Gewoon naar Ter Aar
Dissidentenjacht
gaat nog voort
Kleins argumenten
over opleiding van
artsen zijn zwak
De moord
opeen
dissident
Schmelzer .Ter Aar
Meningen op
deze pagina
weergegeven zijn
voor rekening
van de auteurs
Door
Piet Wesseling
.Uithuizermeeden
DONDERDAG 17 MAART 1977
De verkiezingsstrijd is eigenlijk
al volop bezig. Eén van de
voor mij totaal onbegrijpe
lijke dingen is dan telkens
weer dat grote mannen uit de
politiek, diejt toch al druk
genoeg hebfSen in en rond de
Tweede Kamer, toch nog tijd
vinden om spreekbeurten te
houden of een forum voor te
zitten in ver verwijderde, di
kwijls bijna onbekende dor
pen ergens in dit land, zoals in
Doenrade (Z.L.), Westendorp
(Gld.), Oostdongeradeel (Fr.)
of Ter Aar (Z.H.).
Ze worden zich, alleen in de
verkiezingstijd wel te ver
staan, plotseling ervan be
wust, dat er overal in dit land
mensen wonen of er verstopt
zijn die ook stemrecht heb
ben. Ik denk dat ze Netty Ro-
senfeld nadoen in haar pro
gramma, althans wat 't uitkie
zen van zo'n plaats betreft.
Thuis ligt een kaart van Neder
land op tafel en de jongste
zoon Pieter Jan mag een
pijltje gooien. „Pingjum",
zegt 't pijltje. Donders, dat is
een eind weg. Maar plicht
vóór alles. Het vaderland
roept. En vader gaat op stap.
"Ja, jongen", zegt hij tegen
zijn chauffeur, "zaken gaan
vóór het meisje". "Zoals U
wilt, meneer", zegt de chauf
feur eenvoudig. Maar wat
moet dat nou in Pingjum?
In deze krant was enige tijd ge
leden een verslag te lezen van
een verkiezingsavond die
Schmelzer (Norbert) hield in
Ter Aar. Drs W.K.N. Schmel
zer is niet de eerste de beste.
Aan het begin van deze
maand gaf hij een interview
aan zichzelf weg aan de NRC
in de vorm van 't Hollands
Dagboek.
Op een avond gaat Schmelzer
naar Ter Aar. Ik noem maar
een voorbeeldje. Niet te gelo
ven. Hij begon zijn bliksem
carrière bij de Unilever N.V.
Hij dook in de politiek en
werd de kroonprins van de
weergaloze Romme. Hij was
in drie kabinetten staatsse
cretaris, daarna fractievoor
zitter van de K.V.P. In 1966
liet hij Cals vallen. Meedogen
loos. Even was hij minister
In een stuk, dat de plechtige naam
"beleidsindicaties" draagt, heeft
staatssecretaris Klein nog eens
bevestigd, dat hij niet van plan is
toe te staan, dat in de toekomst
meer medici worden opgeleid.
Integendeel, zijn wens is dat er
over een paar jaar minder studen
ten dan thans worden toegelaten
tot de studie der geneeskunde.
De argumenten die hij daarvoor
geeft zijn de volgende: de oplei
ding tot arts is duur, ook ten op
zichte van andere studies, én er
dreigt een overschot aan artsen.
Zo te zien sluit die redenering als
een bus: het is geld wegsmijten
om dure opleidingen uit te brei
den, als de afgestudeerden toch
later het beroep, dat zij hebben
geleerd, niet zullen kunnen uitoe
fenen.
Toch ben ik van oordeel dat zowel
de argumenten als de conclusie
onjuist zijn. Beide moet ik aanto
nen omdat de conclusie immers
ook op grond van heel andere ar
gumenten juist zou blijken te
kunnen zijn.
