De westerling stoot zich in deze oosterse metropool bij herhaling het hoofd letterlijk! PAGINA 16 ZATERDAG 12 FEBRUARI 1977 Drie dagen hebben wij in Bangkok doorgebracht. Drie dagen heb ben wij aan de beminnelijke lei band gelopen van Bee, zoals onze vrouwelijke gids zich liet noe men. Een waardige represen- tante van het "land van de glim lach", zoals Thailand zich zo graat etaleert. Bee spreekt vloeiend Engels Ze weet enorm veel. Ze vertelt dan ook honderd uit over de meest uiteenlopende zaken. Van het verkeer tot het sterk bij de Thais levende bijgeloof. Wij worden overgoten met geschiedkundige feiten, religieuze wetenswaar digheden en smakelijke' anecdo tes. Maar over de twee zaken, die hier in Europa zo sterk het beeld van Bangkok bepalen, zwijgt Bee. Een enkele zijdelingse op merking, meer niet. Bee bedekt ze met haar mantel der liefde. Want zij moet het "land van de glimlach" verkopen. En zij wil er niet op wijzen, dat die glimlach soms erg grimmig is. BANGKOK het reisdoel van hoge politiefunctionarissen uit vele landen, die de heroïnehandel in het hart willen treffen. Omdat op de hoogvlakten van Thailand al sinds eeuwen de opium vrij wordt verbouwd. Kapotte stad Bangkok is een kapotte stad. Zelfs op een brede boulevard als de llianon Silom, waaraan talrijke grote hotels, banken, reisbureaus en autoshowrooms zijn geves tigd, moet men opletten niet in de kuilen van het gebroken trottoir te stappen. Met oosterse gelaten heid accepteert de Thai de onef fenheden. Nagenoeg elke okto ber loopt Bangkok wel een keer onder. Dan stroomt de rivier over. Waarom zal men die gaten dichten als ze dan toch weer open gaan? En als alle oosterse steden is Bang kok ook een stad van scherpe tegenstellingen. Het koninklijk paleis en het bijbehorende tem pelcomplex is een onvoorstel baar sprookje van glans, schitter en kleuren. Een droom van echte Thaise architectuur, waarin een rijkdom aan cultuur is bijeenge bracht. Duizend-en-één-nacht werkelijkheid geworden. Maar vlak in de buurt staan de lappen, lemen en houten hokken, waarin de paupers van de samenleving zich maar met moeite overeind houden. Sprookje Het koninklijk sprookje wordt in Thailand graag in ere gehouden. De mensen worden tegenwoor dig geen kopje kleiner meer ge maakt - zoals vroeger - wanneer ze wat onaardigs van de koning zeggen. Maar daarvoor kan je ook vandaag de dag nog in de cel ko men. Een zogenaamde "drijvende markt" .Woonoorden in de omgeving van Bangkokwaarin al het vervoer over water gaat. Omdat auto s er niet kunnen komen. Het ziet er wat chaotisch uit op de foto. Maar de huizen zijn van binnen brandschoon en getuigen van een goede welvaart. Omdat er zoveel zaken kunnen worden gedaan met de vele toeristen,die in rondvaartbootjes het gebied doorkruisen. Per boot 24 Thais of 12 Europeanen toegestaan. Trouwens, ook voor minder, zoals twee collega's hebben moeten ervaren. Ze liepen achteloos na twaalven nog op straat, onbe kend met de ingestelde avond klok. Prompt kregen zij van de politie een gratis rit naar het poli tiebureau, waar zij ondanks alle smeekbeden de nacht moesten doorbrengen temidden van her oïnegebruikers en drinkebroers. Om half vijf mochten ze naar het hotel. Op dat tijdstip is de weg weer vrij. Want al houdt men het koninklijk sprookje drijvende met de ko ning als een niet machthebbende God op een kostbare troon, de dienst wordt volledig uitgemaakt door de militaire machthebbers. En die willen rust. Geen geduvel na twaalf uur op straat. Door het chaotische verkeer van Bangkok hebben zij al een fikse schrobber gehad. Het is alleen wat minder chaotisch geworden. Maar nog altijd valt er gemiddeld één dode per dag. Overigens, die éne dode is, nauwelijks te gelo ven als men het gekrioel ziet van al het verkeer door de nauwe straatjes van de Chinese wijk, vol handelaren en woekeraars. Daar zit eenderde van de bevolking van Bangkok heel dicht op elkaar gepropt. Men heeft alle tijd om het vanuit de bus te aanschou wen. Wachttijden van een half uur in de file zijn heel gewoon. Kaarsrecht De vrouwen zien er breekbaar uit. Met een natuurlijke gratie, die bijna onnatuurlijk aandoet. Maar Bee verzekert ons, dat alle Thaise meisjes dat van huisuit meekrijgen. Er wordt niets ex tra's voor gedaan. Wel voor hun vingers. Als de meisjes jong zijn worden hun handen dagelijks in warm water gehouden. Daarna worden hun vingers steeds naar achteren gebogen. En Bee laat zien, dat zij haar vingertoppen achterover tegen haar arm kan aandrukken. Die souplesse van de vingers maakt een zeer aparte charme uit bij de kleurrijke en uiterst gracieuze Thaise dansen. Een festival van kleur, ritme en beweging. Uitgevoerd door beeldschone Thaise danseresjes. Maar de gratie van hun beweging ziet men ook op straat. Volgens Bee wordt daar dus niets bijzon