"Olie op
Dat ruimt
de kust
een ander
op
OUE
OP HET
stR AND
Kustplaatsen zijn
niet voorbereid
op een olieramp
Commissie
vergadert
al 7 jaar
'ZATERDAG 2 APRIL 1977
EXTRA
PAGINA lo
Deze dagen is het tien jaar geleden dat de tanker
„Torrey Canyon" voor de kust van Cornwall
schipbreuk leed en 117.000 ton ruwe olie als een
afscheidspresentje op het strand deponeerde.
Over een afstand van meer dan honderd mijl was
Lands End op slag onbegaanbaar en ongeniet
baar gemaakt.
Ongeveer een jaar geleden trof een dergelijk lot
de Galicische kust bij de Spaanse plaats La Coru-
na. Hier was het de mammoettanker „Urquiola"
die leegliep. Gevolg: 110.000 ton olie bedekten het
strand over een afstand van 46 kilometer met
een monsterachtige dikke laag.
In geen van beide gevallen was de plaatselijke
overheid in staat de katastrofe op passende wijze
tegemoet te treden. Gebrek aan materiaal en
know how, verwarring omtrent verantwoorde
lijkheden.
Je zou kunnen verwachten dat an
dere kustplaatsen door dit soort ge
beurtenissen gealarmeerd zijn ge
raakt. Vooral in de badplaatsen,
die voor een aanzienlijk deel af
hankelijk zijn van de revenuen die
een geslaaga zomerseizoen met on
gestoorde strandrekreatie in het
laatje brengen, zal men, met de les
vaji Cornwall en La Coruna voor
ogen, inmiddels toch wel een deug
delijk olierampenplan hebben ont
worpen.
Dat dachten wij tenminste. Maar de
tien Zuidhollandse kustgemeenten
die wij polsten bleken geen van alle
echt goed voorbereid op een grote
ramp.
Op onze vraag „Wat doet u als er
voor de Nederlandse kust een olie
tanker in tweeen knapt en uw
strand onbruikbaar maakt?"
volgde doorgaans een bedremmeld
stilzwijgen. De oplossingen die de
diverse gemeenten ten slotte
noemden laten wij hier volgen.
Aardbeving
Noordwijk: "U vraagt wel naar de
bekende weg: natuurlijk gaan wij
proberen die rommel op te r
Er bestaat al een jaar of vijf een spe
ciale commissie die zich met deze
kwestie bezighoudt. Een interpro
vinciale commissie is dat. Voor
deugdelijke oliebestrijding is een
hoop research nodig, vergeet u dat
niet."
„Want eerlijk gezegd, een aardbe
ving is makkelijker te behandelen
dan een olieramp. Neem alleen al
het probleem van de afvoer van die
rommel. Je mag het niet begraven,
niet verbranden en niet dumpen.
Opnieuw raffineren is ook niet te
doen. Nee, wij hebben als gemeente
onvoldoende materiaal van onszelf.
Wij beschikken uitsluitend over
mankracht."
„Dus vervuilingen van geringe om
vang, die kunnen we wel aan. Dan
gaan we er met schop en spade opaf
en duwen die rotzooi terug in zee.
Maar een echte ramp zoals u die
voorstelt, daar hebben wij geen
antwoord op. Het is ook een finan
ciële kwestie. Wij wachten op kre
dietgaranties van het rijk, zodat we
een grote aannemer in de arm kun
nen nemen voor noodgevallen."
Puinstort
Katwijk „De eerste klap kunnen
we wel opvangen, dunkt me.
Vooral als de olie nog op zee drijft is
inschakeling van rijkswaterstaat
geboden. Die hebben een speciaal
reinigingsvaartuig, de „Smalagt",
dat bestemd is voor opsporing en
vernietiging van olie op zee. Maar
dat bedoelt u dus niet."
„Als het bij ons op het strand ligt
moet je eerst eens vaststellen wat
voor olie het is en hoe de situatie ter
plaatse is. Kun je het ondergraven
met draglines, bijvoorbeeld. Of
misschien kun je het met shuffles
opspitten en in vrachtwagens af
voeren. Waarheen, vraagt u? Ik-
zou zeggen de puinstort".
„Samenvattend kan ik u zeggen dat
wij als gemeente geen gedetail
leerde voorzieningen hebben ge
troffen. Het is namelijk een
waterstaat-probleem, vandaar.
