!N MENTENS
VOETSPOOR
Voorbarige
conclusies
van Kn
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1977
PAGINA 13
Het is al ver over achten wanneer we op Moskou's noordwestelijke vlieg
veld Sjeremetjevo na geduldig wachten in allerlei rijen de pas
controle zijn gepasseerd en door de heer Norbart gevolmachtigde i
H.M. ambassade te Moskou worden voorgesteld aan de heer Baikov,
tegenwoordiger van de procureur-generaal van de USSR.
Voor de camera's van de Russische
tv heet deze ons op zeer ingehouden
toon welkom en wenst ons succes
toe. (Wie de berichtgeving in de
Sowjet-pers heeft gevolgd weet, hoe
fel men hier de veroordeling van
Menten bepleit, zonder zich om
justitiële voorbehouden inzake de
bewijsvoering te bekommeren).
De heren Van Duuren
(rechter-commissaris) en Ha
bermehl
(officier van justitie) antwoorden al
even ingehouden, maar uiterst
vriendelijk, en geven daarmee
ongetwijfeld de toon aan voor
"de gehele verdere relatie met de
Sowiet-autoriteiten.
Van Sjermetjevo is het ruim een
uur rijden naar.de grote suikertaart,
die hotel Oekraina heet een
voorproefje van de echte Oekraine?
Hier mogen we vannacht logeren.
Mogen: de receptie is ons kennelijk
liever kwijt dan rijk, zoals een ieder
die niet het geluk heeft de gast te
zijn van de plaatselijke autoriteiten,
maar die de euvele moed heeft te
denken dat hij hier zelf dingen kan
regelen. Na krachtig optreden van
de heer Norbart blijkt dat er
inderdaad kamers zijn gereserveerd,
maar het kost extra
overredingskracht, om duidelijk te
maken dat elk lid van de delegatie
een aparte kamer moet krijgen,
zoals weken van tevoren al
aangevraagd.
Het wisselkantoor in het hotel is
allang gesloten. Zonder avondeten
naar bed? Gelukkig heeft de heer
Norbart nog een paar roebels op
zak, waarmee we een hapje kunnen
eten.
Woensdag, 2 februari
Omstreeks koffietijd maken wij onze
opwachting bij de ambassadeur, jhr
mr. Huydecoper in zijn gezellige
kanselarijresidentie in de
Kalajnyj-steeg 28.
Er wordt even naar wanden en
plafonds gewezen, die kennelijk
naast de rijke en goed onderhouden
decoraties van anderhalve eeuw
terug nog andere dingen herbergen,
daarna komt het doel van de reis
uitvoerig, doch voorzichtig ter
sprake. De heer Norbart zal ons
begeleiden om toe te zien dat de
delegatie inderdaad een maximale
vrijheid van onderzoek geniet.
Na een lange wandeling door het
betoverend besneeuwde Moskou, het
centrum en-het Kremlin, en een
late lunch met de ambassadeur en
mevrouw Huydecoper, komen wij
even over vijven op het
zuidwestelijke vliegveld Vnu-
kovo
aan. Om half zeven vertrekt ons
vliegtuig naar Lvov.
Maar het komt er niet van: eerst
wordt gemeld dat de vlucht in
verband met de sneeuwstorm is
vertraagd tot na tien uur, en even
voordat in de zeer^ummier
geoutilleerde wachtkamer de
stemming het nulpunt heeft bereikt,
wordt gemeld dat hij niet doorgaat.
Bij hoge uitzondering wil een
vriendelijk Aeroflot-meisje ons
behulpzaam zijn met het zoeken van
hotelkamers voor nog een nacht in
Moskou. Om half twaalf zijn
we terug in het hartje van Moskou,
op de Gorki-straat, in hotel
Intourist.
Donderdag, 3 februari
Vanaf half zeven 's morgens probeer
ik, zoals gisteravond afgesproken,
het Aeroflot-kantoor in Vnukovo te
bellen. Ik had beter moeten weten:
de telefoon wordt pas na achten
opgenomen, maar niemand weet dan
nog of en zo ja wanneer de vlucht
naar Lvov zal vertrekken. Pas om
elf uur krijg ik te horen dat er een
vlucht is gepland voor één uur
'smiddags.
