinsverband wonend - en voor samenwonenden in andere samenlevingsvormen. Hiermee wordt de politieke be reidheid uitgesproken rege lingen te treffen. Deze groep is wel uiterst verschillend zowel in leefvorm als in le vensbeschouwing. De één wijst bv. 'n burgerlijk huwe lijk volstrekt af, terwijl de an der in een instituut waar dat minstens op zou lijken juist de erkenning zou zien van b.v. de homofiele relatie. Vast staat, dat tussen twee of meer leden in de samenleving rechten en plichten wil vastleggen, zo zelfs dat men er zich bij de on afhankelijke rechter op kan beroepen er reeds nu ver schillende mogelijkheden zijn. Zo gauw men wijziging van bestaande wetgeving wenst bv. in het erfrecht, waarvoor het CDA een wijzi gingsvoorstel voor zeer lang durig samenwonenden in het program opnam - is een der gelijke bevestiging van de duurzaamheid van de relatie noodzakelijk, al was het maar om fraude of -chantage te kunnen voorkomen. Het CDA heeft juist in zijn pro gramma mede bijgedragen om zijn beginselprogramma waar te maken nl. om zich in te zetten voor een samenle ving waarin gelijkwaardig heid en verantwoordelijkheid gestalte krijgt; met bevesti-/ ging van oude waarden, met verantwoordelijkheid voor het stellen van regelen voor veranderende Door Piet Wesseling Mijn dringend vermaan vanuit het ziekenhuis, twee maanden gele den, aan de dames én heren poli tici om toch eens' op te houden met het bezoeken van al die kleine, onbekende plaatsjes in Nederland, heeft kennelijk niets uitgehaald. Integendeel. Het zij Nog enkele dagen en het is zover. We gaan dan welgemoed weer van ons democratisch recht ge bruik maken om te vertellen door wie wij wensen geregeerd te worden. Het trieste aantal stern- weigeraars, 30 of 40%? tellen we niet mee. Met het oog op dit nationaal gebeu ren enkele notities. Afstrepen Er zijn veel partijen die meedingën, deze keer. Te veel. Alleen al in de Leidse kieskring staan er drie die er m.i. niet thuis horen. Een voorbeeld. Ik kan me voorstellén, dat veel be jaarden ontevreden zijn over de manier waarop hun belangen be hartigd worden. Er zijn talloze voorbeelden van aan te halen. Maar wat kan nu de politieke par tij "Federatie Bejaardenpartij Nederland" in de Tweede Kamer uitrichten? Een afgevaardigde van die partij, gesteld dat ze een zetel veroveren, zit ér voor joker bij. Honderden onderwerpen worden er aan de orde gesteld waar hij waarschijnlijk geeh weet van heeft, althans geen noemens waardige inbreng kan verschaf fen. Zijn aanwezigheid telt niet mee. Alléén wanneer via C.R.M. het onderwerp aan de orde wordt gesteld waarvoor hij of zij alleen gekozen werd kan hij spreken. En dan nog is hij bij stemming afhankelijk van de grote partijen en van het politieke spel dat in de Kamer nu eenmaal onvermijde lijk gespeeld wordt. Schande Het is een schande voor onze sa menleving dat vele bejaarden meenden zich te moeten vereni gen in één partij om eindelijk hun recht te krijgen. Maar de weg van de ene politieke partij loopt on verbiddelijk dood. Dit geldt uiteraard en ook nog veel meer van allerlei andere belan gen partijtjes. Het eind is zoek wanneer we op die weg doorgaan. Allerlei belangengroepen kun nen zich melden: de fietsers, de autobezitters, de huiseigenaars, de huurders, de duifjesmelker's, de sportvissers. De grote lijnen van de landspolitiek zouden ver loren gaan. De Tweede Kamer zou ontaarden in een permanente Poolse landdag. Beter lijkt 't me dat b.v. de bejaarden zich wen den tot die partij die in hun ogen nog enig vertrouwen waard is en dat zij na de verkiezingen het zo'n partij dan zo moeilijk mogelijk maken.. "Bij de tijd" Ome Jan herinnert het zich nog al lemaal heel goed. Hoewel al over de 65 was hij nog bijzonder fit en: "bij de tijd". Op een dag kwam zo maar 't idee op, in een bruin café. "Waarom ga je niet in de poli tiek?" "Ja, Jan", riepen enkele stafngas- ten instemmend: "Net iets.voor jou. Beter laat dan nooit. Je hebt er het smoel voor, 'je praat als Brugman en je weet er een hoop Jan had 't er met zijn vrouw over gehad. Truus wierp het niet di rect weg. Het had een hoop heisa gegeven. Maar 't scheen te luk ken. Van de plaatselijke afdeling van bejaarden werd hij al gauw voorzitter. Op gewestelijk niveau werd 't al wat ingewikkelder. Al die vergaderingen voor noppes. "Ja Truus", had Jan gezegd, "zo gaat't nu eenmaal: voor wat hoort wat". Enfin, na vier jaar stond Ome Jan bovenaan op de lijst en, verdomd als 't niet waar is, hij kwam in de Tweede Kamer, 'n Golf van en thousiasme joeg door zijn huisje. Iedereen kwam feliciteren> De kastelein van het bruine café bracht persoonlijk een bos bloe men met een kaartje: '.'Zet 'm op, Ome Jan" je vrienden. Plotseling had hij veel mèer vrien den dan hij dacht. En iedereen vond dat hij het al veel eëfderhad moeten doen. Nu zou er-in die duffe Tweede Kamer wel ééns even een frisse wind gaan waaien. Ome Jan zou die jonge blaaska ken wel eens even op hun num mer zetten. Hij kreeg stapels brieven van overal Uit 't land. Mensen vroegen van alles! Toilet "Wanneer krijg ik nou eindelijk dat allang beloofde toilet?" "Ik kan geen telefoon betalen en toch kan ik hem niet missen". "Wanneer krijg ik nou die woning zonder trappen, ik sta al jaren op de wachtlijst!" "Wij kunnen niet langer zonder gezinshulp" etce tera. Ome Jan in de Tweede Kamer, 't Was hem allemaal zwaar tegen gevallen. Na zijn uiteraard wat stuntelige maidenspeech in 's lands vergaderzaal voor ander halve man en een paardekop öVér vermindering van de BTW vo'or niet strikt luxe artikelen was hij niet meer aan 't woord gewëest. Wel had hij stapels documenten gekregen oVer talloze onderwer pen waar hij de ballen van. be greep, ondanks zijn zeer-toege wijde B.I.K. (Bewerktuiging In dividuele Kamerleden). Einde loze vergaderingen over 1% ope raties en 't wel of niet vasthouden aan de nullijn, over toegevoegde waarde bij landverkoop en over 'n uitgeholde VAD. Eindeloze discussies. En Ome Jan vroeg zich af wat hij daar nou eigenlijk deed. Vriendelijke collegae hadden hem verzekerd, dat iedereen in het be gin zo'n gevoel had. Dat zou wel overgaan. Maar niks daarvan. Zijn enthousiasme was tot ver beneden de nullijn gedaald. Eén keer had hij een voorstel inge diend voor zijn bejaarden, 't Werd honend weggestemd.Na vief vrijwel wanhopige jaren be dankte ome Jan. "Ome Jan, doe je niet mee, deze keer?" vroeg de kastelein van 't bruin café: "De gouden leeuw". "Mij niet gezien!" zei ome Jan. Meningen op deze pagina weergegeven zijn voor rekening van de auteurs

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 17