"Ik twijfel of ik nog wel zal kunnen springen' Geiler toch naast Sosonko Schaatsploeg moet snel de Noorse lijn gaan volgen VRIJDAG 28 JANUARI 1977 SPORT PAGINA 15 DAVOS - Vorig jaar omstreeks deze tijd begonnen de Neder landseschaatsers hard te rijden, vestigden zij in Davos wereld- tyden, daarna volgden de suc cessen in Innsbruck en tens lotte het wereldkampioen schap, waarin Piet Kleine de ti tel voor zich opeiste. Het zou dit jaar weer zö kunnen gaan, de wedstrijden die vandaag en morgen in Davos worden ver reden zullen daarin enig uit sluitsel kunnen brengen. Maar zelfs als het zo zou zijn en zelfs als de Nederlanders bij het we reldkampioenschap opnieuw in Davos hun prestaties zouden opschroeven, dan nog mag men zich afvragen of Leen Pfrom- mer wel de juiste trainingsme thode hanteert en of hij en zijn rijders wel de juiste mentaliteit hebben die nodig is voor het- bedrijven van topsport. Leen Pfrommer geeft de voor- Door Ria Schuurhuizen keur aan een geleidelijke op bouw van het prestatie-niveau, met hier en daar een piek. De grootste piek moet dan liggen bij het wereldkampioenschap, volgens Pfrommer toch de mooiste titel die men kan beha len. Maar is dat wel zo? Moet een schaatser voor wie het sei zoen maar zo'n acht weken duurt, niet tijdens die periode diverse malen kunnen vlam men? En zoveel maal is dat niet, hoogstens vier keer moeten goedgetrainde sportjongens tot het einde kunnen gaan. Is dat teveel gevraagd? Moeten an dere sportmensen niet veel lan ger en veel vaker hun reserves ken dat de Noorse rijders door Tenman worden afgebeuld, vooral in de zomer. Dat zou dan weer betekenen, dat ze niet zo'.n plezier aan hun sport zouden beleven, maar wie zondag de vreugde van Sjoebrend heeft gezien na zijn overwinning op de tien kilometer, die moet daar wel anders over denken. En hoe beleVen de vier Neder landse jongens op dit moment dan wel hun sport? Daar nooit een vertrokken gezicht, zoals Storholt zo vaak te zien geeft. Zonder enige emotie rijden ze hun ritten, gaan over de streep met een gezicht van „dat heb ben we weer gehad". Waarmee niet gezegd wil zijn, dat ze zich niet hebben ingespannen, maar er ontbreekt duidelijk iets in de Leen Pfrömn - geleidelijke opbouw - Met of zonder Pfrommer aanspreken om tot prestaties te komen? Leen Pfrommer weet dat hij dit jaar iets zal moeten bewijzen, namelijk het feit dat de Noorse trainer Josh Tenman zijn man nen over de kling jaagt, hen te vroeg m vorm brertgt, hen voortijdig laat opbranden. Vo rig seizoen kreeg Pfrommer op de valreep gelijk, maar ditmaal ziet het er 'naar uit dat de gym nastiekleraar uit Hamar de grote trainer van deze jaren zal worden. De Noorse schaatsers immers vlamden al bij de inter land tegen Nederland, half de cember. Twee weken geleden veegden ze de Russen van het ijs en het afgelopen weekend slaagden zij er voor de tweede achtereenvolgende maal in de eerste vier plaatsen bij de Euro pese kampioenschappen te veroveren. Behalve de train- ingsopbouw heeft Tenman ook een andere manier van schaat sen uitgevonden. De Noren staan recht op hun ijzers, zeker niet zo mooi om te zien als het rijden van Piet Kleine, maar wel uiterst effectief. „Op de korte afstanden is dat misschien wel een goede methode, maar zeker op de 10.000 meter is dat niet vol te houden", aldus Pfrommer. Hij, als schaatskenner, kan daar best eens gelijk in hebben, maar het was toch maar Amund Sjoebrend die zondag de tien ki lometer op zijn naam wist te brengen, voor Sten Stensen, de man die meer de Nederlandse manier van rijden heeft. Door de methode van