.ZATERDAG 26 FEBRUARI 1977
EXTRA
PAGINA 19
Luitenant Isolde Hild: Het moet
een normaal verschijnsel wor
den.''.
Door
Alexander Münninghoff
Koffm)®© @p>
tetf Alü§§@](Ultf
©©©Stf dl®
fe®®© ©mi
©@lk
Ib@iui1f®if§'"'
Het is nog niet meer dan een beslissing in
de geest, zoals dat officieel heet, en de
desbetreffende beschikking moet nog
langs een hoop burelen voordat het zo
ver is, maar als de plannenmakers het
erdoor krijgen zal de Koninklijke Mili
taire Academie in Breda binnen afzien
bare tijd een gevarieerder beeld te zien
geven dan nu het geval is. Men over
weegt namelijk, om, wellicht met ingang
van het jubileumjaar 1978 als cle KMA
150 jaar zal bestaan, de academie toe
gankelijk te maken voor kandidaten-
van het vrouwelijk geslacht.
En dat betekent dan dat er omstreeks 1984,
het jaar waarin, zoals bekend alles gaat
gebeuren, tal van officiersfuncties in de
Nederlandse armee bekleed zullen wor
den door de wezens waar in vroeger tij
den doorgaans om en niet mee gevoch
ten werd
Weliswaar zal men waarschijnlijk in de be
ginfase de zogenaamde verzorgende
functies voor de krijgslustige jongeda
mes reserveren: verbindingsdienst, in
tendance, geneeskundige dienst, ver
keersleiding. Zo gaat het bijvoorbeeld in
het Amerikaanse leger, waar de militaire
academie van West Point al geruime tijd
emancipatie kent.
Maar we hoeven maar naar het Israëlische
leger te kijken om de toekomstige trend
te kunnen voorspellen: de boze vijand
zal zich over een jaar of wat niet dienen te
verbazen als de geschutskoepel van een
Nederlandse tank openklapt en koele
vrouwenogen de bosrand Verkennen al
vorens ranke handen het kanon richten
en benen die een betere ambiance ver
dienen de gaspedaal tot aanvalssnelheid
indrukken.
Prikkelend
Hotlips op het slagveld: een prikkelende
gedachte waar de mode-ontwerpers al
aan verdiend hebben met de battle
dress. Maar als de KMA zijn dames-
officieren gaat afleveren wordt het, in
geval van nood, menens.
Natuurlijk kenden wij al vrouwelijke offi
cieren: Marva, Milva en Luva hanteren
dezelfde rangonderscheidingen als in
het herenleger. Maar toch: geheel geïn
tegreerd in het krijgsgebeuren zijn de
geüniformeerde dames met de Tudor-
roos nooit geweest. Meestal kon men ze
vinden bij de administraties, een gene-
raalsrang was onbereikbaar en dei be
kwaming in de wapenhandel beperkte
zich tot het pistool, waarbij het echte
werk met UZI en terugstootloze vuur
mond Carl Gustav als vanzelfsprekend
aan de mannen werd overgelaten.
Maar met een geemancipeerde KMA
wordt dat anders: een en ander is nog
onderwerp van langdurige studie, maar
het zit er dik in dat de opleiding voor
vrouwelijke kandidaten niet of nauwe
lijks zal verschillen van die van de cadet
ten. Even hard op fysiek gebied met mis
schien een paar modificaties en begrip,
van de instructeurs voor gevallen van"
typisch vrouwelijk niet-gedisponeerd
zijn en zeker even intensief wat het theo
retische gedeelte van de leergang be
treft. Met als gevolg dat vrouwelijke offi
cieren dezelfde plichten en ook dezelfde
rechten zullen krijgen: het worden
vooral collega's.
En als er eentje bij zit die zo uitblinkt op
alle wapens' dat een kolonelsrang een te-
lage waardering van haar capaciteiten
zou zijn? Nou, dan wordt ze generaal. Of
opperbevelhebber.
