ZATERDAG 19 FEBRUARI 1977 Helen Hedy, afgelopen zonda gavond op het scherm als het schroomvallige meisje in Guy de Maupassant's verhaal „Een dagje naar buiten". Televisiebewerking Anton Quintana, regie Jan Keja. Een kleine maar moeilijke rol, met zoveel ontroerende vrouwe lijkheid gespeeld dat onbe kende mensen haar na afloop opbellen in haar flatje in Delft Maandagavond negen uur. He len Hedy houdt de honden tegen die de vreemde bezoe ker luid blaffend „verwelko men". Aantrekkelijke jonge vrouw in een sfeervolle om geving. Mooie rechte manier van lopen waarin men door gaans een mannequin her kent. „Dat heb ik een keer gedaan, maar ik mislukte volkomen. Ik kwam met twee verschil lende schoenen op en toen hoefde het niet meer. Ik heb vrij gauw door wanneer iets niet bij me past. Datzelfde geldt trouwens ook voor mensen". Helen schenkt bier, ze drinkt zelf wijn. Zij slaat elegant haar benen over de leuning van de stoel en kijkt geamuseerd terzijde, een beetje ondeugend, in ieder- geval niet schroomvallig. „Het gesprek komt op gang via Jan Keja die zij bewondert om zijn vakmanschap en het geloof in eigen kracht waar mee hij zijn acteurs bezielt. „Ik ben free-lance, dus niet bij een gezelschap aangesloten. De behoefte aan toneelspelen is ontzettend lang geleden .pntstaan. Van het moment af dat ik in een spiegel ging kij ken en mijn gezicht ontdekte, ging ik spelen met dat ge zicht. Ik verzon hele verhalen, beeldde mensen uit: goede, kwade, gemene, aardige i. Ik speelde nooit met d, behalve met kle- Ik drapeerde de meest gekke lorren om mij heen. Dat was mijn spel". Zweven „Een rijke fantasie dus?" „O ja en dat werd nog gestimu leerd door mijn balletlessen. Als ik met mijn vader en mijn moeder in het bos wandelde speelde ik altijd het elfje, 's Morgens vroeg met dauw op de velden had ik het gevoel dat ik zweefde. Elke avond vertelde ik verhaaltjes aan mijn broer en zusters. Ik moest wel weten of ze het in teressant vonden. Als ik twij felde riep ik plotseling: wat was het laatste woord? Van jongsaf aan ben ik bezig ge weest een wereldje te schep pen dat in feite niet meer was dan een fictie. De realiteit voelde ik pas toen ik op eigen benen stond. Ik wist ook- dat dat nodig was". Waar kom je eigenlijk vandaan?' „Uit Rotterdam. Ik ben er mijn hbs afgemaakt, al was ik nooit een dag op tijd. Ik zag zoveel onderweg zoals steeds de zelfde mensen die iedere dag op hetzelfde moment lang skwamen. Toen al dacht ik, zo zal ik nooit kunnen leven. Ik zat dan op een vuilnisbak, 'Zag de tram niet langsrijden en kwam te laat. Alle mensen kregen een naam van me, daar was ik verschrikkelijk mee bezig. Misschien lopen ze er nog... Er zat ook altijd een oude man aan het raam, daar zwaaide ik naar en hij zwaaide naar mij. Op het eind van de vierde klas was ie er niet Spook Plotseling verzittend: „Ken je de Noordsingel? De Noord singel had een spook, een hele magere man met een gezicht dat net zo vaal was als zijn re genjas. Ik zie nog zijn uit drukkingloze ogen, hij kon wel opgezet zijn. Ik keek wel eens voorzichtig in zijn ver wilderde tuin. Die man werkte op mijn fantasie. De mensen zeiden van hem dat hij katjes de strot omdraaide en aan de waslijn hing. Ik heb ook wel eens aangebeld bij een ander huis omdat ik wilde weten wie daar woonde. Er deed een oud vrouwtje open. Ik zei maar dat ik had gehoord dat zij kamers verhuurde. Degene die ik bij het huis had gefantaseerd bestond niet". Waarom wilde je weg uit