Argumenten
Klein gebruikt de hoogte van de
kosten van de medische oplei
ding als een van de twee voor
naamste argumenten. Wie de
jaarlijkse betalingen uit de rijks
begroting aan medische facultei
ten en academische ziekenhuizen
bij elkaar optelt, komt inderdaad
danig onder de indruk: die kos
ten liggen in de orde van grootte
van een miljard gulden. Stel daar
tegenover een jaarlijkse "pro-
duktie" van zo'n 1500 artsen en de
conclusie ligt voor de hand: de
kosten van een arts liggen tussen
een half- en een miljoen gulden.
Wat valt daar nog op af te dingen?
Een heleboel: ten eerste is de op
leiding tot arts niet de enige pro-
duktieve activiteit van de univer
sitaire medische centra. Daar
binnen vinden bovendien gea
vanceerde gezondheidszorg en
wetenschappelijk onderzoek in
velerlei gedaante plaats. Nu
werkt men met de veronderstel
ling dat de gezondheidszorg bui
van Buitenlandse Zaken en
nu is hij alweer jaren adviseur
bij Kraaijenhoff van de Akzo
N.V. Daarnaast is hij nog
vice-voorzitter van de Euro
pese Volkspartij en is hij
eveneens vice-voorzitter van
de Permanente Program Ad
vies Commissie van het CDA.
Zo'n man komt gewoon op een
avond naar Ter Aar.
Jolijtkelder
Alsof hij niets anders te doen
heeft. Hij sjouwt de hele week
van hot naar her. Gelukkig
heeft hij een ervaren eigen
chauffeur en een toegewijde
en bekwame secretaresse uit
Maassluis.
Als 't hem al te machtig wordt
blijft hij 'n nachtje vertoeven
ten haakjes moet worden ge
plaatst, omdat daarvoor reeds
langs de normale kanalen, dat wil
zeggen vanuit de ziektekosten
verzekering, bedragen naar de
academische ziekenhuizen
vloeien.
Kijkt men echter naar bijvoorbeeld
door het Centraal Bureau voor de
Statistiek verzamelde cijfers over
de tijdsbesteding van docenten
van medische faculteiten, die te
vens de geneesheren in het aca
demisch ziekenhuis zijn, dan
blijkt dat zij ongeveer de helft van
hun werktijd aan gezondheids
zorg en de andere helft aan on
derzoek en onderwijs besteden.
Vandaar dat ik ernstig betwijfel
of de kosten van de gezondheids
zorg door de verzekeringsbeta
lingen gedekt worden.
Breed scala
Een breed scala van onderzoekac
tiviteiten vormt de tweede hoofd
taak: Bijzonder is hier dat niet al
leen zogenaamd fundamenteel
onderzoek plaatsvindt, maar dat
ook allerlei ingewikkelde,
nieuwe behandelingsmethoden
in de universitaire centra worden
ontwikkeld. Wat in andere maat
schappelijke sektoren door de
industrie gebeurt, wordt hier
binnen de politieke sektor ge
daan, met overheidsgeld.
Dat de uitkomsten van onderzoek
niet worden verkocht, betekent
natuurlijk nog niet dat er ook
geen kosten aan mogen worden
"toegerekend". Met andere
woorden, van de totale kosten
van universitaire medische cen
tra mag slechts een deel worden
beschouwd als kosten van de op
leiding tot arts.
Minstens even belangrijk is een
tweede overweging: als we kij
ken naar uitbreiding of inkrim
ping van onderwijscapaciteit,
zijn niet de totale (gemiddelde)
kosten van belang, maar de mar
ginale. We moeten uitrekenen
wat het meer kost om een extra
arts op te leiden, en die kosten
vergelijken met de extra-baten,
wijzen die helemaal niet in de
in het eenvoudige hotel
Groot-Warnsborn en soms
duikt hij even met zijn vrouw
in een intiem Gouds grach
tenrestaurantje de „Mallemo
len". Inderdaad, een voor
deze tijd aansprekende naam.
Er gaat natuurlijk machtig veel
om in 't hoofd van deze man.
