Imca Marina en haar
'dodelijke' schnabbels
uimSm
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1977
PAGINA 17
Door
Paul van Beckum
foto's Hans Bakker
Zaterdagmorgen half vijf. Licht op in de kapitale boerderij
van Imca Marina. Ze is thuis. Je hoort het ook aan de vijf
honden die zo hartstochtelijk blijk geven van hun vreugde
dat het keffen tenslotte overgaat in smekend gepiep. "Ach
jongens, zijn jullie daar? Kom tot mij kinderen en laat mij u
knuffelen. Is het vrouwtje dan zolang weg geweest? Dirk?
Waar ben je? Trek eens een fles open voor deze man. De
verrukkelijkste wijnen zullen uw deel zijn, heer. Vlij u ne
der en wij zullen spijzigen met kaas en zoete vruchten". De
vrolijke act van Imca. Zo praat zij als het leven haar toe
lacht. Met de theatrale gedragenheid van een Vondeliaans
drama. Maar die vrolijkheid kan ook plotseling omslaan in
heftigheid of bijtend sarcasme.
Echtgenoot Dirk zet de glazen op
tafel, de wijn en kaas uit vele
windstreken. Boven de horizon van
het Westfriese Oudendijk klimt het
vale gezicht van de nieuwe dag.
Even uitzakken, even relaxen na de
moordende schnabbeltour van de
laatste vierentwintig uur.
Het begon in Coevorden. Van
Coevorden naar IJsselmonde en van
IJsselmónde naar Den Haag. Gas op
de plank, schminken, omkleden, het
podium op, danken voor het
applaus, toegift, omkleden,
honorarium incasseren, koffer
achterin, schakelen, spurten naar de
grote weg, gas op de plank.
In Den Haag wacht een misprijzend
bestuur. Imca is drie kwartier te
laat.
In IJsselmonde zijn we de weg kwijt
geraakt. Het is half twee.
Wil het publiek Imca nog horen?
Een donderend ja" klinkt op uit de
feestzaal. Imca op, pakt de mensen
in een paar seconden, zingt de
voering uit haar keel, steelt de
show. Met het bis, bis-geroep op de
achtergrond snelt zij terug naar de
kleedkamer. Nu alsjeblieft naar
huis. De dag van morgen is niet
minder zwaar.
Rust
Na de wijn en de kaas wordt het
een paar uur stil in de boerderij. De
agenda blijft open op tafel liggen.
Daarin staan de dagelijkse
bevindingen van Aleida en Klaas,
een bevriend echtpaar uit het dorp,
dat op het huis past en de
menagerie verzorgt. Vijf bonden,
twee katten, vijf schapen en een
paard. Het echtpaar en Imca
communiceren op rijm.
Op het midden van de nieuwe dag,
vijf uur later, schrijft Imca in het
dagboek: ,,De ochtendstond had
immers reeds goud in de mond.
Deez' wijze kreet riepen onze
vaad'ren luid zodat een ieder dit
verstond. Bij het ontwaken op
deez' dag, te negen uren dertig
werd
mijn lodderoog dan ook gekweld
door het pure goud. Helaas, ik viel
opnieuw in slaap en om 12 uur was
de dag reeds half voorbij en oud".
„Opschieten" roept Dirk je hebt nog
geen ontbijt gehad, waar zijn je
contracten, welke kleren neem je
Het leven van een schnabbelartiest.
Daar gaat dit verhaal over.
Opgetekend in de dagen voor
carnaval wanneer het extra druk is,
waarin het land in alle richtingen
wordt doorkruist. Een afschuwelijk
bestaan? Een boeiend, dynamisch
leven? Oordeel zelf.
Krulspelden
De grijze Mercedes draait de weg
op, Dirk achter het stuur, Imca
Marina achterin, kort wit kontjasje
losjes over de schouders geslagen.
Het is een uur. Om vier uur wordt
Imca op het podium verwacht in
Lemelerveld in de buurt van Raalte.
Zij houdt een huisboudoir op schoot,
zet krulspelden in haar vlammend
kapsel, praat aan een stuk door.
„Dirk, heb je dat beest zijn
hartpilletjes gegeven? Zitten de
banden achterin en de muziek?"
Dirk knikt. Dirk zorgt voor alles.
Aardige man die de nukken van
Imca begrijpt, haar luidruchtige
emotionaliteit incasseert, maar
onverbiddelijk halt roept als Imca
doordraaft, haar eten naar binnen
schrokt ponder te proeven.