huis. Conflict met je ouders, onbe grip? „Oh nee, ik heb een be schermde jeugd gehad, maar ik wilde weg uit het ver trouwde nest en ik had een grote hang naar avontuur. En dan kom je in situaties terecht waar je je uit moet redden. Sindsdien weet ik ook wat goed is en wat niet. Ik breng mezelf bewust geen schade Door Paul van Beckum meer aan, dat doe ik niet. De term door schade en schande word je wijs is voor mij nog een grote vraag". Reizen De honden blaffen op het bal kon. Hedy treedt regelend op, vertelt intussen hoe ze samen met haar zuster bij een oude tante terecht kwam in Den Haag. Kostgeld tien gulden, dat met een paar uur werken werd verdiend bij een uit zendbureau. „We zaten er in de zomer dus wat wil je. Ieder dag naar Scheveningen waar we nooit hoefden te betalen, want we zagen er leuk uit". "Wilde je werkelijk actrice worden?" „Ik heb altijd geweten dat ik dat zou worden. Niet omdat mijn vader bij het amateurtoneel zat. Dat deed me niets. Die mensen maakten alleen maar ruzie. Al dat geouwehoer over hoofd- en bijrollen..Heb ik jou overigens ooit over mijn reizen verteld?" Helen herinnert aan een ont moeting in een artiestenso- cieteit, een half jaar geleden. Vraag haar het verhaal nog- een keer te vertellen. „Nou, ik ging naar de toneel school. Daar zat een man die dacht in twee minuten te kunnen vertellen wie ik was en wie ik eigenlijk had moe ten zijn. Ik heb daar wat rondgekeken maar het be viel me niet". „Rondgekeken?" „Ja". „Ben je wat chaotisch?" „Versta me niet verkeerd. Op school was ik leergierig. Ik zou veel willen leren van mensen die ik respecteer. Niet die mensen imiteren, maar ik heb wel richting no dig. Ik wilde de praktijk in en meldde me bij Rob de Vries in Rotterdam. Ik had gehoord dat die wat meisjes nodig had. Ik werd aangenomen en kreeg ook een sprekende rol. Ik moest niet meer zeggen dan: „dank u wel, ik ga nu maar". Ik had gedacht aan de rol van Julia. Dat komt, ik leefde in een droomwereld. Ik ging dan ook weg bij Rob de Vries. Dat was verkeerd. Drie maanden later kwam ik hem tegen. Hij zei: „Wordt het niet tijd dat je je ogen opent voor de realiteit?" Amerikaan Helen lijkt wel binnenpretjes te hebben als ze bezig is iets uit de kast te halen of als ze op nieuw bier inschenkt. Daar naar gevraagd antwoordt ze dat er geen directe aanleiding „En toen?" „Toen ging ik naar Antwerpen, bij een vriendin wonen. Heer lijke stad. Stad met liefde en vrolijkheid. Ik leerde een be jaarde Amerikaan kennen die bezig was met een filmpro- duktie. De man was schatrijk, kon alles gedaan krijgen, maar hij duldde geen kritiek. En omdat hij geen kritiek. verdroeg kwam ae prbauktie niet op gang. Ze zijn nog steeds bezig. Die film was een science-fictionverhaal. Het speelt in 2000. De wereld is door de luchtverontreiniging vergiftigd. Het sterke ge slacht, de vrouwen, blijven die er verschrikkelijk uit. Ik ben met dat gezelschap meege trokken. Daardoor heb ik ge woond in Hamburg, Mun- chen, Zurich, Londen en New York. In New York heb ik een half jaar gewoond. Die Ame rikaan had vertrouwen in me, zoals Jan Keja dat ook heeft. Paradijs Helen meet de reactie van haar bezoeker: „Nee, ik had geen verhouding met hem. Die man had zoveel vrouwen ge had, die hoefde niet meer. Hij was alleen bezeten van die film, dacht dat ie alles kon kopen. Maar dat gaat niet al tijd. Ik heb in die tijd ontzet tend veel geleerd. Ik kwam in situaties terecht waar ik door mijn achtergrond anders nooit in verzeild