Aanpassen
Eén bezoek aan de KMA om de opinies te
peilen.
„Ik ben er wel voor" is de meest gehoorde
kreet. De cadetten, meest jongens van
rond de twintig die na het verlaten van
de gymnasium- of atheneumbanken
voor het belligerente metier hebben ge
kozen, reppen tolerant van „wederzijds
aanpassen" en spreken de verwachting
uit dat de meisjes die zich zullen aan
melden al van zichzelf dejuiste mentali
teit en motivatie zullen hebben, „anders
begin je hier niet aan".
Nu is de KMA altijd een mannengemeen
schap geweest, een internaat bovendien
met een fervent corpsleven dat dezelfde
kenmerken vertoont als voorheen in de
studentencorpora: talloze tradities en
vaak buitenissige gedragsregels (sa
mengevat in het begrip „mores"), ruige
taal, stevige drinkgelagen, stoere gezan
gen die menig perzikwangetje zouden
doen blozen, en een ontgroeningsritueel.
Wat dat laatste betreft is er, in navolging
van de studentencorpora, al het een en
ander afgeschaft. Lijfelijk geweld is in
de introductieweek, zoals de groentijd is
herdoopt, uit den boze. Maar zal, on
danks dat, de sfeer van zweet, bier en
kruitdamp die de grote zaal van de
corpssocieteit beheerst wel passend zijn
om de toekomstige damescadetten in te
ontvangen, vraag ik aan de bestuursle
den Wijman en Meulman.
De beide jonge krijgers geloven dat het wel
zal gaan, al verwachten ze dat menig ca
det er toch een beetje vreemd tegenaan
zal kijken. „Er zullen een paar dingen
aangepast moeten worden", vat Meul
man samen, „bijvoorbeeld het dies-
diner, waar nog wel eens met de brand
spuit wordt gewerkt en de taal niet altijd
even kuis is. Maar wij zijn er sterk voor,
omdat het toch wel eenzijdige karakter
van deze mannen-KMA erdoor zal ver
anderen".
Stieren
Een paar kleine linguïtische problemen
staan de cadetten nog te wachten. Hun
eerstejaars worden „stieren" genoemd;
het plompe hanteren van het vrouwelijk
equivalent wordt - terecht - bij voorbaat
als te ruw van de hand gewezen.
Zelfde probleem bij het Assaut, het jaar
lijkse cadettenbal. De introducees
noemt men „feeen", moet men nu con
sequent zijn en de toekomstige introdu
cees „kabouters" gaan noemen? En zo is
er nog wel meer dat overpeinzing ver
dient voordat de eerste damescadet het
Bredase kasteel kan betreden. Wat te
doen als zij tijdens de cursus zwanger
wordt? En kan de damescadet naar ana
logie van de broederdienst ook zuster-
dienst verlenen? Den Haag studeert
hier nog op.
Voor tweede luitenant Isolde niia u*; van
de Milva is de te verwachten komst van
een aantal sexegenoten (hoeveel dat er
op het maximum van 150 per jaar zullen
worden is nog met geen mogelijkheid
vast te stellen) een reden tot vreugde.
„Als enige vrouwelijke officier op de KMA
heb ik duidelijk een uitzonderingsposi
tie", zegt zij met een charmant zuidelijk
accent, „en dat is heus niet altijd even
leuk. Ik moet erg oppassen met wat ik
zeg of doe, wantje bent anders al gauw
een Kenau of een bedeesd type in de al
gemene opinie".
„Dus ik houd me zoveel mogelijk op de
vlakte en probeer ook enige afstand te
bewaren tot de cadetten. Je kunt je, als
enige vrouw in deze kleine gemeen
schap, nou eenmaal niet te zeer engage
ren'. Jazeker, ik vind het prima dat hier
meisjes als cadet komen. Concurrentie
vrees ik niet: ik ben hier voor het werk
gekomen, niet voor de mannen".