Door "de autoradio de stem van
Barend Barendse. Het programma
van de schouderklopjes, de belletjes,
de eregalerij van hoogbejaarden. De
verstikkend blije stem van de
presentator kondigt een meezinger
Imca furieus: „Hoor nou toch eens.
'Dat noemt 'ie een meezinger.
Probeer het maar. Vlugzout, ik word
niet goed". Dramatisch handgebaar
naar haar voorhoofd.
Slingerend door West-
Friesland
naar de nieuwe weg
Enkhuizen-Lelystad. De
kilometerteller staat op 170
„Als je niet ijzersterk bent houd je
dit leven niet vol", zegt Imca.
„Meestal rijd ik zelf maar met zo'n
jlruk programma als nu rijdt Dirk.
Anders ga je kapot. Een keer heb ik
een week in het ziekenhuis gelegen.
Totale uitputting. Ik kon niets meer
niet meer zingen alleen maar
slapen. Daarna zong ik weer als een
lijster en ik liep een op tien". Ze
lacht hees, vloekt omdat de
STER-reclame vraagt of wij ook
melk drinken. „Wat moet? Niets
moet. Ik vind die reclame vreselijk
demagogisch. Water moet, jenever
moet, wijn moet. Dirk harder, want
we halen het niet. Ik wil niet te
laat komer"
Feest
Lemelerveld. Feestzaaltje achter eei;
cafe. Gestamp van voeten,
vingergefluit, applaus. Holle stem
door de microfoon. „De
Kermisklanten" roept Imca. Zij wijst,
op een wijnrode Jaguar. „Daar staat
hun auto. Kom op jongens, naar
binnen".
Stalen trappetje naar het podium,
steile trap naar de kelder waar de
kleedkamers zijn. Kleedkamers
'bezet. Imca posteert zich in het
gangpad tussen de opgestapelde
stoelen, trekt een tafel naar zich
toe. Jas uit pak uit, showjapon uit
de plastic hoes, krulspelden uit het
haar.
Boven klinken de accordeons van
„De Kermisklanten". Vibre
rende
tonen van de meedeiners. Bestaat
dat nog allemaal? Kijkje door een
spleet in het gordijn. Een beetje
rood aangelopen publiek, grijnzend
van de pret en het bier, stug blond
haar van de mannen, vrouwen in 1
bloemetjesjurken, suikerspin
nen bij
de meisjes, rode bessen op de
dienbladen van de doorwerkende
obers.
Terzijde de tafel met de prijzen
voor de tombola, gratis ter
beschikking gesteld door de
plaatselijke middenstand en slingers
aan de zoldering.
De conferencier op de rug gezien:
Wijnrood jasje, beige pantalon,
zwarte lakschoenen. „Van de week
kwam ik nog een klein meisje tegen
Meneer, zegt ze, mag ik wat vragen?
Natuurlijk kind, vraag jij maar.
EnfinHet publiek lacht zonder
terughoudendheid, dat wil zeggen
met gierende uithalen.
Vuurwerk
Imca staat klaar, trekt voortdurend
haar japon recht, kucht, laatste blik
in de spiegel, strak gezicht en dan
plotseling de doorbraak naar de
stralende glimlach van de vedette.
Intro van het kwartet achter op het
podium, microfoon in de
rechterhand, linkerarm ge
strekt
omhoog, daar gaat ie.
„Los Paroles". Spaans vuurwerk
wervelt door de zaaj. Imca heeft een
dijk van een stem, een van de
mooiste uit de vaderlandse
showbusiness. Hoe schitterend zou
haar repertoire kunnen zijn als zij
de commercie niet nodig had. Een
rasartieste, meeslepend,
temperamentvol, iemand met een
scherpe mensenkennis en een zalig
gevoel voor humor. Spreekt haar
talen vloeiend, leest veel, verdient
een grotere carrière.
Het publiek klapt mee met Viva
Espana", valt stil bij Piaf s „Je ne
regrette rien" en host mee met de
muziek van „Bella Italia".
Beeld uit de jaren vijftig. Elkaar
een arm geven, hoofd in de nek en
meebrullen. „Jij bent toch altijd de
lady. Vino, vino, ta, ta, ta, ta".
Gestamp van voeten, vingergefluit,
knikje door de knieen van Imca,
kushandjes, toegift, hijgend achter
het podium, een transpirerend
hoofd, blazend neervallen op een
stoel.