De bijna drie uur durende vlucht
naar Lvov in een oude Iljoesjin-18
verloopt, afgezien van harde start
en landing, zonder schokken, maar
ook zonder snack. Wanneer we om
15.50 uur in Lvov voor het eerst voet
op Oekrainse bodem zetten, barsten
we van de honger. Gelukkig staan
er in de lokale VIP-room wat
hapjes gereed.
Maar eerst even voorstellen:
luitenant-generaal van justitie
Zjoekov, vertegenwoordiger van de
procureur-generaal van de USSR,
zijn plaatsvervangster, de kolonel
van justitie Kolesnikova, de kolonel
van justitie Lesnoj,
vertegenwoordiger van de
procureur-generaal bij de Oekrainse
Sowjet-Republiek, en de
generaal-majoor van justitie
Antonenko, procureur van het
district Lvov. Het openbaar
De Russische tolk dr. Wil
liam Veder is met de Neder
landse justitie-delegatie naar
Rusland en Polen geweest,
alwaar geprobeerd werd het
gedrag van de oorlogsmis
daden beschuldigde Pieter
Menten te reconstrueren.
Voor onze krant hield hij een
dagboek bij van zijn veer
tiendaagse reis: een sfeer-
schildering.
Dr. Veder: "De
Nederlandse
voorzichtigheid
stak heel voordelig
af bij de gerede
veroordelingen van
de vakvereniging en
de communistische
jeugdbeweging van
het Russische
district".
ministerie in de Sowjet-Unie is straf
georganiseerd.
Het ijs is nog niet gebroken,
wanneer de officiële toespraken zijn
uitgewisseld. Wat moetje met een
waarschuwing om hangende het
onderzoek terughoudendheid
te
betrachten jegens de pers, indien de
gastheren zich onmiddellijk daarna
naar een persconferentie spoeden?
De ergste honger is wel gestild.
De delegatie neemt haar intrek in
hotel Intourist (voorheen het hotel
George) tegenover het standbeeld
van de Poolse dichter en
vrijheidsheld Adam Mickiewicz. Tot
laat in de avond duurt het beraad
over de wijze waarop
morgenochtend op de eerste
werkbijeenkomst de verlangens van
de delegatie op tafel zullen worden
gelegd. De heer Van Duuren voegt
er een beknopt college over
Nederlandse rechtspleging aan toe.
Dr. Fokker en ik zitten tot ver over
middernacht het stuk in
ondubbelzinnig Russisch te vertalen.
Vrijdag, 4 februari
De procuratuur van het district
Lvov is gehuisvest in een riant
voormalig hotel. Wij krijgen een
werkkamer aangeboden en-een
„rustkamer", waar steeds lekkere
hapjes staan en waar ongelimiteerd
koffie wordt geschonken uit
voortreffelijke oploskoffie van
plaatselijk fabrikaat.
De eerste werkbijeenkomst verloopt
voorspoedig: het ijs is aan het
breken. We worden het eens over
werktijden (9-13 en 14-18 uur), de
volgorde en de wijze waarop de
getuigen zullen worden ondervraagd,
en de wijze waarop de
processen-verbaal zullen wor
den
opgemaakt.
De delegatie had alleen graag eerst
naar de plaatsen Podhorodce en
Urytsj willen gaan, om zich voor de
nadere ondervraging van de
getuigen enigszins van de
plaatselijke situatie op de hoogte te
stellen. Maar aangezien alle
getuigen al zijn opgeroepen, legt
men zich erbij neer om dinsdag pas
ter plekke te gaan kijken.
's Middags worden de beide eerste
getuigen ondervraagd op tal van
belangrijke detailpunten. Zij zijn al
betrekkelijk oud en het kost nogal
wat moeite om hen duidelijk te
maken wat er van hen wordt
gevraagd. Ik ben erg blij dat de
Sovjet-delegatie een briljante tolk
Nederlands-Oekrains heeft ge
vonden
in de persoon van Jaroslav
Dovhopolyj, die bovendien een goed
inzicht heeft in de mentaliteit van
de plaatselijke bevolking: men
luistert naar hem.
We verdelen het werk zo dat
Dovhopolyj alle vertalingen naar
het Oekrains verzorgt, terwijl ik
naar het Nederlands vertaal. Af en
toe vallen we elkaar in de rede om
elkaar te corrigeren. Maar, we
werken efficient samen.
