'Schilderen
js geen
ego-trip'
ZATERDAG 29 JANUARI 1977
EXTRA
PAGINA 17
Door
Miep de Graaft
DEN HAAG - "De grens aan de moderne kunst is mo
menteel bereikt. Wanneer er in musea schilderijen
hangen die niets meer of minder zijn dan een wit vlak,
of, zoals dat bij het Stedelijk is gebeurd, er serieus over
wordt gediscussieerd of een gat in de grond als kunst
beschouwd moet worden, dan ben je toch aan het einde
van een ontwikkeling? Want wat in de musea aan pop-,
bodyart en abstracte kunst hangt, staat of desnoods zit
is eigenlijk al achterhaald. Musea lopen ver achter:
kunstenaars lopen vooruit naar een nieuw kosmisch
tijdperk met daarin een andere wijze van leven, bij
voorbeeld met meditatie en yoga
Gedachten van de Haagse fijnschilderes Diana Vandenberg. Binnen
het nog beperkte vakje van de meta-realisten letterlijknaast de
werkelijkheid) is zij zonder twijfel de meest begaafde schilderes. Ze
heeft tientallen tentoonstellingen op haar naam staan. Van haar
schilderijen worden duizenden posters gedrukt en een "tournee" met
zes andere meta-realisten door Nederland bracht maar liefst vijftig
duizend mensen op de been. Toch hangen haar werkstukken niet in de
Nederlandse musea, evenmin als die van de zes andere meta-
realistische schilders met wie Diana driejaar geleden een werkgroep
vormde: JohfraFrans Erkelens.Johan Hermsen ,Han KoningVictor
Linford en Ellen Lonen. Binnen die werkgroep werd naar een ge
meenschappelijke richting gezocht, naar een uitdragen van de idee
van de symbolische kunst.
Diana heeft wel een verklaring
voor het feit dat haar schilde
rijen jn de musea ontbreken:
"Musea zijn bang, ze hebben
een soort huivering voor wat
wij op het doek zettem Het
wordt soms zelfs afgedaan als
kitsch. Bovendien verkeren ze
in een moeilijke positie, want
ze hebben te maken met ge
meenschapsgelden waarvoor
verantwoording dient te wor
den afgelegd. Echt, ze kunnen
niet zelf hun aankopen bepa
len
Diana noemt Sandberg destijds
directeur van het Stedelijk Mu
seum, dé stimulator voor alle
vormen van moderne kunst die
door hem veelal in musea te
recht kwam en nog komt. "Die
man stond overal pal achter, of
het nou puur abstract of pop
art was. In het aankoopbeleid is
ook door andere musea zijn lijn
gevolgd. Geloof me, ik ben echt
niet tegen die vernieuwing,
nooit geweest trouwens, maar
je moet inzien dat we daarmee
nu niet meer verder komen. En
al die tijd heeft er in de kunst
een onderstroom bestaan die
meer bezig was met het over
brengen van de innerlijke ont
wikkelingen op het doek, zoals
bijvoorbeeld het symbolisme
dat heeft gedaan.
Posters
Dan zijn er die posters. Vooral die
van Diana en Johfra (de af
drukken van zijn twaalf
sterrebeeld-schilderijen bij
voorbeeld) hebben de laatste
jaren hun weg naar duizenden
liefhebbers gevonden. Over het
verschijnsel "posters" wordt
wel eens verontrust opgemerkt
dat zij de waarde van het origi
nele schilderij flink doen kel
deren. "Dat geeft niet" zegt
Diana beslist. "Het is voor mij
een ideaal communicatiemid
del met vooral jonge mensen
die geen geld hebben om een
schilderij van mij te kunnen be
talen. En dan, rijk hoef ik er
toch niet van te worden. Als ik
maar geld heb om dóór te kun
nen gaan met schilderen
Drie jaar geleden, na de lande
lijke tentoonstelling met de zes
andere meta-realisten. ver
kocht ze bijna al haar werk om
zich drie jaar lang te kunnen
wijden aan haar "levensboom":
een negenluik waarmee ze on
langs exposeerde in de Haagse
Artim Galerie.
Negen schilderijen, in drie ge
deelten onder te verdelen. De
eerste serie van vier schilde
rijen stelt de mens in slapende
toestand voor het kind (sym
bool voor de lucht); de man
(vuur); vrouw (water) en het
paar (aarde). Vier werken met
filosofische en religieuze ele
menten die een prematuur sta
dium aangeven, want de hoofd
figuren slapen in de wortels
van de levensboom. Een pe
riode van afwachten, maar ook
van de naderende geboorte. De
einder, de wereld buiten de
grot, waar de hoofdfiguren in
een slapende toestand verke
ren, is slechts vaag aangegeven.