Trouwens, we hebben al in geen ja
ren meer olie van betekenis voor
onze deur gehad. De laatste keer-
was zes jaar geleden."
Grote overheid
Wassenaar,,Ja, de provincie heeft
over deze zaak een ontwerpnota
opgesteld en aan ons toegezonden
voor kommentaar. Dat hebben we
gegeven, maar wat wij precies heb
ben geantwoord weet ik niet, dat
zou ik moeten nazoeken. Provin
ciale staten en rijkswaterstaat rege
len alles bij een olieramp, dacht ik.
„Wij hebben vijf jaar geleden op
Hemelvaartsdag iets dergelijks aan
de hand gehad. Toen hebben we het
met eigen middelen in een week
geklaard, maar het was wel keihard
werken. Aan eigen materieel heb
ben we bulldozers en dergelijke."
„Op die Hemelvaartsdag hadden
we het voordeel dat we de olie nog
mochten begraven, maar dat is nu
verboden in verband met de duin
waterleiding. We hebben aan de
provincie gevraagd hoe we in de
toekomst de afgegraven olie kwijt
kunnen, zelf dachten we aan ver
branding. Tot dusver hebben we op
deze vraag nog geen antwoord ont
vangen."
Goed kontakt
Den Haag „Dat ligt aan de omstan
digheden. Wij hebben strandma-
chines die via een vuilkorf het zand
laten glippen en de rommel vas
thouden. Nee, inderdaad, met olie
gaat dat niet. Tja. een olieramp. U
gaat nu wel iets heel geweldigs zeg
gen, vind ik. Even aan m'n chef
vragen."
Deze blijkt zeer goed op de hoogte:
„Wij zijn daar onvoldoende voor
geequipeerd. Voor een dergelijke
calamiteit zijn wij aangewezen op
het materiaal dat diverse grote aan
nemers, met wie wij goede kontak
ten onderhouden, ter beschikking
hebben. Payloaders bijvoorbeeld,
dat zijn van die onbehouwen trac
toren met een geweldig grote schop
die grondverzet plegen. Deze ma
chines laten we dan de olie weg
schuiven."
„Over de manier waarop we de zaak
afvoeren kan ik u geen uitsluitsel
geven, waarschijnlijk proberen we
het te verbranden. Met kleinere
olieconcentraties, die geregeld op
Scheveningen of Kijkduin gevon
den worden, hebben we geen pro
blemen.Daar gaan we met ijzeren
rollen overheen, daar wordt dan de
olie afschraapt en in bakken ge
stort. En die bakken kunnen we
begraven, of we dumpen de olie
onder de zoutwaterlijn."
„We hebben daar proeven mee ge
nomen: na twee maanden is de zaak
dan verdwenen. Maar voor een
werkelijke calamiteit heeft provin
ciale waterstaat een rampenplan.
Daarvan heb ik een afschrift in mijn
rampenmap opgeboren. Ik wil u
wel zeggen dat het noodzakelijk is
dat de oliebestrijding een provin
ciale aangelegenheid wordt. Snel
heid is een eerste vereiste, en dan
kun je het niet hebben dat allerlei
gemeentelijke instanties elkaar
voor de voeten gaan lopen."
Olieman
Ter Heide: „Onze
olieman is niet bereikbaar, hij zit op
de Veluwe. Nee, het nummer kun
nen we u niet geven. Wie er verder
informatie kan geven? Geen idee".
Afspraken
's-Gravenzande: „Meneer, er is hier
helemaal geen olietanker stukges
lagen. O, dat bedoelde u ook niet. Ik
geef u mijn chef."
Deze is sober in zijn commentaar
„Wij zullen bij zo'n ramp als u die
omschrijft direkt een beroep doen
op Hoek van Holland, want daar
ligt een hoop materiaal dat wij niet
hebben. Er zijn afspraken gemaakt
maar hoe die precies luiden weet ik
niet. We hebben zoiets gelukkig
nog nooit bij de hand gehad. Ik geef
u de burgemeester."
Deze zegt: „Ik heb hier een paar ad
ressen en telefoonnummers van
mensen van Rijkswaterstaat die ik
in geval van nood kan alarmeren. In
1975 hadden we een geval van ern
stige olievervifiling, daar is toen
een partikuliere aannemer aan te
pas gekomen. Want zelf hebben we
geen materiaal."
