ZATERDAG 23 APRIL 1977 Door Pim Stoel De golflinks van Noordwijk, keurig verstopt in de brede duinen waar de rust heerst en de ontluikende balsempopulieren pittig geuren. Vijf, zes vrolijk kou tende leden aan de bar in het clubhuis. Verbaasde blikken. Meneer komt voor meneer De Wit. Nee, het spijt me, die naam kennen ze niet. Maar meneer De Wit geeft hier al sedert jaar en dag les in golven, is 28 maal Nederlands kampioen bij de professionals ge weestHet licht gaat schijnen. De Wit, ach Gerard bedoelt meneer. Zeg dat dan me teen. Gerard. Ja die is beneden in de kelder aan het- lessen. Wat waar blijkt. Hij staat er, kort, gedrongen, maar jong voor zijn 58 jaren. Ziet oplettend toe hoe een lieve mevrouw in een poging het edele spel meester te worden het balletje keer op keer tegen een vangnet mept. Ze heeft gehockey'd vroeger, maar dat zegt weinig. Golven is zo anders, ze kleurt licht wanneer de „maestro" zijn aanwijzingen lardeert met schaarse complimenten. Gerard de Wit schrijft een boek. Over zijn nomadenbestaan als golfprofessional. Alles komt er in. de hoogtepunten, de dieptepunten, voor het eerst ook zal hij zijn systeem onthullen, een geheim dat hij tot nog toe angstvallig- heeft Ijewaard. Geld Een dag later, thuis blijkt hij in een melancholieke bui. Wijst om zich heen. Leuk huisje in ■een rijtje. Maar wel beladen met hypotheek. Hij is als gol- ver te vroeg geboren. In zijn glorietijd, de jaren vijftig, geen prijzengeld zoals nu, geen sponsoring om naar de grote toernooien te reizen. Een tikje opstandig: De jonge lui van tegenwoordig worden er maar op uit gestuurd. Zon der geldzorgen". Hij zelf kende de zorg vpor een gezin. Les geven moest-ie, dag in dag uit. Aanvankelijk voor vijf gulden per uur, later een tientje. Tussen de middag zelf oefenen, zich gereed maken voor de toernooien, een bo terham tussen de slagen op kauwend. Later, ja, toen hij beroemd was geworden, toen kwamen de invitaties. Toen werden de tickets thuisgestuurd en hoefde hij de hotels en het eten niet meer te betalen. In die jaren, hij heeft het eens opgeteld, reisde hij in totaal zo'n 800.000 kilometer, het overschrijden van de evenaar was zogezegd dagelijks werk: hij reikt naar een plakboek, - kijk, een oorkonde, uitgereikt in een superconstellation van de KLM. Op 4 maart 1955 kruist Gerard de Wit de even- Mentaliteit Hij was een vroege gastarbei der, maar wel in de omge keerde richting. Vertrok naar Alexandrie voor twee jaar om er de groten der aarde golven te leren. Hij moest, de ver diensten hier lagen minimaal, een tientje voor een les was met vrouwen kinderen geen vetpot. Maar daar in Egypte kon hij er aardig van komen. Hoe goed is Gerard de Wit? Aar zelend: „Mijn collega's zeg gen, Gerard is de beste golf- speler die Nederland ooit kende. Die zeggen statistisch is het onwaarschijnlijk dat er Hij pakt nu al zijn plakboeken, we maken een trip door een vergeeld verleden. Alles staat er in. Zijn overwinning op de Zuidafrikaanse reus Bobby Locke, het pak slaag dat hij de Amerikaanse superster By ron Nelson gaf, bijna ver vaagde herinneringen krijgen weer contouren: die keer in Parijs toen hij tegen Jimmy Tonisa moest. Jimmy geeft een slag, haarzuiver, tot een halve meter voor de hole. Maar dan komt hij, Gerard. Stilstaan, concentreren, pats. Over de bal van Jimmy in de hole. „Zoiets", hakkelend, „zoiets blijft je bij tot aan je graf. Het publiek was laaiend." De prins