„Het zal een verbetering zijn, lijkt me. Nu
word ik nog teveel als typiste gebruikt,
en ze verwachten vaak extra dingen van
je zoals een bloemetje op je bureau of een
koekje bij de koffie. Terwijl een vrouwe
lijke militair naar mijn idee een normaal
verschijnsel moet worden: niet zozeer
dat het vrouwelijke aspect geheel moet
verdwijnen, maar wel datje in de eerste
plaats als collega gezien wordt binnen-
het militaire bedrijf'.
En met een hoofs knikje neemt zij afscheid
van ons. Haar ranke gestalte, gevat in
een beige winteijas waar de militaire
kleermaker kennelijk zijn best op heeft
gedaan, showt prettig op de verlaten pa
radeplaats. Als de emancipatie een feit
is, zo bedenk ik me, zal het begrip stoot
troepen aan opwaarderine toe ziin.
FC Köln traint. Het schimmen
spel in de grondnevel wordt
gadegeslagen door een hand
vol somber toekijkende man
nen, oud al; ze ruilen dage
lijks de beschutte warmte van
het bejaardentehuis in voor
een uurtje koukleumen aan
de rand van het sportcom
plex.
Het is guur, de ogen tranen,
druppels hangen aan paars-
geaderde neuzen. Donkere
gezichten. „Het is toch alle
maal voorbij, mensch. FC
Köln wordt toch nooit meer
kampioen. Die verliezen toch
alles verder. Vroeger, en nog
niet eens zo heel veel vroeger,
was alles anders. Toen, krap
vier maanden terug, stonden
er een keer 10.000 mensen
rond het trainingsveld. Ver-
stehst du, 10.000. Om Overath
te zien, trainer Hennes
Weissweiler ook, en de Belgi
sche speerpunt Roger van
Gooi. Toen stond FC Köln
bovenaan. Toen besloot een
vooruitstrevend zakenman
alvast kampioenswimpels te
laten vervaardigen. Hij kan er
nu de brand insteken".
De laatste getrouwen sjokken
lang voordat Hennes 'Weiss
weiler en zijn mannen de af
tocht blazen, weg langs het
modderige pad. In de gang
achter de kleedkamers spelt
een Marokkaanse schoonma
ker moeizaam Bild-Zeitung:
„Overath vervloekt Weisswei
ler. Weissweiler wat ik zeg-
gebeurt".
Het is de derde ruzie van de
top-trainer met een top-
vedette. Na Gunther Netzer,
Johan Cruijff, leeft hij nu in
onmin met de 81-voudige in
ternational Overath, de man
die ruim 750 duels voor FC
Köln speelde. De monden zijn
op slot, in opdracht van het
bestuur. Geen commentaar
op de problemen, „schei toch
uit mensch, die zijn toch al
lemaal overdreven, dat is toch
allemaal de schuld van Bild-
Zeitung; als je dat blad ver
frommelt drupt het bloe-
d eruit.
Maar aan de rand van het train
ingsveld valt het op dat
Weissweiler en Overath el
kaar geen woord toevoegen.
En in die opgeklopte melange
van slechte prestaties, naij
ver, kritiek van het publiek en
hetzes in de boulevardbladen,
dreigt het talent van de Belgi
sche rechterspits Roger van
Gooi te verstikken.
Hij komt laat thuis die morgen.
Ploft neer op de bank in zijn
ruime flat, slikt schielijk drie
glazen appelsap weg en ver
ontschuldigt zich: „Heb heel
wat zweetdruppeltjes verlo
ren. Weissweiler trekt eraan
op de training vandaag de
dag. Veel conditie
oefeningen. Je moet natuur
lijk wat proberen.
Onderdruk
Hij speelt zelf, hij geeft het toe,
ook niet al te best. Weet er
geen verklaring voor, behalve
dan dat er een algehele ma
laise is. Vindt het wel jammer,
omdat hy ruim een miljoen
mark heeft gekost.