De PvdA zal het nooit moei
lijk krijgen met hem want hij
is vóór „free enterprise", dus
tégen staatseigendom van
produktiemiddelen en tégen
zelfbestuur van arbeiders.
Zeker, anders zat hij niet bij
de Akzo, maar 't is toch goed 't
uit de mond van de meester
zelf te vernemen.
Soms leer je iemand aan klein
igheden kennen. Die werpen
dan plotseling een onver
moed intieme glans over zo'n
richting van extreem hoge lasten
van de artsenopleiding.
Integendeel, er blijken tal van an
dere universitaire opleidingen te
zijn, die aan de marge, per afge
studeerde, veel duurder zijn dan
de opleiding tot arts. Bovendien
liggen die marginale kosten niet
tussen een half- en een miljoen
gulden, maar in de orde van
grootte van honderd- tot twee
honderdduizend gulden. Het
voorafgaande betekent niet dat er
geen moeilijkheden kunnen ont
staan bij uitbreiding van het aan
tal op te leiden artsen. Zo "leren"
medische studenten bijvoor
beeld voor een deel door om te
gaan met patiënten en als er te
weinig patiënten zijn, ontstaat
daardoor een knelpunt. De
hoofdconclusie kan echter duide
lijk zijn: als je uitbreidt (en er zijn
geen andere knelpunten dan
geld) kost dat niet erg veel extra
en als je inkrimpt, levert dat niet
erg veel op!
Overschot
Kleins tweede hoofdargument be
treft het dreigende artsenover
schot. Inderdaad verblijven
thans zo'n zeventienduizend me
dische studenten aan onze uni
versiteiten en als die straks zyn
afgestudeerd, zal het tekort aan
artsen grotendeels zyn verdwe
nen. Echter de vooruitzichten
van hen die nu geneeskunde stu
deren op een passende werk
kring, zijn nog altijd veel en veel
beter dan die in andere universi
taire opleidingen. In een tech
nisch niet bevredigende, maar
wel opmerkelijke studie van de
regering over aanbod van en
vraag naar academici in 1980 en
1990 komt tot uitdrukking dat
volgens bepaalde veronderstel
lingen er in het algemeen in 1990
een gigantisch overschot aan
academici zal zijn, maar nu juist
niet voor de medische studie
richtingen.
Met andere woorden, als dit argu
ment wordt gebruikt voor de art
senopleiding geldt het in nog veel
sterkere mate voor het overgrote
zwaar drukbezet leven. Na
een ongedwongen smikke-
lontbijt is 't Willem Duys die
zijn aandacht opeist en van
hem leert hij Robert Long
waarderen. Laurens van
Rooyen mag er ook wezen. En
dan, na een jongerenmis met
fraaie negro-spirituals komen
de wekelijkse verplichte
nummers van Hilterman en
Hoogendijk. Elseviers Maga
zine vertolkt ook zijn kijk op
Zuid-Afrika. Schmelzer ver
kiest contact en dialoog bo
ven uitsluiting en boycot.
Er moest ook nog een clublied
voor het CDA gemaakt wor
den. Waar en wanneer dan
toch wel? Op dinsdagnacht
na een etentje buitenshuis
duikt hij in zijn privé piano-
kelder. „Onze kinderen met
hun vrienden en vriendinnen
deel van de andere universitaire
opleidingen.
Er zit bovendien nog een addertje
onder het gras: als men de toe
komstige behoefte aan beoefena
ren van zeker beroep uitrekent,
hanteert men daarbij in het alge
meen de veronderstelling, dat die
behoefte wordt berekend bij ge
lijkblijvende inkomensverhou
dingen. Nu is het een bekend feit
dat de gemiddelde inkomens van
artsen relatief zeer hoog liggen.
De regering stelt zich nota bene
ten doel om de inkomensonge
lijkheid te bestrijden. Hoe kan
dat natuurlijker dan door meer
artsen op de markt te brengen?
Weliswaar is het een gegeven dat
inkomensaanpassingen zich
traag voltrekken, maar juist met
de snelheid van aanpassing zou
de regering dan een handje kun
nen helpen.