van Wales maakte hem zijn complimen ten. binnen twintig jaar een twee de Gerard de Wit opstaat". En hoe goed vond hij zichzelf? Stilte. Een bekentenis: „Hij zou nooit de absolute top hebben kunnen halen. Tech nisch wel. Zijn techniek is perfect. Maar zijn mentaliteit is verkeerd." Hij legt het uit: „Nu nog, als ik die boeken weer doorblader denk ik, god Gerard ben jij dat echt zelf geweest daar in al die uithoeken van de aarde. Soms denk ik wel eens dat ik het allemaal gedroomd heb. Ik ben me altijd klein blijven voelen tussen al die sterren. Er waren er bij die waren niet mis. Getruct. Mij proberen uit mijn evenwicht te brengen. En dat lukte. Dan zeiden ze, net op het moment dat ik wilde slaan, Jerry, Jerry noemden ze me, wat heb jij toch een goede greep. Of ze maakten een aanmerking. En verloren was ik. Dan kon ik de bal niet meer wegkrijgen." Aardig „Kijk daar heb je het Dat dorst ik nou niet. Ik was ei genlijk nooit mezelf, bang dat ik in de toekomst niet meer uitgenodigd zou worden. Ik heb altijd geprobeerd de aar dige vriendelijke Hollander te zijn". Waarom, hij weet het niet. Draagt wat later toch onbe wust een verklaring aan. Ver haalt van zijn jeugd, vader was terreinknecht op de Oude Haagse, maar die ging dood toen Gerard negen was. Toen moesten ze het dienstwo- ninkje uit, maar hij bleef op de golfbaan komen. Caddy. Hij wilde er bij horen. Nadenkend: „Dat viel niet mee. Je moet rekenen, het was in de tijd van de echte aristocra tie. Je moest je aanpassen. Boordje schoon, nagels fris, broek gestreken, niet spu- zeggen. Beleefd zijn de hele dag. Maar gelukkig waren de mees ten van die collega-caddy's je reinste tuig. Die wilden zich niet aanpassen. Dus viel hij eerder op. En oefenen. Toen al. Als hii maar even niet hoefde te sjouwen. Hij ging toen steeds beter spelen. En op een dag won hij een perso- neelswedstrijd. Met als belo ning dat hij, als het zo uit kwam, en er waren tegen standers te kort, wel eens met een clublid mocht spelen. En als hij won, ja dan kreeg hij wel eens een gulden in de hand gedrukt. Toen was hij dus al professional". Hij werd instructeur tenslotte, na de oorlog, begon te gros sieren in Nederlandse titels, kwam uit op Europese toer nooien, maakte naam en werd tenslotte een van die golfno- mades die over de hele wereld trekken. In Amerika gingen zijn ogen open, daar was alles anders, daar was iedereen ge lijk. Hij speelde er met Eisen hower, hij dronk er een borrel met Nixon. Zegt: „Twee jaar later in Parijs zit ik aan een diner. Ik voel opeens twee handen achter op mijn schouders en een stem die zegt: hay Jerry, good to see you. Dat was Nixon. Hij kende me nog". Verontschuldigend: „Ja, dat Passie Toen hij terugkwam in Neder land. voor vast, als trainer in Hilversum, was hij teveel ver amerikaniseerd. Maar toen kwam er op een dag een clu blid naar hem toe, die nam hem mee in zijn Rolls, bood hem een lunch aan en zei, Ge rard, Amerika is Amerika en Nederland is Nederland, 's Lands wijs is 's lands eer, verzet je er met tegen. Die raad heeft hij toen opge volgd. Hij leste de laatste jaren grote namen. Pieter van Vollenho ven, oud-minister Bakker, Jelle Zijlstra en echtgenote. Wil er niet over praten. Is bang dat zijn woorden moge lijk verkeerd overkomen, stel dat die heren dat dan lezen, dan weten ze heus wel dat hij het niet zo bedoeld heeft, maar misschien blijft er dan- toch iets hangen. Hij belijdt plotseling zijn