ZATERDAG 26 MAART 1977
PAGINA 17
'Wat betekent arbeid voor jou?"
Deze vraag kregen de twaalf
deelnemers aan een conferentie
over het thema "arbeid", die vo
rige week op initiatief van de
Werkende Jeugd CNV in Leiden
werd gehouden, voorgelegd.
Hieronder de antwoorden van
een aantal werkende jongeren,
die aan de bijeenkomst deelna
men.
Henk:
"Werken is voorzien in de behoef
ten van de mensen; je lichame
lijk inspannen; bezig zijn.
Sommigen kunnen in hun
werk een hobby uitoefenen. Dat
geldt bijvoorbeeld voor sport
mensen, kunstschilders en mu
sici."
Lida:
"Iedereen werkt om in eigen on
derhoud te kunnen voorzien. Ik
werk om andere mensen die
hulp nodig hebben te helpen. Je
werkt om bezig te zijn met iets,
je wilt iets zijn in de maatschap
pij. Als je niet werkt is je leven
vaak saai, je staat dan helemaal
buiten het arbeidsproces. Als je
jezelf van allerlei luxe wilt voor
zien, moet je ook veel (betaald)
werk verrichten."
André:
"Werken is je nuttig maken voor
de maatschappij, ten behoeve
van het levensbehoud. Wanneer
je werkt dan betekent dat dat je
werkt voor geld, voor je gezin,
voor de anderen die niet kunnen
werken (ouderen, invaliden),
zodat die toch een normaal leven
kunnen leiden. Dat betekent een
stuk verantwoordelijkheid als
mens."
Theo en Cora:
"Werken betekent in feite gedu
rende een aantal uren je ar
beidskracht verkopen. Je ver
koopt je eigen energie, denk
werk, enz. voor een bepaalde
hoeveelheid geld. Dat geld heb
je nodig om jezelf te onderhou
den."
Rob:
"Werken is voor mij 's morgens
om 6.15 uur opstaan en 6.40
uur de deur uitgaan en naar mijn
werk toegaan, daar om 7.00
tjur aan te komen en dan omkle
den en tot 7.25 uur koffiedrinken
en praten met collega's. Om 7.25
naar mijn machine te gaan en die
starten om sigaretten te maken
tot 12.15 uur. Dan eten en om
12.45 uur weer naar dezelfde
machine te gaan en weer het
zelfde te doen als 's morgens, tot
16.00 uur, en dan weer naar huis
gaan.
Anders
In de praktijk blijkt dat toch
anders te liggen. Er zijn niet
zoveel mensen, ook niet on
der de jongeren, die aan een
leven zonder beroepsarbeid
de voorkeur geven boven een
bestaan mèt beroepsarbeid.
Dat blijkt uit de woorden van
de jongeren tijdens de discus-
siedagen in "De Korte Vliet".
Maar het blijkt ook uit een
onderzoek dat twee Leidse
sociologen hebben uitge
voerd onder ruim duizend
LTS'ers, die werden gevolgd
tijdens hun overstap van
school naar werk.
Ook de twee sociologen, Pieter
Stroink en Frank Andries,
beiden verbonden aan het
Nederlands Instituut voor
Praeventieve Geneeskunde,
hadden in het begin gedacht
dat het werk een minder be
langrijke plaats in het leven
van jongeren gaat innemen.
Maar voor het gros van de
jongeren is dat niet het geval.
Ook niet nu de werkloosheid
onder die groep hoog is. De
waardering voor de. arbeid
lijkt juist door de ervaTing van
het werkloos zijn eerder toe
genomen dan verminderd te
zijn.
Van de ex-LTS'ers onder
schrijft nog geen tien procent
uitspraken als: "een paar uur
werken per dag is genoeg",
"je zou eigenlijk vrij moeten
zijn om wel of niet te werken"
en "je wilt liever in de WW lo
pen dan vervelend werk
doen".