„De Kermisklanten" zijn weer in
burger. Ontstuimige begroe
ting.
„Dag schat, dag lieverd", zo gaat dat
in de showbiz. „De Kermisklanten" -
man en vrouw - hebben haast. Om
acht uur worden zij verwacht in
Kortrijk tegen de Franse grens. Het
is half vijf.
„Enjij Imca?" „Half acht Schiedam'.'.
'IV
De koffers achter in de grijze Mercedes: gereed i
slopende dag
r opnieuw een lange,
Honorarium
De producer. Glas pils en de
bankbiljetten van het honorarium in
een hand geklemd. „De
penningmeester" roept Imca
dramatisch. Een jonge parodist,
plastic hoesjes rond de lakschoenen
maakt dolle grappen, zet gekke
petten op die hij in een kartonnen
doos vindt en imiteert Andre van
Duin. Iemand roept: „Kennen jullie
die al van Menten?"
De Mercedes snelt naar Schiedam.
Door de radio „Don't cry for me
Argentina".
„Prachtige muziek", zegt Imca op de
achterbank. „Je moet de tekst er bii
houden. Ik weet alles van Evita
Peron. Mijn,moeder las er over in
de Spaanse bladen. Ach mijn
moeder, een echte zigeunerin. Mijn
grootmoeder was een Spaanse,
begrijp je? Mijn moeder is een
prachtig wijf, zo'n omvang maar ze
versiert nog een jonge vent. En hoe
ze dat doet, schitterend".
Dirk, strak turend in de
schemering: „Waar heb je dat
contract voor Schiedam?"
Imca: „In mijn tas. Mijn god, maar
is dat zo?"
Paniek. Het zoeken levert niets op.
Stoppen bij een benzinestation,
opbellen naar huis, waar is die zaal
en wat voor prijs was er
afgesproken?
Uitstraling
Imca: „Ik ben zo bezeten van
muziek. Ik weet er alles van, ik ken
de trends, wie het gaat maken en
wie niet kan ik voorspellen, ik spel
het blad „Billboard" en luister naar
alle radiozenders".
„Hoe hou je het vol?"
„Het is mijn hele leven. En dat ik
zoveel succes heb, dat is gewoon een
stukje van je eigen ik afstaan,
anders kom je er niet doorheen.
Waarom kom ik nat van het
podium? Niet van het zingen. Dat is
een kwestie van techniek, die"
beheers ik. Het zit 'm in de
uitstraling die je op het publiek
moet overbrengen. Er zijn
zangeressen met prachtige stemmen
maar het publiek vindt er niets aan.
Dirk waarom rij je zo zacht?"
„Er zit politie achter me".
„En watje moet weten is dat geen
optreden gelijk kan zijn aan het
vorige. Niets is gelijk, het publiek
niet, de stemming niet, het podium
niet en het orkest niet. Een zaal
met modinettes is een totaal ander
publiek dan een zaal met
bouwvakkers. En als je ze dan
eenmaal vast hebt, dan reageren ze
allemaal hetzelfde. Ik ben
opgetreden voor een zaal met
advocaten en hun vrouwen. Je past
je programma aan, maar als ik dan
overga op het traditionele repertoire
dan wordt het ook een gekke bende.
Vorig jaar heb ik gestaan voor
zeshonderd Utrechtse studen
ten.
Stel je voor, niet een vrouw,
allemaal keurige jongens in het pak
met een rooie anjer in het
knoopsgat. Zo verschrikkelijk
angstig, ik dacht dat doe ik nooit
meer, vooral ook omdat de meeste
artiesten werden uitgefloten. Maar
dit jaar stond het bestuur me
ergens op te wachten met rozen. Of
ik alsjeblieft weer terug wilde
komen. Nou ja, dan ga ik door de
knieen
Repeteren
Langzaam zoeven door het
industriegebied van Schiedam.
Donkere gebouwen, lege straten,
droevig geel van de lantaarns.
Trap op naar een kantine, mensen
achter lange tafels, opnieuw prijzen
voor de tombola, gerammel van
kopjes en schotels, een
hartverscheurend zingende
microfoon en de r
bestuur, erg hartelijk, r
Een geroutineerd trio achter het
doek, snelle lezers die met Imca
razendsnel de muziek doornemen.
Kwart voor acht, over een kwartier
moet iedereen klaar staan.
