'Elkaar de oren wassen zonder
dat het echt pijn gaat doen'
Socialisten praten
in Oslo over
de werkloosheid
Vannacht
om2uur.
Verkiezingsstrategie PvdA en CDA:
De regisseur in het Catshuis "in goeie doen"
r
Heerlijk, helder Heineken.
ZATERDAG 2 APRIL 1977
Door
Jan Dost
DEN HAAG - Wat betekent de val
van het kabinet-Den Uyl voor de
verkiezingscampagne? Voor de
PvdA was het in ieder geval aanlei
ding om de dag na de val in enkele
dagbladen een opmerkelijke adver
tentie te plaatsen.
„We laten ons met in de grond
stampen". Een tekst, die aan duide
lijkheid niets te wensen overlaat.
CDA-lijsttrekker Van Agt rea
geerde afgelopen dinsdag in het
Limburgse Bocholz zeer geprik
keld. „Dit verhaal is een proaukt
van onkunde,dan wel van bewuste
misleiding", zei hij. Intussen blijkt
dat er in het Ct)A-kamp verdeeld
heid bestaat over de bij de verkie
zingsstrijd te volgen strategie.
CHU-leider Kruisinga en KVP-
fraktieleider Andriessen willen de
PvdA hard aanpakken. AR-leider
Aantjes stelt zich gematigd op. De
deuren naar voortgezette rege
ringssamenwerking met de socia
listen moeten niet dicht gegooid
worden in de. verkiezingsstrijd.
Aantjes legde vorige week namens
het CDA niet voor niets een gema
tigde verklaring af in de Tweede
Kamer, toen Den Uyl de val van-
het kabinet kwam meedelen.
Verdeeldheid
Ook in de progressieve gelederen
heerst verdeeldheid. De PPR vindt
dat er al voor de verkiezingen van
25 mei keiharde afspraken met het
CDA gemaakt moeten worden. Het
CDA moet en zal de „hervormings
voorstellen" (grondpolitiek, on
dernemingsraden, verm'ogen-
saanwasdeling en gerichte stimule
ring van investeringen) slikken.
De PvdA doet het kalmer aan. De
socialisten vinden dat er pas tijdens
de kabinetsformatie - dus na de
verkiezingen - over hoeft te worden
gepraat. „Het zijn de sleutels tot de
kabinetsformatie", aldus PvdA-
fractieleider Van Thijn.
De campagneleiders zitten er in
tussen mee in hun maag. Zy hou
den zich aan de al ingeslagen koers.
Voor hen betekent de val van het
kabinet niet dat ze halsoverkop een
andere strategie moeten volgen.
Dat geldt ook voor de VVD. Cam
pagneleider Ten Bruggencate: „We
kiezen geen andere koers. Er komt
geen fellere aanpak. Wij polariseren
niet. Een toenadering tot de PvdA?
Nou nee, in sociaal-cultureel op
zicht verschillen we niet zoveel van,
elkaar. Maar in sociaal-economisch
opzicht wel. In stunts geloven we-
niet".
Affiches
Joke van Halm (PvdA-
verkiezingscomite): „De val van het
kabinet is voor ons geen aanleiding
wijzigingen te brengen in onze
campagne. Het materiaal wordt
niet veranderd. De affiches blijven
dezelfde. Kies de minister
president, kies Joop den Uyl. Vanaf
1 mei komt Joop op volle toerei).
Tot dan zijn er geen extra bijeen
komsten gepland. We doen niet aan
verkiezingsstunts. Vondeling? Ja,
die gaat weer op de fiets door het
land. Maar dat is een persoonlijke
stunt".
De CDA-campagneleiding had het
te druk. Daarom deed voorlichter
Piet van Tellingen (ARP) het
woord: „Wat ons betreft komt er
geen andere koers. Wij blijven de
weg volgen die leidt tot depolarisa-
tie. Wij zijn het CDA, de partij die
'kiest voor gezamenlijke verant
woordelijkheid. Op 15 april gaat de
campagne van start. Daarna gaat
Van Agt 18 kieskringen af. Aan
verkiezingsstunts denken we niet.
Geen langharige lijsttrekkers op de
Dam of zo. We voeren een zakelijke
campagne".