Tenman zou den de rijders ook veel vlugger opgebrand zijn, zegt Pfrommer verder. Maar ook daarin heeft de Nederlandse trainer onge lijk. De vier Noorse azen van dit moment rijden allemaal al min stens vier jaar mee in het inter nationale circus. En zelfs al zouden ze sneller zijn opge brand, is dat zo erg? Als een top-sporter drie of vier jaar aan de top heeft gestaan, waarom zou hij er dan niet mee stoppen? „Onze jongens gaan veel langer mee", is een andere uitspraak van Pfrommer. Daarin heeft hij zeker gelijk, maar in al die jaren hebben jon gens als Derksen en Vriend nog nooit iets bereikt. Hoogstens de stijlprijs, maar die wordt niet uitgereikt bij een kampioen schap. Daar gaat het om het hardst, of het nu mooi is of niet. Bovendien gaat de theorie van Pfrommer nog op een andere manier mank. Wie goed naar hem luistert, zou kunnen den- Nederlandse schaatsploeg van dit moment. Gebrek aan durf wellicht. Van Leen Pfrommer, omdat hij niet bepaalde zaken wil overnemen die Tenman duidelijk dicteert. Het Neder landse schaatsen heeft immers jaren de toon aangegeven. Die tijd is nu echter voorbij. De No ren hebben de nieuwe lijn aan gegeven, zelfs al zouden straks bij de wereldkampioenschap pen hun prestaties tegenvallen. Nederland zal moe;en volgen/ wil het de aansluiting niet ver liezen en dat hoeft zeker niet, want het schaatstalent is volop voorhanden in Nederland. Wat zal moeten gebeuren is het roer omgooien. Met of zonder Pfrommer. De Nederlandse schaatscoach heeft een fraai ge tuigschrift, maar hij heeft zoals vele trainers duidelijk moeite om na een periode van succes toch iets anders te gaan doen en dat is nu eenmaal noodzakelijk in de sport, omdat er steeds nieuwe methoden worden uit gevonden. Ook de rijders van dit moment ontbreekt het dui delijk aan „iets". Vechtlust voornamelijk. In de sport kan men zich nu eenmaal niet spa ren en gokken op een bepaald evenement. De kans dat er dan iets mislukt is immers veel te groot en men moet nu eenmaal zo nu en dan tot het uiterste gaan om te weten waar de gren zen liggen. Aan die durf ontbreekt het nu de rijders. En Leen Pfrommer is kennelijk niet in staat daar iets aan te veranderen. De coach verdedigt zich op dit moment door te zeggen dat ook in de tijd van „Ard en Keessie" de teleur stellingen wel eens groot waren. En daarin heeft hij gelijk, maar die jongens, of het nu Ard Schenk, Kees Verkerk, Jan Bols, Harm Kuipers, Peter Not- tet, Eddy Verheyen of Jappie van Dijk waren, zij allen zorg den er op een of meer afstanden altijd wel voor dat het chauvi nistisch Nederlandse hart- toch sneller ging kloppen. En aan die dimensie ontbreekt het nu duidelijk. Het Neder landse schaatsen van dit mo ment is fraai om te zien, maar de vonk die nodig is om duizenden Nederlandse schaatsliefheb bers in vuur en vlam te zetten, die ontbreekt duidelijk. En dat heeft niets te maken met het feit dat de Noren op hetogenblik de beste schaatsers zijn, daaraan valt nu eenmaal niets te doen. Maar een beetje karakter tonen, dat kan altijd. Mieke van Doorn, gekweld door voetblessure LISSE - De martelgang van Mieke van Doorn; de lijdens weg van een atlete. Zonder dat ze het zelf beoogt rijst uit haar verhaal over die zeurende voetblessure beetje bij beetje het trieste beeld van een ontmoedigd topsportster, die niet meer weet waar ze aan toe is. Sinds een operatie en talloze doktersbehandelingen de Lisser hoogspringster nog altijd niet van de pijn hebben kunnen verlossen, heeft de twijfel haar beslopen. "Twee jaar loop ik er al mee en nog weet ik niet wat het is of wat ik