Eerste de beste
De waardering voor arbeid in
het algemeen kan er toe lei
den, dat LTS'ers te snel een
baantje nemen, vaak de eerste
de beste waar ze tegen aanlo
pen. En dat is lang niet altijd
de voor hen meest geschikte.
Voor een deel kan dat veroor
zaakt worden doordat de
LTS'ers, wanneer zij nog op
school zitten, verwachten
moeilijk aan de slag te zullen
komen. Wanneer men een
maal werkt en terugkijkt op
de zoekperiode, dan lijkt het
achteraf allemaal erg meege
vallen te zijn.
Maar er zijn er nogal wat, die
niet erg gelukkig zijn met de
gevonden baan. Op de vraag
of ze het anders zouden aan
pakken, wanneer ze weer een
baan zouden gaan zoeken,
antwoordt dan ook 29 procent
bevestigend.
De waardering voor arbeid toordt door een ervaring met
wericioosneia alleen maar versterkt
De verwachtingen van veel schoolverlaters over het werk zijn vaak
te rooskleurig.
liever zou ophouden met
werken. "Werken is belang
rijk", zeggen ze, "werken is je
steentje bijdragen" of "wer
ken is jezelf nuttig maken
voor de maatschappij". An
deren zeggen dat werken no
dig is "om geld te verdienen".
Maar wanneer de vraag wordt
gesteld of ze bereid zouden
zijn om met hun (betaalde)
werk op te houden en vervol
gens van een uitkering te
gaan leven, zeggen de mees
ten "nee". Men kiest over het
algemeen toch voor het werk
"omdat de buurt en m'n fami
lie het niet zouden accepte
ren", of "omdat je buiten het
leven komt te staan" of om
een andere reden.
Over het algemeen is er bij de
jongeren dus geen sprake van
een "toenemende twijfel rond
de beroepsarbeid", zoals het
staat in één van de stencils,
die als basismateriaal voor de
WJ-CNV-conferentie dienen.
"De laatste tijd hoor je steeds
meer de vraag of beroepsar
beid wel zo'n voorname rol in
het leven behoort te spelen",
aldus het stencil, dat zelfs
beweert "dat velen zich meer
tot hun recht voelen komen
bij het verrichten van niet-
betaalde arbeid".
Een vrij groot aantal schoolver
laters heeft er spijt van, zo
maar het eerste het beste
baantje te hebben aangeno
men, en neemt zich een aantal
dingen voor.
je moet uit meer dingen kie
zen, niet gelijk iets aanpak
ken;
eerst informeren bij een aan
tal bedrijven hoe het daar is,
voordat je er één uitzoekt om
te werken;
goed informeren naar de
werkomstandigheden;
eerst rustig afwachten, niet
de eerste de beste baan accep
teren, maar meer bedrijven
langsgaan.
Ze nemen zich ook voor, bij het
zoeken van een baan meer af
te gaan op de baantjes die via
het Gewestelijk Arbeidsbu
reau en advertenties in de
krant worden aangeboden,
dan zich te laten leiden door
familie, kennissen of mensen
uit de buurt "die wel een
baantje weten".
Sfeer
Pieter Stroink en^ Frank And
ries hebben in hun onderzoek
ook een antwoord gekregen
op de vraag, wat LTS'ers be
langrijk vinden in hun werk.
Zij hebben ontdekt dat naast
de hoogte van het salaris, ook
de sfeer op het werk en de
opleidings- en promotiemo
gelijkheden erg belangrijk
zijn voor de jonge werkers.
Ook vinden ze het belangrijk
dat het werk afwisselend en
avontuurlijk is en dat het ont-
plooingsmogelijkheden biedt
(dat je in je werk kunt laten
zien watje kunt). Maar vooral
"goed verdienen" wordt door
de LTS'ers erg vaak ge
noemd.