was geraakt. Ik heb gezien hoe anderen zich door het slijk lieten halen alleen omdat ze geld roken. In New York werd ik ziek. Ik kon er niet meer tegen. New York is een monster. Eerst dacht ik: Hier is het, hier is alles wat ik nodig heb. Ik vond het allemaal even boeiend, maar ik miste de vriendelijkheid, de warmte, de gezelligheid. Het paradijs bleek hier in Nederland te zijn. Hier kun je leven. Enfin, op de toneelschool had ik die ervaringen nooit kunnen op doen. Al die mensen die ik ontmoet heb leveren mij het materiaal om te kunnen spelen" Academie „Maar nog geen contract". „Ik moest terug, mezelf hervin den. Maar het vak liet me niet los. Ik ging toch naar school. De Academie voor Podium vorming in Den Haag. Goeie school, veelzijdige opleiding, er werd je niets opgedrongen. Je werd totaal vrij gelaten. Die vrijheid daar ben ik op gesteld. Sommige mensen gunnen anderen geen vrijheid. In veel huwelijken niet. Waarom geven man en vrouw elkaar vaak de kans niet zich te ontplooien? Voor jij kwam zat ik naar Gauguin te kijken. Zegt die vrouw voortdurend tegen haar man dat ie helemaal niet schilde ren kan. Waarom? Mocht- die man dat niet?" „De academie". „Na een jaar begon ik de prak tijk weer te missen. Ik ben wel leergierig, maar geen mens om te theoretiseren. Terug naar Rotterdam, opnieuw ge boren worden. Sindsdien heb ik heel wat dingen gedaan. Films als het vierluik zwaar moedige verhalen, een rol letje in „Keetje jtipiel", teev- letje in "Keetje Tippel", teev-" van Roald Dahl, de oplicht- ster in Swiebertje, de Conny Stuartshow en een produktie van Brecht". Door Frans Happel Luc Lutz en echtgenote Simone Rooskens. Een gesprek met acteur Luc Lutz is het best te vergelijken met een spelletje Stratego. Beide partijen plaatsen hier en daar bommetjes in het groene gras, dat is over en weer bekend, en het gevolg is een tactisch manoeuvreren om mis schien toch eens - zonder gewonden binnen de eigen troepen - trefzeker te kunnen doorstoten. Luc Lutz is een pietepeut. Op het toneel en in het leven van alledag streeft hij naar technische perfectie. Lutz vindt dat to- neel, theater enkele en alleen bedreven zou mogen worden door optimaal ge schoolde vaklieden. Voor de dagelijkse communicatie met mensen, heeft Lutz vaak het woord „wellevendheid" voor in de mond, richt hij zich ook op de regels van „hoe hoort het eigenlijk". Door die perfectiedwang komt hij nogal kram pachtig over. Hij probeert zich te omge ven met een weliswaar rimpelloos, maar slechts gedeeltelijk doorzichtig scherm. „Daarom is een regisseur als Alan Barlow zo fantastisch", zegt Simone Rooskens, Luc's echtgenote, „Luc streeft naar technische volmaaktheid in zijn spel en Alan haalt de menselijke trekjes bo even water". Luc, de in leeftijd middelste van de drie gebroeders Lutz, wordt binnenkort 53 jaar. Met het ouder worden komt mees tal ook de rust in denken en doen. Bij Luc nog niet. Hij zal het zelf nooit met zoveel woorden zeggen. Simone weer „Wat mijzelf betreft, vind ik mijn leven en mijn gedachten over de zin van een heleboel dingen meestal een grote ver warring. Ik probeer alles wel eens gron dig op een rijtje te zetten, maar het komtt er nooit echt van. Luc heeft dat ook, hoewel niet zo sterk. Zijn verwarring is mede het gevolg van zijn drukke bezig heden. Hij wil zoveel dingen doen, goed doen. Behalve geestelijk, geeft hem dat ook fysiek langzamerhand kleine pro bleempjes". Eigen ondernemer Sindscenjaarofvijfis Luc meer