passie voor het golven, dat is, dat is het mooiste wat er is. De vol doening bij een rake slag, de voldoening van het lesgeven ook, je moet rekenen de meesten die bij hem komen hebben alles al, geld, macht, bezit. En dan ligt daar zo'n wit balletje dat nou eens een keer niet doet wat ze willen, dat is, dat is karaktervor mend, daar leren ze van; Jaren terug stortte zijn wereld in bij het ziek worden en over lijden van zijn enige doch tertje, hij was compleet van de kaart, niets deed er meer toe, de golf niet, hij doolde maar wat rond. Maar toen bleek dat hij dan wel niet rijk geworden was van het golven, maar wel rijk aan vrienden. Iedereen steunde hem, ze hielpen hem er over heen. Er zijn er bij, als die hem nu midden in de nacht zouden opbellen en ze zouden zeg gen, Gerard ik zit met een golfprobleem, ik kom er niet uit, dan zou hij in zijn wagen stappen en er heen rijden. Die mensen ook hebben hem geinspireerd tot het schrijven zijn boek, het absolute- golfboek. Wereldreis Een dag later op de Noord- wijkse golflinks poseert Ge rard de Wit gewillig voor de fotograaf. Eet een boterham en drinkt koffie uit eerj auto maat. Tuurt zwijgend over de golvende duinen naar de meeuwen die schrilwit afte kenen tegen een loodgrijze regenlucht. Over het terrein sjokken de ook dit weer trotserende spelers: verblijf van enkele uren per week achter hun uit ballo tage opgetrokken Chinese muur waarachter ze tegen woordig zelf hun met golf- sticks beladen rickshaws trekken, nu de welvaart het verschijnsel dragers medo- genloos heeft gesmoord. Maar wat blijft is de ruimte, de illusie van grootgrondbezit voor pakweg een vier, vijdui- zend gulden per jaar. En Ge rard de Wit die zegt: „Ik ben tevreden hier. Lessen geeft voldoening en reizen ach, vliegen heb ik nooit plezierig gevonden". Maar even later droomt hij weg. Straks, als hij oud is, dan zal hij eigenlijk zijn huis willen verkopen. Dan zou hij van dat geld met zijn vrouw een we reldreis willen maken langs alle plaatsen waar hij heeft gegolfd. Dan zou hij zeggen, kijk hier was het, hier versloeg ik de Engelse crack Bousfield, hier speelde ik tegen de prince of Wales. En dan zou hij een fout geen tweede keer meer ma ken, dan zou hij echt eens om zich heen gaan kijken in al die landen. Want achteraf heeft hij zich pas gerealiseerd dat hij zo verschrikkelijk veel heeft gereisd, maar zo ontzet tend weinig heeft gezien. Heeft Koning Klant het onlangs niet weer zelf gezegd: „Koop uw huisdièr niet bij de „hondenver meerderaar" of de handelaar, maar bij de hondenfokker die wordt aanbevolen door de bij de raad van beheer aangesloten ky- nologenclubs. Het kost iets meer, maar dat maakt over de tien jaar dat de viervoeter meegaat maar- een schijntje uit". Natuurlijk, het is altijd beter te rade te gaan bij een erkende fokker. Bedenk echter wel dat bij som mige grote rassen als Sint Be rnard, Duitse herder. Labrador Retriever en nog enkele, meer dan 70 procent is behept met heupdysplasie. Ook de bonafide fokker kan niet garanderen dat uw hond niet aan deze ongenees lijke heupgewrichtsziekte zal lij den. De lijdensweg van een mevrouw uit Den Haag: „Eind 1975 kocht ze in Veulen-Venray een Labrador- Retrieverpuppy. Ze was alleen komen te staan en was dus dolge lukkig met haar hond. Tim, zo heette de hond, kwam uit een be trouwbare kennel en er zat een indrukwekkende stamboom bij. Ze werd meteen enthousiast lid van de