eraan kan doen. Het gaat me zo langzamerhand vervelen. Het gaat aan me knagen." Door Paul de Tombe Niettemih blijft ze hopen dat het goed zal komen. Uiterlijk bewijs van die innerlijk nog altijd le vende gedachte, was haar ver zoek om overschrijving (per 1 ja nuari) van de vereniging De Spar taan naar het Haagse Sparta. Een stap die ze na een lidmaatschap van tien jaar bij de Lisser club alleen heeft gedaan om straks op een betere accommodatie te kunnen oefenen. "Want die is bij Sparta stukken beter. Daarop zou ik goed vooruit kunnen komen. Tenminste als ik weer kan trainen, als ik weer kan trainen, als het goed komt met die voet". Vooral nu er niets meer aan haar blessure wordt gedaan, sinds ook een laatste bezoek aan dokter Strikwerda geen resultaat heeft opgeleverd, houdt de vraag of ze nog zal kunnen springen haar vaak bezig. Het uitblijven van het antwoord kwelt haar meer dan ze wil toegeven. Als weinig andere atletes in Nederland immers, was Mieke van Doorn bereid alles te laten en nog meer te doen om de top te bereiken. Het talent was zelfs bereid daarvoor een jaar van haar studie aan de Haagse aca demie voor lichamelijke opvoe ding op te offeren. Onder leiding van dé Joegoslavische trainer Tancix moest tijdens een stage in Duitsland de sprong naar de we reldtop definitief bekrachtigd worden. Pijn Een gdedeelde zevende plaats op de wereldranglijst bezette ze, toen ze in 1975 besloot tot het Duitse avontuur, voornamelijk met het oog op Montreal. Het noodlot had inmiddels echter al toegeslagen. In dezelfde week als waarin ze dertijds het Nederlands record "met veel pijn" omhoog bracht tot 1.88 m moest ze wor den geopereerd. Mieke van Doorn verhaalt met zachte stem van het begin van de misère. "Ik had al een paar maanden met pijn gesprongen, want er bleek een stukje van een middenvoets beentje afgebroken. Dat is toen verwijderd. Die operatie is ook redelijk gelukt, misschien is er al leen daarna een fout gemaakt. Ik heb geen nabehandeling gekre gen en niemand heeft me daarop ook gewezen. Dat is toch het min ste watje mag verwachten." Montreal kon ze wel vergeten, toen de deskundige na-behandeling- uibleef. In 1976, wat haar topjaar had moeten worden, ging ze fi naal de mist in. "Normaal ge sproken had ik het toen moeten maken", zegt ze nu, "want in Duitsland was ik enorm vooruit gegaan. Ik had zoveel aan kracht, snelheid en explosiviteit gewon nen, dat dat er bij een normale opbouw van het seizoen uit had moeten springen. Nu moest het allemaal veel te snel, in een veel te korte periode. Ik ben ervan over tuigd dat ik Montreal zou hebben Mank De teleurstelling daarover viel ech ter volkomen in het niet bij haar groeiende wanhoop over haar kwetsuur, die haar hardnekkig- bleef achtervolgen. "Tijdens een trainingskamp in Spanje wilde ik op explosiviteit trainen. Dat heb ik één dag kunnen doen, de vol gende dag liep ik mank. Dus ben ik in Nederland weer terugge gaan naar de artsen. Die gaven me het advies om met bandages te werken, maar ook daarmee kon ik later niets meer tijdens een trainingskamp in Joegoslavië. Daar dus weer een orthopedist ge raadpleegd. Die constateerde dat die bandages extra druk uitoe fenden op een bloedstolsel-prop die na de operatie op mijn voet was ontstaan. Daardoor waren de pezen naar de tenen naar elkaar toegetrokken, waardoor de pijn ontstond. Hoe dan ook, ik werd in Joegoslavië een tijdlang gemas seerd en kon daarna weer trainen. Het was tekort om de limiet voor Montreal nog te halen en toen ik vorig jaar weer op de Academie begon, kwam die pijn in mijn voet