In de tweede serie van vier schil
derijen, is er de bewustzijn-
sontwikkeling. De omgeving is
niet langer vaag geschilderd, de
mensen zijn ontwaakt. Het ne
gende schilderij staat los van de
andere acht, want het luidt een
nieuwe fase in. De mens heeft
zijn pelgrimstocht over de we
reld, met alle verwikkelingen
(het zoeken naar een partner,
naar macht en naar roem) vol
bracht. De vrouw rust uit op de
aardbol en ziet uit over het
heelal en de zee. Enorme stren
gen schieten uit de zee de
ruimte in, waaruit de totale
mens (andragin) ontstaat: man
en vrouw in één lichaam ver
enigd.
Filosofie
Vol symboliek, dat negenluik dat
beschouwd kan worden als
Diana's levenswerk. Het ligt
dan ook ten grondslag aan de
levensfilosofie van Diana: "De
hoofdfiguren slapen - het is een
slapend bewustzijn. Zo leven
de meeste mensen ook: onbe
wust. Kernvragen als: ben ik
nou alleen maar dat lichaam, of
heb ik nog iets anders, iets on
sterfelijks, daar leven de
meeste mensen niet mee. Ook
niet zo gek als je de huidige
maatschappij bekijkt. We zit
ten nog steeds in de uitlopers
van het historisch-
materialisme, waarbij het in
nerlijk leven niet aan de orde is.
Dat materialisme is ontstaan in
de vorige eeuw, toen de sociale
omstandigheden niet van dien
aard waren dat mensen zich
over zulke wezenlijke vragen
konden buigen. Er móest dan
ook wel een sociale omwente
ling komen. Je kunt de veran
dering ook merken bij de jon
geren van deze tijd. Er bestaan
nu nog twee soorten jonge
mensen: de sociaalbewuste, die
opkomen voor meer loon en ge
lijke rechten, maar op die ma
nier toch materialistisch den
ken. Er is ook de groep die zegt
waarom leef ik, wat is er na je
dood? Die denkbeelden zullen
steeds sterker worden, ook
omdat ze bij het ouder-worden
toch blijven hangen bij steeds
Het schilderij "De wijze en de dwaze" uit 1970. De wijze draait in een rad mee om zo op te stijgen. De dwaze
jnaakt het zich alleen maar moeilijk door zich met handen en voeten voort te bewegen.
Daarvoor schilder ik ook. iNièt
om beroemd te worden, hoewel
ik toch blij ben met die be
kendheid omdat ik daardoor
zoveel meer mensen kan berei
ken met mijn filosofie. Ik wil
die mensen gelukkiger maken.
Als ik rondloop in de galerie
waar m'n schilderijen hangen
en er lopen daar mensen die
zeggen: Gos, Diana, wat fijn dat
je dit hebt gemaakt, nou dan
heb ik wat bereikt. Dan heb ik
meegeholpen aan de bewust
wording van andere mensen.
Maar denk niet dat het schilderen
een soort ego-trip is, er is Kij mij
geen sprake van afgereageerde
frustraties of zoiets. Neem nou
die tentoonstelling van het ne
genluik waar ik alsmaar het
zelfde verhaal moest vertellen,
over het ontstaan van die schil
derijen. Vaak zoek ik dat op -
als ik zie dat mensen aandach
tig mijn schilderijen staan te
bekijken of als ze me om uitleg
vragen. Niet dat dat altijd nodig
is. Een heleboel mensen geven
zelf hun eigen interpretatie aan
zo'n schilderij en dat is goed. Ik
beschouw dat zeker niet als
soort mislukte boodschap.
Ik probeer iets te maken
iedereen op z'n eigen
kan genieten. Als ze er een ei
gen verhaal bij hebben, ook al
heb ik met zo'n schilderij iets
heel anders bedoeld, dan ben ik
daar toch blij mee. Al was het
maar dat kind, dat tegen me
zegt: Tante Diana, wat heb je
een mooie vogel gemaakt, te
ken er nog één Overigens zal
er over het negenluik een boek
verschijnen. Diana's vriendin.
Tine Fransen, stelt deze uitgave
samen. Voor het is verschenen
zijn er nu al vierhonderd in
schrijvers voor.