Conclusie
Geen van beide argumenten blijkt
dus deugdelijk. Zijn er dan mis
schien andere argumenten om de
conclusie dat er minder artsen
dienen te worden opgeleid, te
ondersteunen? Ik meen van niet.
Weliswaar betogen sommigen,
dat iedere op de markt verschij
nende arts de totale kosten van de
gezondheiszorg zal doen stijgen,
omdat hij toch ook een salaris
moet verdienen, maar ook die re
denering is niet geldig.
Bij een behoorlijk tegenwicht
tegen de pressiegroep die de art
sen met elkaar vormen en die
vooral tot uitdrukking komt in de
positie van de Koninklijke Ne
derlandse Maatschappij voor de
Geneeskunst, behoeft dat effekt
helemaal niet op te treden. Op
een normale markt zullen door
verruiming van het aanbod allen
wat minder gaan verdienen; en
ook wat minder hard hoeven te
werken. Beide lijken mij gunstig.
Andere geldige argumenten voor
Kleins standpunt kan ik niet ver
zinnen; daarom denk ik ook dat
hij op dit punt zijn beleid moet
ombuigen.
zijn het ook als hun domein
gaan beschouwen voor ge
sprekken, jolijt en kaartspel".
Daar zal het lied gewrocht zijn
dat intussen al de voorpagina
van het grootste dagblad van
Nederland gehaald zal heb
ben.
In Ter Aar. Waarom? Tijdens de
oorlog weigerde de student
Schmelzer de loyaliteitsver
klaring te tekenen en dook
onder op de woonboot van
een bevriende familie uit
Wassenaar op de Braas-
emermeer. Dat was in de
buurt van Ter Aar. Zodoende,
vanwege goede jeugdherin
neringen werd vriendelijk in
gegaan op een verzoek uit Ter
Aar.
Hoe gaat dat dan in zo'n plaats?
't Zaaltje loopt best aardig vol.
Op 26 april 1976 vielen onbekenden
de 51-jarige Kostja Bogatyrew
aan bij de ingang van zijn ap
partement. Met een metalen
voorwerp sloegen ze hem de sche
del in. Kostja werd in een plas
bloed gevonden en overgebracht
naar een ziekenhuis. Voor hij op
17 juni stierf kwam hij niet meer
bij bewustzijn.
Aldus een brief van Gleb Struve
over de dood van Konstantin
(Kostja) Bogatyrew in The Times
Literary Supplement.
Elke keer als ik in Moskou was,
zocht ik als eerste Kostja op. Voor
hem waren vriendschap en con
tact met de buitenwereld van
enorm belang.
Toen hij 26 was, werd hij wegens
„terroristische plannen" ter dood
veroordeeld. Maar hij kreeg gra
tie en zou 25 jaar in een concen
tratiekamp moeten zitten. De
amnestie na de dood van Stalin
in 1953 maakte daaraan een
eind.
In 1966 werd hij toegelaten als lid
van het Schrijversverbond. Nau
welijks echter had hij vaste voet
gekregen in de gevestigde orde
van de Sowjet-Unie of hij bracht
zijn positie in gevaar door te pro
testeren tegen de berechting van
Sinjawsky en Daniel.
De moordaanslag op Kostja leek
volkomen onbegrijpelijk. Van een
straatrel was geen sprake: zijn
overvallers stonden hem voor zijn
flat op te wachten en wisten ken
nelijk precies wie ze moesten heb
ben. Bovendien roofden ze niets.
Nee, een motief was er kennelijk
niet. Behalve dan als men een
aantal andere geheimzinnige in
cidenten met Russische dissiden
ten erbij betrekt.
In 1974 werd pater Dmitry Doedko,
de biechtvader van Alexander
MOSKOU - De Russische autori
teiten hebben papieren in beslag
genomen bij een huiszoeking in de
woning van een lid van een dissi
dente groep, die nagaat of in de
Sowjet-Unie de psychiatrie voor
politieke doeleinden wordt ge
bruikt.