In een hoofdredactioneel i
taar in deze krant van dinsdag
wordt beweerd, dat de kabinetscri
sis voor drs. Johannes Marten den
Uyl ook gunstige kanten heeft. De
crisis verlost hem van een al te
nauwe band met zijn minister van
Door Peter Riemersma
justitie, mr. A. A. M. van Agt. De
crisis ontslaat hem van de verplich
ting „de vier hervormingsvoorstel
len" in wetten om te zetten. De cri
sis ondergraaft de betrekkelijke
machtspositie van de PPR als pro
gressieve bondgenoot van de
PvdA. De crisis werkt als uitlaat
klep voor de hoog opgelopen poli
tieke spanning tussen de progres
sieve fracties in de Tweede Kamer
en de fracties van KVP, ARP en
CHU die samen straks een CDA-
fractie vormen.
Naast bitterheid over werk dat hij
niet kan voltooien dus zeker ook
opluchting in het gemoed van de
politieke regisseur in het Catshuis.
Er is een onverdacht getuigenis
over deze lichtzijde van de crisis
voor Den Uyl. Een getuigenis van
zijn echtgenote Liesbeth. Zij
meldde voor de televisie (in
VPRO's Machiavelli) dat de
minister-president meteen nadat
de crisis een feit was „in goeie
doen" was. Liesbeth den Uyl
noemde het typerend voor haar
man, dat hij pas helemaal opleeft
als het moeilijk wordt.
Getuigenis
Een politiek getuigenis komt van
Frans Andriessen, de KVP-leider
die zich keer op keer heeft onder
scheiden als de grote tegenspeler
van Den Uyl. Andriessen heeft on
langs verklaard, dat de minister
president een zeer bedreven crisis
beheerder is. Maar ook, dat hij door
zich als partijman van de PvdA te
laten kennen, zelf crises heeft op
geroepen.
Wie deze twee getuigenissen op
zich laat inwerken, kan bijna niet
heen om de conclusie dat Den Uyl
de crisis als een niet onwelkome
bliksemafleider heeft omhelsd.
Over de gebeurtenissen in het
Catshuis die uiteindelijk tot de
breuk hebben geleid is van
christen-democratische kant uit
gebreid verslag gedaan. Lijsttrek
ker Van Agt van het CDA heeft in
dit geval openbaarheid tot zijn
bondgenote gemaakt. Volgens de
CDA-lezing van het gebeurde heeft
Den Uyl zo gemanoeuvreerd, dat
uiteindelijk een breuk onvermijde
lijk was. Aangezien van progres
sieve zijde deze openbare notulen
van de ministerraad niet zijn tegen
gesproken, kan men ervan uitgaan
dat het inderdaad zo wel zal zijn-
gegaan.
In elk geval staat vast, dat Den Uyl
op uiterst bedreven wijze bezig is
profijt te trekken uit zijn dubbel
functie van minister
president/lijsttrekker PvdA. Hij
laat geen gelegenheid voorbij gaan
om in 's Lands Vergaderzaal te ver
schijnen. De Tweede Kamer raakt
bijna beduusd over zoveel aan
dacht van regeringszijde...
In het voorbijgaan legt Den Uyl dan
ook nog even een stukje politieke
vernieuwing vast, waar van pro
gressieve zijde al zo'n jaar of tien
naar wordt gestreefd. De demissio
naire minister-president wees uit
drukkelijk de mogelijkheid af om
voor de Tweede-
Kamerverkiezingen nog een an
der kabinet te vormen.
„Een dergelijk kabinet zou immers
nauwelijks in het zicht van de aan
staande periodieke verkiezingen
iets van een eigen beleid kunnen
verwerkelijken", zei Den Uyl. En
hij voegde er dit aan toe: „Het na
streven van een dergelijk kabinet
zou, naar mijn overtuiging, boven
dien in strijd moeten worden
geacht met de regel, die sinds het
midden van de jaren zestig tot een
gewoonteregel in ons staatkundig
bestel kan worden gerekend, name
lijk dat op grondslag van een ver
kiezingsuitslag geen kabinetten
van verschillende politieke signa
tuur optreden".
Kiezers
Het zijn opmerkingen die stroken
met de progressieve opvatting, dat
de kiezers zich dienen uit te spre
ken over de samenstelling van een
te vormen kabinet na de verkiezin
gen. Politiek te vertalen in: moet er
een kabinet komen met de WD of
met de PvdA erin? Den Uyl zei ook
met zoveel woorden: „Thans is
eerst het woord aan de kie
zers, op 25 mei".
De openlijke propaganda laat Den
Uyl wijselijk over aan het campag
neteam van de PvdA: „Kies de
minister-president. Kies Den Uyl".