dan enkel acteur. Hij is vooral eigen ondernemer, winkelier in vrije toneelprodukties. Sa men met Simone doet hij het in die bran che goed. In ieder geval zijn de zalen goed bezet voor de blijspelen die Luc nu bijna traditioneel in de aanbieding heeft. De drie, tot nu toe uitgebrachte vrije produkties („Ik hou van uw vrouw", „Ik slaap wel op de bank" en „Hou jij nu van mij of ik van jou") hebben stuk voor stuk geld opgebracht. Maar vind Luc artistiek nog steeds bevrediging in - nu zal hij wel boos worden - dit consumptie-toneel? Luc: „Caro van Eyk zag een voorstelling van ons en zei na afloop: ik heb me ont zettend geamuseerd. Dat is het wat de mensen willen: lachen! Toen zei ik: en het aantrekkelijke is dat er daarbij ook nog leuk geacteerd wordt. Vroeger al, toen ik bij gesubsidieerde gezelschap pen speelde, kreeg ik ontzettend de pest in als er een beetje denigrerend over een blijspel werd gedaan. Er bestaat nog al tijd de neiging dit facet van het toneel te onderschatten. Mensen die beter weten, zullen het met me eens zijn dat een blijs pel goed spelen erg moeilijk is". De vraag over „artistieke bevrediging" is daarmee nog niet beantwoord. Luc: „Willem Nagel, bekend als de 'schrij ver J. B. Charles, was bij „Ik slaap wel op de bank". Niet meteen na de voorstel ling, maar een tijdje later, zei hij me: Luc, we hebben zo genoten... In zijn stem klonk echter die typisch Hollandse, Cal vinistische restrictie door van: het spijt me hoor, we hebben genoten van dit blijspel, al past dat eigenlijk niet binnen onze maatschappelijke intellectuele sta tus: ik durf het wel te zeggen, maar al leen in een kleine kring. Die vorm van terughoudendheid is in feite belachelijk Verantwoording Maar, die artistieke bevrediging? Luc: „Toen ik vijf jaar geleden de beslis sing nam voor mezelf te gaan beginnen, nam ik het sociale risico op de koop toe. Ik heb mij trouwens nooit laten paaien door sociale zekerheden. Het heeft me moeite gekost om, bijvoorbeeld, minder te kunnen terugvallen op allerlei hulp bronnen. Daar stond - en staat nog steeds - tegenover, het gevoel van ge noegdoening om alleen aan jezelf ver antwoording schuldig te zijn, aan jezelf en aan het publiek. En ik heb, godzij dank, nogal wat publiek. Negenenne gentig procent van de mensen die nu in de zaal zitten, komen om mij te zien. Bij de gezelschappen had zo'n populariteit artistiek niets te betekenen. Ook ander szins werd er geen belang aan gehecht, je fungeerde echter wel als trekpaard voor de recette-inkomsten". De naam Luc Lutz in grote letters op de affiche en cle mensen komen wel. Is dat artistiek bevredigend? Want die mensen komen toch ook omdat ze van die Luc Lutz zonder meer een hoogst-grappige voorstelling verwachten. Hij wordt dus wel geacht bij zijn - diep in het hart al dan niet gewenst - toneel-imago te blij ven. Luc, beheerst geïrriteerd: „Dan vraag ik aan jou wat daar op tegen is?" Daar kan alleen een acteur op antwoorden. Luc: „Wat gebeurde er toen Feyenoord, aan het begin van dit seizoen, ging voet ballen zonder Willem van Hanegem? Juist, dat scheelde duizenden bezoe kers. Het is een feit dat het publiek op bepaalde mensen afkomt, dat is toch hun volste recht?" Simone, later: „Met de vrije produkties die Luc heeft gedaan en waaraan ik - aan de eerste en de derde - ook heb meege werkt, is er natuurlijk sprake geweest van een tikkeltje water bij de wijn doen. „Hou jij.nou van mij of ik van jou" was ik principe zelfs een slecht