Volgens dissidente kringen in
Moskou werden de stukken mee
genomen, nadat politiemannen in
burger eerder nauwkeurig de wo
ning van de 23-jarige Alexander
Podrabinek hadden doorzocht.
Enkele papieren bevatten gege
vens die Podrabinek had verza
meld bij een recent bezoek aan
Krasnoyarsk in oost-Siberië, waar
hij probeerde een bewoner van een
psychiatrische inrichting te spre
ken.
Dan houdt de gast een
speech. Dat kan niet mis. Een
figuur die jarenlang zo dicht
bij het vuur heeft gezeten kan
goed vertellen. Hij kwam
voor het CDA en moest daar
ter plekke minstens de moge
lijkheid openlaten, misschien
wel tegen zijn eigen wens en
die van sommige aanwezigen
in dat het CDA straks zou
gaan regeren samen met de
PvdA. Hij zal het ongetwijfeld
met grote zwier gedaan heb
ben.
Waarom?
Het probleem blijft: waarom?
Mensen die naar zo'n zaal
komen in Mariarade (Z.L.),
Varsseveld (Gld.), Westdon-
geradeel (Fr.) of Ter Aar (Z.H.)
hebben al gekozen. Ze willen
De groep van vijf leden waartoe
Podrabinek behoort, heeft ervoor
gezorgd dat de dissident Wladimir
Borissov tien dagen geleden ont
slagen werd uit een psychiatrische
inrichting in Leningrad waar hij
ruim twee maanden tevoren was
opgenomen.
Naar in genoemde dissidenten
kring werd vernomen, heeft de
vrouw van Joeri Orlov van de justi
tie te horen gekregen dat zijn zaak
is overgedragen aan de veiligheid
spolitie (KGB). Orlov werd vorige
maand opgepakt als lid van een
groep die wil controleren of de
Sowjet-Unie zich houdt aan de
slotverklaring van de Europese vei
ligheidsconferentie in Helsinki,
wat de rechten van de mens betreft.
Waarvan Orlov wordt beschuldigd,
werd zyn vrouw niet meegedeeld.
PAGINA 17
slechts horen, dat ze gelijk
hebben. Als Leo de Bekker -
ik had hem nog nooit eerder
gezien - voor de boeren gaat
praten in Dongjum (Fr.) is hij
't natuurlijk eens met hun
idee dat melkbussen beter
zijn dan containers. Soms zul
len er 'n paar dwarsliggers
zijn, 'n paar linkse baardapen
of zo, maar die komen voor
hun eigen pleizier en laten
zich niet ompraten.
Hoeveel zalen moeten al die po
litici bespreken om één Ka
merzetel binnen te halen? Vijf
minuten bij Ton Planken le
vert eindeloos veel meer ren
dement op. 'n Interview in
een krant is ook nuttig. Dat
zet even aan. Maar een
zaaltje? Ik zie 't niet zitten.
Of die harde partijbonzen wil
len graag zelf wat behaaglijke
nestgeur. Contact met de ge
wone mensen? Ik zie 't niet
zitten.
"Zijn er nog vragen?" zegt de
voorzitter. "Ja, ik meneer, ik
wou eens vragen aan meneer
Spinks (PvdA) of hij makke
lijk hier in Uithuizermeeden
(Gr.) kon komen".
Spinks: „Och, natuurlijk, wie
kent Uithuizermeeden (Gr.)
niet! Ik reed hier blind op af'
Gelach.
Praten met kleine groepen
mensen heeft natuurlijk zin.
Men kan veel van elkander le
ren en dieper op belangrijke
zaken ingaan. Zonder twijfel.
Maar in de verkiezingstijd
gaat 't alléén om stemmen.
Niet 'n paar maar vele dui
zenden. 't Is goed om de no
den van mensen ter plekke te
leren kennen maar dat moet
dan niet in de verkiezingstijd
gebeuren, maar erbuiten.