ders voor gedaan, het is nauwe lijks te geloven. Dat de Thais zo klein zijn kan de westerling bij herhaling merken. Hij stoot maar al te gemakkelijk zijn hoofd aan een uithangbord bij een benzinepomp. Zó laag zit het. Het urinoir in een café maakt de indruk te zijn gebouwd voor een kleuterklasje. De driewieler taxi (brommers met een overdekt bakje erachter, in de wandeling "tsjoek-tsjoek" genoemd) kan vijf Thais meenemen. Maar bij meer dan twee Nederlander past de bestuurder. Geen discrimina tie, het karretje kan niet meer trekken. En als wij bij een uit stapje naar de drijvende markten in de buurt van Bangkok (een soort Venetië, er is geen ander vervoer dan per boot mogelijk) in rondvaartboten een kijkje gaan nemen mogen er twaalf Neder landers in. Normaal vaart zo'n scheepje met het dubbele aantal Thais Tempels Natuurlijk kan en wil men bij een bezoek aan Thailand niet om de tempelcomplexen heen. Er zijn er meer dan 23.000 in het hele land. Bolwerken van originele Thaise cultuur. Dat grote aantal getuigt van het diepe religieuze gevoelen van het Thaise volk. Hoewel het bijgeloof nog welig tiert is het vooral het Boeddhis me, dat hier diep is geworteld. De heilige monnik, die in de vijfde overigens over een veel oudere is heengebouwd. En daarin zou men alle overgebleven relikwieen van de "Lord Boeddha"kunnen zien .als men werd toegelaten. Maar alleen hooggeplaatste monniken hebben toegang tot deze heilige gronden. Deze informatie hebben wij over igens niet van de politieman op de foto. De goede man bleek geen woord Engels te spreken Aan de voet van het imponerende tempelcomplex kan men nog enkele fietstaxi's'zienWaar toeristen zo graag gebruik van maken. BANGKOK ook het reisdoel van vele oververhitte Duitsers, die in deze tropische stad het erotisch walhalla denken te vinden. Omdat de prostitutie'er in feite even openlijk bloeit als de papaver. De oudste stad van Thailand is Nakom Pathom, op ongeveer vijf tig kilometer van Bangkok en een honderd kilometer van de beruchte brug over de rivier Kwai. Jammer eigenlijk, dat deze boeiende oosterse metro pool hier in de algemene opinie wordt opgehangen aan deze twee uitersten. Hij biedt zoveel meer. Bo vendien zijn het zaken, waarop de gemiddelde Thai beslist niet trots is. De tempel van Nakom Pathom heeft de hoogste pagode 1116 m.), die eeuw leefde, heeft het zijn volge lingen niet zo bijster moeilijk gemaakt. Zij kregen maar vijf ge boden, waar zij niet onderuit mochten. Maar één daarvan is zo verschrikkelijk moeilijk vol te houden: gij zult niet drinken. Al thans geen alcoholische dranken. Want wanneer de drank is in de Ontelbaar is het aantal afbeeldin gen van Boeddha. In alle soorten en maten. Wellicht is de zoge naamde "Wat Tramit" wel de in drukwekkendste. Zo'n veertien meter hoog en en bijna net zo breed. En dat van puur goud, achttien karaat. Deze op zichzelf niet bijster mooie Boeddha afbeelding staat in het hart van Bangkok: natuurlijk in een tem pelcomplex. Hij moetal meer dan driehonderd jaar oud zijn, en een waarde vertegenwoordigen van meer dan veertig miljoen gulden. Wanneer het is gebeurd weet men niet, maar met het oog op de ge regelde invallen uit aangren zende landen is deze Boeddha eens gepleisterd. Niemand wist derhalve van zijn inwendige schat tot dit beeld in 1953 naar Bangkok werd verhuisd. Door een ongelukje viel het uit de ta kels. Tot verbijstering van de toegesnelde mensen bleek, dat onder het pleisterwerk puur goud zat verscholen. En niemand kan bij benadering schatten hoe veel rijkdom er nog onder andere gepleisterde Boeddha's schuil gaat. Doden Eén van de minder plezierige bij verschijnselen van tempels zijn de schurftige honden en katten, die vaak op die complexen rond scharrelen. De eigenaars willen deze kreperende dieren niet meer hebben. Ze zetten ze dan maar neer bij de tempels. Ziek en vies slepen de armzalige dieren zich daar voort tot de dood als een ver lossing komt. Want de Thai mag niet doden. Ook die schurftige hond niet. Want het kan zijn, dat hij dan in een volgend leven te rugkeert als zo'n zelfde hond "Gij zult niet doden". Eén van de vijf geboden, die Boeddha zijn volgelingen heeft achtergelaten. Helaas - onze gids Bee vertelt het niet - hebben de Thailanders ook vaak last met dit gebod. Er schijnt nogal gemakkelijk te worden gemoord. Voor een slecht vallend woord, voor een el leboog per ongeluk in de rug. Men is rap met hand en mes. "Beter niet" Bee praat er niet over. Ze laat het in het midden. Maar als we ergens niet te ver van ons hotel hebben gegeten en we voorstellen het korte stukje terug in de zoele tro pische nacht maar te gaan wande len, raadt ze ons dat met een vriendelijke glimlach maar zeer dringend af. Zie verder op volgende pagina

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 16