Ik vraag aan het Intourist-bureau
om voor zondag een busje met
chauffeur beschikbaar te stellen. De
delegatie wil op haar vrije dag een
rondrit maken door de Karpaten.
Zaterdag, 5 februari
De heer Habermehl vraagt naar
details. De getuige weet het echt
niet meer en roept hem
verontschuldigend toe: „Na 36 jaar-
wat wilt u, kameraad-procureur"
Hilariteit.
Na de lunch gaan we even naar het
historisch museum op het prachtige
oude marktplein van Lvov. Het is
bijzonder interessant om te zien
welk een rijkdom en bodemschatten
hier in deze streek vanaf het einde
van de 19e eeuw werden gewonnen
en welk een verscheidenheid van
ambachten er tot bloei kwam. Echt
een streek die gelukzoekers zou
aantrekken.
We bekijken ook nog het huis van
de in 1941 vermoorde professor
Ostrowski op de Saksaganskij-
(eerder Romanovicz-, eerder
Akademiczna-) straat nummer 5.
Straatnamen zijn er hier meer, dan
er straten zijn.
Het Intourist-bureau laat mij weten,
dat wij geen busje met chauffeur
kunnen huren, omdat Intourist niet
bevoegd is ons diensten te verlenen.
Daarvoor moet de procuratuur van
het district zorgen. Geen uitje naar
de Karpaten.
Zondag, 6 februari
Wel maken we een erg lange, frisse
wandeling door de stad, die ons
eerst naar de oude kasteelberg
toebrengt, waar ooit de burcht van
de eerste vorsten van Galicie stond.
Het is heiig, maar het panorama
is indrukwekkend: overal oude torens
en koepels. Lvov is nog steeds mooi.
We wandelen weer de stad in en
bezoeken een aantal plaatsen die
verband houden met de
zaak-Menten. Aan het einde van
onze wandeling staan wij op het
reusachtige Lyczakovski-
kerkhof
voor het graf van iemand die niets
met deze zaak te maken heeft; de
kadet-vaandrig van de KNIL Von
Seydlitz Kurzbach, in
krijgsgevangenschap omge
komen. De
heer Norbart weet te berichten, dat
er ook in Ivano-Frankovsk op 400
ten zuidoosten van Lvov nog
Nederlandse oorlogsgraven
zijn.
Maandag, 7 februari
Vijf getuigen op een dag is wel wat
'veel, maar de ondervraging gaat nu
toch heel wat vlotter dan op vrijdag
en zaterdag, want alle deelnemers
zijn op elkaar ingespeeld.
Commissaris Peters en inspecteur
Pasterkamp verbluffen de getuigen
steeds weer door hun minutieuze
feitenkennis en zorgen er zo voor,
dat de getuigen even onbevangen
spreken als tegenover oude
bekenden.
De enige vraag, waarop de getuigen
met een zekere gêne antwoord geven
is de vraag of zij bereid zijn om
naar Nederland te komen, teneinde
daar hun verklaringen persoonlijk
aan de rechter te geven. Eigen
ziekten en ziekte van familieleden
worden steeds weer ter
verontschuldiging aangevoerd.
Als wij tegen zevenen uitgeblust in
het hotel terugkomen, besluiten wij
om vroeg naar bed te gaan, want
morgenochtend vertrekken wij om
half negen al naar de dorpen in de
Karpaten. Voordat het echter zover
is komt Hugo van Rijn van de
NCRV bij me: hij meent van de
blerrende luidsprekers op straat
gehoord te hebben dat er een nieuw
Sowjet-ruimteschip is gelan
ceerd.
Wij gaan het tv-journaal van 9 uur
bekijken. Inderdaad, om 19.19 uur
zijn de kosmonauten Gorbatko en
Galaskov met de Sojoez-24 op weg
gegaan voor de koppeling met de
Sojoez-5.
Dinsdag, 8 februari
Het ijs is nu letterlijk en figuurlijk
gebroken, de plotseling ingetreden
dooi zorgt voor spiegelgladde wegen
(voor zover ze bestraat zijn), en het
duurt dan ook bijna een uur'
voordat we Lvov uit zijn en op de
weg naar Stryj en Skole zitten. We
zitten met z'n zevenen en een
chauffeur in de comfortabele
recherchebus van procureur
Antonenko. De heer Fokker zit met
mevrouw Kolesnikova en de
stenografe in een Volga achter ons.