stuk, het werd toch een goede voorstelling omdat Alan Barlow zo meesterlijk geregisseerd heeft. Je moet je voor een deel afstem men op het publiek, daar is het finan ciële risico te groot voor. De produktie die straks - in september - in premiere gaat, heeft die concessie niet. Een sei zoen lang kunnen we dan helemaal doen wat we zelf willen. Maar daarna, zullen we toch snel weer naar de oude basis terug moeten, willen we tenminste de- grip blijven houden". Raadsels pel, een stuk wat nu niet eens de directe mallotige situatie-kortsluitingen heeft. Heel poëtisch, heel speels, heel lief. Je ziet 't, we kunnen best van het van ons bekende stramien afwijken. Samen met Alan Barlow probeer ik dit stuk heel menselijk te benaderen. Een Hollands publiek voelt niks voorintellectuele raadsels' men wil helderheid en duide lijkheid. Ik vind het onrechtvaardig, zelfs aanmatigend, om het publiek in het theater raadsels op tegeven. Dat kun je alleen doen als je een waarlijk grote boodschap hebt. Het is verschrikkelijk mensen naar huis te sturen, met het idee: wat zouden ze met dat stuk eigenlijk- bedoeld hebben". Kan hij iets meer zeggen over die raadsels? Luc: „Op het moment dat acteurs het be richt van een stuk niet de gestalte kun nen geven die voor een gemiddeld pu bliek aanvaardbaar is, dan schieten ze tekort. En dat gebeurt nogal eens in ons land, ook al omdat de techniek van het toneelspelen in Nederland vaak schro melijk onderschat worden". Simone: „Luc kan het niet laten er op te hameren dat je op het tqneel niet met halfwas krachten uit de voeten kunt". „Cursief' produktie betreft het stuk „Meneer Klebs en Rosalie", van de Franse auteur Rene d'Obaldia. Luc: „Het is deze keer een fijn, poëtisch blijs Luc's uitspraak: en ik heb, godzijdank, nogal wat publiek". In hoeverre is zijn populariteit - en ook die van Simone Rooskens - mede veroorzaakt door het radio-, later televisieprogramma „Cur sief'? Luc: „Theater en televisie hebben wat dat betref geen enkele relatie. Negen heit de klok" was vroeger een radio-pro gramma met een enorme luisterdicht heid. Maar toen „Negen heit de klok" als theater werd uitgebracht, zaten er de eerste avond vijfentwintig mensen in de zaal, de tweede avond twintig Dat- -werd een flop." Ünzm-vergelijking. „Cursief' werd tens lotte bemand door vooral mensen met al een theater-bekendheid. Het lijkt on weerlegbaar, dat ze door de televisie vervolgens een extra zetje in hun rug ge- - kregen hebben". Luc: „Tsja, op die manier gesteld... zal het inderdaad iets uitmaken Maar veel? De magie van het theater blijft die van een goede premiere geven en de volgende voorstellingen vol zitten, of een slechte premiere geven en - hoe geweldig veel en hoe goed er eventueel toch in de kran ten geschreven wordt - verder geen kaartjes verkopen". „Cursief' wordt binnenkort opgevolgd door een vergelijkbaar (KRO)televisie- prooramma, „De Nieuwsgier", met Pe ter Knegjens als presentator en Rijk de Gooijer als razende reporter. Gaat Luc Lutz ook meedoen of is hij als medewerker gevraagd? Luc: „Oh ja, beginnen ze toch met dat pro gramma? Ik heb indert jd ean een paar proefopnamen meegedaan, maar ik had het al gauw bekeken. Nee Luc, dacht ik, dat moetje niet doen. Ik werd er zo be droefd van! De opzet is namelijk zo'n fletse imitatie van „Cursief'. Luc Lutz verzakt in stilzwijlen. Simone Rooskens laat ons uit en zegt dat het ge zellig is geweest.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 19