Labradorclub. Het was een en al enthousiasme: 's mor gens vroeg met de hond naar het strand en vervolgens naar een zo genaamde tentoonstellingskeu ring onder toezicht van de Raad van Beheer. Hoewel de hond veel te dik was kreeg hij het predikaat „zeer goed". Dat was in juni van het vorig jaar. Snel daarna had de „zeer goede hond" geen zin meer om te lopen. De dierenarts maakte een röntgenfoto en het bleek om heupdysplasie te gaan. -i Ze kon dat gewoon niet geloven en ging naar een andere diere narts. Weer dezelfde diagnose: een zeer ernstige mate van heup- dysplasie.Langzamerhand be gint ze met het idee verzoend te raken, dat het voor iedereen het beste is als de hond wordt afge maakt. Voorlopig leeft hij nog op spuiten. Dit gebeurde nou met een hond uit een kennel die door Koning Klant zo wordt geprezen. Geloof maar niet dat je je hond kunt terugbrengen". Dat dit be slist geen uitzondering is, staat in nummer 2 van het tijdschrift „Diergeneeskundig memoran dum" van 1976 te lezen. Op blad zijde 39: „Heupdysplasie komt voor bij zeer veel hondenrassen en veroorzaakt vooral bij zwaar dere rassen veel pijn en ongemak. Niet zelden is het lijden in een dusdanige ernstige mate aanwe zig, dat de dieren onder de leeftijd van een jaar moeten worden geeuthanaseerd. In Nederland is bij de Sint Bernard, de Duitse herder, de Kuvasz, de Newfound lander, de Labrador Retriever en de Berner Sennenhond meer dan zeventig procent der dieren- met de aandoening behept". Ongeneeslijk „De ziekte is absoluut ongenees lijk." De Arnhemse dierenarts J. Droppers als commentaar op dit citaat. „Het is een benige afwij king aan de heup waardoor het heupgewricht niet helemaal in de kom valt. De kom is bovendien minder diep en de kop van het bovenbeen vertoont afwijkingen. Vooral de grote en zware rassen hebben het vaak. De ziekte is in hoofdzaak erfelijk, maar milieu factoren spelen wel een rol. Veel mensen doen er alles aan om hun puppy maar zo snel mogelijk te laten groeien. Dat is erg slecht. Er wordt soms met vitamine preparaten gesmeten. Vitamine D bijvoorbeeld versterkt het beenderstelsel maar met teveel van die vitamine bereik je juist dat de beenderen zwakker wor den. De mensen gebruiken veel te vaak allerlei preparaten. Als ik in een dierenwinkel binnenstap tref ik er soms een grotere medi cijnkast aan dan ik zelf heb. Sommige winkels voor dierbe- nodigdheden verkopen zelfs druppels tegen blaffen. Op anti biotica en hormonen na, mag al les verkocht worden". Honden met HD (heupdisplasie) maken een niet onaanzienlijk deel uit van de praktijk van een dierenarts. „Ik komt het in elk geval regelmatig tegen", verze kert de heer Droppers. „Je hebt er bij die niet eens meer kunnen lopen, die moeten worden afge maakt. Wanneer het minder ern stig is, kan met pijnstillers of een spiersnede - een kleine operatie- de pijn worden verlicht. Genezen kan niet". Wanneer de honde- bezitter het lot treft een dure hond te hebben gekocht, die later HD blijkt te hebben, dan mag hij flink wat extra geld uittrekken voor de lijdensweg ten einde is. In alle gevallen zullen er enkele röntgenfoto's gemaakt moeten worden. Is de ziekte te erg, dan wordt de hond afgemaakt. Het is ook mogelijk dat het huisdier ge holpen kan worden met pijnstil lers of een kleine operatie. Mees tal zal de hond daarna niet de oude worden. Dat betekent geen lange wandelingen, terwijl veel liefhebbers juist daarom een flinke hond