Imca: „Nee jongens, het hoeft geen
Meringa te zijn, je mag ook een
after-beatje gebruiken. Dus: pa
bam, pam, pam, pam, pa bam... Voel
je? En dan komen de old-timers.
Zullen we even, heel zacht?"
Foxtrotritme, de stem van Imca
klinkt nu jazzy, de drummer slaat
de maat op de vleugel. „Oe
jongens, dat loopt".
De weg naar de kleedkamer is
versperd door twee mannen die
boven elkaar staan. „Kan het?" roept
de onderste. Dan valt het licht uit
in de zaal. De man boven vloekt.
Het licht floept weer aan.
Acrobatengroep „The Crock-
kijkt somber. „Als dat licht uitvalt
tijdens de voorstelling breek ik mijn
nek. En wie hebben we daar?
I.m.c.a. M.a.r.i.n.a.
Dag meid, waar kom je vandaan?"
„Lemelerveld jongen, Leme
lerveld
bij Raalte".
„Wij zaten in Sankt Johann en we
moeten straks nog naar Zandvoort.
Zal ik je eens wat vertellen? We
krijgen een serie uitzendingen voor
de TROS. Wat denk je, goed he?"
Imitatie
Lachen, gieren, brullen in de
kleedkamer. Een van Crocksons laat
zich op de knieën zakken en
imiteert zo het loopje van Willy
Alberti. In een interview heeft Willy
gezegd dat de jongeren te veel geld
vragen. „En hij dan? Denk je dat
hij het voor niets doet? Kom nou".
De stem van Imca Marina op het
podium. „Dag dames en heren, wat
ziet u er allemaal weer mooi uit. Ik
ga het over eten hebben, want de
liefde van de man gaat door de
maag. U kunt niet boos worden
want ik zing het in het Spaans.
„Los Parolos". Brede akkoorden op
de piano, gescandeerde slagen op de
drums. Imca rechtop als een
flamenco-danseres, arm gestrekt in
de sigarettenwolk boven het publiek
Groot applaus. De piano klinkt
opnieuw. Een repertoire met tempo.
„Viva Espana", de old-timers, „Je ne
regrette rien", „Bella Italia".
Pauze
Pauze voor de artiesten. „Varie"
roept de voorzitter want het eerste
stukje van het bal is begonnen. De
voorzitter heeft het publiek eerder
op de avond welkom geheten, in het
bijzonder de directie, die zo'n
belangrijke bijdrage heeft geleverd
aan, enz., enz. Dirk kijkt op zijn
horloge. „Imca, om kwart over tien
moeten we in Amsterdam-Noord
zijn".
„En hoe laat in Oost?"
„Halfeen".
Oude en jonge vrouwen verdringen
zich in de deuropening. Een foto en
handtekening van Imca Marina.
Altijd een stapeltje promotie-foto's
bij de hand hebben, dat hoort ook
bij het vak. Achter op de foto de
lijst met platen die er van haar zijn
verschenen.
Voort naar Amsterdam-Noord. Bij
de bagage is een bos bloemen
gekomen, verpakt in cellophaan.
Voordat Imca plat gaat zegt ze:
„Die Chinees daar op de hoek heeft
het zeer druk". Uit haar stem spreekt
de knagende honger, maar het
programma laat geen eten toe. Imca
languit op de achterbank, duim in
haar mond.
Een kwartier stilte, dan plotseling:
„Natuurlijk vind ik luisterliedjes ook
fijn, ik zing graag „killing me softly",
maar van het geijkte repertoire,
daar kom je nooit meer af. Je kunt
het de mensen ook niet aandoen om
je successen niet te zingen. Ze
hebben jouw platen in de kast staan
en dan willen ze die liedjes horen
als je in levende lijve voor hun
staat".
Charme
Opnieuw plat. Tien minuten later:
„Weetje wat de grote charme van
dit werk is? 's Morgens, als je
opstaat, dan voel je je ellendig, je
bent moe, maar eenmaal met de
schminkdoos op de achterbank van
de auto voel je je weer prettig. Het
zijn ook de ontmoetingen met je
collega's, allemaal hardwer
kende
mensen met veel grappen en
verhalen".
„Is optreden een compensatie als je
je niet gelukkig voelt?"