Maar niemand kan ontkennen, dat
deze propaganda mooi aansluit aan
de woorden die de demissionaire
minister-president in de gedach-
tenwisseling over de politieke si
tuatie met de volksvertegenwoor
diging gebruikt.
Wat bleekjes steekt hierbij af de op
stelling van het CDA van Van Agt,
terwijl toch juist deze groepering
de kans maakt als grootste uit de
stembus te komen: „De verkiezin
gen dienen om de leden van de
Tweede Kamer te kiezen, niet een
minister-president. In de samen
stelling van het na de verkiezingen
te formeren kabinet behoort de
verkiezingsuitslag tot zijn recht te
komen. De ministerpresident be
hoort een geestverwant te zijn van
de politieke groepering, die met de
grootste regeringsfractie in de
Tweede Kamer vertegenwoordigd
is, tenzij deze fractie daarvan zelf
afziet".
Het CDA laat bij voorbaat de moge
lijkheid open, dat Den Uyl
minister-president blijft - ook als
het CDA de grootste fractie in de
Tweede Kamer wordt. Dat lijkt mij
een gebaar, dat meer zegt dan
welke verklaring ook dat het CDA
voorkeur uitspreekt voor voortzet
ting van de regeringssamenwer
king met de progressieven.
Wat gebeurt er na de verkiezingen
van 25 mei? Men mag er vanuit
gaan, dat allereerst een poging
wordt gedaan inderdaad een
tweede kabinet-Den Uyl te forme
ren. Op 8 juni treedt de nieuwe ge
kozen Tweede Kamer aan. Den Uyl
zal daarin fractieleider zijn van de
PvdA en Van Agt fractieleider van
het CDA. Tevens blijven Den Uyl
en Van Agt premier en vice-
premier van het ook dan nog de
missionaire kabinet. Met aan ze
kerheid grenzende waarschijnlijk
heid moet deze situatie ertoe lei
den, dat voor 8 september een even
tueel tweede kabinet-
Den Uyl in elkaar zit.
Drie maanden
Volgens wettelijk voorschrift mo
gen Den Uyl en Van Agt hun frac
ties van Kamerlid en minister
hooguit drie maanden combineren.
Als deze periode voorbij is, moeten
zij hun Kamerlidmaatschap neer
leggen. De leiding van PvdA- en
CDA-fractie komt dan in andere
handen. Als het formatiegesprek
dan niet is afgerond, is er een dikke
kans dat er van een tweede
kabinet-Den Uyl niets meer te
recht komt.
In dezelfde positie als waarin Den
Uyl en Van Agt na de verkiezingen
komen te verkeren, heeft bij de vo
rige formatie mr. B. W. Biesheuvel
gezeten. Hij was tegelijkertijd de
missionair minister-president en
fractievoorzitter van de ARP in de
Tweede Kamer. Na drie maanden
moest Biesheuvel de leiding van de
ARP-fractie uit handen geven.
Deze kwam toen te berusten bij mr.
W. Aantjes. Pas na deze aflossing
van de wacht, kwam de vorming
van het eerste kabinet-Den Uyl
werkelijk boven de horizon.
Men mag ervan uitgaan, dat de re
gisseur in het Catshuis alles zal
doen om te voorkomen dat hij, ge
lijk Biesheuvel in 1973, de greep
op het spel verliest.
Meningen op
deze pagina
weergegeven zijn
voor rekening
van de auteurs
OSLO (SP) - Hoe kunnen we de
strijd tegen de werkeloosheid het
beste aanpakken?
Dat is de centrale vraag die de
sociaal-democraten van West-
Europa zichzelf en elkaar dit wee
keinde in de Noorse hoofdstad zul
len stellen. Tientallen socialistische
politici en vakbondsleiders uit
bijna alle landen van West-Europa
zijn in Oslo aangekomen voor een
congres over werkloosheid en eco
nomische politiek dat vandaag en
morgen gehouden wordt.
Door
Jan Dost
Initiatiefnemers van dit congres
zijn de socialistische partijen en
vakcentrales van IJsland, Dene
marken, Noorwegen, Zweden en
Finland. Tal van kopstukken uit de
internationale socialistische bewe
ging nemen er aan deel. Om slechts
enkelen te noemen: bondskanse
lier Schmidt, ex-premier Olof
Palme uit Zweden en de Britse
premier Callaghan waren vanmor
gen aanwezig toen de Noorse pre
mier Odvar Nordly het congres
opende.
Ook Joop den Uyl zou aanvankelijk
komen. Maar hij heeft het kennelijk
te druk met zijn inmiddels demis-
kabinet.