Roger van Gooi: „En ze zijn niet
te beroerd hier me daar flink
op te wijzen. Elke keer weer
in de kranten. Roger van Gooi
en dan tussen haakjes de
duurste speler van West-
Duitsland. Dat schept ver
plichtingen. En dat zet me
toch wel onder druk".
Is er toen teveel voor hem be
taald? Van Gooi: „Teveel, te
veel? Ik had toch een mooi
jaar achter de rug. Veel-
goals. Kampioen van Belgie"
Grijnzend: „Weetje wie te duur
was. Die Deen. Aabech. Die
kon echt helemaal niets.
Happel zette hem een keer
erin, en hij schopte er gelijk
vier in. Je had de kranten
moeten lezen. Een werel
dontdekking. En toen het ge
jammer toen Happel hem de
week erop er weer buiten liet.
Wat een schande. Zo'n speler
ernaast. Of Happel helemaal
getikt was. Maar die was niet
getikt. Die wist wel dat Aab
ech geen ster was. En Brugge
verkocht hem voor veel geld
toch maar mooi door aan FC
Twente".
Happel
Zelf scoorde hij tot op heden
nog niet vier keer in een-
wedstrijd.
Van Gooi, somber. „Vier keer in
totaal. Te weinig. De voorzit
ter heeft gezegd dat ik er dit
seizoen minstens tien moet
maken. Dat kan gelukkig
nog".
Hij pakt de „Gazet van Antwer
pen". Speurt de rubriek tops
corers na. Onthutst: „Geels
over de twintig. Kist ook. Dat
is toch niet misselijk.
Die overgang van Brugge naar
FC Koln.
Van Gooi: „Ik heb geluk gehad.
Ik wilde weg omdat ik meer
wilde verdienen. Alleen daar
om. Verder had ik het gewel
dig naar mijn zin. Happel was
de beste trainer die ik ooit heb
gehad. Maar ik moet aan mijn
toekomst denken. Gelukkig
had FC Koln belangstelling
en wat bleek toen. Dat FC
Antwerp ook nog een vinger
in de pap had. Hadden Ant
werp en Brugge by myn
overgang naar Happel des
tijds afgesproken, dat als ik
weer zou worden doorver
kocht, de winst zou worden
opgesplitst".
Verbaasd opgetrokken wenk
brauwen: „Nou vraag ik je
toch. En ik wist van niets".
Berustend: „Slaven zijn we
nog steeds, hoe je het ook
wendt of keert".
Cruijff
Hij zit toevallig recht onder een
fraaie kleurenposter: het Bel
gische elftal, strak gefor
meerd in de Kuip. Elf zelfver
zekerde gezichten, de armen-
fier voor de borst gekruist.
Van Gooi, grijnzend: „Maar dat
was voor de aftrap. Na afloop
had je zo'n foto niet kunnen
maken. Toen viel er weinig-
te lachen".
Hij blikt even terug: „Met 5-0
kregen we slaag. Ik kon me
weker geworden zo goed in
leven hoe die Engelsen zich
voelden. Een ramp, als je ge
woon niet aan de bal kan ko
men. Wat duurde die match
lang daar in Rotterdam. Uren
naar het me leek. Er was er
een bij ons, laat ik nou geen
namen noemen, hij zat in de
dug-out maar hij was geen re
serve, die had van tevoren ge
zegd: Cruijff, die kan met de
linkervoet echt niet zoveel.
Laat Cruijff nou net voor de
dug-out twee man voor schut
zetten om vervolgens de Dai
met de linkervoet veertig me
ter weg te passen, recht voor
de voeten van de inkomende
Rensenbrink. Ik riep, u hebt
gelijk meneer Goethals, links
is die man matig.
Bewondering
Johan Cruijff. De bewondering
straalt hem toch weer uit de
ogen. „Tegen die Engelsen.