„Het heeft toen een dag langer ge
duurd dan noodzakelijk was, voor
de troep was verwijderd. Want die
aannemer had zijn apparatuur toen
juist ergens anders ingezet. Het zou
wel goed zijn als een en ander werd
gecoördineerd, zeker, ja."
Goede kontakt
Ouddorp: „Dat wordteen zaak voor
rijkswaterstaat. Want wij hebben
hier een man of twaalf die we kun
nen inzetten, een paar vrachtwa
gens en een stuk of wat Volkswa
gens pick-up. Te weinig dus. Ge
lukkig hebben wij een goed kon
takt met de dienstkring Middel-
harnis van rijkswaterstaat. Die zul
len ons wel helpen. Nee, kleine
olievervuiling, daar gaan we niet op
af. Dat laten we gewoon liggen.
Want zoals ik u al zei, strandbeheer
is een zaak van rijkswaterstaat."
Recreatie
„Nou, ik heb ergens nog wat offer
tes bewaard van partikuliere fir
ma's die bij zo'n olieramp hun dien
sten aanbieden. Maar in de vijfent
wintig jaar dat ik hier nou zit is
zoiets als u nou schildert bij ons nog
nooit voorgekomen, hoor! Wil hier
olie op het strand komen moet er
een fikse noordwesten wind staan."
„Wat we hier wel geregeld tegen
komen zijn die kleikoekjes. Dat zijn
platte schijfjes ter grootte van een
rijksdaalder, geheel in olie verpakt.
Daar gaan we op af met een tractor
met een riek ervoor. We stoppen de
Opbrengst ergens in de grond, of
achter draad zodat het publiek er-
niet bij kan."
Hoek van Holland: „Dat is een hy
pothetische vraag van u, die kan ik
niet zomaar beantwoorden. Daar
kan ik a bout portant geen sluitend
antwoord op geven en dat moet u
ook niet van me verlangen, vind ik.
Een rampenplan, zegt u? Dat zal
wel bij een of andere gemeentelijke
dienst berusten, maar welke, dat
kan ik u niet zeggen. Ik verbind u
door naar sport en recreatie."
Deze dienst zegt: „Voor een olie
ramp bestaan richtlijnen, dat is een
zaak van rijkswaterstaat. Wij heb
ben alleen maar wat tractoren en
laadschoppen en strandharken, en
ik ben het met u eens als u zegt dat
je daar maar weinig mee begint."
„Hoewel, vorige zomer zat er
opeens olie op ons strand over een
lengte van vijf kilometer. Een
strook van zeker vijf meter breed.
Daar hebben we toen met man en
macht aan gewerkt en na drie da
gen was het karwei geklaard. Maar
dat betekent dan wel 's nachts
doorwerken, anders red je het niet.
Of wij er een aannemer bij zouden
halen? Waarschijnlijk wel, vooral
omdat wij de kosten bij crm gedeel
telijk vergoed krijgen."
Improviseren
Oostvoorne: „Dat is een moeilijke
vraag die u daar stelt. Wij zelf heb
ben beslist onvoldoende materieel
want u moet begrijpen, we zijn
maar een kleine gemeente. Wel
hebben we een goed kontakt met
rijkswaterstaat. Die zouden wij dan
ook in de eerste plaats konsulteren.
Nee, een echt olierampenplan is
hier niet aanwezig. Dat wordt dus
een kwestie van improviseren."
Onvoeldoende
Samenvattend kan vastgesteld
worden, dat de tien Zuidhollandse
kustgemeenten in geval van een
ramp in de orde van grootte van de
„Torrey Canyon" in het eigen arse
naal onvoldoende bestrijdings
middelen bezitten. Men vertrouwt
in veel gevallen op rijkswaterstaat.
Dat is de grote overheid, die moet
het maar zien te klaren.
Des te onthutsender is het te ver
nemen hoe deze dienst over een en
ander denkt:
„Zolang de olie op zee ligt is het
inderdaad een zaak van ons, dat wil
zeggen: het direktoraat Noordzee.
Wij hebben een bestrijdingsboot,
de „Smalagt", die daarvoor kan
worden ingezet. Maar zodra de olie
het strand heeft bereikt is het onze
zaak niet meer."
„Ik zou haast zeggen: het ligt daar
goed. Want het beschermt het
strand tegen verdere afbrokkeling.