weer terug. Anders dan voorheen, dus ik weet nu hele maal niet meer wat het is en of ik nog wel zal kunnen springen". Waardeloos Die onzekerheid vreet aan Mieke van Doorn, inmiddels terugge vallen naar een anonieme plek op de ranglijsten. En er is buiten haar ouders, ook niemand die haar mentaal opvangt. "De hele opvang en begeleiding van een atleet die de top wil be reiken in Nederland is waarde loos", merkt Mieke van Doorn bitter op. "Alleen als je een Ne derlands record springt heeft de KNAU aandacht voor je, doe je dat niet, dan hoor je niets. Van niemand. Ik merk het al jaren. Ik had het, dacht ik, toch wel in me om wat te presteren, maar dat is altijd via enorme toppen en dalen gelopen. Juist daardoor heb ik keer op keer kunnen merken dat ik er eigenlijk nooit bij heb ge hoord in Nederland. Omdat ik na dat record nooit meer iets derge lijks gepresteerd heb. Dan heb ben ze ook direct geen aandacht meer voor je. De enige die wel naar me hebben omgekeken waren mijn oud trainer Hans Keizer en Jaap Noordenbos, de Olympische trainer. Die informeerden steeds hoe het ermee ging. Van Noord enbos kreeg ik ook een bloem stuk toen ik in het ziekenhuis lag. De rest bemoeit zich sowieso nérgens mee, laat staan dat ze iets zinnigs kunnen zeggen over een blessure. Als ze nu zouden ko-»- men, zou het ook niet meer hoe ven. Ik zoek het wel alleen uit, dat heb ik altijd moeten doen en dat doe ik nu ook wel. Als je iets wilt bereiken in Nederland moet je i orde komt. Dat is het wel een eenling zijn, want als je de top wilt halen moet je eerst door een muur van de KNAU heenbreken. Dat bereik je pas met veel vallen en opstaan, waardoor er veel bij je kapot gaat." Overdoen Desondanks hoopt Mieke van Doorn op een snelle rentree. "Dan kan ik me richten op 1980, op Moskou. Het kan nog.' Ik ben nu 22 en een hoogspringster kan goed mee tot haar 25ste. Wat vo rig jaar allemaal mislukt is, zou ik graag nog een keertje overdoen. Eerst wil ik nu mijn studie afma ken, daarna hoop ik dat ik een sponsor krijg. Dan weet ik ook zeker dat ik hoger kom, als ik pijnvrij kan springen. Als het maar gaat met die voet. Dat is het enige waar ik over in kan zitten: of het met die voet in orde komt Timman eindigt na zege op derde plaats in Hoogovenstoemooi WIJK AAN ZEE - Om even voor half acht gisteravond liep Efim Gelier met een brede grijns rond. Hij was doodmoe, dat wel: tien uur lang had hij, zonder onder breken, een strijd op leven en dood geleverd tegen de Joegos lavische kandidaat-grootmeester Nicolac. Tien uur lang had de be faamde Oekrainse houwdegen zich suf moeten piekeren hoe hij Door Alexander Munninfe -off met zwart het winstpunt kon boeken dat hem op de valreep toch nog als medewinnaar van dit 39e Hoogovenschaaktoernooi over de meet zou helpen. Maar nu kon hij dan toch de vruch ten plukken van zijn overwerk: die ene pion meer, aan hem door Nicolac in het vroege middenspel noodgedwongen afgestaan, deed in het toreneindspel zijn werk. Tegen de mening van de talrijke deskundigen in. Was het eigenlijk wel ooit gewon nen geweest voor Gelier? Maar dat deed er niet meer toe: hij won, met een voor iemand van zijn leeftijd onbegrijpelijke inzet, deze partij en daarmee kwam er toch weer een Rus als winnaar uit Wijk aan Zee terug. Samen met Genna Sosonko, die hier de wer kelijk indrukwekkende presta tie heeft geleverd. Wie zich nog herinnert hoe hij een paar jaar geleden op de bonnefooi naar Nederland kwam met geen ander uitzicht dan een eventuele schaakcarrière omdat hij nu eenmaal in Rusland schaak trainer was geweest, moet wel