Wel zijn uit ons land delegaties van
de Federatie Nederlandse Vakbe
weging (NVV en NKV) en van de
PvdA aanwezig. Voorzitter van de
FNV-afvaardiging is Wim Kok. In
de PvdA-delegatie zitten onder an
deren minister Pronk (ontwikke
lingssamenwerking) en Jaap van
der Doef, kamerlid en vice-
voorzitter van de partij.
Belangrijk
Voor de sociaal-democraten van
Europa is het congres een belang
rijk gebeuren. Niet omdat er spij-
•kers met koppen geslagen zullen
worden. Niet omdat er pasklare op
lossingen voor de strijd tegen de
werkloosheid verwacht kunnen
worden. De onderlinge verschillen
van inzicht over oorzaken en be
strijding van deze volksvijand zijn
daarvoor te groot.
Het belang zit ergens anders in.
Voor het eerst sinds het uitbreken
van de economische crisis ontmoe
ten socialistische politici en vak
bondsleiders elkaar in zo groten ge
tale. De Scandinaviërs hopen zelfs
dat er een platform wordt gescha
pen voor een permanent overleg
van sociaal-democraten waar een
socialistisch antwoord kan worden
gevonden tegen de bedreigingen
van het kapitalistische stelsel. De
discussie van vandaag en morgen
gaat over een vijftal hoofdpunten:
investeringspolitiek en werkgele
genheid; een op het welzijn geö-
rienteerde economische groei; ar
beidsmarktpolitiek; internationale
monetaire politiek en internatio
nale samenwerking.
Zonder een succesvol internatio
naal beleid met deze hoofdpunten
als inzet kan een slagvaardige be
strijding van de werkloosheid wel
'vergeten worden. FNV-bestuurder
Cor Inja vindt echter dat te veel van
de sociaal-tiemocratische collega's
uit de andere landen het accent in
de werkloosheidsbestrijding ver
keerd leggen.
Volgens hem is uit de voorberei
dende besprekingen duidelijk ge
bleken dat de noodzaak van een
samenhangende politiek van
werkloosheids-èn inflatiebestrij-
ding onvoldoende wordt onder
kend. Alleen de Nederlanders en de
Duitsers hebben daar oog voor.
Eenzijdig
Teveel ligt volgens Inja het accent
op eenzijdige bestrijding van de
werkloosheid. Via het aanzwenge
len van de nationale bestedingen en
het opvoeren van de vraag naar
produKten -het aloude recept van
Keynes- hoopt men de werklozen
weer aan de slag te krijgen. Maar
daarbij wordt verwaarloosd dat dit
proces vaak gepaard gaat met zulke
enorme loon- en prijsstijgingen dat
de aanvankelijke werkgelegen-
heidsresultaten weer teniet gedaan
worden
De Nederlanders zullen hun bui
tenlandse collega's trachten te
overtuigen dat het streven naar een
maximale economische groei
straks niet de grootste vruchten zal
afwerpen. Een selectieve groei,
waarbij behalve naar werkgele
genheid ook gekeken wordt naar
afzetmogelijkheden op langere
termijn, naar het milieu en naar
zuinig omspringen met energie en
grondstoffen. Dat is wat de Neder
landers de congresgangers zullen
voorhouden.
Selectief
Zij zullen daarbij de nota selectieve
groei van minister Lubbers (eco
nomische zaken) en diens plan om
via premies investeringen uit te
lokken in herinnering brengen. Het
zijn de eerste -zij het door de socia
listen nog maar pover geachte-
stappen op weg naar een meer ge
richte economische ontwikkeling
in ons land. Minister Pronk zal aan
dacht vragen vobr de Derde We
reld. Hij zal er op wijzen dat de ont
wikkelingsgelden niet alleen om
morele redenen gegeven moeten
worden.
Versterking van de economie van
de arme landen is op langer termijn
bezien van levensbelang voor de
industriële wereld zelf.
Arme landen kunnen, als ze arm
gehouden worden, geen dure pro-
dukten kopen van het rijke Westen.
Onze eigen afzetmogelijkheden
zouden er door worden verziekt. En
dat betekent dat er nieuwe werk
loosheid in het verschiet ligt. Tot
teleurstelling van de Nederlanders
en misschien ook de Duitsers en de
Zweden- kijken de andere socialis
tische broeders daar in meerder
heid anders tegen aan. Eerst moet
de economie in West-Europa weer
gezond worden. Dan pas kan over
uitbreiding van ontwikkelingshulp
gepraat worden.
ADVERTENTIE