Tja, de rekreatiestranden zullen het
met deze visie wel niet eens zijn,
daar kan ik inkomen. Maar in prin
cipe bestrijden wij olie op het
strand dus niet. Wie dat dan wel
moet doen? Ik verbind u door."
De specialist: „Nee, nee. inderdaad,
olie op het strand regardeert rijks
waterstaat niet. Maar we helpen wel
met materiaal dat daarvoor ge
schikt is. Een paar strandrollers en
wat experimenteel spul."
Rampenplaag
Waar zit nu eigenlijk het rampen
plan dat wij verwacht hadden?
Hierover biedt provinciale water
staat uitsluitsel: „Al een jaar of ze
ven bestaat er de interprovinciale
commissie „Strandvervuiling door
olie". Die heeft vorig jaar een ont
werpnota ingediend, en die is via
provinciale staten bij de kustge
meenten terecht gekomen. Die
moeten daar hun commentaar op
geven. Tot dusver hebben nog niet
alle aangeschreven gemeenten
daaraan gehoor gegeven."
„Dat betekent dat we momenteel
niet veel anders kunnen doen dan
filosoferen over een ideale oplos
sing. Kijk eens,' het is helemaal
geen punt om op papier een rege
ling voor oliecalamiteiten te tref
fen. Maar die zal in de praktijk niet
effectief blijken als niet alle be
trokken kustplaatsen de ins en outs
ervan weten."
„Wij willen komen tot een draai
boek waarvan iedereen zegt: zo
moet het. Ons probleem ligt vooral
in het technisch inhoud geven aan
het rampenplan. Daar bedoel ik
mee dat we nog steeds aan het zoe
ken zijn naar een instantie, partiku-
lier of overheid, die zich bereid ver
klaart om het materiaal, dat voor
effektieve oliebestrijding noodza
kelijk, is te beheren".
„Plus dat we er nog niet uit zijn
welk materiaal daar precies voor
moet worden aangeschaft. En dan
heb ik het nog niet eens over de
vraag wie dat allemaal moet gaan
betalen. Nu is het nog zo dat de ge
meenten alle kosten moeten dra
gen, maar veel van onze gesprek
spartners vinden dat het Rijk dat
moet doen, ook al draagt de ge
meente de verantwoordelijkheid-
voor het eigen strand".
„Waar we naar toe moeten is een
provinciaal gecentraliseerd olie-
rampencentrum dat oplossingen
aan de hand kan doen die in de
praktijk ook uitvoerbaar zijn omdat
we er de technische hulpmiddelen
voor hebben. Maar van die situatie
zijn we nog ver verwijderd. We ver
gaderen regelmatig, maar binnen
een jaar zie ik het nog niet gereali
seerd worden allemaal".
Pikhouweel
Daar kunnen we het dus mee doen.
En aan de Noordhollandse kust is
het precies eerder: Verwarring over
wie er de olie te lijf moet gaan bij de
gemeenten, de specialisten vind je
in de ene plaats bij openbare wer
ken, in de volgende gemeente is het
sport en rekreatie of gemeenterein
iging die met riek en pikhouweel de
oliekoek moet openbreken. Als het
meezit heeft iedere badplaats in een
paar dagen zijn eigen stuk strand
met mankracht gereinigd. Maar een
olieramp ziet er anders uit: dan zal
de kust vanuit de lucht gezien een
zwarte streep lijken van Hoek van
Holland tot Wijk aan Zee, als we
nog even de Torrey Canyon als
voorbeeld nemen.
Typisch een zaak voor de „grote
overheid", roepen de gemeenten
van wie er sommige in de heilige
overtuiging verkeren dat strand
beheer onder rijkswaterstaat valt.
Maar deze dienst coupeert een en
ander koeltjes met de vaststelling
dat alleen de olie op zee haar regar
deert. Al wil men desgevraagd best
helpen natuurlijk.
Over detailpunten als de afvoer van
de afgegraven olie lopen de menin
gen ook al sterk uiteen. Maar ach,
we hebben al in geen vijfentwintig
jaar olie van betekenis op het
strand gehad, om met Rockanje te
spreken.
Heine heeft wel eens gezegd: „Als
het einde van de wereld aanbreekt
ga ik gauw naar Nederland, want
daar gebeurt alles vijftig jaar later".
Op sommige burelen lijkt dit grapje
tot credo verheven.
Geen coördinatie, geen materiaal.
Dagelijks passeren talloze tankers
onze kust.
Door
Alexander
Münninghoff