„Nou en of. Als dat er niet was zou
je je rampzalig voelen. Dit vak, ach
daar kom je niet van los. Die
spanning van dat opkomen, daar
maak ik tussen haakjes een studie
van. Die opkomst is toonaangevend
voor je hele optreden. Kom je op in
een houding van „hier ben ik" of
blijf je even pruilen in een hoekje a
la Mariene Dietrich die dan daarna
haar jurk afgooit. Maar hoe loop je
door de zaal tussen het publiek doo
wat ook zo vaak gebeurt. En hoe
moetje dan geschminkt zijn? Zo
zwaar dat de vrouwen je een spook
vinden".
Dirk: „We zitten nu in de piek van
het werk. Waar moeten we heen
Imca?"
„Ik weet het ook niet precies meer
Ik heb een feilloos orientatiegevoel
maar dit....toch ben ik hier eerder
geweest. Het is een kantine in een
sportcomplex. In Belgie is het nog
veel erger. Daar moetje letten op
schildjes en bordjes die tegen de
huizen zijn aangebracht. Wacht
even Dirk. Je moet hier de brug
over, dan de grote weg over en na
het viaduct meteen weer links af.
Carnaval
Een langwerpige kantine. Een
oogopslag is voldoende. Carnaval. De
raad van elf, slingers, majorettes,
hoempamuziek, Saskia en Serge op
het podium. Oorverdovende herrie,
schuijnend bier, glasgerinkel, kleffe
warmte en transpiratiegeuren.
Producer Roland Wagter, keurig in
het pak: „Dag Imca, dag schat, snel
omkleden, je bent zo aan de beurt"
Bis, bis-geroep in de zaal, de bazin
die er bij moet voor de telefoon,
ta-raa,ta-raa,ta-raa, de
carnavalstune van het orkest, de
gescandeerde kreet „AlaafDirk
worstelend met de muziek naar het
podium, een sherry voor Imca, een
koffer die van de tafel valt, een
meneer voor Saskia en Serge, „ben
je klaar Imca?"
Imca staat doodstil, heel erg
gespannen, een beetje bedroefd
plotseling. Er dreigt iets.
„Goedenavond lieve mensen. Geei
cultuur maar een lied over eten,
want de liefde van de man gaat
door de maag. „Los Paroles". Het
publiek juicht, klapt en trappelt
mee. Imca nauwelijks zichtbaar
achter een rookgordijn. Alles even
smal hier, laag plafond, het wordt
steeds benauwder. Achter de tap
wordt meegewiegd.
Terug naar de kleedkamer. Imca
verbeten, angstig bijna. Ze is even
haar stem kwijt. Dirk regelt dat de
muziek terugkomt. Polonaise in de
zaal, boem tsjing, boem tsjing boem
Weg hier.
Kosten
De koele nachtlucht werkt
verademend. Imca weer plat op de
achterbank, komt bij, kucht wat,
spreekt pathetisch over het lijden
van de artiest. „Alles ruikt naar
rook. Morgen moet ik wel drie keer
mijn haar wassen. Dat zouden de
platenjongens eens moeten zien.
Dacht je dat die wisten hoe wij
werken? Geen flauw benul".
„Het verdient goed".
„Maar wat denk je dat dit leven
kost? Je garderobe bijvoorbeeld.
Vroeger heb ik het een keer
meegemaakt dat ik hetzelfde jurkje
aan had als een mevrouw op de
derde rij. Ik dacht dat ik door de
grond ging.
Wat ik zei? „Mevrouw, we hebben
het allebei goed bekeken, C en A is
toch voordeliger".
„Je bent nu uitgeput".
„Wel nee. Soms kruip ik in de
kleedkamer tegen de verwarming
omhoog als een poes en slaap tien
minuten. Ik word wakker en voel
Dirk: „Nog eentje".
Imca: „Nog eentje ja, ik blijf
knokken. Knokken om alle mensen
te bereiken. Een-derde deel van de
mensen mag je niet. Dat is een
vaste wet. Om je neus niet, om je
ogen niet, om je stem niet. Dat voel
je. Het vervult je met onzekerheid,
je wordt bang. Toch moet je het
ook voor hen waarmaken".
„Los Paroles". Carnaval in
Amsterdam-Oost. Een wilde horde
mensen. Imca gebruikt de
orkestband omdat het levende orkest
haar muziek niet kan spelen.
Bandapparatuur en bediener
ingehuurd.door Imca zelf. Veiligheid
voor alles. Haar optreden mag nooit
de mist ingaan.
Daar staat ze weer met dezelfde
stralende glimlach, met dezelfde
energie als in Lemelerveld.
Onvermoeibaar. „Bella Italia".
Mijn God, wat een leven.