Aan het einde van de stoet rijdt de
heer Dorosj, Antonenko's
hoofdmedewerker die vrijwel al het
Sowjet-onderzoek in de zaak-
Menten
zelf heeft uitgevoerd, met fotograaf
en kaarttekenaar in een Gaz-jeep.
Drie uur dicht tegen elkaar
aanzitten, met z'n allen heen en
weer geworpen door de grote kuilen
van de opdooi in de weg of de
windstoten die de auto van opzij
treffen - dat schept een warme,
menselijke band.
Procureur Antonenko, meters langer
in zijn generaalsuniform, laat zich
van een geheel andere kant zien:
een gemoedelijke, goedlachse
inboorling, die smakelijk weet te
vertellen van paddestoelen zoeken
en picnicken in de Karpaten.
Zijn gezag blijft echter onaangetast:
„Laatje niet zo meeslepen door je
sirene en je zwaailicht, mijn
zoontje!" hoeft hij zijn chauffeur
maar één keer toe te voegen om
voorgoed een einde te maken aan al
te gewaagde inhaalmanoeuvres op
de moeilijk berijdbare
tweebaansweg.
De reconstructie van het drama dat
zich op St. Jansdag (volgens de
orthodoxe kalender) van 1941 in
Podhorodce heeft afgespeeld moet
nog even wachten. We worden door
de heer Martvnjoek, voorzitter van
de dorpssowjet, eerst naar het
nieuwe graf van de slachtoffers
geleid, dat nog op zijn blijvende
gedenkteken wacht, en daarna naar
het ernaast gelegen dorpshuis.
De heer Martvnjoek heeft een
belangrijke toespraak voorbe
reid,
waarin hij alle naoorlogse
verworvenheden van zijn dorp wil
memoreren. Na de mededeling dat
nu elke dorpsbewoner jaarlijks
gemiddeld 30 boeken uit een van de
drie dorpsbibliotheken leest, wordt
hem door procureur Antonenko -
even ongeduldig als wij - het woord
ontnomen. De reconstructie kan
beginnen.
Het is jammer, dat de reporters van
Tass, de Russische tv, en ook van de
TROS, in hun streven om overal bij
te zijn, het beeld enigszins
vertroebelen. Daar staat tegenover
dat nieuwsgierige kindertjes volledig
ontbreken. Toen we het dorp
inreden, kwamen ze keurig in rotten
van twee uit school. Nu zijn ze als
door de aardbodem verzwolgen.
Om half twee is de reconstructie
voltooid en hebben de getuigen de
gewenste opheldering over de
plaatselijke situatie van toen
verschaft. We gaan verder naar
Urytsj, over dezelfde soppende,
onverharde weg, die al kilometers
voor Podhorodce begint.
Het is dan ook nog maar 150 jaar
geleden dat Poesjkin in het zevende
hoofdstuk van zijn „Jevgenie
Onegin" voorspelde, dat de Russische
wegen over 500 jaar onvergelijkelijk
veel beter zouden worden. Ik ga in
ieder geval met mijn rug in
rijrichting zitten.
In Urytsj blijkt dat, zoals op zoveel
detailpunten elders, Hans Knoop
voorbarige conclusies heeft
getrokken en dingen die hem zijn
verteld heeft verward, wanneer
commissaris Peters en ik gaan
praten met de bewoners van de
overgebleven huizen rond de plaats
van de executie.
Maar procureur Antonenko laat ons
niet veel tijd voor een ingrijpend
onderzoek. Steeds weer verheft hij
manend de vinger, dat wij in Skole
worden verwacht door het
gewestelijk bestuur dat ons een
goede maaltijd wil aanbieden.
Glibberend over de landweg - de
plaatselijke bevolking noemt deze
modderige sporen „zwembanen" -
terug naar de hoofdweg blijkt dat
niet alleen vrijwel iedereen natte
voeten heeft, maar ook dat we sinds
vanmorgen niets meer hebben
gegeten.