Beïnvloed
Diana Vandenberg heeft samen
met Johfra de Haagse Acade
mie bezocht. Tot haar veertig
ste was zij ook met hem ge
trouwd. Beweerd wordt dat
Diana sterk is beïnvloed door
Johfra maar dat vindt ze maar
ten dele waar. "Ze vragen het
me altijd. Maar het is niet hele
maal waar want als je jarenlang
bij elkaar in één atelier zit te
werken beinvloed je juist el
kaar. Technisch hebben we de
zelfde vorm, de renaissance-
techniek die nu, in het nieuwe
kunst-tijdperk weer aan de
orde komt. Het technisch te
ruggaan naar het vakmanschap
van de renaissance met haar
perspectief en daar aan toege
voegd de vierde, kosmische
dimensie, met haar innerlijke
gevoelens.
Zowel Johfra als Diana werken
veel met "vlekken": Het linnen
wordt op de grond gelegd en
men laat er verf op lopen. De
tinten schiften op natuurlijke
wijze en nemen onwillekeurige
vormen aan. Daarop inspireren
zij dan de onderschildering.
Diana is pas echt intensief gaan
schilderen na het vertrek van
Johfra naar Frankrijk. In de tijd
dat Johfra ook in de Haagse
Madourastraat woonde, had ze
weinig behoefte om aan de weg
te timmeren. Ze wilde eigenlijk
alleen maar dat Johfra naam
kreeg in de schilderswereld.
Sinds Johfra, nu dertien jaar
geleden naar Frankrijk ging
schildert ze viermaal zoveel als
voorheen, met een maximum
van twintig doeken per jaar.
Ze schildert altijd, behalve als ze
echt iets anders moet doen.
Soms blij ft er echter weinig tijd
over om te schilderen, want ze
wordt dagelijks door veel men
sen gebeld en ook komen er
bakken vol post. "Voorname
lijk van mensen die naar aan
leiding van een tentoonstelling
van mijn werk, hun hart bij me
uitstorten. En als er mensen bij
me langskomen, kan ik ze toch
zeker niet wegsturen?
Als ik schilder gaat dat het beste
met meditatieve muziek. Mu
ziek die je meeneemt tijdens
het schilderen en je niet afleidt
omdat ze instrumentaal is".
Het negeriluik hangt, samen met
andere schilderijen die Diana
bij zich hield in haar expositie
ruimte. Al voor de tentoonstel
ling (die van half november tot
half januari liep) had ze de
schilderijen die samen het ne
genluik vormen los van elkaar
kunnen verkopen, maar dat
weigerde Diana omdat ze vindt
dat de afzonderlijke panelen bij
elkaar moeten blijven. "En om
eerlijk te zijn, ik ben opgelucht
dat ze niet verkocht zijn
Afstand
Dat wil niet zeggen dat het Diana
moeilijk valt van haar schilde
rijen afstand te doen. "Als het
tenminste aan iemand wordt
verkocht die er écht blij mee is
en er desnoods ieder dubbeltje
voor heeft omgekeerd om het te
kunnen kopen. Dan is het bijna
als een kind, dat thuiskomt.
Wel vervelend vind ik het als
het schilderij naar een belegger
toegaat die het in een kluis
stopt met de bedoeling het daar
over een jaar of tien weer uit
tevoorschijn te halen omdat het
dan meer waard is. Maar je kunt
daar niets tegen doen, want als
je exposeert worden de zake
lijke belangen behartigd door
de betreffende galerie. Je hebt
dan geen zicht op wie de koper
is. Je moet dan maar hopen, dat
de kracht die uitgaat van het
schilderij, de juiste mensen
aantrekt. Een soort magneti
sche werking, die je terwijl je
bezig bent met schilderen, op
laad. Het moet als het ware po
sitief geladen zijn als het ergens
in een huiskamer komt te han
gen. Ik hoop altijd maar dat het
schilderij op een andere gol
flengte zit als die van de "be
legger" of dat hij het doorver
koopt aan iemand die er gek
Maar het meest positieve zijn de
bezitters van mijn schilderijen
die dat "opladen" ondergaan.
Dan hoeven ze tenminste niet
een uur lang een boek te lezen
om positieve gedachten te krij
gen - het zou voldoende moe
ten zijn om naar het schilderij
te kijken. Er zijn wel eens men
sen geweest die een schilderij
met vijfentwintig gulden in de
maand afbetaalden omdat ze
het zo mooi vonden maar be
slist niet meer geld konden
missen. Hoewel dat lastig is,
accepteer ik het toch altijd.
Want in zo'n geval weet ik, dat
het wel goed zit met die eige-