De onderzoekers hebben, de
werkende ex-LTS'ers ook ge
vraagd of ze tevreden waren
over hun werk. Verreweg de
meesten zeggen "ja" op zo'n
vraag. Maar de vraag "Als je
opnieuw zou kunnen begin
nen, zou je dan weer deze
baan kiezen" wordt door 28
procent van de ondervraag
den met "nee" beantwoord.
Vooral het vrijwel ontbreken
van opleidings- en promo
tiemogelijkheden en het ge
brek aan avontuurlijkheid
van het werk valt vaak hard
tegen.
Verzet
Toch is er nauwelijks sprake
van verzet onder deze jonge
ren. Ze zijn zelfs maar nauwe
lijks geïnteresseerd in vak
bondswerk en activiteiten
van jongerenorganisaties.
Volgens Frank Andries wordt
dat mede veroorzaakt door
dat de jonge werkers naast
hun werk maar beperkte mo
gelijkheden hebben om zich
op andere gebieden te oriën
teren, terwijl ze bovendien
een houding ontwikkelen,
"dat je nou eenmaal moet
werken". Verzet daartegen
komt niet in hun gedachten
op, ook omdat ze niet weten
waartegen dat verzet zich zou
moeten richten.
'Ze missen het overzicht over
het geheel", zegt Frank And
ries. "Voordatje toekomt aan
een uitspraak als "Heel het
raderwerk staat stil, als uw
machtige arm dat wil", moet
je wel eerst een beetje weten
hoe dat raderwerk in elkaar
zit. En dat weten de meesten
niet".
Kliek
Tijdens de WJ-CNV-
bijeenkomst in "De Korte
Vliet" wordt dat onder woor
den gebracht door André, in
het dagelijks leven ook werk
zaam op een sigarettenfa-
briek. "De lakens worden uit
gedeeld door een groep, die
met elkaar één grote kliek
vormt", zegt hij. "Ze bepalen
onder elkaar wat er al of niet
gaat gebeuren. Er zijn zoveel
dingen waar wij de achter7
grond niet van weten".
In een gesprek met Andries en
Stroink zegt de laatste:
"Wanneer je de wereld om je
heen niet erg begrijpt is het
werk nog één van de weinige
dingen die enige zekerheid en
houvast bieden. Via het werk
heb je contact met anderen,
het is een manier om de tijd te
vullen, het toont aan" dat je
wat kunt, het is een manier
om een steentje bij te dra
gen".
De onderzoekers realiseren zich
terdege, dat er een toene
mende spanning ontstaat tus
sen deze houding en de maat
schappelijke realiteit, waar de
werkgelegenheid steeds ver
der terugloopt.
"De meeste LTS'ers hebben te
hoog gespannen verwachtin
gen van hun kansen op de ar
beidsmarkt", zegt Pieter
Stroink. "Ze zouden er meer
rekening mee moeten houden
dat het ersvoor hen niet zo
rooskleurig uitziet, zowel wat
betreft de aard van het werk
als wat betreft de vraag of ze
sowieso werk kunnen krij
gen".
maakt het in orae. Verder zie
je 's avonds geen chefs.
Overdag lopen ze je maar op je
vingers te kijken. Dan kijken
ze bijvoorbeeld op de teller
van je machine om te zien
hoeveel je gedraaid hebt, en
daarna kijken ze op de teller
van de machine van je collega
om te zien of dat wel met el
kaar overeenkomt."
Geld
Illustratieve opmerkingen na
een inleiding over de waarde
van de arbeid. Arbeid die
blijkbaar alleen maar draag
lijk is doordat het geld ople
vert:
"Ik krijg 225 gulden schoon per
week. Dat is het minimum-
loom. Minder kunnen ze me
dus niet betalen. Maar in het
hele bedrijf is er geen stukje
gereedschap van mezelf bij.
Ik moet precies doen wat me
gezegd wordt. Er is bij ons in
het bedrijf één directeur één
chef en verder werken er nog
zes mensen. Die zes hebben
niets te vertellen, de chef iets
meer, maar de directeur
maakt de dienst uit."