kochten. Jammer genoeg is het niet zo simpel, als bij het kopen van een tweede handsauto die je door de ANWB kunt laten keuren. Vooraf op HD laten röntgen kan namelijk bij jonge honden niet. Dierenarts Droppers: „Pas na een tot ander half jaar ontwikkelt de ziekte zich. Dan heeft het pas zin foto's te maken. De enige methode- is te fokken met honden die HD-vrij zijn. De kans op die ziekte wordt dan kleiner". Erfelijkheid Over dat HD-vrij fokken vertelt drs. N. van der Velden van de vak groep Zootechniek van de RU: „Bij twee rassen is het verplicht met HD-vrije honden te fokken: de Rottweiler en de Siberian Husky. Wanneer men met die rassen fokt zonder dat de com missie de honden heeft beoor deeld, wordt geen stamboom af gegeven. Bij alle andere rassen hoeft dat niet. Het was op spe ciaal verzoek van de Rottweiler club dat de raad van beheer op kynologisch gebied in 1972 be sloot dat alle Rottweilers waar mee gefokt zou worden, moeten worden geröntgend Sindsdien is het aantal HD-gevallen duidelijk teruggelopen. Hoewel het voor de hand zou liggen, is de raad van beheer niet van plan het „HD- negatief fokken" tot andere ras sen uit te breiden. Het verzoek van de Rottweilerclub werd ook. pas na lang aarzelen genomen. Het wordt beschouwd als een ex periment. Het niet willen uitbrei den tot andere rassen, heeft een diepere achtergrond. Drs. Van der Velden: „De raad van beheer - ik ben er zelf lid van geweest - is in Nederland op kynologisch ge bied almachtig. Macht kun je echter alleen uitoefenen wanneer je doeltreffende sancties kunt toepassen. Voor de raad van be heer is dat het niet afgeven of in trekken van stambomen. Wan neer de strenge fokselectie zou worden uitgebreid tot andere rassen, is de kans groot dat er dis sidente organisaties ontstaan, die gaan dan eigen stambomen uit geven". „De raad van beheer is doodsbenauwd dat er meer van zulke organisaties ontstaan", al dus de heer Van der Velden. „Daarnaast hebben we enkele ja ren geleden een fraude gehad met stambomen in Tilburg. Die man maakte kopieen van alle officiële stambomen die hij onder ogen kreeg. Die gegevens gebruikte hij om voor zijn honden een gefin geerde stamboom op te bouwen die dan door de raad van beheer werd geaccepteerd omdat alle namen en pummers klopten. Of de puppys inderdaad van het op gegeven ouderpaar afstamden, kon niet gecontroleerd worden. Dan zou je er moeten bijstaan als de teef gedekt wordt en wanneer ze jongen krijgt. Wat dat betreft blijft de hele stambomenuitgifte een kwestie van vertrouwen. Om de controle iets beter te kunnen uitoefenen is het, sinds januari 1976 verplicht jonge honden te- laten tatoeeren. De pechhond Tim, waarmee we deze reportage begonnen, kwam uit een kennel die te goeder naam en faam bekend staat. Een kennel waar nota bene met HD- negatieve LabradorRetrievers wordt gefokt. Eigenares me vrouw Janssen: „Ik zorg er al vrijwillig voor met HD-negatieve honden te fokken. Het is de eerste klacht die ik -krijg maar als die mevrouw wil kan ze voor minder geld een andere komen halen. Het is toch wel erg dat juist ik dit moet treffen. Ik ken genoeg men sen die het niets interesseert of de fokhonden HD-negatief zijn of niet. En dan vragen ze nog vaak meer voor een puppy ook. Wat mij betreft mogen ze het ver plicht stellen dat er een „HD"- aantekemng op de stamboom komt. Waar doe je het anders voor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 19