Procureur Antonenko weet
onmiddellijk raad. „Stop, mijn
zoontje. Haal handdoek en zeep! De
voorraden!" Wij wassen onze handen
met mineraalwater uit een jerrycan,
terwijl procureur Antonenko met
een heel groot voorsnijmes
buitensporige boterhammen met
zoute zalm en rode kaviaar maakt.
Natuurlijk snijdt hij in zijn vinger,
maar gelukkig heeft de heer
Habermehl kleine, maar zachte
pleisters in voorraad.
Eindelijk in Skole aangekomen,
splitst de delegatie zich in tweeen:
de heren Pasterkamp, Fokker en
Norbart gaan naar het gewestelijk
bestuur, terwijl de heren Van
Duuren, Habermehl, Peters en ik
samen met onze Sowjet-collega's
naar het streekziekenhuis gaan om
de broer van de in 1941 vermoorde
Komsomol-voorzitter Pistoljak
te horen.
Hij lijdt aan astma, gecompliceerd
door een longontsteking. Als alle
droevige herinneringen zijn
opgehaald, kunnen ook wij naar het
gewestelijk bestuur toegaan. Het
blijkt ons op te wachten in het
plaatselijke restaurant, om een
weelderig gedekte tafel heen.
De toosts op de wederzijdse
verstandhouding weerklinken
oprechter dan bij voorgaande
gelegenheden.
Zachtjes deinend rijden wij terug
naar Lvov en besluiten met de
volledige eenstemmigheid, de
volgende dag niet eerder dan 14.00
uur met het werk te beginnen.
Woensdag, 9 februari
Het pakt geheel anders uit om
10.00 uur al worden wij telefonisch
opgeroepen naar de procuratuur te
komen, omdat de lang gezochte
(door de pers al gehoorde) getuige
Silaifer (Schleiffer) zich vrijwillig
heeft gemeld. Hij legde een enigszins
verwarde verklaring af, maar
verklaart zich bereid om op vrijdag
in Urytsj (waar hij in geen jaren
meer is geweest) zijn gegevens ter
plaatse te verduidelijken.
De namiddag is gewijd aan het
samenvoegen van de uitgetypte
processen-verbaal. Als twee
stenografen, twee tolken en acht
juristen aan een ondervraging
deelnemen, is onenigheid over de
processen-verbaal onvermijdelijk.
Toch valt het mee, hoe de
Russische stenografen de
woorden hebben weten te ontwarren
hebben weten te ontwarren.
Ook de avond wordt gewijd aan het
verzamelen van processen-
verbaal.
Ik geef mondeling de vertaling in
het Nederlands, en de heren
Habermehl en Pasterkamp gaan in
hun aantekeningen na, of de.tekst
wel klopt. De aanmerkingen zijn
niet talrijk: stenografen en vertalers
hebben hun werk goed gedaan.
Donderdag, 10 februari
Tot half drie gaan wij nog door met
de processen-verbaal. En lunchen
niet. Want voor vier uur is ons in
het Districtshuis in Lvov een
ontvangst door het districtsbestuur
in het vooruitzicht gesteld.
Het begint met een „ongedwongen'
gesprek in een uitermate formele
omgeving (een rij fauteuils
tegenover de andere), gadegeslagen
door de Russische televisie.
De heer Van Duuren blinkt uit in
voorzichtig, tot niets verplichtende
uitspraken.
Dat steekt heel voordelig af bij de
gerede veroordelingen van Menten,
die ons door de vakvereniging en de
communistische jeugdbewe
ging van
het district worden voorgeschoteld.
Zij bieden petities aan de
Nederlandse regering aan (de
regering van het koninkrijk, in
tegenstelling tot hun kameraden
van de journalistenvereniging van
de Oekrainse Sowjet-Republiek, die
het hadden over de regering van de
Republiek der Nederlanden).
De hapjes zijn uitermate lekker,
maar niemand van de delegatie
schijnt er trek in te hebbep. Zelfs
niet in de aangeboden drank. De
heer Norbart treft de spijker op de
kop, wanneer hij in zijn
slottoespraak de uitvoering van de
akkoorden van Helsinki centraal
stelt.
Dit maakt bij onze Russische
gesprekspartners een dermate grote
indruk, dat de partijsecretaris van
het district zich geroepen voelt om
te verzekeren, dat de akkoorden van
Helsinki in de Sowjet-Unie naar de
letter worden opgevolgd.