Een situatie die overigens niet
iri alle bedrijven openlijk be
staat. Soms worden de werk
nemers juist betrokken bij
beslissingen over bepaalde
zaken, waardoor versluierd
wordt dat er andere (belang
rijkere) beslissingen worden
genomen waarbij de werkers
niet betrokken zijn. Boven
dien maakt de inspraak de
werknemers mede
verantwoordelijk voor het
geheel:
"Bij ons in het«bedrijf is er een
inspraak om van te kwijlen.
Ze betrekken je bij het opstel
len van de regels die er in het
bedrijf in acht moeten wor
den genomen. Maar dat bete
kent wel dat je niet meer on
der die regels uit kunt. Je hebt
per slot van rekening zelf
meegeholpen ze op te stel
len."
Niet geweldig
De arbeid van veel (jonge) men
sen is dus niet zo geweldig, of
wordt verricht onder om
standigheden die heel wat te
wensen over laten. Toch is er
niet één bij, die zegt dat hij
LEIDEN - "Werken is een mo
rele plicht", zegt Rob beslist
en hij zakt onderuit in z'n
stoel. Wat hem betreft is de
discussie gesloten. Voor hem
is het duidelijk dat je nou
eenmaal moet werken om in
je eigen levensonderhoud te
voorzien, of je het prettig
vindt of niet.
Gewoonlijk staat Rob aan een
machine in een sigarettenfa-
briek. Dat is zijn dagelijks
werk. Maar nu hoeft hij alleen
maar over werk te praten. Hij
is samen met 11 andere jonge
ren, in leeftijd variërend van
16 tot 27 jaar, ingegaan op de
uitnodiging van de Werkende
Jeugd CNV om eens een paar
dagen op een andere manier
met arbeid bezig te zijn.
Dat gebeurt in het LJA-
centrum "De Korte Vliet" in
Leiden. Het thema "arbeid"
wordt behandeld via een in
leiding van een CNV-
medewerker, een film, een
excursie naar de Leidse ge
meentepolitie, creatieve
handvaardigheid en een rol
lenspel. Dit alles met de be
doeling om bij de jongeren
"wat gedachten los te ma
ken", zoals districtsmede
werker Aat Plugge van WJ-
CNV zegt.
Ongenoegens
Dat lukt over het algemeen vrij
goed. Zodra zich een moge
lijkheid voordoet, brandt de
discussie los. Vragen worden
afgevuurd, meningen worden
naar voren gebracht. Het ge
brek aan discussie-ervaring
en -discipline leidt overigens
vrij snel tot chaotische toe
standen. Vooral in het begin
van de discussie wordt de
mogelijkheid tot het stellen
van vragen vooral benut voor
het uiten van ongenoegens.
Zo wordt na een inleiding over
de waarde van de arbeid ge-
kankerd over de twee-daagse
leerplicht voor werkende jon
geren, omdat die een handi
cap zou zijn bij het sollicite
ren: het maakt het moeilijker
om bij een baas aangenomen
te worden. Als levend bewijs
is Peter aanwezig, die zijn
Mavo-diploma heeft behaald,
maar niet aan de slag kan ko
men vanwege het feit dat hij
twee dagen per week naar
school moet. Die school is een
vormingscentrum, waar hij
naar zijn zeggen niets leert.
Verder gaat de discussie over de
automatisering, en de werk
loosheid die daar het gevolg
van is, over de leercontracten
("een manier om onder druk
van de werkloosheid goed
koop aan produkten te ko
men") en over de chefs en de
bazen: "Ik werk liever in de
avonddienst dan overdag.
'sAvonds zijn er bijna geen
bazen in de fabriek. Als er iets
kapot gaat aan je machine, dat
niet zelf kunt verhelpen dan
ga je naar iemand toe en die