Toch komen alléén in de ver
kiezingstijd al die kleine, ver
geten en verwaarloosde dorp
jes in aanmerking. Wat Netty
Rosenfeld doet is oneindig
veel belangrijker. Bij haar
gaat 't om mensen, bij de poli
tici gaat 't om kiezers.
Wat moest nu Schmelzer in Ter
Aar en Spinks in Uithuizer
meeden? Ik kom er niet uit.
Intussen heeft een Russisch jour
nalistenechtpaar toestemming ge
vraagd voor emigratie. Als redenen
voerden zij de censuur op hun arti
kelen aan en de „anti-semitische
campagne" die volgens hen de laat
ste weken in de Sowjet-pers wor^t
gevoerd.
Het gaat om Wladimir Solowiov, lid
van de vereniging van letterkundi
gen en schrijver van enkele artike
len die onlangs in de „Literatoer-
naja Gazeta" zijn verschenen, en
zijn vrouw Elena Klepikowa, die lid
is van de vereniging van journalis
ten.
De 35-jarige Solowiov en zijn
vrouw hebben hun standpunt uit
eengezet in een brief die zij aan
westelijke correspondenten in
Moskou ter hand hebben gesteld.
Door Roel in 't Veld (PvdA)
Door
Geoffry Hosking
directeur van het
Russisch Instituut
van de universiteit
van Essex
Solzjenitsyn, uit zijn drukke pa
rochie in Moskou verbannen naar
een afgelegen dorp. Hij werd er
herhaaldelijk verhoord door de
geheime politie, de KGB_, en brak
later beide benen bij een verkeer-
Eerder al was de Georgische pater
Viktor Sjalamberidze bij een
soortgelijk ongeluk betrokken
geweest en op 11 februari 1974
kwamen hij en zijn gezin om het
leven bij een auto-ongeluk. De pa
ter had onderzocht of de KGB was
geïnfiltreerd in de orthodoxe kerk
van Georgie.
M. Bersjtam, lid van een groep die
nagaat of de toezeggingen van
Helsinki worden nagekomen, is
herhaaldelijk bedreigd en heeft
de waarschuwing gekregen dat
hij maar beter naar Israel kon
vertrekken. Tenslotte drongen
vier mannen die zich zionisten
noemden zijn flat binnen. Ze ran
selden hem af en dreigden hem te
doden als hij niet zou emigreren.
N. Krjoetsjkow, organisator van
het fonds voor politieke gevange
nen en hun gezinnen, werd in zijn
flat aangevallen. De overvallers
bonden hem vast en dreigden hem
te martelen als hij niet al het geld
zou overhandigen. En Alexander
Ginsburgeveneens betrokken bij
het fonds, ontdekte dat er bij een
inbraak in zijn flat in Taroesa
boeken, ikonen en andere waar
devolle voorwerpen waren ver
dwenen. (Op 3 februari werd hij
gearresteerd. Waarschijnlijk zal
hij beschuldigd worden van de-
viezensmokkel of anti-Russische
activiteiten).
Een vriend van Andrej Amalrik,
Nikolaj Zjoek, liep bij een aanval
hoofdletsel op. Dokters zouden
hem naar een psychiatrische in
richting hebben gestuurd.
Op 19 december, de dag waarop
Wladimir Boekowsky werd ge
ruild tegen de Chileen Corvalan,
was er brand in het huis van de
geoloog Malva Landa, een verde
digster van de mensenrechten.
Haarhuis werd volledig verwoest
en mevrouw Landa raakte ern
stig gewond.
Sommige van deze incidenten kun
nen niet aan de KGB worden toe
geschreven. Maar al met al zeg
gen ze toch wel iets over de moord
op Kostja Bogatyrew. Als er dui
delijk geen andere motieven zijn,
en men Kostja's reputatie als dis
sident in aanmerking neemt, dan
moet men wel tot de conclusie ko
men dat hij hoogstwaarschijnlijk
het slachtoffer is geworden van
huurmoordenaars van de KGB.