bewondering hebben voor de manier waarop hij zich met kei hard professionalisme in het eli tekorps van de grootmeesters heeft binnengevochten. Daar had hij tot zijn imaginaire pensione ring toe in kunnen blijven meed raaien met af en toe een derde plaats en verder wat succesjes in De winnaars van het Hoogovenstoemooi: Geiler en Sosonko. Genna Sosonko blijkt echter meer te willen: door dit toernooi te winnen heeft hij zijn aspiraties voor een plaats tussen de echte grote meesters kenbaar gemaakt. Het is natuurlijk niet zo, dat met dit Hoogovensucces van So sonko zijn pad naar de werkelijke top is geopenbaard. Na zijn overwinning in de Hoog ovens (te vergelijken met Wim bledon voor de tennisser) zal So sonko door zijn grootmeester- lijke collega's wel met andere ogen bekeken worden, dat is ze ker. Hij blijkt het te kunnen en al wordt hij dan geen wereldkam pioen meer. „Daar hoef ik me in ieder geval geen zorgen meer om te maken", heeft hij zelf eens ver klaard De manier waarop hij hier met een voortreffelijke techni sche voorbereiding, een profes sionele energiebesteding (koel en niet kapot te krijgen tegen de sterken, vlijmscherp agressief tegen de zwakkeren) en een ge rijpte kijk op het spel van zijn prestatie heeft laten aantekenen was indrukwekkend. Hem staat een druk schaakjaar te wachten, met binnenkort ont moetingen in Duitsland en Zwit serland, waar de tegenstand nog sterker zal zijn dan in dit Hoog oventoernooi. Het vaderlandse schaakpubliek, dat nu meer dan ooit genegen is het Nederlander schap van Sosonko met gejuich en applaus te -begeleiden, zal tegen het eind van die komende toernooicyclus weten waar het aan toe is, of we er een echte grote speler bij hebben. Timman werd, door een geweldige slotserie van vijf winstpunten achter elkaar ten slotte toch nog ongedeeld derde. Hij kan tevre den zijn, al hebben we allemaal meer van hem verwacht. Spelen in eigen land en dan bovendien opgezadeld met de favorietenrol, gaat echter niet iedereen even- gemakkelijk af. Bohm en Ligterink ,hebben hun kans gemist; vooral voor Bohm, die een paar keer het nodige heeft laten liggen, was het missen van het schot voor open doel in ver band met het grootmeesterresul taat. Een zeer droevig geval. Lig terink stortte halverwege het toernooi ohherstelbaar in; wie echter bij voorbeeld zijn fonke lende - maar helaas voor hem ver loren - partij tegen Timman her innert zal moeten toegeven dat de meestertitel binnen afzienbare tijd in Groningen zal worden af geleverd. Een extra compliment tén slotte voor de prestatie van Paul van der Sterren in de meestergroep. Hij, de debutant, behaalde er een meesterresultaat en deed dat erg overtuigend door o.a. winnaar Kuprecic als enige te verslaan. Hem staan nu optredens in de grootmeestergroepen van IBM en Hoogovens als verdere leer school te wachten. Eindstand: 1/2. Gelleren Sosonko beiden 8 pnt. 3. Timman 7V2 pnt., 4. Kurajica 7 pnt., 5. Olafsson 6 pnt., 6 t/m 9. Nikolac, Miles, Kavalek en Böhm allen 5 pnt., 10. Sigurjonsson 4 pnt., 11. Ligterink 3 pnt., 12. Barczay 2>/2 pnt. Meestergroep 1. Kuprecic 9'/2, g. Van der Sterren 8 pnt, 3. Ghristiansen 6V2, Har- toch 5V2 pnt., 5 t/m 8. Popov, Bel- lon, Jamieson en Van der Vliet 5 pnt., 9/10. Krnic en Szmetan 4V2, Witt 4 pnt., 12. Eslon 3'/2. Dames 1. Alexandria 9'/2, g. Harston 8V2, ij t/m 5. Lazarevic, Vokralova en Veröczy 8 pnt., 6. Polihroniade 5V2, Georgieva 4'/2,-t/m 10. Van Parreren, Van der Giessen en Py- tel 3 pnt., 11/12. Belle en Vreeken 2'/2.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1977 | | pagina 15