"Dissen drie man in, de bal aan
de voet en dan nog praten,
roepen, dirigeren. Dat kan
verder geen mens in de we
reld. Neem mezelf nou. Ik kan
aardig overweg met een bal.
Maar daar heb ik al mijn aan
dacht voor nodig, laat staan
dat ik er ook nog bij kan gaan
lopen roepen en schreeuwen.
Dat is het verschil tussen het
Belgische en het Nederlandse
elftal Een, hooguit twee man,
als je Rensenbrink ook mee
telt. Twee super-sterren, die
de wedstrijd kunnen beslis-
Belgie dus kansloos
over een maand tegen Oranje
moet worden aangetreden i-
n Antwerpen?
Roger van Gooi: „Bent ge zot.
Alles kan in het voetbal. Het
enige vervelende is dat we
moeten winnen. Aan een ge
lijk spel hebben we niets.
Maar als we winnen, dan ga ik
volgend jaar zeven weken
naar Argentinië en Cruijff
niet
Hij is er dus bij op 26 maart. Van
Gooi, een tikje nijdig: „Als het
aan een bepaalde Belgische
sportverslaggever ligt niet.
Die poogt mij thans uit het
elftal te schrijven. Die heeft
namelijk zelf een voorkeur
voor een andere speler. Die
verdient er zeker wat aan.
Maar ik heb mooi gescoord
tegen de Ieren".
Exclusief
Hij heeft geen hoge pet op van
de Belgische sportverslagge
ving.
„Langskomen doen ze bijna
nooit. Een telefoontje. Allez
Roger, ge kent me nog wel,
hoe gaat het? Ja, het gaat
goed. Het bevalt nog wel in
Keulen? Jazeker, het bevalt
nog wel. Allez Roger, we ma
ken er wel wat van he. En dan
lees je de volgende dag een
exclusief interview met Ro
ger van Gooi".
Terechtwijzend: „Maar in Hol
land kunnen ze er ook wat van
maken. Ik zat twee dagen
hier, toen kwam er een van
Voetbal International, dat
blad dat altijd alles en ieder
een stukschrijft. Die man
wilde van alles van me horen.
Dat het bij Brugge een rot
zooitje was, dat Happel er
niets van kon. Maar ik gaf
geen krimp. Ik ben daar gek
om donderdag een ordinaire
rel te schoppen. Dus had hij
weinig om over te schrijven.
En wat schreef-ie toen? Dat
Roger van Gooi zich meer be
kommerde om zijn twee
dochtertjes dan om het inter-
Daarbij: mijn dochters zijn-
veel belangrijker".
Hij is, als international, een ty
pische laatbloeier, speelde
terwijl hij bijna 27 is, pas vier
keer in het nationale shirt.
Van Gooi, verklarend: „Dat is
logisch. Goethals had een
vaste kern spelers. Allemaal
vrienden van hem. Als je niet
in die groep zat, nou dan kon
je de sterren van de hemel
spelen, je kwam er niet bij. Ik
vond dat een goed systeem.
Je kon in je club nog zo uit
vorm zijn, Goethals stelde je
toch op in de interlands.
Tegen alle kritiek in. Daar
maalde hij om. Met de Belgen
is het nu eenmaal zo, eenmaal
in het nationale shirt spelen
ze, ook als ze normaal uit
vorm zijn, meteen twee klas
sen beter. Dat is gewoon tra
ditie bij ons. Daarom geloof ik
dat onze nieuwe coach niet al
teveel zal wisselen. Een paar
oudjes moeten er nog uit en
dan heeft hij echt een aardig
groepje om zich heen. En als
ik me dan bedenk hoe makke
lijk we die Ieren met 2-0 heb
ben geklopt voor eigen pu
bliek, dan heb ik het idee dat
Nederland zich nog niet voor
het eindtoernooi heeft ge
plaatst.